Ordening organismen
Intro

Bekijk de clip en lees dan onderstaande tekst.
Het schip de Stad Amsterdam heeft acht maanden lang een bijzondere reis gemaakt.
Dit was dezelfde reis als Charles Darwin lang geleden maakte met zijn schip de Beagle.
In het onderzoek kwamen de onderzoekers veel mensen tegen, maar vooral planten, dieren en micro-organismen.
Op aarde leven dus miljoenen verschillende organismen (= levende wezens).
Om op te kunnen zoeken hoe ze heten is het handig om ze in te delen in groepen.
Die groepen kun je weer verder verdelen in kleinere groepen, enzovoorts.
In deze opdracht kijk je naar de indeling van organismen over de vier rijken.
Vooraf
Eindproduct-Beoordeling
Eindproduct
Je rondt deze opdracht af met het maken en van het schema 'Ordening van dieren'.
In dit schema geef je de verschillenen tussen de cellen per rijk aan.
Het schema kleedt je aan met afbeeldingen van organismen.
Beoordeling
Het schema laat je eerst beoordelen door een klasgenoot.
Jij beoordeelt het schema dat hij/zij gemaakt heeft.
Vervolgens laat je het schema nakijken door de docent.
Leerdoelen
Na deze opdracht weet je:
- Weet je dat je door te kijken naar de verschillen tussen cellen organisme kunt onderverdelen in vier rijken.
- Weet je hoe de cellen van dieren, planten, schimmels en bacteriën zijn opgebouwd.
Werkwijze
Groepsgrootte
Deze opdracht doe je alleen.
Benodigdheden
Materialen voor het aankleden van je schema.
Tijd
Neem voor deze opdacht 1 lesuur.
Aan de slag
Stap1
Vier rijken
Bestudeer nu uit de kennisbank biologie het volgende onderdeel:
KB: Ordening
Gebruik de informatie uit de Kennisbank om de ontbrekende woorden in de volgende zinnen in te vullen. Noteer de woorden op een blaadje en lever deze aan het eind van de les in bij je docent.
- Het ... 1 ... bestaat uit een stroperige basissubstantie waarin de celonderdelen drijven.
Het bestaat voor 60 to 95% uit water.
- De ... 2 ... regelt allerlei processen. In dit onderdeel liggen de chromosomen.
- De buitenste laag van het cytoplasma noem je het ... 3 ... .
- In het cytoplasma van plantencellen komen ... 4 ... voor.
Voorbeelden hiervan zijn chloroplasten, chromoplasten en leukoplasten.
- De ... 5 ... van planten bestaat uit cellulose.
De ... 5 ... van schimmels bestaat uit chitine.
1 = ..... - 2 = ..... - 3 = ..... - 4 = ..... en 5 = .....
Bekijk nu ook de volgende videoclip:
Stap2
Schema - vier rijken
Tot welk rijk een organisme behoort, hangt af van de cellen waaruit het organisme is opgebouwd.
In het schema hieronder zie je een aantal organellen (= deel van een cel).
Neem het schema over en gebruik de info uit de Kennisbank en geef per organel aan met een plusje (+) of een minnetje (-) aan of het onderdeel wel of niet in een cel voorkomt. Plaats ook enkele passende afbeeldingen bij het schema.
|
planten |
schimmels |
dieren |
bacteriën |
cytoplasma |
|
|
|
|
celwand |
|
|
|
|
celkern |
|
|
|
|
bladgroen |
|
|
|
- of + |
+ = aanwezig - = afwezig
Klaar?
Verglijk jouw schema met het schema van een klasgenoot.
Laat het schema vervolgens beoordelen door je docent.
Begrippenlijst
Ordening
Rijken
Verzamelnaam voor verschillende typen organismen.
|
Dierlijke cel
Een cel met een celkern. Dierlijke cellen hebben geen celwand en bevatten geen bladgroenkorrels. |
Celmembraan
Buitenste deel van een cel dat de cel vorm geeft en zorgt dat het celplasma in de cel blijft. |
Celkern
Het deel van een cel dat erfelijke informatie (chromosomen) bevat.
|
Kernmembraan
De buitenste laag van het kernplasma. |
Cytoplasma
Vloeistof waarin alle celonderdelen liggen. |
Celwand
Stevige structuur rondom een cel; bestaat uit cellulose.
Komt voor bij bacteriën, schimmels en planten. |
Vacuole
Ruimte in een cel gevuld met vocht. Een plantencel heeft een grote centrale vacuole, dierlijke cellen hooguit enkele kleine. |
Plastiden
Verzamelnaam voor verschillende soorten korrels; chloroplasten, chromoplasten en leukoplasten. Komen voor in het cytoplasma van plantencellen.
|
Bacteriën
Eencellige organismen zonder kern. Bacteriën hebben vaak nuttige eigenschappen voor mensen (10% van het lichaamsgewicht bestaat uit bacteriën): ze ruimen dode organismen op, maken voedingsmiddelen en helpen bij de spijsvertering. Ze kunnen ook schadelijke eigenschappen hebben, zoals ziekten veroorzaken en voedselbederf. |
Ééncellige
Organisme bestaande uit één cel.
|
Reducenten
Reducenten staan aan het eind van de voedselketen en leven van dode planten en dieren. |