Thema: Water vmbo-kgt34

Thema: Water vmbo-kgt34

Thema Water

Inleiding

Weinig is zo vanzelfsprekend voor ons als water. We douchen, spoelen het toilet door, zetten koffie of sproeien de tuin en meer dan het opendraaien van de kraan is niet nodig. We hebben geen besef dat water altijd voor problemen zorgt: er is te veel of te weinig, het is vervuild, het is zout of brak, we kunnen er niet bij en ga zo maar door. En vaak is het ook nog een bron van conflicten. Altijd gedoe met water, juist omdat het van levensbelang is voor iedereen.
In dit thema komen al die problematische aspecten van water aan bod.

De gemiddelde Nederlander kan altijd beschikken over prima water. En we zijn behoorlijk beschermd tegen wateroverlast. Maar we zijn ondertussen wel verantwoordelijk voor waterproblemen elders op de wereld: bijna 95% van al ons waterverbruik is indirect. Dat water wordt buiten de landsgrenzen verbruikt om onze consumptie op peil te houden. De verdeling van bruikbaar water over de wereldbewoners heeft dus veel te maken met welvaart en rijkdom.

Speciale aandacht is er voor de watersituatie in het Midden-Oosten, dat vooral waterschaarste kent, en in China, een land met enkele enorme rivieren.

Werkplan

Het thema Water bestudeer je door de opdrachten en de afsluiting van het thema te maken. In iedere opdracht wordt een ander aspect van water belicht.

Het is belangrijk dat je goed bijhoudt wat je gedaan hebt. Om je hierbij te helpen is er een werkplan gemaakt. Op dat werkplan kun je bijhouden welke onderdelen je al gedaan hebt.

Download hier het Werkplan Thema Water

Waterkringloop

Vooraf

Leerdoelen
De hoeveelheid water op aarde is constant en wordt geschat op bijna 1.400 miljoen kubieke kilometer. Daarvan is zo’n 2,5% geschikt voor gebruik door mens, dier en plant. Geschikt, maar nog niet beschikbaar. Het water zit namelijk in ijskappen, in wolken of in de grond.
Water is voortdurend in beweging: oppervlaktewater verdampt, daaruit ontstaan wolken waaruit neerslag valt die als regen, sneeuw of hagel terugkomt naar de aarde. Het water komt vervolgens terecht in het oppervlaktewater of het trekt in de bodem. Dat proces heet de waterkringloop.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • de waterkringloop beschrijven. Daarbij gebruik je de volgende begrippen:
    • zon
    • wind
    • verdamping
    • condensatie
    • infiltratie
    • afstroming
  • uitleggen wat het verschil is tussen de korte en de lange waterkringloop.

Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht maak je samen met een klasgenoot een stripverhaal met als titel Water op wereldreis.
In het eindproduct laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.

Beoordeling
Het stripverhaal laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • de inhoud: laat het stripverhaal zien dat je weet hoe de waterkringloop werkt en hoe water dat de kringloop doorloopt, soms van gedaante verandert?
  • de vorm: is het stripverhaal met zorg gemaakt?

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Kennisbank Alleen Bestudeer de Kennisbank Waterkringloop. Beantwoord vragen over de fasen en fasenovergangen van water.
Stap 1 Alleen en met twee Bekijk filmpjes over de kringloop van water en beantwoord vragen.
Stap 2 Alleen Bekijk een filmpje over de korte en de lange kringloop. Beantwoord vragen.
Stap 3 Alleen Maak de toets.
Stap 4 Met een klasgenoot Eindproduct: maak een stripverhaal met de titel Water op wereldreis.


Benodigdheden
-

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.

Kennisbank

Kennisbank
Voor je met de opdracht begint bestudeer je de eerste drie pagina's uit de Kennisbank.

KB: Waterkringloop

Beantwoord de volgende vragen:

  1. In welke drie fasen kan water voorkomen?
  2. Noem twee fase-overgangen die in de waterkringloop voorkomen.
  3. Welke twee soorten vloeibaar water zijn er op aarde?

Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.

Stap 1

Voortdurende kringloop van water
Bekijk het filmpje De kringloop van het water.

Video: De kringloop van het water

  1. Wat gebeurt er met het water dat als neerslag op het aardoppervlak valt?

Bekijk het filmpje Neerslag (tot 1:54) 'kan water ook als sneeuw naar beneden komen'.

Video: Neerslag

  1. Leg aan een klasgenoot uit wat de kringloop van water is. Gebruik in ieder geval de woorden: condensatie - neerslag - verdamping.
    Je klasgenoot stelt vragen en vult aan tot je samen tevreden bent over het verhaal van de waterkringloop.
  2. Wat is de rol van wind in de waterkringloop?

Maak de volgende oefening.

Oefening:Voortdurende kringloop van water

Stap 2

Dit monument staat bij de bron van de Maas.
Op deze plek welt grondwater op dat aan een
lange reis naar zee begint.

Korte en lange waterkringloop
Je weet nu in grote lijnen hoe de waterkringloop werkt en welke rol verdamping, condensatie, wolken, neerslag en wind hierin spelen. Je kunt het nog eens nalezen in de tekst 'De Waterkringloop'.

Waterkringloop bestaat eigenlijk uit twee verschillende kringlopen. Kijk naar de uitleg over De kleine en de grote waterkringloop in dit filmpje.

Lees de tekst “ De waterkringloop”.

Soms valt water als sneeuw op land. Dan kunnen er twee dingen gebeuren:

  1. De sneeuw smelt en het smeltwater komt via rivieren weer in de waterkringloop terecht.
  2. De sneeuw blijft liggen en verandert op den duur in ijs.

Dat laatste zie je bij gletsjers in het  hooggebergte of bij ijskappen in de poolgebieden.
De sneeuw blijft jaren- of zelfs eeuwenlang in gletsjers of ijskappen achter voor het als smeltwater weer in de waterkringloop komt.

Maak nu de volgende oefening.

Oefening:Korte en lange waterkringloop

Stap 3

Voor je aan de afsluiting van deze opdracht begint, maak je eerst de volgende toets.

Vergelijk, na het beantwoorden van de vragen, jouw antwoorden met de juiste antwoorden.
Heb je vragen fout, zorg dan dat je begrijpt waarom je antwoord niet goed is.

Klik op 'Start' om met de toets te beginnen.

 

Toets:Waterkringloop

Stap 4

Water op reis
Je hebt geleerd hoe de waterkringloop werkt en hoe water tijdens de kringloop van gedaante kan veranderen. Jullie maken in teams van twee een stripverhaal over twee flinke waterdruppels die vanaf de Atlantische Oceaan hun reis beginnen. Een van de twee doorloopt de korte kringloop en de andere de lange. Beschrijf de reis van beide druppels en besteed vooral aandacht aan de lange kringloop. Laat zien wat er onderweg met de druppel gebeurt. Op die lange tocht kan de druppel vijf verschillende plekken aandoen, namelijk een:

  • gletsjer in de Alpen.
  • ijskap op Groenland.
  • plek onder de grond waar planten met hun wortels bij kunnen.
  • plek onder de grond zonder planten of waar planten met hun wortels niet bij kunnen.
  • plek ergens op het landoppervlak.

De docent wijst aan elk tweetal een van bovenstaande plekken toe.
Twee tips:

  • Spreek af wie de tekeningen voor het stripverhaal maakt en wie de teksten.
  • Raadpleeg een atlas om de reis uit te stippelen voor de waterdruppel die de lange waterkringloop doorloopt.

www.lvoorl.nl

Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Hieronder een video die goed past bij deze opdracht.
Bekijk de video.

Gletsjers

Water in soorten

Vooraf

Leerdoelen
Driekwart van de aarde is met water bedekt. Water genoeg, maar er is maar een klein deel geschikt voor menselijke consumptie. We kunnen de verschillende soorten water op verschillende manieren indelen. Met die soorten water kun je als afsluiting oefenen in een fotodomino.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • aangeven hoeveel procent van de totale hoeveelheid water ongeveer uit zoet water bestaat.
  • omschrijven waarom zout water ongeschikt is voor consumptie.
  • omschrijven waar je brak water kunt vinden.
  • uitleggen waarom grondwater geschikter is voor het maken van drinkwater dan oppervlaktewater.
  • drie taken van de waterschappen noemen.
  • omschrijven wat kwelwater is.
  • omschrijven wat een aquifer is.


Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht speel je samen met een groep van vier leerlingen een fotodomino.
Met het succesvol spelen van het dominospel laten jullie zien dat jullie de leerdoelen hebt behaald.

 

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Kennisbank Alleen Bestudeer de tekst over soorten water, drinkwater en waterschappen. Beantwoord de vragen.
Stap 1 Alleen Bekijk de filmpjes over de zoutste zee ter wereld, over waterzuivering en de site van waterschappen.
Stap 2 Alleen Lees de informatie over manieren waarop grondwater aan de oppervlakte komt.
Stap 3 Alleen Bestudeer hoe grondwater nog meer voorkomt. Beantwoord de vragen.
Stap 4 Alleen Maak de toets.
Stap 5 4 klasgenoten Eindproduct: maak een fotodomino en speel dat met zijn vieren.

 

Benodigdheden:
Een set met dominostenen. Per groepje van vier leerlingen moet de set vier keer gekopieerd worden.

Tijd:
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

 

Kennisbank

Bestudeer de eerste drie pagina's van het volgende item uit de Kennisbank.

KB: Waterverdeling

Beantwoord de volgende vragen:

  1. Hoeveel procent van de totale hoeveelheid water op aarde is ongeveer zoet water?
  2. Waar vind je brak water?
  3. Wat zijn de belangrijkste taken van een waterschap?

Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.

Stap1

Onder het wateroppervlak zie je een rots
die met een dikke laag zout bedekt is.

Zout, zoet en brak water
De zeeën en oceanen zijn de grootste gebieden met zout water, maar het zoutst is de Dode Zee. Deze zee ligt op de grens van Israël en Jordanië. Het zoutgehalte in de Dode Zee ligt op 42 gram per liter water. Het water is zo zout dat er niets in kan leven.
Bekijk het filmpje.

Video: De Dode zee

Tegenover zout water staat zoet water: water dat minimale hoeveelheden zout bevat en drinkbaar is. Een van de grootste voorraden zoet water is het Baikalmeer in Rusland. Het grootste zoetwatergebied in Nederland is het IJsselmeer.

Brak water zit tussen zoet en zout water in. Brak water komt voor op plaatsen waar zoet water en zeewater op elkaar stuiten, vaak bij riviermondingen. Het grootste brakwatergebied in Nederland is het Veerse Meer in Zeeland. Diverse planten (waaronder het lepelblad) en diersoorten (zoals de zeenaaktslak) zijn afhankelijk van brak water.

....

De begrippen zoet water en drinkwater worden vaak door elkaar gebruikt, maar ze zijn niet helemaal hetzelfde.
Drinkwater is water dat direct geschikt is voor menselijke consumptie. Aan het drinkwater in Nederland worden stoffen toegevoegd die bacteriën en virussen doden, zodat je er niet ziek van kunt worden. In de Nederlandse Drinkwaterwet staat dan ook: “Drinkwater is een primair goed* en mag geen risico's opleveren voor de volksgezondheid.”

* Primaire goederen zijn goederen die voorzien in de eerste levensbehoeften van de mens, zoals water, voedsel en de lucht die wij inademen.
Bekijk het filmpje over waterzuivering.

Video: Waterzuivering

Waterschappen
De waterschappen zorgen voor het beheer van het water in Nederland. Bekijk op de website van de waterschappen de intro.
Lees de teksten goed en bekijk de foto's.

Site: www.waterschappen.nl/

Vragen

  1. In het filmpje De Dode Zee wordt gezegd dat deze bijzonder is om drie redenen. De eerste is uiteraard omdat het de zoutste zee van de wereld is, maar wat zijn de andere twee redenen?
  2. Als het water uit de zee verdampt en er uit de waterdamp regen ontstaat, bestaat die regen alleen uit zoet water.
    Hoe kan dat?
  3. Waarom is de naam zoet water eigenlijk geen goede naam?
  4. Bekijk het filmpje over de waterzuivering nog eens. Welke drie stappen moet een waterzuiveringsbedrijf zetten om van grondwater of oppervlaktewater drinkwater te maken?
  5. Wat zijn de drie belangrijkste taken van de waterschappen in Nederland?

Stap2

Kwelwater
Grondwater zit meestal in de grond, maar soms komt het vanzelf aan de oppervlakte.
Zo'n plek heet een kwel en het water daarin heet kwelwater. Een kwel heeft vaak een bijzondere waterkwaliteit.
Vooral diepe kwelstromen die eeuwenlang door de bodem hebben gestroomd, zijn zuurstof- en voedselarm en vaak kalk- en ijzerhoudend.
Dit leidt tot bijzondere plantengroei, zoals de waterviolier.

Bronnen
Kwelwater kan ook bronnen vormen. Een heel bekende bron is de Donaubron bij Donauschingen in Duitsland. Daar ontspringt de rivier de Donau die eindigt in de Zwarte Zee bij Roemenië, bijna 3.000 kilometer verder.

Als het grondwater niet spontaan naar boven komt, kun je een waterput slaan. Daarin kan het grondwater naar boven komen. Sinds de steentijd maken mensen al waterputten maar in het rijke westen kom je ze niet meer zo vaak tegen. In ontwikkelingslanden zijn ze echter onmisbaar.

Bijzondere bronnen die je in Nederland niet tegenkomt zijn oases. Een oase is een plek in de woestijn waar grondwater aan de oppervlakte komt. Oases waren ooit bloeiende handelscentra. Het waren bijzondere plekken in de droge woestijn waar mensen verzamelden omdat er water was.
Sinds een jaar of vijftig gaat het slechter met de oases. Daar zijn verschillende redenen voor: het klimaat verslechtert, door bevolkingsgroei wordt de druk op de oases steeds groter en door een plantenziekte wordt de dadelpalm aangetast, de boom die zo typerend is voor de oase. Het gevolg is een oprukkende verwoestijning.

Vragen

  1. Waarom zien we bijna geen waterputten in het rijke Westen, maar wel in ontwikkelingslanden?
  2. Waarom zijn er geen oases in Nederland?

Stap3

Bronnen
Je hebt al kennis gemaakt met kwelwater, water dat onder druk aan de oppervlakte komt. Kwelwater vormt bronnen. Een hele bekende bron is de Donaubron bij Donauschingen in Duitsland. Daar ontspringt de rivier de Donau die eindigt in de Zwarte Zee bij Roemenië, bijna 3000 kilometer verder.

Soms komt het water niet spontaan naar boven, maar ligt het onder de oppervlakte. Door het slaan van een waterput kunnen we grondwater naar boven halen. Waterputten kennen we al sinds de steentijd. In het rijke westen kom je ze niet meer zo vaak tegen, in ontwikkelingslanden zijn ze vaak onmisbaar.

Bijzondere bronnen die je in Nederland niet tegenkomt zijn oases. Een oase is een plek in de woestijn waar grondwater aan de oppervlakte komt.

Sinds een jaar of vijftig gaat het slechter met de oasen. De ooit bloeiende handelscentra bloeien niet echt meer. Daar zijn verschillende redenen voor: het klimaat verslechterd, door bevolkingsgroei wordt de druk op de oasen steeds groter en door een plantenziekte wordt de voor oasen zo typische dadelpalm aangetast. Het gevolg is een oprukkende verwoestijning.

Vragen:

  • Waarom zien we bijna geen waterputten meer in het rijke westen, maar nog wel volop in ontwikkelingslanden?
  • Waarom kennen we geen oasen in Nederland?

Stap4

Aquifer en fossiel water
Bijzonder is de aquifer (van de Latijnse woorden voor water en dragen). Een aquifer is een laag met water tussen twee andere lagen onder de grond, een natuurlijk ondergronds waterreservoir.

Op de tekening zie je twee soorten aquifers, de onbegrensde en de begrensde aquifer.
Een onbegrensde aquifer heeft op een bepaald punt een opening naar buiten (aquiferoase). Een begrensde aquifer is opgesloten onder een weinig poreuze laag.
Een aquifer kan duizenden jaren oud zijn. Onder de woestijnen van Libië, Saudi-Arabië en Australië vind je nu enorme aquifers uit de tijd dat deze gebieden veel vochtiger waren dan nu. Het water in die oude aquifers noemen we fossiel water.

Aquifers worden wel aangeboord om het water naar boven te halen. Dat gebeurt bijvoorbeeld in Libië bij het Great Man-Made River Project. Pak je atlas maar (Grote Bosatlas, editie 54, kaarten 125E en 147F). Je ziet daar dat het Great Man-Made River Project ondermeer gevoed wordt met fossiele water uit de Nubische aquifer, water van wel 40.000 jaar oud dat honderden meter onder de oppervlakte ligt. Libië wil het fossiele water gebruiken voor het telen van gewassen als tarwe, haver, graan en gerst, maar ook voor producten als druiven. Deze gewassen en producten worden nu ingevoerd.

Een aquifer wordt niet of zeer langzaam aangevuld. Gebruik je fossiel water uit een aquifer, dan raakt het op. Niemand weet hoe lang het zal duren voordat de Nubische watervoorraad op is.

Vragen

  1. Hoe wordt het grondwater in een aquifer aangevuld? Geldt dat voor alle aquifers?
  2. Stelling: ‘Het is niet erg als fossiel water opraakt.” Kun je hier een argument voor en een argument tegen geven?

Stap4

Toets
Voor je aan de afsluiting van deze opdracht begint, maak je eerst de volgende toets.
Vergelijk, na het beantwoorden van de vragen, jouw antwoorden met de goede antwoorden.
Heb je vragen fout, zorg dan dat je begrijpt waarom je antwoord niet goed is.

Klik op 'Start' om met de toets te beginnen.

Toets:Water in soorten

Stap5

Fotodomino
Het eindproduct is het spelen van een fotodomino.
Het spel speel je in een groepje van vier leerlingen.
Om het spel te kunnen spelen heb je vier sets dominostenen nodig.

Download de dominostenen en zorg voor vier sets.
Knip de dominostenen uit en leg de 48 dominostukken omgekeerd op tafel.
Om te beginnen trekt iedereen vier dominostenen. Je ziet dat een dominostuk uit een foto en een begrip bestaat. Degene die (het eerst) de steen met de foto ‘kwelwater’ en het begrip ‘oase’ heeft, mag beginnen.
Als niemand die steen heeft, krijgt iedereen een extra steen net zo lang tot iemand mag beginnen.

Degene rechts van degene die het eerste steen heeft gelegd, is als tweede aan de beurt. Als hij een dominosteen heeft met als begrip ‘kwelwater’ of een dominosteen met de foto ‘oase’ dan kan hij die steen leggen. Heeft hij die niet dan is zijn rechter buurman aan de beurt, enzovoort. Als niemand een steen kan leggen, krijgt iedereen een extra steen.

Het spel eindigt als één iemand geen dominostenen meer heeft. Degene die zijn laatste dominosteen heeft gelegd is de winnaar.

Beoordeling
Laat de antwoorden op de vragen bij Stap 1, 2 en 3 aan je docent zien. Zorg ervoor dat er geen taalfouten in je werk zitten.

Rivieren

Vooraf

Leerdoelen
Een rivier is meer dan een natuurlijke waterstroom in het landschap. Rivieren vormen het landschap, niet alleen fysiek, maar ook cultuurhistorisch. Denk aan uiterwaarden, terpen en dijken. Deze opdracht gaat over verschillende landschappen die door rivieren zijn gevormd.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • omschrijven wat een stroomgebied is.
  • omschrijven wat een waterscheiding is.
  • de begrippen bovenloop, middenloop, benedenloop, delta en rivierverloop omschrijven.
  • aangeven waar zich in Nederland het rivierkleilandschap bevindt.
  • de begrippen oeverwallen, rivierdijken en uiterwaarden omschrijven.
  • de verschillende landschappen op foto's herkennen.

Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht maak je samen met een klasgenoot een foto-opdracht. Voor deze opdracht krijg je twaalf foto’s van plekken langs de Rijn in Zwitserland, Duitsland of Nederland. Probeer bij elke foto te raden in welk land de foto van de Rijn is genomen. Met het maken van deze foto-opdracht laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.

Beoordeling
Het eindproduct laten jullie beoordelen door jullie docent. Je docent kijkt of alle foto’s correct bij het juiste land staan en of jullie goed hebben uitgelegd waarom je dat land gekozen hebt.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Kennisbank Alleen Bestudeer de Kennisbank Rivieren. Beantwoord de vragen.
Stap 1 Alleen en met een klasgenoot Teken twee stroomgebieden en een waterscheiding. Laat je klasgenoot de richting van het water intekenen.
Stap 2 Alleen Bekijk een fragment over het verloop van een rivier. Beantwoord de vragen.
Stap 3 Alleen Bekijk filmpjes over het ontstaan van rivierkleilandschap. Beantwoord de vragen.
Stap 4 Alleen Maak de toets.
Stap 5 Met een klasgenoot Eindproduct: bekijk foto's van de Rijn in verschillende landen. Zet ze bij het goede land en beargumenteer je keuzes.

 

Benodigdheden
Landkaart van het stroomgebied van de Rijn.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Kennisbank

Bestudeer de laatste twee pagina's van het volgende item uit de Kennisbank.

KB: Rivieren

Beantwoord de volgende vragen:

  1. Wat is het stroomgebied van een rivier?
  2. Hoe noem je de grens tussen twee stroomgebieden?
  3. In welk deel van de rivier stroomt het water het snelst: in de bovenloop, in de middenloop of in de benedenloop?
  4. Wat is sedimentatie?

 

Stap 1

Waar komt al het water in de grote rivieren (Maas, Rijn/Waal, IJssel) in Nederland eigenlijk vandaan?
Hiernaast is dat mooi in kaart gebracht. De Rijn ontspringt in Zwitserland en gaat via Duitsland naar Nederland. Onderweg pikt de rivier water op uit allerlei zijrivieren, beekjes en sloten. Water dat daarin als neerslag is terechtgekomen. Het stroomgebied van de Rijn bestaat uit al deze rivieren en beekjes samen. De grens tussen twee stroomgebieden heet waterscheiding.

Bekijk het filmpje 'Aardrijkskunde - Rivieren'. Hierin worden de begrippen stroomgebied en waterscheiding uitgelegd aan de hand van de rivier de Mississippi in Amerika.

  • Teken een kaart met twee denkbeeldige rivieren en een waterscheiding daartussen. Beide rivieren moeten in zee uitmonden.
  • Geef je kaart aan een klasgenoot. Vraag hem met pijlen in de kaart aan te geven hoe het water stroomt.
  • Stel hem of haar vragen over de kaart. Als er bijvoorbeeld hier (je wijst een plek op de kaart aan) regen valt, waar stroomt dat dan heen?
  • Doe dit ook andersom met de kaart van je klasgenoot.

Bekijk het volgende fragment over de stroomgebieden van de rivieren die door Nederland stromen.

 

 

Vragen

  1. Van de stroomgebieden van welke rivieren maakt Nederland deel uit?
  2. Je hoort in het filmpje aan het begin nog net: 'Nederland is het afvoerputje van Europa'. Leg uit wat de spreker hiermee bedoelt.

Stap 2

Bovenloop, middenloop en benedenloop
Je hebt gezien waar de Rijn, de Maas en de Schelde ontspringen. Dan zijn het niet meteen brede waterstromen, zoals ze door Nederland stromen. Ze ontspringen uit bronnen, vormen eerst beken, zijrivieren en groeien langzaam tot de stroom die in zee uitmondt.

Het verloop (of profiel) van de rivier geeft deze verandering van bron tot monding weer.
In zo’n rivierverloop of - profiel laat je zien wat er met de rivier gebeurt van bron tot monding: in de bovenloop, de middenloop en de benedenloop Het belangrijkste verschil is het verschil in hoogte en daardoor het verschil in stroomsnelheid.

Hoe en waarom die stukken van elkaar verschillen zie je in dit filmpje.

Bij de Rijn is die indeling goed zichtbaar. Het eerste stuk, de bovenloop dus, gaat door Zwitserland, Oostenrijk en Liechtenstein. Het middelste stuk (middenloop) gaat door Duitsland en Frankrijk. En het derde en laatste stuk (benedenloop) gaat door Nederland, waar de Rijn een delta vormt met meer aftakkingen.

Vragen

  1. In welk van de drie delen van een rivier is de stroomsnelheid het grootst?
  2. In welk deel van een rivier slijt het rivierwater V-dalen uit?
  3. Waarom gebeurt dat in de andere delen niet?
  4. In welk deel van een rivier gaat de rivier meanderen?
  5. Wat voor materiaal zet een rivier af in de:
    • bovenloop?
    • middenloop?
    • benedenloop?
  6. Hoe is dat te verklaren?

Stap 3

Landschappen in de benedenloop van rivieren
Rivieren vormen landschappen en vooral het verval van een rivier en de stroomsnelheid bepalen hoe die rivierlandschappen eruit zien. In deze stap zie je landschappen die bij de benedenloop van rivieren horen: landschappen die je ook in Nederland tegenkomt.

Kijk naar deze filmpjes over de benedenloop van de grote rivieren in Nederland. Lees het Kennisbankitem over het rivierlandschap.

Video: Meanders

KB: Rivierkleilandschap

Video: Ontstaan van het rivierkleigebied


Vragen:

  1. Waardoor worden bochten in de benedenloop van een rivier steeds groter?
  2. Wat voor bodem hebben oeverwallen en komgronden of kommen?
  3. Verklaar dat verschil in bodem.

Stap 4

Toets
Voor je aan de afsluiting van deze opdracht begint, maak je eerst de volgende toets.
Vergelijk, na het beantwoorden van de vragen, jouw antwoorden met de goede antwoorden.
Heb je vragen fout, zorg dan dat je begrijpt waarom je antwoord niet goed is.

 

Toets:Rivieren

Stap 5

Foto-opdracht
In de “fotogalerij” vind je twaalf foto’s van plekken langs de Rijn.

Geef samen met je klasgenoot bij elke foto aan langs welk deel van de Rijn de foto genomen is:

  1. langs de bovenloop (Zwitserland)
  2. langs de middenloop (Duitsland)
  3. langs de benedenloop (Nederland)

Kies vier foto’s voor elk land en geef ook aan waarom je denkt dat die foto daar genomen is.
Gebruik in je uitleg de begrippen die je in deze opdracht hebt geleerd..

                                                             

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

 

 

Klaar?
Laat het resultaat beoordelen door jullie docent.
Je docent kijkt of alle foto's bij het juiste land staan en of jullie goed hebben uitgelegd waarom je dat land gekozen hebt.

www.lvoorl.nl

Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Hieronder een video die goed past bij deze opdracht.
Bekijk de video.

Verloop van rivieren

Rivieren 2

Vooraf

Leerdoelen
Hoe meet je hoeveel water er door een rivier stroomt en waarom verandert dat voortdurend? Hoe meet je hoogteverschillen in een rivier? Wat is het belang van dergelijke kennis? Daarover gaat deze opdracht.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • omschrijven wat wordt bedoeld met het debiet van een rivier en met het regiem van een rivier en kun je uitleggen hoe het debiet en het regiem worden gemeten.
  • verklaren waarom er schommelingen zijn in het debiet door het jaar heen.
  • uitleggen wat wordt bedoeld met het verval en het verhang van een rivier en kun je uitleggen hoe ze kunnen worden gemeten.
  • de afkorting NAP herkennen en kun je beschrijven hoe de hoogteligging van plekken in rivieren in Nederland wordt vastgesteld.


Eindproduct
Het eindproduct van deze opdracht is een begrippenkaart met twintig begrippen die je in deze opdracht tegenkomt. Je maakt de begrippenkaart samen met een klasgenoot. Een begrippenkaart is een visuele voorstelling van een onderwerp en de begrippen die met dat onderwerp te maken hebben. Dat doe je door die begrippen op een vel papier te tekenen en lijnen tussen de begrippen te trekken. Met elke lijn geef je een verband weer tussen twee begrippen (oorzaak, komt voort uit, overeenkomst met, etc.).

In het eindproduct laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.

Beoordeling
De begrippenkaart laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • de inhoud: laat de begrippenkaart zien dat je begrepen hebt dat een rivier allerlei kenmerken heeft die je kunt meten en waarom kennis van die kenmerken belangrijk is?
  • de vorm: is de begrippenkaart met zorg gemaakt?

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Bekijk de uitleg over debiet en regiem. Beantwoord de vragen.
Stap 2 Alleen Bekiijk een filmpje over verval en verhang. Beantwoord de vragen.
Stap 3 Alleen Bekijk de uitleg over NAP en beantwoord de vraag. Onderzoek hoeveel meter de plek waar jij woont boven of onder NAP ligt.
Stap 4 Alleen Maak de toets.
Stap 5 Met een klasgenoot Eindproduct: maak een begrippenkaart met twintig begrippen die je in de opdrachten over rivieren hebt geleerd.

 

Benodigdheden
-

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

 

Stap 1

Hoeveel water gaat er door een rivier?
Rivieren zien er geen dag hetzelfde uit. De ene keer staat het water laag en is de rivier smal, de andere keer staat het water hoog en is de rivier een stuk breder. Met enige regelmaat kan de rivierbedding het water zelfs niet verwerken en lopen de uiterwaarden vol. De hoeveelheid water die een rivier moet verwerken op een bepaald punt en op een bepaald moment heet het debiet en wordt meestal uitgedrukt in m3/s (kubieke meters per seconde).

Als je de waterafvoer op dat bepaalde punt over een heel jaar neemt, dan noem je dat het regiem van de rivier. Het moment waarop het debiet van een rivier het grootst is, heet piekafvoer.

Bekijk deze uitleg over regiem en debiet.

 

Maak onderstaande oefening.

Oefening:Hoeveel water gaat er door een rivier?

Kies een klasgenoot om mee samen te werken. De een leest tekst 1 en beantwoordt de vragen daarbij.
De ander leest tekst 2 en beantwoordt de vragen daarbij. Gebruik jouw tekst als voorbeeld om aan je klasgenoot uit te leggen wat het debiet en regiem van een rivier is.

Tekst 1
Extra alert zijn op lage waterstanden

Rijkswaterstaat vraagt de binnenvaart extra alert te zijn vanwege de lage waterstanden.
De lage waterstanden op de rivieren kunnen gevolgen hebben voor de diepgang (afstand van de waterlijn tot het onderste punt van het vaartuig).

Voor komend weekend en begin volgende week wordt regen verwacht, waarna de wateraanvoer via Rijn en Maas naar verwachting weer iets zal toenemen. Van een neerslagtekort is volgens RWS geen sprake. Nederland is zelfs iets natter dan normaal voor de tijd van het jaar. Wel komt er via de rivieren minder water ons land binnen dan gemiddeld in deze tijd van het jaar, vanwege weinig regen en omdat de watervoorraad in de Alpen lager is dan normaal.

Water wordt zoveel mogelijk vastgehouden door beperkt af te voeren richting zee. De grote meren, zoals het IJssel- en Markermeer, hebben een zo hoog mogelijke waterstand en vormen zoetwaterbuffers. In de grote rivieren wordt minder water doorgelaten via de stuwen. De lagere delen van Nederland kunnen hiermee goed van water worden voorzien.

Uit: Schuttevaer van 27 juni 2014

Open vragen:

  1. Waarom zijn dalende waterstanden lastig voor schippers?
  2. Waarom verwacht Rijkswaterstaat dat het debiet van de Rijn en de Maas weer groter gaat worden?

 

Tekst 2
Wateroverlast Overijssel en Drenthe door hevige regenval

De Vecht in Overijssel treedt buiten de oevers door de hevige regenval van de afgelopen dagen in Nederland en Duitsland. Ook zijn er problemen op de Hoogeveensche Vaart in Drenthe. Volgens weerbureau Weeronline.nl is in Overijssel sinds maandagavond de meeste regen gevallen van heel Nederland.

Waterschap Groot Salland heeft dinsdagmiddag gebruikers van de uiterwaarden langs de Vecht gewaarschuwd om de waterstand in de gaten te houden. Ook waterschap Vechtstromen heeft maatregelen genomen, terwijl waterschap Reest en Wieden in Overijssel en Drenthe met man en macht aan het werk is om overstromingen te voorkomen.

Groot Salland en de gemeente Dalfsen plaatsen zandzakken rondom een evenemententerrein aan de oever van de Vecht. Op dat terrein begint woensdag een plaatselijk festival met onder andere een kermis.

Bron: nu.nl van 27 mei 2014

 

  1. Wat gebeurt er met het debiet van de Vecht?
  2. Wat kan daarvan het gevolg zijn?

 

Stap 2

Hoogteverschillen in een rivier
Een rivier begint hoog en eindigt laag bij zee. Hoe groter het verschil tussen hoog en laag, hoe groter het verval. Verval is het absolute hoogteverschil tussen twee punten in de rivier.

Neem nu de lengte van de rivier in kilometers en het hoogteverschil tussen de bron en de monding in meters. Deel dat hoogteverschil door het aantal kilometers Zo bereken je het verhang van de rivier: het hoogteverschil in meters per kilometer. Dat verhang is natuurlijk ook te meten tussen twee andere punten in de rivier, bijvoorbeeld in de benedenloop.

Bekijk het filmpje  ‘Uitleg verval en verhang’.

 

Oefening:Hoogteverschillen in een rivier

Verval en verhang zijn belangrijke begrippen als het gaat om de bevaarbaarheid van een rivier. Heeft een deel van een rivier een groot verhang, dan moeten er schutsluizen in of naast dit deel worden aangelegd om dit gedeelte van de rivier geschikt te maken voor de scheepvaart.

Vragen:

  1. Zoek op internet hoeveel sluizen er in de Rijn liggen tussen Basel en Rotterdam.
  2. Op hoeveel kilometer van Basel ligt de laatste sluis?
  3. Kun je verklaren waarom er daarna geen sluizen meer liggen in de Rijn?

Is het verhang in een deel van een rivier klein, dan stroomt het water in dat deel langzaam. Hierdoor zakken klei- en zanddeeltjes in het water naar de bodem zodat de rivier op den duur ondieper wordt.

  1. Waarom is dat een probleem voor de scheepvaart?
  2. Hoe kun je dat probleem volgens jou aanpakken?

Stap 3

NAP
Op Teletekst pagina 720 subpagina 1 en 2 zie je een overzicht van de waterstanden in Nederland.
Waterstanden worden altijd uitgedrukt in centimeters onder of boven NAP. Wat NAP precies is, zie je in de film “NAP – Normaal Amsterdams Peil”. Lees ook het kennisbankitem over NAP.

Video: NAP = Normaal Amsterdams Peil

KB: Rivieren

Aan de hand van de waterstanden kun je nagaan of het verval tussen twee punten in de Maas, de Rijn of een andere rivier in Nederland groot is of juist klein.
Als je ook de afstand tussen deze punten langs de rivier weet, kun je het verhang uitrekenen.
Tussen Spijk, waar de Rijn Nederland binnenkomt, en Hoek van Holland, waar de Rijn in zee uitmondt, is het verval enkele meters.
Omdat beide punten aan de Rijn 150 kilometer uit elkaar liggen, is het verhang van de Rijn enkele centimeters.

Vragen
Kijk op Teletekst pagina 720 subpagina 1.

  1. Hoe groot is het verval in de Maas tussen St. Pieter en Belfeld?
    Afronden op hele meters.
  2. Je kunt ook meten hoeveel meter jij zelf boven of onder NAP woont. Kijk hier en vul het antwoord in.
    Ik woon .... meter boven/onder NAP.
  3. Welke rivier stroomt het dichtst langs jouw woonplaats?
  4. Kijk hier. Kan die rivier een bedreiging vormen voor waar jij woont of voor een andere plaats?

 

Oefening:NAP

Aan de hand van de waterstanden kun je nagaan of het verval tussen twee punten in de Maas, de Rijn of een andere rivier in Nederland groot is of juist klein.

Als je ook de afstand tussen deze punten langs de rivier weet, kun je het verhang uitrekenen. Tussen Spijk, waar de Rijn Nederland binnenkomt en Hoek van Holland, waar de Rijn in zee uitmondt is het verval enkele meters. Omdat beide punten aan de Rijn 150 kilometer uit elkaar liggen, is het verhang van de Rijn enkele centimeters.

Open vraag: Kijk op Teletekst pagina 720 subpagina 1.

  1. Hoe groot is het verval in de Maas tussen St. Pieter en Belfeld? (afronden tot hele meters).

Stap 5

Begrippenkaart
Je hebt in deze en in de vorige opdracht gezien dat rivieren allerlei kenmerken hebben, kenmerken die je kunt meten en die van belang zijn. Denk aan risico’s als overstromingen of denk aan de bevaarbaarheid.

Zet deze kennis op de kaart. Niet door een landkaart te tekenen of in te kleuren, maar door verbanden te leggen tussen begrippen die je hebt geleerd.. Die verbanden kunnen zijn: oorzaak en gevolg, herkomst, overeenkomst, enzovoort. Werk samen met een klasgenoot. Maak gebruik van de volgende begrippen:

  • bedding
  • oeverwal
  • sedimentatie
  • benedenloop
  • piekafvoer
  • stroomgebied
  • bovenloop
  • regiem
  • uiterwaarde
  • debiet
  • rivierdelta
  • verhang
  • kom
  • rivierdijk
  • verval
  • middenloop
  • rivierkleilandschap
  • waterscheiding
  • NAP
  • rivierverloop
 

 

Open een leeg Worddocument. Typ centraal op het vel papier het begrip rivier. Plaats de andere begrippen er in tekstvakken omheen en trek lijnen tussen de begrippen die op de een of andere manier verband met elkaar houden.Vermeld bij elke lijn het soort verband dat er volgens jou bij hoort. Bijvoorbeeld: Tussen A en B trek je een lijn omdat A en B een overeenkomst met elkaar hebben of omdat B de oorzaak is van A.

Verwerk zoveel mogelijk van je kennis in de begrippenkaart. Laat zien wat je weet!
Je mag dit natuurlijk ook op papier doen, in een tekenprogramma of in PowerPoint op je computer.


Voorbeeld Begrippenkaart

 

 

 

 

 

 

 

Beoordeling
Laat het eindproduct beoordeling door je docent. Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • de inhoud: laat de begrippenkaart zien dat je begrepen hebt dat een rivier allerlei kenmerken heeft die je kunt meten en waarom kennis van die kenmerken belangrijk is.
  • de vorm: is de begrippenkaart met zorg gemaakt?

Soorten rivieren

Vooraf

Leerdoelen
Rivieren zijn natuurlijke waterstromen, die niet door de mens zijn aangelegd of gegraven. Maar ze zijn niet allemaal hetzelfde. Er zijn verschillen in aard en oorsprong en dat heeft onder meer te maken met het water dat ze afvoeren. Daarover gaat deze opdracht.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • drie soorten rivieren beschrijven: regenrivieren, gletsjerrivieren en gemengde rivieren.
  • omschrijven wat een wadi is en kun je aangeven waar je wadi’s kunt vinden.
  • de belangrijkste onderdelen van een rivier in Nederland noemen en hun functie beschrijven.
  • de ligging herkennen van de belangrijkste rivieren in Nederland.


Eindproduct
Maak samen met een klasgenoot een kaart van Nederland met alle grote rivieren. Geef daarop aan welke rivieren regenrivieren zijn en welke gemengde rivieren.

Beoordeling
De docent beoordeelt de kaart op inhoud en vorm.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Bestudeer verschillende soorten rivieren. Beantwoord vragen
Stap 2 Alleen Bekijk een filmpje over een wadi. Beantwoord de vragen.
Stap 3 Alleen Bekijk de dwarsdoorsnede van een rivier. Beantwoord vragen over het landschap.
Stap 4 Alleen Maak een sleepoefening.
Stap 5 Met een klasgenoot Eindproduct: maak een kaart van Nederland met de belangrijkste rivieren. In de kaart plak je foto's van de rivier en daarbij geef je aan wat je in het landschap herkent van de begrippen die je hebt geleerd.


Benodigdheden:
-

Tijd:
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.  

Stap 1

Waar komt al dat water vandaan?
Ga eens op een brug over een rivier staan en kijk naar het stromende water. Grote watermassa’s en het blijft maar stromen.
Hoe kan het dat het water niet op raakt? Bekijk deze twee grafieken en lees de toelichting.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Drie soorten rivieren
Sommige rivieren worden ‘gevoed’ door het water dat als neerslag in hun stroomgebied valt. Dat zijn regenrivieren.
Hun debiet, de hoeveelheid water die ze afvoeren, is afhankelijk van de neerslag. Valt er veel neerslag in hun stroomgebied, dan neemt hun debiet toe en stijgt hun waterpeil sterk. Valt er weinig regen in hun stroomgebied, dan is hun debiet klein en hun waterpeil laag. Het debiet van een regenrivier varieert dus sterk. Een voorbeeld van een regenrivier is de Maas.

Er zijn ook rivieren die het smeltwater van gletsjers afvoeren. Dat zijn gletsjerrivieren. In de zomer smelten gletsjers het snelst, in de winter het langzaamst. Daardoor schommelt het debiet van deze rivieren.


Tot slot zijn er de gemengde rivieren. Deze krijgen water aangevoerd dat als neerslag in hun stroomgebied valt, naar ook smeltwater van gletsjers. ’s Winters voeren ze weinig smeltwater af en veel regenwater. ’s Zomers is het precies omgekeerd. Daarom is het verschil in hun regiem niet zo groot als dat van regenrivieren. De Rijn is een gemengde rivier.

Overigens geldt niet voor elke rivier dat het water niet opraakt. Beken en rivieren, die het vooral van smeltwater moeten hebben, vallen in de zomer vaak droog. En in perioden van grote droogte hebben ook regenrivieren weinig water.

Vragen

  1. Bekijk de grafiek van de Maas. Hoe groot is het verschil tussen het hoogste en het laagste debiet van de Maas in m3/s?
  2. Bereken hoeveel procent het hoogste debiet hoger is dan het laagste debiet.
  3. Bekijk de grafiek van de Rijn. Hoe groot is het verschil tussen de hoogste en het laagste debiet van de Rijn in m3/s?
  4. Bereken hoeveel procent het hoogste debiet hoger is dan het laagste debiet.
  5. Bij welke rivier is het verschil het grootst?
  6. Hoe komt dat?

Stap 2

De wadi, een bijzonder soort rivier
Rivieren in Nederland vallen niet droog omdat er altijd water aangevoerd wordt, dag na dag, het hele jaar door. Dat geldt niet voor alle rivieren in de wereld.

Bekijk een fragment uit de film ‘Droge Gebieden: Woestijnen en Steppes’ en lees de tekst ‘Wadi’s’.

Wadi's
Een wadi is een meestal drooggevallen rivierdal in droge gebieden als woestijnen. Alleen in natte periodes en tijdens regenbuien stroomt er veel water door. Dit kan vrij plotseling gebeuren. Woestijnreizigers die een wadi volgen, kunnen tijdens een regenbui door het water verrast worden en zo verdrinken in de woestijn.

Bron: Wikipedia


Vragen

  1. Zoek op YouTube: flash flood first wave. Je ziet een wadi in de buurt van Jeruzalem.
  2. Beschrijf wat er gebeurt.
  3. Hoe kun je zien waar er af en toe water stroomt door een woestijn?
  4. Waarom moeten reizigers voor hun veiligheid eerst naar het weerbericht luisteren als ze op hun tocht een wadi volgen?
  5. Bij wat voor soort rivier kun je wadi’s indelen als er water door stroomt?

Stap 3

Dwarsdoorsnede van een rivier
Je hebt gezien welke soorten rivieren er zijn. In Nederland kom je twee soorten tegen: de gemengde rivier (Rijn) en de regenrivier (Maas). Voordat er dijken langs de rivieren gebouwd werden, had de rivier aan beide kanten vlak bij de oever een hoger gelegen strook grond, de oeverwal. Deze oeverwal kwam zelden onder water te staan. Achter de oeverwal lag een laaggelegen strook van komgronden. Deze strook kwam in de herfst en de winter soms onder water te staan. Nog steeds vind je langs rivieren oeverwallen en komgronden, overgebleven uit de tijd vóór de aanleg van dijken.

Nu liggen er dijken langs de rivieren. Op de afbeelding zie je dat. Kijk naar de twee dwarsdoorsneden van een rivier - één in de zomer en één in de winter - en beantwoord de vragen.

Huidige situatie dijken:

Vragen

  1. Wat is de functie van de winterdijk?
  2. Wat is de functie van de zomerdijk?
  3. In welk deel van de rivierbedding staat het hele jaar door water?
  4. Wat is de functie van de uiterwaarden?
  5. Bedenk hoe de rivier eruitzag zonder dijken. De uiterwaarden waren er niet.
    Welk deel van het rivierlandschap had toen dezelfde functie als de uiterwaarden nu?

Stap 4

Sleepoefening
Maak nu de onderstaande sleepoefening.

Oefening:Sleepoefening

Nederland natter

Vooraf

Leerdoelen
Het klimaat verandert. Waardoor komt dat en wat betekent dat voor Nederland? Moeten wij maatregelen nemen of valt het allemaal wel mee?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • uitleggen wat het broeikaseffect te maken heeft met klimaatverandering.
  • omschrijven wat het verschil is tussen het natuurlijke en het versterkte broeikaseffect.
  • beschrijven hoe het broeikaseffect gevolgen heeft voor de waterbeheersing in Nederland.
  • het begrip neerslagregiem beschrijven en kun je aangeven welke veranderingen daarin kunnen optreden.
  • neerslaggegevens verwerken in een grafiek.

Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht maak je een logboek met neerslaggegevens van één dag in je woonplaats.

Beoordeling
Laat je logboek beoordelen door je docent.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Kennisbank Alleen Bestudeer de Kennisbank: Nederland en het water. Je leert over overstromingsgevaar in Nederland en wat daartegen wordt gedaan.
Stap 1 Alleen Bekijk een filmpje over het broeikaseffect en hoe de versterking van het broeikaseffect leidt tot klimaatverandering. Beantwoord de vragen.
Stap 2 Alleen Bestudeer het neerslagregiem in Nederland en lees een grafiek af. Beantwoord de vragen.
Stap 3 Alleen Bestudeer de zeespiegelstijging en het gevaar daarvan. Beantwoord de vragen.
Stap 4 Alleen Maak de toets met 10 vragen.
Stap 5 Alleen Eindproduct: maak een logboek over de hoeveelheid neerslag in jouw woonplaats.


Benodigdheden:
-

Tijd:
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.  

Kennisbank

Bestudeer het volgende item uit de Kennisbank.
KB: Nederland en het water

Beantwoord de volgende vragen.

  1. In het Kennisbankitem wordt de watersnood van 1916 genoemd. In welk jaar vond er nog een watersnoodramp plaats in Nederland?
  2. Hoe wordt het verdedigingssysteem genoemd dat vooral de provincie Zeeland moet beschermen tegen de zee?
  3. Noem twee maatregelen om de overstromingskans van rivieren terug te brengen.

Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.

Stap 1

Broeikaseffect
Het klimaat is het gemiddelde weer over een langere periode, meestal nemen we daar dertig jaar voor. Veranderingen in het klimaat zijn van alle tijden, maar in de twintigste eeuw is een opwarming van de aarde begonnen die wordt veroorzaakt door menselijke activiteiten. Hierover gaat deze opdracht.

Bekijk het filmfragment tot 01.46.

Video: Het broeikaseffect wat merken wij in Nederland ervan?

Het filmpje eindigt met de opmerking: “Het broeikaseffect wordt erger en erger.”
Waarom is het zo erg en wat merken wij ervan?

Het directe gevolg is de stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde. Die is in de afgelopen eeuw met 0,7°C gestegen (tot 14,6°C). Dat lijkt een klein beetje, maar de gevolgen van zo'n temperatuurverschil zijn groot, zeker als je bedenkt dat de gemiddelde temperatuur naar verwachtingin de komende vijftig jaar tijd met 3 tot 6 graden kan stijgen.

De temperatuurstijging zal op veel plekken op aarde leiden tot meer extreem weer. Orkanen ontstaan bijvoorbeeld altijd boven warm zeewater van minimaal 27°C. De grens van het water dat 27°C is, breidt zich uit naar het noorden. Daardoor zullen er meer orkanen ontstaan.
De temperatuurstijging zal op de ene plek voor meer neerslag en meer overstromingen zorgen, maar op een andere plek zal de temperatuurstijging juist voor meer droogte en watertekort zorgen.

Vragen

  1. Welk deel van het broeikaseffect is het grootst, het natuurlijke of het versterkte broeikaseffect?
  2. Waarom hebben we in Nederland geen last van orkanen?
  3. Zou Nederland last van orkanen kunnen krijgen? Wat moet er dan gebeuren?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bekijk het onderstaande filmfragment tot 01:46.

Het directe gevolg is de stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde. Die is in de afgelopen eeuw met 0,7°C gestegen (tot 14,6°C). Een kleine wijziging zou je denken, zo’n temperatuurverschil merkt je amper. Toch zijn de gevolgen groot, zeker als je bedenkt dat de gemiddelde temperatuur naar verwachting in de komende vijftig jaar tijd met 3 tot 6 graden kan stijgen.

De temperatuurstijging zal op vele plekken op aarde leiden tot meer extreem weer. Orkanen bijvoorbeeld ontstaan altijd boven warm zeewater van minimaal 27°C. De 27 graden-grens verschuift naar het noorden waardoor er meer orkanen zullen optreden.
De temperatuurstijging zal op de ene plek voor meer neerslag en meer overstromingen zorgen, maar elders zal de temperatuurstijging juist voor meer droogte en watertekorten zorgen.

 

Vragen

  1. Welk deel van het broeikaseffect is het grootste, het natuurlijk of het versterkt broeikaseffect?
  2. Waarom hebben we in Nederland geen last van orkanen? Wanneer kan dat wel gaan gebeuren?

Stap 2

Neerslagregiem
“Neerslag is de belangrijkste klimaatfactor, belangrijker dan de temperatuur. Als er te weinig regen valt in een groeiseizoen, leidt dat tot oogstverlies. Als er te veel regen valt tijdens de oogst, kunnen de landbouwmachines niet het veld op en leidt de boer ook schade.' Dit staat in een rapport van de Universiteit van Amsterdam.

Veel boeren (en anderen) klagen dat Nederland steeds natter wordt. Hebben ze gelijk? Dat kunnen we meten met grafieken over de gemiddelde neerslaghoeveelheid in een jaar, ook wel aangeduid als het neerslagregiem.

Als je kijkt in je atlas (bij kaarten over neerslag en neerslagtekort in Nederland) zul je daar zien dat het neerslagregiem flink veranderd is. Je kunt het ook zien aan onderstaande grafiek.

Gemiddelde neerslag in Nederland in mm per jaar

 

Opdracht
Schrijf in woorden op wat je afleest uit de grafiek.
Hoeveel neerslag is er gemeten? Wat is de verwachting tot 2020?

Uit de grafiek blijkt dat er sinds 1920 jaarlijks gemiddeld meer neerslag is gevallen.
Kortom: de boeren hebben gelijk: Nederland is veel natter geworden. Maar waarom valt er meer neerslag dan vroeger? Is dat een rechtstreeks gevolg van de temperatuurstijging en het versterkt broeikaseffect?
Professor Herman Russchenberg legt uit: “Warme lucht zet uit en kan meer water bevatten. En wat erin kan, komt er ook weer uit.”

Professor Herman Russchenberg over de wateroverlast:

Alle scenario's van het KNMI geven aan dat de winters gemiddeld natter zullen worden. De verschillende scenario’s spreken elkaar tegen over de zomers. In enkele scenario’s wordt het zomers natter, in andere is er geen verandering en er zijn scenario’s waarin drogere zomers worden voorspeld.

Wat alle scenario’s wel aangeven is dat er meer extreme buien zullen zijn, waarbij er zoveel neerslag valt dat al dat water niet meer direct is te verwerken. Het heeft meer wateroverlast tot gevolg: ondergelopen straten, kelders en huizen en meer overstromingen.

Vragen

  1. Hoeveel procent is volgens professor Russchenberg de neerslag in de afgelopen eeuw toegenomen?
  2. Welke oplossingen noemt de professor voor het verminderen van de wateroverlast?
  3. Welke veranderingen verwacht het KNMI in alle scenario's?
  4. Welke veranderingen zijn anders in de verschillende scenario's?

Stap 3

Zeespiegelstijging
De zeespiegel is in de loop der eeuwen flink veranderd. Tijdens de laatste IJstijd, zo’n 20.000 jaar geleden, lag de zeespiegel 120 meter lager dan nu. Je kon toen van Nederland naar Engeland lopen, over wat nu de bodem van de Noordzee is.


Sinds het begin van het Holoceen (11.700 jaar geleden) is de zeespiegel zo’n 120 meter gestegen. Vanaf 1850, het jaar waarin de opwarming van de aarde werd opgemerkt, is daar al 20 centimeter bijgekomen. De zeespiegel stijgt onder andere doordat het water uitzet. Water zet uit als het warmer wordt. De zeespiegel stijgt ook doordat het landijs smelt. Smeltwater komt in de oceanen terecht. Als de hele ijskap op Groenland zou smelten, stijgt de zeespiegel zeven meter. Zo ver is het nog lang niet, maar de hoeveelheid landijs wordt wel elk jaar iets kleiner.

Vragen
Kijk in de Grote Bosatlas naar kaarten van Nederland over dreigend water en grafieken over verwachte zeespiegelstijging.

  1. Waarom stijgt de zeespiegel? Waarom is de zeespiegelstijging voor Nederland gevaarlijker dan voor veel andere landen?
  2. Een bijkomend probleem is de daling van de bodem in het westen van Nederland. Waarom is dat eigenlijk een probleem?
  3. Lees het artikel Grote bedrijven willen klimaatwet voor lange termijn.
    Topmensen uit het Nederlandse bedrijfsleven zijn naar de Noordpool geweest om met eigen ogen te zien hoe snel het poolijs smelt. Wat willen zij dat de Nederlandse overheid gaat doen?

Stap 4

Toets
Voor je aan de afsluiting van deze opdracht begint, maak je eerst de volgende toets.
Vergelijk, na het beantwoorden van de vragen, jouw antwoorden met de goede antwoorden.
Heb je vragen fout, zorg dan dat je begrijpt waarom je antwoord niet goed is.

Klik op 'Start' om de toets te beginnen.

Toets:Nederland wordt natter

Menselijke ingrepen

Vooraf

Leerdoelen
Door menselijk ingrijpen is de loop van de Rijn en de Maas veranderd en ook het oeverlandschap van deze rivieren. Je ontdekt hoe dat is gegaan en waarom hierdoor het gevaar van overstroming van de rivieren in Nederland is toegenomen.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • beschrijven hoe ontbossing langs de midden- en bovenloop van rivieren gevaar kan opleveren.
  • omschrijven welk gevaar er schuilt in de bouw en uitbreiding van steden en dorpen langs de oevers van rivieren.
  • uitleggen hoe ingrijpen in de loop van rivieren ten behoeve van de scheepvaart het gevaar van overstromingen heeft vergroot.

Eindproduct
Het eindproduct van deze opdracht is een variant op het spel Twee voor Twaalf, met de docent als spelleider en aangever.
Als de docent alle zinnen uitgesproken heeft, heb je twaalf letters en/of vraagtekens. Daar moet je een woord van twaalf letters zien te maken.

Beoordeling
Degene die als eerste het woord geraden heeft en aan de docent heeft doorgegeven, heeft gewonnen.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Bekijk een filmpje over ontbossing. Welke gevolgen heeft ontbossing voor een rivier?
Stap 2 Alleen Lees een tekst over verstening. Welke gevolgen heeft verstening voor een rivier?
Stap 3 Alleen Lees en bekijk een filmpje over obstakels bouwen in de rivier. Welke gevolgen hebben obstakels in een rivier?
Stap 4 Met een klasgenoot Eindproduct: speel het spel Twee voor Twaalf met de begrippen uit dit thema.

 

Benodigdheden
Download het werkblad dat je nodig hebt in Stap 4 om het spel Twee voor Twaalf te spelen.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.  

Stap 1

Ontbossing langs rivieren
In Nederland en ook over de grens zijn door de eeuwen heen bij rivieren bossen gerooid. Deze ontbossing had gevolgen voor de rivieren. Kijk naar het eerste fragment van 'Wateroverlast'.

Je ziet dat door ontbossing de piekafvoer groter wordt. Als er heel veel water door de rivier stroomt, stijgt het rivierwater niet alleen op de plek waar de neerslag in de rivier komt. Op alle plekken waar de watermassa langs stroomt, stijgt het waterpeil van de rivier om daarna weer te zakken. Dus ook in Nederland.

Ontbossing langs rivieren heeft nog een ander ongunstig gevolg, al gaat dat niet op voor de Nederlandse situatie.
Kijk naar de film “Erosie”  tot 1:31.

Video: Erosie

 

Vragen

  1. Wat gebeurt er met regenwater als het niet door bossen wordt vastgehouden?
  2. Welk gevolg heeft ontbossing van delen van het stroomgebied voor de piekafvoer (moment waarop afvoer van water door een rivier het grootst is na een regenbui) van de rivier?
  3. Welk gevaar neemt toe door ontbossing van bovenstroomse gebieden langs bijvoorbeeld Rijn en Maas?
  4. Wat voor rampen doen zich voor langs beken in de Alpen als berghellingen naast deze beken kaal worden?

Stap 2

Verstening door verstedelijking
Nederland wordt steeds meer volgebouwd. Steden en dorpen groeien, ook in stroomgebieden van de rivieren. De omgeving versteent meer en meer. Dat heeft gevolgen voor de opnamecapaciteit van de bodem. Neerslag dringt moeilijker door in de grond en hevige buien geven daardoor sneller en meer overlast.

Bekijk nu het tweede fragment van 'Wateroverlast'



Vragen

  1. Wat gebeurt er met water van neerslag als het
    1. op een onbebouwd gebied naast een rivier valt?
    2. op een bebouwd gebied naast een rivier valt?
  2. Dus wat gebeurt er met de afvoer van regenwater door de rivier als gebieden die aan een rivier liggen steeds meer verstenen door verstedelijking?
  3. Welk gevaar wordt daardoor groter voor mensen die vlakbij de rivier wonen?

Niet alleen hebben ontbossing en verstening gezorgd voor een hogere piekafvoer in de rivier, menselijk ingrijpen heeft het waterbergend vermogen van rivieren ook kleiner gemaakt en de waterloop steeds meer gehinderd.
Enkele voorbeelden:

  • Er zijn meer bruggen gebouwd over rivieren.
  • Hier en daar zijn uiterwaarden bebouwd met woonwijken en/of bedrijven.
  • Vroeger zetten zand en klei zich af op de oeverwallen en komgronden die buiten de winterdijk lagen. In de rivieren met dijken kan dat niet meer. Daar zetten zand en klei zich af in het winterbed van de rivier. Hierdoor worden de bedding en uiterwaarden steeds verder opgehoogd en kunnen ze steeds minder water bevatten.

Deze en andere ingrepen hebben al tot problemen geleid. Deventer bijvoorbeeld heeft in 2011 te kampen gehad met wateroverlast omdat de IJssel die langs deze stad stroomt meer regenwater kreeg te verwerken dan het kon afvoeren. De straten langs de oevers kwamen blank te staan.

Vraag:

  1. Waarom is het niet verstandig om een woning of bedrijf in de uiterwaarden te bouwen?

Stap 3

Kanalisatie en kribben
Ten slotte hebben mensen in Nederland maatregelen genomen om rivieren beter bevaarbaar te maken.
Bekijk nu het derde fragment van 'Wateroverlast'.


Ten behoeve van de scheepvaart zijn in de grote rivieren ook stuwen en sluizen aangelegd. Een stuw is een bouwwerk in een beek, rivier of waterloop dat water tegenhoudt en waarmee het waterpeil kan worden geregeld.

Deze stuwen in de rivieren zorgen ervoor dat het waterpeil van deze rivieren het hele jaar hoog genoeg is voor de scheepvaart.
Ze zorgen er ook voor dat bovenstrooms gelegen gebieden genoeg water krijgen en niet verdrogen. Helaas hinderen sluizen en stuwen de waterafvoer van de rivieren ook.
Bekijk het filmpje.

Vragen

  1. Welke gunstige effecten heeft de aanleg van kribben in een rivier?
    Welk ongunstig effect heeft de aanleg van kribben in een rivier?
  2. Hoe zijn rivieren in Nederland gekanaliseerd?
  3. Wat heeft dat voor gevolg voor de hoeveelheid water die een rivier kan bergen en voor de piekafvoer?
  4. Hoe kunnen stuwen in de Rijn of een andere rivier in Nederland helpen om het gevaar van overstromingen te verminderen als bovenstrooms het waterpeil van de rivier sterk stijgt?

 

Vragen:

  1. Welke gunstige effecten heeft de aanleg van kribben in een rivier?
  2. Welk ongunstig effect heeft de aanleg van kribben in een rivier?
  3. Hoe zijn rivieren in Nederland gekanaliseerd?
  4. Wat heeft dat voor gevolg voor de hoeveelheid water dat een rivier kan bergen en voor de piekafvoer?
  5. Hoe kunnen stuwen in de Rijn of een andere rivier in Nederland helpen om het gevaar van overstromingen te verminderen als bovenstrooms het waterpeil van de rivier sterk stijgt?

Stap 4

Eindproduct
Julie hebben gezien hoe door menselijk ingrijpen landschappen in het stroomgebied van rivieren zijn veranderd en er zelfs aan de loop van rivieren is gesleuteld. Het vergroot de kans dat rivieren buiten hun oevers treden en overlast veroorzaken.

Om je kennis te testen, doe je samen met een klasgenoot mee aan een variant op het bekende spel ‘Twee voor Twaalf’. Je speelt tegen je klasgenoten.
Het gaat als volgt:

Instructie Twee voor Twaalf

  1. De docent/spelleider spreekt een zin uit waarin een woord is weggelaten.
  2. Het woord dat uit deze zin is weggelaten moet je zien te raden.
  3. Denk je het woord te weten, noteer het op je werkblad.
  4. De eerste letter van het woord komt in het eerste vakje van Rij 1.
  5. Weet je het woord niet, zet in dat vakje dan een vraagteken.
    De spelleider geeft de tweede zin, enzovoort. 12 zinnen in totaal.
  6. Telkens moet je het woord zien te ‘raden’ en de eerste letter ervan noteren in het blok.
  7. Als de spelleider door zijn zinnen heen is, heb je twaalf letters/vraagtekens bij elkaar op je werkblad.

Van deze 12 letters moet je nog een woord zien te maken. Dat gaat zo:
  • De spelleider noemt het ontbrekende woord in de eerste zin en geeft aan in welk vakje van rij 2 de eerste letter moet komen.
    Je vult die letter in en de spelleider geeft het ontbrekende woord uit de tweede zin met het bijbehorende vakje.
    Je vult ook deze letter in. Enz.
  • Probeer zo snel mogelijk het woord te raden. Als je denkt dat je de oplossing weet, laat je dat weten aan de spelleider.
    Heb je het goede woord, dan ben je de winnaar. Zo niet, dan gaat het spel verder zonder jullie en ben je uitgeschakeld.

 


Veel spelplezier!

Ruimte voor de rivier

Vooraf

Leerdoelen
Door menselijk ingrijpen is het gevaar van overstromingen in Nederland toegenomen. In 1995 ontsnapte het rivierengebied in Nederland maar net aan een watersnoodramp. Het gevaar van overstromingen zal de komende jaren nog groter worden omdat er in het stroomgebied van Maas en Rijn meer neerslag gaat vallen. Er moet dus ingegrepen worden om Nederland beter te beschermen tegen overstromingen. In deze opdracht ontdek je welke maatregelen er genomen worden.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • omschrijven hoe het waterbergend vermogen van rivieren vergroot kan worden.
  • omschrijven hoe de waterafvoer van rivieren kan worden verbeterd.
  • beschrijven wat Rijkswaterstaat doet en wat de taken zijn van een waterschappen.

Aan het eind van deze opdracht ken je betekenis van de volgende begrippen:

  • waterbeheer (kwantitatief)
  • watermanagement
  • Rijkswaterstaat
  • Waterschappen
  • watertoets
  • vergroten van het waterbergend vermogen van een rivier
  • verdieping
  • verbreding / dijkverlegging
  • kribverlaging
  • nevengeulen aanleggen
  • uiterwaarden afgraven
  • vasthouden (retentie)
  • bergen
  • afvoeren
  • retentiebekkens
  • wadi’s


Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht maak je samen met enkele klasgenoten een schriftelijke presentatie.
In de presentatie laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.

Beoordeling
Het eindproduct laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • de inhoud: laat het eindproduct zien dat dat je weet wat er in en langs rivieren kan worden veranderd om te voorkomen dat de rivier overstroomt?
  • de vorm: is het eindproduct met zorg gemaakt?
  • taalfouten: bevat het eindproduct niet te veel taalfouten?

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Bekijk filmpje over plannen om rivieromverstromingen af te wenden. Beantwoord vragen.
Stap 2 Alleen Lees over retentiebekkens, kijk het filmpje en beantwoord de vraag.
Stap 3 Alleen Bekijk de filmpjes met uitleg over rivierverbreding.
Stap 4 Alleen Bekijk het filmpje over kribverlaging en beantwoord de vragen.
Stap 5 Met een paar klasgenoten Maak een schriftelijke presentatie.


Benodigdheden
-

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Stap 1

Nieuw plan om rivieroverstromingen af te wenden
In de winter van 1995 viel in het stroomgebied van Maas en Rijn buitengewoon veel regen. Hierdoor kregen de grote rivieren in Nederland meer water aangevoerd dan ze konden afvoeren en steeg hun waterpeil sterk. Langs de Maas liepen stukken land onder water en dijken langs de Waal dreigden te breken. In dat geval zou een groot deel van het rivierengebied onder water zijn gelopen. Daarom werd op 31 januari 1995 uit voorzorg een kwart miljoen mensen uit dit gebied geëvacueerd. De dijken hielden het en toen het water in de rivieren weer zakte, konden de bewoners weer naar huis.

Naar aanleiding van deze bijna-ramp besloot de Nederlandse overheid dijken langs rivieren te verhogen. Een herhaling van de dreiging moest worden voorkomen.
Bij ophoging van de dijken zou het niet blijven. De overheid ging aan de slag om ervoor te zorgen dat de grote rivieren in staat zijn het water uit hun stroomgebied veilig af te voeren, hoe groot de hoeveelheid water ook is. Het pakket van maatregelen is samengevat in het programma ‘Ruimte voor de rivier’. In het gelijknamige filmpje worden de maatregelen getoond.


Dit plan wordt uitgevoerd door Rijkswaterstaat, een onderdeel van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Rijkswaterstaat heeft onder meer als taak Nederland te beschermen tegen overstromingen. Rijkswaterstaat werkt in het programma samen met waterschappen, provincies en gemeenten, bedrijven en burgers.

De waterschappen zijn regionale besturen die de waterhuishouding in hun gebied beheren. Of anders gezegd: zij bepalen hoeveel water er via rivieren, beken, kanalen en sloten wordt aangevoerd en afgevoerd in hun gebied en regelen de hoeveelheid grondwater in hun gebied. Ze doen dus aan kwantitatief waterbeheer.
In de film “Ruimte voor de Rivier” worden enkele maatregelen genoemd om rivieroverstromingen af te wenden.
Deze en andere maatregelen moeten zorgen voor:

  • meer retentie (het vasthouden) van rivierwater (zie Stap 2).
  • meer waterbergend vermogen van rivieren (zie Stap 3).
  • een betere afvoer van water door rivieren (zie Stap 4).

Vragen

  1. Waarom neemt de overheid meer maatregelen tegen overstromingsgevaar naast het verhogen van rivierdijken?
  2. Noem drie manieren om rivieren meer ruimte te geven om hun water af te voeren.

Stap 2

Meer retentie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



Door het vergroten van de retentie van een rivier voorkom je dat het waterpeil in de rivier te sterk stijgt en er gevaar dreigt voor overstromingen. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld met retentiebekkens. Kijk voor een uitleg naar het filmpje “De rivier stroomt over” , Start het filmpje op  1:25 en kijk tot het einde.

 

Video: Voorkomen dat de rivier overstroomt

Een andere manier is ervoor zorgen dat neerslag niet meteen naar de rivier wordt afgevoerd, maar de kans krijgt te infiltreren in de bodem om pas na verloop van tijd in de rivier terecht te komen. Gemeentes zorgen voor plekken waar regenwater in de bodem kan dringen. Deze zogenaamde wadi’s kunnen regenwater zelfs voor langere tijd vasthouden. Ze dienen om voorraden grondwater in de bodem aan te vullen en op peil te houden.

Vraag
Wat is het verschil tussen een wadi en een retentiebekken?

Stap 3

Meer ruimte voor water
In de film “Ruimte voor de Rivier” in Stap 1 worden verschillende maatregelen opgesomd om het waterbergend vermogen van de rivieren te vergroten. We gaan hier dieper op dit soort ingrepen in. Kijk naar deze vier films met voorbeelden.

Middelwaard uiterwaardvergraving

  1. Bij welke plaats vindt de uiterwaardvergraving plaats?
  2. Wat is het doel hiervan?
Cortenoever dijkverlegging

  1. Waar dient het buitendijks deel van de uiterwaard bij Cortenoever voor?
  2. Waarom wil men de uiterwaarden die onder water mogen staan groter maken?

Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld

  1. Waarvoor dient het gebied waar de hoogwatergeul komt te liggen?
  2. Zal de geul vaak moeten worden gebruikt als waterberging?

 

Ruimte voor de rivier-Deventer

  1. Welke twee maatregelen neemt men om de afvoer van water door de IJssel bij Deventer sneller te laten gaan?
  2. Wat was de aanleiding om deze maatregelen te nemen?

Stap 4

Betere afvoer van water
Afbeelding: Ook bruggen als deze over de Maas bij Maastricht hinderen de afvoer van water in rivieren

De derde manier om het overstromingsgevaar in het rivierengebied te verminderen is het weghalen van obstakels die de afvoer en doorstroming van water belemmeren.

Een voorbeeld hiervan zie je in de film “Kribverlaging Waal”.
Vragen

  1. Tussen welke twee plaatsen wil Rijkswaterstaat kribben verlagen?
  2. Waardoor zijn deze kribben zo hoog geworden dat ze de afvoer van water door de Waal zijn gaan hinderen?
  3. Wat zullen vissers, recreanten en schippers merken van deze maatregel?

Stap 5

Presentatie
Jullie hebben gezien hoe rivieren en rivierlandschappen worden aangepast om het gevaar van overstromingen kleiner te maken. Bij elkaar zijn er ruim dertig projecten in uitvoering om rivieren en rivierlandschappen aan te passen. Van die projecten ben je er vijf tegengekomen in deze opdracht.

Jullie maken in groepen een schriftelijke presentatie over een project dat niet in deze opdracht is behandeld. Klik op http://www.ruimtevoorderivier.nl/projecten

Kies een project uit dat niet in deze opdracht is behandeld uit de categorie:

  • Dijkverbetering
  • Dijkverlegging
  • Uiterwaardvergraving
  • Hoogwatergeul
  • Obstakelverwijdering
  • Ontpoldering

Klik op 'Ga naar dit project' en dan vind je informatie en een
Klik op deze tekst en je krijgt een beschrijving, een infographic en een video van het project.
De informatie op deze pagina neem je op in je presentatie.

Vermeld in de presentatie:

  • in welk gebied of bij welke plaats het project wordt uitgevoerd.
  • wat er wordt veranderd aan de rivier en/of het rivierlandschap.
  • of het project bedoeld is voor betere retentie, groter waterbergend vermogen van de rivier of betere afvoer en doorstroming van het rivierwater.

Klaar?
Laat de presentatie beoordelen door jullie docent.

Kustverdediging

Vooraf

Leerdoelen
De Nederlandse kust is ruim 500 kilometer lang. Zij bestaat uit stranden, duinen, waterkeringen en dijken. In deze les leer je wat er nodig is om onze kust tegen het water te beschermen en met welke bedreigingen de Nederlandse kust in de toekomst te maken krijgt.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • met behulp van een voorbeeld omschrijven wat Nederland doet om zijn kust te beschermen tegen het water
  • twee bedreigingen noemen waarmee de Nederlandse kust in de toekomst te maken krijgt.
  • uitleggen dat er veel verschillende belangen spelen bij grote kustverdedigingsprojecten.

Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht schrijf je een ingezonden brief (maximaal 1 vel A4) voor in de krant.
Uit de ingezonden brief blijkt dat je de leerdoelen hebt behaald.

Beoordeling
De ingezonden brief laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • de inhoud: blijkt uit de ingezonden brief duidelijk wat je mening is over de kustverdediging bij de Hondsbossche en Pettemer zeewering.
  • de vorm: is de brief met zorg opgesteld.
  • taalfouten: bevat de brief niet te veel taalfouten.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Lees over de Nederlandse kust en hoe de kust Nederland moet beschermen tegen overstroming van de zee. Bekijk kaarten en een filmpje over kustverdediging. Beantwoord de vragen.
Stap 2 Alleen Verdiep je in de watersnoodramp van 1953 en de Deltawerken. Beantwoord de vragen.
Stap 3 Alleen Het water vormt nieuwe bedreigingen voor de kust en voor Nederland. Beantwoord de vragen.
Stap 4 Alleen Ontdek wat Nederland tegen deze nieuwe bedreigingen doet en met welke belangen rekening gehouden moeten worden.
Stap 5 Met een klasgenoot Eindproduct: schrijf een ingezonden brief naar de krant waarin jullie je verdiepen in het standpunt van een belangenorganisatie.


Benodigdheden:
-

Tijd:
Voor deze opdracht heb je 3 lesuren nodig.

Kennisbank

Bestudeer de eerste twee pagina's van het volgende item uit de Kennisbank.
 

KB: Nederland en het water
 

Stap 1

De Nederlandse kust
Een groot deel van Nederland ligt onder zeeniveau. Duinen, dijken en andere waterkeringen beschermen ons land tegen het water. Dagelijks werken er duizenden mensen aan het hoog en sterk houden van onze kustverdediging.

De Nederlandse kustlijn ziet er niet overal hetzelfde uit. De Zeeuwse kust, de Noord- en Zuid-Hollandse duinenkust en de waddenkust veranderen steeds doordat wind, getijden, zeestroming en golven op de kust slaan. Soms vindt er afbraak plaats doordat stukken duin worden weggeslagen. Soms wordt er juist zand afgezet en is er sprake van kustopbouw.

De omstandigheden op een bepaalde plek bepalen hoe het land het beste tegen het water beschermd kan worden. Aan de Noord- en Zuid-Hollandse kust beschermen natuurlijke, hoge, brede duinen het land. In Zeeland zijn er grote dammen en waterkeringen aangelegd. Friesland en Groningen worden door dijken beschermd.
Bekijk dit filmpje over de Nederlandse kustverdediging.


Vragen

    1. Kijk in de Grote Bosatlas naar de kaarten van Nederland-Dreigend Water en Nederland-Waterstaatkundige Werken.. Daar kun je de dijkringgebieden zien die Nederland met duinen en dijken beschermen tegen overstroming. Hoe groot is het deel van Nederland dat zonder kustverdediging onder water zou liggen? Is dat minder of meer dan de helft van Nederland?
    2. Hoe groot is de kans dat het gebied waar jij woont overstroomt?
    3. Wat valt op aan de gebieden die de grootste kans hebben op overstroming?
  1. Bij extreem hoogwater kan de zee de rivieren instromen en kunnen delen van Nederland onder water lopen. Om dat te voorkomen sluiten we enkele grote keringen. Hoeveel en welke keringen worden er  in het filmpje genoemd?
  2. Iedere dag wordt er gewerkt aan de versterking van de kust. Dat gebeurt op drie manieren.
    1. Wat zijn de eerste twee die in het filmpje genoemd worden?
    2. De derde manier is de zandmotor. Leg in je eigen woorden uit wat daarmee wordt bedoeld.

Stap 2 - Deel 1

De watersnoodramp van 1953
Dat het belangrijk is om je kust goed te verdedigen tegen de zee heeft ons land in 1953 hardhandig geleerd. In de nacht van 31 januari op 1 februari van dat jaar zorgde een combinatie van storm en springvloed voor een van de grootste rampen in onze geschiedenis. Door de stormwind werd het zeewater voor de kust van Zeeland opgestuwd tot een hoger peil dan normaal. Dit effect werd nog eens versterkt doordat het op dat moment springtij was. Om te begrijpen wat dat betekent leggen we hier kort iets uit over getijden en waterstanden.
Bekijk het filmpje over eb en vloed.

Video: Hoe ontstaan eb en vloed

In het filmpje zie je hoe de maan aantrekkingskracht heeft op de aarde en daardoor water naar zich toetrekt. Aan de andere kant waar de maan staat en aan de tegenoverliggende kant, is het dan vloed. Tussen die twee gebieden is het eb. Niet alleen de maan heeft een grote invloed op het getij. Ook de zon heeft dat. Als de zon en de maan op één lijn met de aarde staan, dus met volle maan en nieuwe maan, wordt er extra hard aan het water getrokken. Hierdoor ontstaat extra hoog hoogwater en extra laag laagwater. Dit heet springtij. Als de zon en de maan elkaar tegenwerken, doordat de zon haaks op de aarde en maan staat, is het hoogwater minder hoog en het laagwater minder laag. Dit heet doodtij.

Door de combinatie van stormvloed en springtij stroomde het water in de rampnacht van 1 februari 1953 met vernietigende kracht het land in.
Dat kon gebeuren omdat in die tijd een aantal grote zeearmen vrij het land in liep.

 

Stap 2 - Deel 2

Tijdens de ramp bleken de dijken op veel plaatsen te laag en te zwak. Met alle verschrikkelijke gevolgen van dien. De watersnoodramp kostte aan ruim 1.800 landgenoten het leven.

Bekijk de eerste beelden van de ramp in een journaaluitzending uit 1953,

Vragen

  1. Het filmpje noemt twee oorzaken voor de ramp. De ene is het springtij of de springvloed. Wat is de andere?
  2. De eerste beelden gaan over IJmuiden. Wat is daar vernield?
  3. Het tweede deel van het filmpje - vanaf de landkaart - gaat over Zeeland. Waarom verliep de hulpverlening daar veel moeilijker?

Na deze ramp besloot de Nederlandse overheid haast te maken met de versterking van de kust. Er werd begonnen met de Deltawerken.

In feite is ons land een grote delta waar een groot aantal rivieren uitmondt in de Noordzee. De provincie Zeeland omvat het zuidwestelijk deel van de Rijn-Maas-Scheldedelta. De Deltawerken zorgen ervoor dat onze delta van Zeeland tot Groningen beschermd wordt tegen de krachten van de zee.

Video: De Deltawerken

Vragen bij het filmpje

  1. Waarom werd er begonnen met de aanleg van de Deltawerken?
  2. Welk belangrijk onderdeel van de Deltawerken wordt in het filmpje genoemd?
  3. Leg in je eigen woorden uit hoe springtij ontstaat.

 

In 2010 waren de Deltawerken officieel afgerond.

Stap 3

Nieuwe bedreigingen voor de kust
Tussen 1955 en 2010 is er met man en macht gewerkt aan de Deltawerken en de versterking van de Nederlandse kust. Nu zijn er nieuwe bedreigingen die het noodzakelijk maken om de kustverdediging opnieuw ter hand te nemen. De twee belangrijkste redenen: de bodem van Nederland daalt en de zeespiegel stijgt.


Bodemdaling
 In de middeleeuwen woonden veel mensen op terpen (kunstmatige heuvels) om zich te beschermen tegen het water. Toen zij het land geschikt wilden maken voor de landbouw, begonnen zij met het ontwateren van de bodem. Een groot deel van Nederland bevat klei en veen. Als je het grondwater daar verlaagt, gaan deze grondsoorten ‘inklinken’ en daalt de bodem. Dat proces van inklinken en het dalen van de bodem gaat nog steeds door.


Zeespiegelstijging
Een andere factor om rekening mee te houden bij de kustverdediging is de klimaatverandering. De aarde warmt op, het landijs smelt, het water zet uit waardoor de  zeespiegel stijgt.

Sinds 1990 kunnen we de zeespiegel, en dus ook de stijging ervan, exact meten met behulp van satellieten.
Volgens de nieuwste KNMI’14- scenario’s stijgt de zeespiegel aan de Nederlandse kust tot 2085 met 25 tot 80 centimeter.
De Nederlandse kust vertoont een aantal zwakke plekken die bij een stijging van de zeespiegel verstevigd moeten worden om het achterliggende land veilig te stellen.



Vragen

  1. Wat kun je doen om de bodemdaling tegen te gaan? Waarom is een makkelijke oplossing niet zo gewenst?
  2. Wat kun je doen om de zeespiegelstijging tegen te gaan? Waarom is de oplossing niet zo makkelijk?
    1. Welke waterkeringen worden er naast duinen en dijken nog meer in het filmpje genoemd?
    2. Hoeveel zwakke schakels telt de Nederlandse kust?
    3. Zijn alle zwakke schakels inmiddels aangepakt? Met het aanpakken van een van de laatste zwakke schakels, de Hondsbossche en Pettemer Zeewering, slaan we drie vliegen tegelijk. Welke drie zijn dat?
    4. Wat is uniek aan het Kustwerk Katwijk?

Stap 4

Wat doen we eraan?
Als we als niets zouden doen om onze kust te beschermen tegen alle gevaren, zou het westen van het land vanzelf overstromen. Daarom moeten er maatregelen worden genomen.
Tegenwoordig wordt vooral ingezet op ‘dynamisch kustbeheer’. Dat wil zegen dat de natuur zijn gang mag gaan waar dat kan. Op plekken waar het nodig is, wordt harder ingegrepen.

Op veel plekken langs de Nederlandse kust spoelt meer zand weg dan er aanspoelt. De zandbanken voor de kust worden kleiner, de oever steiler en het strand smaller. Bij storm kan de zee gemakkelijker zand van de buitenste duinenrij wegslaan. De oplossing is eenvoudig maar ook bewerkelijk: meer zand in het kustgebied brengen.
Sinds 1979 bestrijdt Rijkswaterstaat kustafslag met het opspuiten van zand op of voor het Nederlandse strand (zandsuppletie). Sinds 1990 is dit de voornaamste vorm van kustverdediging. Het doel is om de kustlijn op de plek te houden waar hij in 1990 lag.

Bekijk het filmpje.

In de Hondsbossche en Pettemer Zeewering zit een gat van meer dan vijf kilometer tussen de duinen. Dat gat is ontstaan ten gevolge van de Sint Elisabethsvloed in 1421 (zie afbeelding).

Het gat is opgevuld met een dijk, maar door de klimaatverandering dreigt de dijk te laag te worden. Je zou de dijk kunnen verhogen, maar Rijkswaterstaat kiest voor een andere oplossing.
Bekijk het filmpje.

Vragen:

  1. In het eerste filmpje worden twee vormen van zandspuiten getoond. Welke twee zijn dat?
  2. Welke oplossing kiest Rijkswaterstaat in plaats van het verhogen van de dijk in het tweede filmpje?

Stap 5

Verschillende belangen bij kustverdediging
Het geval Hondsbossche en Pettemer zeewering
Bij kustverdedigingprojecten zijn een heleboel partijen betrokken. En die hebben allemaal verschillende verantwoordelijkheden en belangen. In het geval van de kustversterking bij de Hondsbossche en Pettemer zeewering is dat ook zo. De overheid, de provincie en de gemeente, maar ook aannemers die het werk willen gaan uitvoeren, de milieubeweging, bewoners en ondernemers in het gebied hebben allemaal hun eigen belangen. We kijken hier kort naar de opvattingen van de zandopspuiter en die van de natuurorganisatie.

Het zandopspuitbedrijf
Wij zorgen voor een eenvoudige en flexibele oplossing voor het probleem van de kustversterking. Met onze moderne sleephopperzuigers versterken wij de kust met uiteindelijk 40 miljoen kubieke meter zand uit zee. Bovendien zijn wij 20 jaar lang verantwoordelijk voor het onderhoud. De nieuwe kust die ontstaat, biedt in de toekomst volop kansen voor recreatie. Ook zal er nieuwe natuur ontstaan.


De natuurorganisatie
Door het opspuiten van grote hoeveelheden zand verdwijnen de strekdammen onder het zand. Op deze dammen vinden veel vogels hun voedsel.  De natuurorganisatie wil de natuur behouden voor het nageslacht maar door regelmatig zand op ter spuiten, heeft het zeeleven geen tijd om zich te herstellen. Op plekken waar zand gestort is, duurt het vier tot zes jaar voordat het leven op de zeebodem zich heeft hersteld. Bovendien wordt de kust er steiler van. Dat betekent dat er minder ondiepe leefgebieden voor bepaalde zeedieren beschikbaar zijn.

Stap 6

Toets
Voor je aan de afsluiting van deze opdracht begint,
maak je eerst de toets.

Vergelijk, na het beantwoorden van de vragen, jouw antwoorden met de goede antwoorden.
Heb je vragen fout, zorg dan dat je begrijpt waarom je antwoord niet goed is.

 

Toets:Kustverdediging

Stap 7

Eindproduct
Jullie schrijven een ingezonden brief naar een krant (maximaal 1 A4).
Hierin maak je je standpunt duidelijk over de aanpak van de kustverdediging bij de Hondsbossche en Pettemer zeewering. Uit de brief blijkt duidelijk welk belang je vertegenwoordigt. Je kunt kiezen tussen de rol van directeur van een zandopspuitbedrijf en die van directeur van een natuurorganisatie.

Beoordeling
Laat de ingezonden brief beoordelen door jullie docent.

Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • de inhoud: blijkt uit de ingezonden brief duidelijk wat je mening is over de kustverdediging bij de Hondsbossche en Pettemer zeewering?
  • de vorm: is de brief met zorg opgesteld?
  • taalfouten: bevat de brief niet te veel taalfouten?

Waterschaarste

Vooraf

Leerdoelen
In deze opdracht ervaar je dat er veel meer problemen met water zijn dan je op het eerste gezicht zou denken, ook in Nederland. We kijken naar het directe en het indirecte gebruik van water en vergelijken het gebruik van de inwoners in verschillende landen aan de hand van een watervoetafdruk.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • het begrip waterschaarste omschrijven en kun je voorbeelden noemen waardoor waterschaarste wordt veroorzaakt.
  • omschrijven waarom waterschaarste een wereldwijd probleem is.
  • de begrippen verdroging en verzilting herkennen en kun je de oorzaak en de gevolgen ervan beschrijven.
  • het begrip watervoetafdruk beschrijven en kun je omschrijven waarom de watervoetafdruk van de Nederlanders veel hoger is dan van de meeste andere inwoners op de wereld.
  • je eigen watervoetafdruk berekenen en voorbeelden noemen van hoe je die kunt verlagen.

Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht ga je je watervoetafdruk meten.

Beoordeling
De resultaten gaan jullie bespreken met je klasgenoten.

Activiteiten

Activiteit Groepsgrootte Activiteit
Kennisbank Alleen Lees over waterschaarste. Beantwoord de vragen.
Stap 1 Alleen Bestudeer het item in de Kennisbank over waterschaarste en wateroverlast. Beantwoord de vragen.
Stap 2 Alleen Leer over waterschaarste in Nederland en de oorzaken daarvan. Bekijk twee filmpjes en beantwoord vragen. Er is ook een plusopdracht over watervoorziening in de glastuinbouw.
Stap 3 Alleen Maak kennis met de watervoetafdruk.
Stap 4 Alleen Beantwoord enkele vragen over het onderwerp.
Stap 5 Alleen Eindproduct: bereken je eigen watervoetafdruk, bekijk hoe groot die is ten opzichte van andere mensen in de wereld en bedenk hoe je die kleiner kunt maken. Met deze gegevens voer je een discussie in de klas met de bedoeling oplossingen te bedenken.


Benodigdheden:
-

Tijd:
Voor deze opdracht heb je ongeveer 3 lesuren nodig.  

Kennisbank

Bestudeer het volgende item uit de Kennisbank.

KB: Problemen met water

Beantwoord de volgende vragen.

  1. Schrijf twee gevolgen op van een tekort aan schoon water.
  2. Maak met een voorbeeld duidelijk dat het waterbeleid van een land kan leiden tot een internationaal conflict.

Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.

Stap 1

Waterschaarste
We spreken over waterschaarste als de vraag naar schoon water groter is dan het aanbod. Wereldwijd heeft een op de drie mensen te maken met waterschaarste.


Waterschaarste komt niet alleen in ontwikkelingslanden voor, maar kan zich overal voordoen, ook in Nederland. Daarover lees je meer in Stap 2. Maar de grootste problemen ontstaan toch in de snelgroeiende stedelijke gebieden waar beslag wordt gelegd op de watervoorraden in de buurt: in grote delen van Afrika, in het Midden-Oosten, India, Mexico, het westen van de Verenigde Staten, het noordoosten van Brazilië en Centraal-Azië (zoals Afghanistan en Oezbekistan).

Vragen

  1. Waarom is de bevolkingsgroei een probleem voor de hoeveelheid beschikbaar water?
  2. Geef een voorbeeld van toegenomen welvaart in Nederland die het watergebruik heeft doen stijgen.

Stap 2

Verdroging en verzilting
Nederland heeft twee grote problemen die met water te maken hebben: verdroging en verzilting. De afgelopen vijftig jaar is het grondwaterpeil op veel plaatsen in Nederland tientallen centimeters tot wel een meter gedaald. Het gevolg daarvan is verdroging van de bodem. Er zijn drie oorzaken voor het dalen van het grondwaterpeil:

  1. We gebruiken grondwater voor de drinkwatervoorziening, voor de industrie (voornamelijk koelwater voor machines) en het besproeien van gewassen.
  2. De landbouw zorgt voor het afwateren van de grond. Voor de akkerbouw is het namelijk vaak handig om een stevige droge grond te hebben omdat landbouwmachines dan beter kunnen ploegen.
  3. Door een toename van asfalt en beton in de stad kan regenwater de grond minder makkelijk bereiken. Het regenwater wordt wel opgevangen, maar meestal gelijk afgevoerd naar rivieren en kanalen. Het krijgt niet de gelegenheid in de bodem te zakken en daar het grondwater op peil te houden.

Het natuurpark de Groote Peel (zie afbeelding), in Noord-Brabant en Limburg, is een van de meest vogelrijke plaatsen van West-Europa. Dit hoogveengebied wordt omgeven door landbouwgronden die tot 1993 aan afwatering deden om de grondwaterstand te verlagen. Daarnaast werd er tijdens droge zomers ook nog grondwater opgepompt voor besproeiing van akkers.

Zo ontstond er een verschil in grondwaterstand van anderhalve meter tussen de Groote Peel en zijn omgeving. Het gevolg is dat de Groote Peel aan het verdrogen is. De overheid heeft ruim vier miljoen euro uitgegeven om de verdroging van de Groote Peel tegen te gaan, maar nog zonder veel succes.

 

 

Verzilting

In het westen van Nederland bestaat een ander probleem met het water. Daar is sprake van verzilting: het steeds zouter worden van de bodem. Voor een deel is dat een natuurlijk proces, waar de mens geen invloed op heeft. Zout water kan de bodem indringen bij overstromingen vanuit zee of als zeewater ondergronds de bodem indringt.

Waar we wel invloed op hebben is het onttrekken van zoet water aan een zogenaamde zoetwaterzak die we vaak in de duinen aantreffen. Een zoetwaterzak is een reservoir met zoet water dat drijft op brak en zout water. Als we zoet water onttrekken aan een zoetwaterzak voor drinkwaterwinning, blijft er minder zoet water over en stijgen het brak en zout water naar boven, naar het grondwater.
Bekijk het filmpje.



Vragen

  1. Welke twee zaken hebben gezorgd voor verdroging van de Groote Peel?
  2. Welke maatregelen zijn genomen om de verdroging tegen te gaan?
  3. Waarom is verzilting een typisch probleem voor West-Nederland?
  4. Welke maatregelen zijn genomen om de verzilting tegen te gaan?

Bekijk dit filmpje. Beschrijf in je eigen woorden wat Delfts Blue Water gietwater is.

  • Waarom heeft de tuinbouw ander water nodig dan grondwater?
  • Waar komt het gietwater vandaan?
  • Welk probleem lost het op?
  • Wat is de kwaliteit van het gietwater?
  • Welke proef is gedaan om dat te controleren?

Stap 3

Watervoetafdruk
Iedereen gebruikt een stukje van de aarde. Als alle bruikbare ruimte op aarde verdeeld wordt over alle mensen en de natuur voldoende ruimte krijgt om zichzelf te herstellen, zou elke bewoner gemiddeld recht hebben op 1,8 hectare. Dat stukje aarde vergelijken we met de consumptie van de gemiddelde wereldburger. Hoeveel aardoppervlak is nodig om aan het consumptieniveau van de aardbewoner te kunnen voldoen en zijn afval te verwerken? Dat noemen we een mondiale voetafdruk of een ecologische voetafdruk.

Een gemiddelde Ethiopiër heeft een ecologische voetafdruk van 0,67 hectare. Als iedereen op dezelfde manier zou leven als de Ethiopiërs, zouden we geen problemen hebben.
Een gemiddelde Nederlander heeft een voetafdruk van 6,3 hectare. Als iedereen er dezelfde leefstijl op na zou houden als de Nederlanders, hebben we 3,5 aardbollen nodig.

Met een ecologische voetafdruk kijk je naar alle consumptiegoederen. Je kunt ook het water apart nemen. Het gaat om het water dat je direct gebruikt, noem het maar huishoudelijk water, en om het water dat nodig is bij de productie van de consumptiegoederen. Reken dat uit per persoon en je hebt een watervoetafdruk.

Mensen verbruiken veel water. In Nederland ligt de waterconsumptie op ongeveer 2,3 miljoen liter water per jaar per persoon. Hiervan is 2 tot 5% voor direct huishoudelijk gebruik. De rest, 95 tot 98%, is indirect gebruik: water dat nodig is voor de productie van voedsel, kleding en industriële producten. Onze watervoetafdruk zit vooral in landbouwproducten zoals katoen, koffie en graan.

In het filmpje over waterschaarste in Stap 1 heb je al een indruk gekregen van hoeveel water nodig is voor het maken van producten. De afbeelding hieronder laat van nog meer producten zien hoeveel water nodig is om dat product te maken.

Waterverbruik


Nederlanders zijn grootverbruikers van water, maar een Amerikaan gebruikt twee keer zoveel water (direct + indirect) als een Nederlander. Het zuinigst zijn de inwoners van Congo (een derde van wat de Nederlanders gebruiken).
In Bolivia wonen veel mensen die graag rundvlees eten. Dat is meteen in de watervoetafdruk terug te vinden (bijna drie keer zo hoog als de watervoetafdruk van een Nederlander).

Dat Nederlanders vooral buitenlands water gebruiken, zie je duidelijk in deze grafiek:

Waterverbruik van een aantal landen


Alleen voor Koeweit en Malta is de verhouding extern-intern nog schever.

Vragen

  1. Als alle Nederlanders vegetariër zouden worden, welke invloed heeft dat op de watervoetafdruk?
  2. Waterschaarste is ook voedselschaarste. Kun je uitleggen hoe dat zit?

Stap 4

Duurzaam water
Elke Nederlander gebruikt gemiddeld 128 liter water per dag voor het huishouden (drinken, eten, schoonmaken en toiletgebruik). Met enkele simpele tips kun je veel water besparen, dat is goed voor het milieu en goed voor de portemonnee. Als mensen bewust met water omgaan spreken we van duurzaam watergebruik.


We spreken ook over duurzaam watergebruik als we afvalwater hergebruiken. We recyclen steeds water door vies water weer schoon te maken. Nederland heeft daar een groot aantal waterzuiveringsinstal¬la¬ties voor.

Waterzuiveringsinstallaties zuiveren vies water in een heleboel ingewikkelde stappen tot het water weer drinkbaar is, met zeer strenge criteria en dat is maar goed ook. Niemand wil ziek worden van water dat niet goed gezuiverd is. Maar we gebruiken maar een heel klein stukje van dat drinkwater voor eten en drinken, en dat is eigenlijk een beetje zonde. Ook als water niet helemaal gezuiverd is, kan het goed gebruikt worden voor het sproeien van de tuin of het wassen van de auto. Dergelijk water, schoon maar geen drinkwater, heet ‘grijs water’.

Grijs water: uit afvalwater, afkomstig van wasmachine, keuken en douche/bad
Zwart water: uit afvalwater, afkomstig van toilet en industrie

Er lopen nu een langdurige proef met twee gescheiden watersystemen in een hele wijk met honderden huizen: een voor drinkwater en een voor huishoudwater. Het huishoudwater bestaat uit gezuiverd grijs water dat niet geschikt is om te drinken, maar om wel te gebruiken voor de tuin of toiletspoeling.

Een grijs-watersysteem kan ook in een enkel huis worden opgezet. De afbeelding hieronder toont hoe dat gaat.

Grijs-watersysteem

Drinkwater (blauw) komt het huis binnen. Het water dat gebruikt worden in wasmachine, keuken en douche wordt opgevangen voor hergebruik (grijs) in toilet en wasmachine. Het water verlaat het huis via het toilet (zwart).

Ook regenwater kan gebruikt worden voor huishoudwater. Het enige dat je nodig hebt is een regenton (en regen natuurlijk). De grootste regenton kan wel 2000 liter water bevatten.

Vragen:

  1. Welke drie simpele tips voor waterbesparing worden als eerste in het filmpje genoemd? En hoeveel water bespaart de jongere in het filmpje? Welke drie andere tips geeft hij ook?
  2. Meer tips kun je vinden op www.duurzaamthuis.nl . Welke drie tips die nog niet genoemd zijn zou je makkelijk thuis kunnen uitvoeren?
  3. Is huishoudwater hetzelfde als grijs water?

Bekijk het volgende filmpje. Beschrijf in je eigen woorden wat Delfts Blue Water gietwater is.

  • Waarom heeft de tuinbouw ander water nodig dan grondwater?
  • Waar komt het gietwater vandaan?
  • Welk probleem lost het op?
  • Wat is de kwaliteit van het gietwater?
  • Welke proef is gedaan om dat te controleren?

Stap 5

Meet jouw eigen watervoetadruk
Je doucht (bijna) elke dag, drinkt koffie of thee, je poetst een paar keer per dag je tanden, je kleren worden gewassen, je spoelt het toilet door, pakt de vaatwasser in, enfin, je kent het wel. We gebruiken allemaal een heleboel water per dag. In 2013 gebruikte de gemiddelde Nederlander 119 liter water per dag. Toch is dat maar een fractie van ons totale waterverbruik. Ons indirecte verbruik ligt een stuk hoger.
Kijk maar eens naar het volgende filmfragment:

Vraag:
“35.150 liter. Da’s heel wat”, zegt de man in de supermarkt. En zo is het. Maar is dat ook een probleem? En zo ja, wat is dan het probleem?

Vraag vooraf:
Hoeveel water gebruik jij, als je ook jouw indirecte waterverbruik meerekent? Doe eens een schatting.

Bron: www.watervoetafdruk.org

Op www.watervoetafdruk.org vind je een heleboel achtergrondinformatie waaronder een gesprek met wetenschapper Arjen Hoekstra, de bedenker van het concept watervoetafdruk.

Op de Engelstalige pagina, http://waterfootprint.org staat de voetafdruk-calculator (calculate your water footprint). Daar kun je een inschatting maken van je eigen voetafdruk. Je moet er wel allerlei gegevens voor achterhalen: wat eet je per week, hoeveel water gebruik je en hoe is jouw kraangedrag, gebruik je water buitenshuis en tenslotte, hoeveel van het bruto gezinsinkomen wordt aan jou besteed? Die laatste vraag is misschien nog wel het moeilijkst. Misschien kunnen je ouders je aan die informatie helpen.

 

Toets:Waterschaarste

Van wie is het water?

Vooraf

Leerdoelen
Van wie is het water? Is dat van het waterleidingbedrijf? Van de staat? Of van ons allemaal? Hebben we recht op water en zo ja, is het dan een mensenrecht? Kun je alle water uit één rivier aftappen, waardoor een buurland zonder water komt te zitten?
Deze opdracht gaat over waterbeheer en waterconflicten.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • omschrijven dat er op verschillende manieren tegen waterbeheer kan worden aangekeken.
  • de term ‘Het blauwe water’ herkennen en kun je omschrijven wat daarmee bedoeld wordt.
  • omschrijven wat privatisering van water is en kun je ook aangeven voor welk probleem het - terecht of niet - als een oplossing wordt gezien.
  • aan de hand van een voorbeeld duidelijk maken dat waterschaarste kan leiden tot conflicten tussen landen.


Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht maak je een kaart van het Groot Anatolië Project in Zuidoost-Turkije.
Met het maken van deze digitale kaart laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.

Beoordeling
Bij de beoordeling let jullie docent op de inhoud van de kaart, of je alles goed weergegeven hebt.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Water is een mensenrecht. Dat is in Nederland geen probleem.
Zoek uit wie in Nederland de baas is van het water en wie ervoor zorgt dat iedereen schoon water heeft.
Stap 2 Alleen Lees over waterbedrijven in Nederland. Beantwoord de vragen.
Stap 3 Alleen Lees over wie de baas is over water in derdewereldlanden. Beantwoord de vraag.
Stap 4 Alleen Leer over water dat conflicten kan veroorzaken.
Stap 5 Met een klasgenoot Maak een kruiswoordpuzzel over water. Doe het tegelijk met een klasgenoot. Als je er niet uitkomt, mag je overleggen.
Stap 6 Met een klasgenoot Eindproduct: maak een kaart van het Groot Anatolië Project in Zuidoost-Turkije. Je laat zien welke gevolgen dammen in de Eufraat hebben voor land die stroomafwaarts aan de rivier liggen.

 

Benodigdheden
-

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Stap 1

Water is een mensenrecht
Zonder water kun je niet leven. Toch hebben zo’n 900 miljoen mensen op aarde geen toegang tot schoon water. Meer dan 2,5 miljard mensen hebben geen of slechte sanitaire voorzieningen. Jaarlijks sterven 1,5 miljoen kinderen jonger dan 5 jaar aan ziektes die veroorzaakt worden door vervuild water. Water is, net als lucht en voedsel, essentieel voor het leven en onvervangbaar.

In de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens uit 1948 staat wel een bepaling over de beschikbaarheid van voldoende voedsel, maar niet eens over de beschikbaarheid van water. Pas in 2010 hebben de Verenigde Naties verklaard dat het recht op water een mensenrecht is (VN-resolutie 10967).

Met die VN-resolutie is de discussie nog niet beslist. Want van wie is het water eigenlijk? Is het water een publiek bezit, dat beheerd wordt door de staat en daarmee dus van iedereen? Of moet de drinkwatervoorziening geprivatiseerd worden, zodat water op de vrije markt kan worden verhandeld?

We kijken naar hoe het in Nederland geregeld is (Stap 2) en in verschillende ontwikkelingslanden (Stap 3). Maar we kijken ook naar internationale conflicten over water (Stap 4).

Vragen:

  1. Kijk op de site: Wie is de baas van het water.
    Welke vier bedrijven zijn betrokken bij het beheer van het water in Nederland?
  2. Wat doen zij elk voor het water?
  3. Van wie is het water?

Stap 2

De Waterwet
Op 22 december 2009 heeft de Nederlandse regering acht verschillende wetten over water samengevoegd tot één grote wet, de Waterwet. De Waterwet regelt alles wat met water te maken heeft.

De Nederlandse regering heeft bepaald dat water een publiek bezit blijft.
Het waterbeheer, alle activiteiten die tot doel hebben om het grond- en oppervlaktewater zo goed mogelijk te beheren, besteedt de regering uit aan verschillende overheidsafdelingen en aan bedrijven: Rijkswaterstaat, gemeenten, waterschappen en drinkwater- of waterleidingbedrijven.
Je hebt net uitgezocht welke taken zij hebben op het gebied van water.

Nederland heeft op dit moment tien drinkwaterbedrijven. Deze bedrijven zijn geen gewone bedrijven met producten, klanten en facturen. Ook als de klant de rekening niet betaalt, krijgt hij nog water. 
In uitzonderlijke gevallen mag het water afgesloten worden, maar dit komt eigenlijk nooit voor. Een
drinkwaterbedrijf kan niet zomaar failliet gaan. Het bedrijf wordt streng gecontroleerd en mag niet zomaar de prijs voor water verhogen.

De Waterwet regelt verder:

  • wie er voorrang heeft bij een dreigend watertekort. Stel, er komt een langdurige hittegolf. Dan heeft het drinkwater in een stad volgens de wet voorrang boven bijvoorbeeld een boer die het water nodig heeft voor het besproeien van zijn land.
  • de vergunningen voor industrieel water (water dat de industrie nodig heeft bij de productie van goederen). Vrijwel ieder bedrijf gebruikt water: als koelvloeistof, procesmiddel, oplosmiddel of als vervoermiddel. Al deze toepassingen samen heten ook wel: proceswater. Dit water is meestal niet drinkbaar.
  • het lozen van afvalwater uit de fabrieken. Het koelwater mag bijvoorbeeld niet zo heet zijn dat de vissen in de rivieren er dood aan gaan.
    Fabrieken mogen ook geen giftige stoffen lozen die gevaarlijk zijn voor dieren en mensen.

De Waterwet geeft ten slotte ook aan dat we extra voorzichtig moeten zijn in een waterwingebied. De gebieden waar de drinkwaterbedrijven het water oppompen noemen we waterwin- en grondwaterbeschermingsgebieden. Om deze plekken zo schoon mogelijk te houden gelden allerlei extra strenge regels. Je herkent deze gebieden aan de blauwe bordjes langs de weg met de tekst waterwingebied.
Bekijk het filmpje.

In een beschermingsgebied zijn vaak wel woningen, wegen en bedrijven toegestaan, maar iedereen moet er extra goed op letten dat de bodem en het grondwater niet vervuild raken. Er gelden bijvoorbeeld zeer strenge regels voor het gebruik van mest en onkruidbestrijdingsmiddelen. In een waterwingebied mag je ook geen afvalwater lozen.

Vragen

  1. Geef nog een ander voorbeeld waaruit blijkt dat een drinkwaterbedrijf in Nederland geen gewoon bedrijf is.
  2. Wat is het verschil tussen proceswater en afvalwater?
  3. Waarom zijn waterwingebieden meestal natuurgebieden waar je ook lekker kunt wandelen en fietsen?

Stap 3

Het blauwe goud
In 2000 hebben de Verenigde Naties de millenniumdoelen opgesteld, acht afspraken voor een betere wereld. Millenniumdoel 7 bepaalt dat elk land zijn best moet doen om in 15 jaar tijd het aantal mensen dat geen schoon drinkwater heeft, te halveren.

De Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds en de Wereld Handelsorganisatie (WTO) vinden dat de meeste ontwikkelingslanden niet goed in staat zijn om de watersector te verbeteren. Zij lobbyen voor het privatiseren van het water. Er kan zoveel geld met water verdiend worden dat economen water zelfs ‘het blauwe goud’ noemen. Negen van de tien grootste drinkwaterbedrijven van de wereld zijn in Europese handen, de tiende is een Amerikaans bedrijf.

Privatisering van waterdiensten leek dé oplossing voor een falende overheid in de Filipijnen. Het waterleidingbedrijf van Tondo, de grootste wijk van de hoofdstad Manilla, werd gerund door een van de meest inefficiënte en corrupte overheidsdiensten ter wereld. De leiding was op veel plekken lek, met vuil water verontreinigd en zorgde voor ziektes als tyfus en cholera. De helft van de inwoners moest het helemaal zonder water doen.

Iedereen was blij toen het staatsbedrijf werd verkocht aan enkele westerse waterleidingbedrijven uit Amerika, Groot-Brittannië, Frankrijk en Japan. De prijs voor het water daalde naar de helft. Het nieuwe waterleidingbedrijf beloofde iedereen water te leveren, zonder onderbreking, 24 uur per dag. Mooie plannen, maar daar is niets van terechtgekomen. De prijs voor water is in tien jaar tijd met 675% gestegen. Het leidingennet is nog steeds lek en de waterdruk valt regelmatig weg. Voor veel inwoners van Tondo is het water te duur geworden. Op dit moment hebben minder inwoners toegang tot veilig drinkwater dan vóór de privatisering.

In India hebben tientallen dorpen geen toegang meer tot water. De overheden hebben het recht om water op te pompen verkocht aan westerse frisdrankbedrijven. Ze halen miljoenen liter water uit de grond ten koste van de dorpelingen. Hoe dorpelingen nu aan water moeten komen, is hun zorg niet.
Voorbeelden uit de Filipijnen en India hebben de Belgische professor Petrella gesterkt in zijn strijd tegen privatisering van water. 'Het water behoort aan de mensheid als geheel, niemand mag ervan worden uitgesloten', aldus Petrella. Hij schreef een Watermanifest als tegenhanger van de Wereldwatervisie van de World Water Council (een samenwerking van Wereldbank, WTO en waterleidingsbedrijven).

Vraag: Welke twee visies op water staan tegenover elkaar met het Watermanifest en de Wereldwatervisie?

Stap 4

Waterconflicten
Er zijn niet alleen conflicten over water tussen geprivatiseerde waterleidingbedrijven en hun klanten, maar er zijn ook grote conflicten tussen landen of tussen bevolkingsgroepen binnen één land. We geven een voorbeeld.

Strijd om een dam
De Eufraat ontspringt in Turkije, loopt door Syrië en eindigt in Irak in de Perzische Golf. Turkije heeft in de Eufraat de Ataturk Dam gebouwd, een van de grootste dammen ter wereld: 1664 meter lang en 166 meter hoog. Turkije tapt zoveel water af dat er watertekorten in Syrië en Irak zijn ontstaan. Enkele turbines voor elektriciteitscentrales in Syrië vielen stil.

Turkije bood aan om een pijplijn voor water, de ‘Pijplijn voor de Vrede’, aan te leggen naar Irak en Syrië. Beide landen sloegen dat aanbod af. Zij zouden dan voor water moeten gaan betalen, terwijl tot dan het water gratis over hun land stroomde. Irak dreigde de dam te bombarderen, Turkije dreigde de watertoevoer compleet af te snijden. Zo ver kwam het gelukkig niet.

Turkije tekende dan wel overeenkomsten met Irak en Syrië, maar afspraken over gemeenschappelijk en efficiënt waterbeheer ontbreken. Na elke periode van droogte, en die komen regelmatig voor in de regio, lopen de spanningen opnieuw op. Turkije rantsoeneert het water en houdt het beschikbare water voor eigen gebruik, zegt Irak. Turkije beschouwt het water als zijn eigen bezit en weigert verder te onderhandelen.


Vragen

  1. Kijk in je Grote Bosatlas naar kaarten over Midden-Oosten (Toegang tot drinkwater en Natuurlijke hulpbronnen).
    Niet alleen is er een conflict tussen Turkije en Irak over de Eufraat, maar ook over een andere rivier.
    1. Over welke rivier hebben we het?
    2. Kijk naar beide rivieren. Daaruit blijkt dat deze rivieren niet alleen van belang zijn voor drinkwater.
      Waarvoor nog meer?

Lees nu de tweede tekst.

Olievervuiling in Nigeria
De Nigerdelta in Nigeria is een van de waterrijkste gebieden van de wereld. Tegelijkertijd is het een van de dichtstbevolkte gebieden van Nigeria. Hier wonen dertig miljoen mensen (van de 175 miljoen in heel Nigeria). We kennen de Nigerdelta niet vanwege haar bijzondere natuur of haar bewoners, maar vooral omwille van de olievervuiling. De Nigerdelta is ook een gebied met enorme grote olievoorraden. De olie wordt gewonnen door de Nigeriaanse regering en door grote buitenlandse ondernemingen, waaronder het Nederlandse/Britse Shell.
Er loopt zevenduizend kilometer pijpleiding door het gebied, vooral bovengronds. De oudste leidingen zijn al 50 jaar oud en dringend aan vervanging toe. Door slecht onderhoud zijn veel pijpleidingen lek en miljarden liters olie hebben de landbouwgrond en het water vervuild. De conflicten lopen vaak hoog op, met de Nigeriaanse overheid en de oliemaatschappijen aan de ene kant en de diverse etnische volkeren als de Ogoni aan de andere kant. Terwijl de regering en de oliemaatschappijen flink verdienen aan de olie, worden de arme Ogoni geconfronteerd met door de olie ondrinkbaar geworden water.


Kijk ook naar SchoolTV-weekjournaal over ‘Olie’. Bekijk van 12:48 tot 15:24.

Vragen:

  1. De olielekkages zorgen niet alleen voor watervervuiling. Waar zorgt het ook voor?
  2. Volgens Shell is de olievervuiling niet alleen de schuld van Shell. Aan wie geeft Shell de schuld ook?

Stap 5

Waterpuzzel
In deze puzzel krijg je acht woorden die alle met het woord ‘water’ beginnen, acht woorden die met de inhoud van deze opdracht te maken hebben. Als je de antwoorden goed invult, kun je van boven naar beneden het woord lezen waarin we in Nederland alles dat met water te maken heeft hebben vastgelegd.

  1. Een plek waar we water uit de bodem halen.
  2. Overheidsinstantie die zorgt voor het zuiveren van afvalwater.
  3. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heette tot oktober 2010:
    Het Ministerie voor Verkeer en ………………….
  4. Ons drinkwater wordt via een …………………. naar woningen en bedrijven getransporteerd.
  5. Als deze wegvalt, komt er geen water uit onze kraan.
  6. Lang en smal stuk water waar je met schepen over kunt varen.
  7. Het totaal aan activiteiten die tot doel hebben om het grond- en oppervlaktewater zo goed mogelijk te regelen.
  8. Hier spreken we van als er minder water is dan we nodig hebben.

Download hier de kruiswoordpuzzel.

Extra: Afvoerputje

Vooraf

Leerdoelen
Jarenlang werden milieuproblemen via de grote rivieren op Nederland afgewenteld. De Rijn was het ‘afvoerputje van Europa’. Dankzij Europese samenwerking zijn die problemen stuk voor stuk aangepakt. We bekijken wat er verbeterd is in de Rijn en in de Maas, met aandacht voor overeenkomsten en verschillen tussen beide rivieren.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • de speerpunten van de Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn (ICBR) en van de Internationale Maascommissie (IMC) herkennen.
  • omschrijven wat het 'Actieplan Hoogwater' inhoudt en welke maatregelen daarbij zijn genomen.
  • omschrijven wat het Grensmaasproject behelst en tot welke resultaten het project heeft geleid.


Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht doe je een quiz.

Beoordeling
Je moet minimaal 80% van de vragen goed beantwoorden voor een voldoende score.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Je bekijkt een filmpje over de ICBR en beantwoord vragen.
Stap 2 Alleen Je bekijkt een filmpje over een milieuramp bij de Rijn en beantwoord vragen.
Stap 3 Alleen De IBCR is ook verantwoordelijk voor het beschermen van land tegen hoog water. Je vergelijkt dit met wat je al geleerd hebt over het project Ruimte voor de rivier.
Stap 4 Alleen Je leest over de samenwerking tussen landen waar de Maas doorheen stroomt en vergelijkt die met de Rijnlanden. Je beantwoordt vragen.
Stap 5 Alleen en met een klasgenoot Quiz met waar/niet waar-vragen. Je bespreekt de uitkomsten met een klasgenoot.


Benodigdheden
-

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Stap 1

ICBR en Rijnconferenties
Nederland ligt aan de monding van de Rijn, de Maas, de Schelde en de Eems. Dat heb je eerder in dit thema gezien. Al die rivieren voeren met het water ook afvalstoffen mee. Daarom wordt Nederland wel het afvoerputje van Europa genoemd.
Bekijk fragment 1 van het filmpje.

Video: Fragment 1 ICBR

In 1950 richtte Nederland de ICBR op, de Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn. Alle landen waar de Rijn doorheen stroomt, zijn lid van de ICBR: Zwitserland, Liechtenstein, Oostenrijk, Duitsland, Frankrijk en Nederland. Verder doen drie landen mee met een stroomgebied dat afwatert op de Rijn: Italië, Luxemburg en België. Zeven van de negen landen zijn lid van de Europese Unie. Ook de Europese Commissie doet in de ICBR mee. De ICBR kent verschillende werkgroepen die elk een onderdeel van het beleid in de gaten houden en proberen te verbeteren. Er zijn werkgroepen voor waterkwaliteit, ecologie en hoogwater.

Sinds 1972 komen de belangrijkste ministers van de deelnemende landen apart bijeen. Regelmatig ontmoeten ze elkaar bij de Rijnministersconferentie of kortweg Rijnconferentie. De werkgroepen werken de voorstellen uit, maar de ministers nemen de belangrijkste beslissingen.

Deze film van 2,5 minuut toont prachtige beelden van de natuur in de Rijn en focust op de successen die de ICBR heeft geboekt. Maar lange tijd was de ICBR helemaal niet zo succesvol. De verschillende staten konden het niet met elkaar eens worden. Struikelblok was bijvoorbeeld de hoeveel zout die er door de Franse zoutmijnen in de rivier werd geloosd.
Er was een ramp in 1986 nodig om alle neuzen naar dezelfde kant te laten wijzen…

Vragen

  1. Welke sector in de samenleving was tot 1986 maatgevend voor het beheer van de Rijn?
  2. Wat was volgens de filmmakers de tweede reden waarom de ICBR aanvankelijk niet zo succesvol was?

Stap 2

ICBR en Rijnconferenties
In 1950 begon Nederland met de ICBR, de Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn. Alle landen waar de Rijn doorheen stroomt, doen aan de ICBR mee: Zwitserland, Liechtenstein, Oostenrijk, Duitsland, Frankrijk en Nederland. Verder doen drie landen mee met een stroomgebied dat afwatert op de Rijn: Italië, Luxemburg en België. Zeven van de negen landen zijn lid van de Europese Unie. Ook de Europese Commissie doet in de ICBR mee. De ICBR kent verschillende werkgroepen die elk een onderdeel van het beleid in de gaten houdt en probeert te verbeteren. Er zijn ondermeer werkgroepen voor ‘waterkwaliteit’, ‘ecologie’ en ‘hoogwater’.

Sinds 1972 komen de belangrijkste ministers van de deelnemende landen apart bijeen. Regelmatig ontmoeten ze elkaar bij de Rijnministersconferentie of kortweg Rijnconferentie. De werkgroepen werken de voorstellen uit, maar de ministers nemen de belangrijkste beslissingen.

De ICBR heeft een reclamefilm over haar eigen werk laten maken, getiteld ‘ICBR: de film’. Bekijk hieronder een fragment uit deze film.

Deze film van 7½ minuten toont prachtige beelden van de natuur in de Rijn en focust op de successen die de ICBR heeft geboekt. Maar lange tijd was de ICBR helemaal niet zo succesvol. De verschillende staten konden het niet met elkaar eens worden. Struikelblok was ondermeer de hoeveel zout die er door de Franse zoutmijnen in de rivier werd geloosd.

Er was een ramp in 1986 nodig om alle neuzen naar dezelfde kant te laten wijzen…

Vragen

  1. Welke sector in de samenleving was tot 1986 maatgevend voor het beheer van de Rijn?
  2. Wat was volgens de filmmakers de tweede reden waarom de ICBR aanvankelijk niet zo succesvol was?

Stap 3

De milieuramp bij Sandoz
Een enorme milieuramp voltrok zich op 1 november 1986 bij de Sandoz-fabrieken in het Zwitserse Schweizerhalle, vlakbij Bazel. Op het terrein lagen chemicaliën fout opgeslagen. Toen er brand uitbrak, kwamen deze chemicaliën in het bluswater terecht. Dit ernstig vervuilde bluswater stroomde de Rijn naast de fabrieken in. De Rijn kleurde helemaal rood. Tot aan de Lorelei in Duitsland kwam er geen levende vis meer voor en zelfs de watervlooien waren gestorven.

Alle landen langs de Rijn - Zwitserland, Liechtenstein, Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland en Nederland - konden wekenlang geen drinkwater uit de Rijn halen. Bekijk fragment 2 van de ICBR-film.

 

De staten en de ICBR hebben geleerd van de fouten in het verleden. Er komt een waarschuwing- en alarmeringssysteem waarmee de mensen benedenstrooms worden geïnformeerd over ongevallen. Overheden kunnen dan op tijd maatregelen nemen.

De kwaliteit van het water wordt nauwlettend in de gaten gehouden. Het water is sindsdien heel wat schoner.

De vele sluizen en stuwen in de rivieren waren een groot obstakel voor vissen, maar ook dat probleem is binnen de ICBR opgelost. Overal zijn er nu vistrappen gebouwd waarmee vissen de sluizen en stuwen kunnen omzeilen.

Vragen

  1. Wat is de belangrijkste afspraak na de ramp? (Het is het symbool voor waterkwaliteit geworden.).
  2. Naast politici en bestuurders praten ook buitenstaanders mee. Om welke groepen gaat het?
  3. Leg uit hoe een vistrap werkt.

Stap 4

Actieplan Hoogwater
Naast het milieu en de waterkwaliteit is er nog een tweede speerpunt van de ICBR: het tegengaan van overstromingen langs de Rijn. Het filmpje geeft goed het probleem aan, waardoor de ernst van de overstromingen is toegenomen en welke oplossingen de ICBR daarvoor heeft bedacht onder de naam ‘Actieplan Hoogwater’.
Bekijk het derde fragment van de ICBR-film.

Het plan Ruimte voor de rivier, dat in de paragrafen hiervoor uitgebreid aan de orde kwam, is hier een gevolg van.

Vragen

  1. Welke twee zaken zorgen voor overstromingen langs de Rijn?
  2. Overstromingen zijn niet altijd ongewenst. Waarvoor zijn ze wel gewenst?
  3. Schrijf voor jezelf op welke maatregelen tegen overstromingen je hebt geleerd in het project Ruimte voor de rivier.
    Welke worden ook genoemd in dit filmpje van het ICBR?
  4. Wat kun je uit de vorige vraag concluderen over samenwerking in Europa op het gebied van rivierbeheer?

Stap 5

Grensmaasproject
Zoals dat voor de Rijn is gebeurd, zo is er ook een uitgebreide internationale samenwerking rondom de Maas ontstaan. In de Internationale Maascommissie (IMC) werken Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk en Duitsland samen.

De Maas is een regenrivier en kent veel meer hoogteverschillen dan de Rijn. Omdat de steden en dorpen daar vaak met wateroverlast te maken hadden, hebben Nederland en België samen het Grensmaasproject opgezet.

Het Grensmaasproject heeft drie doelstellingen: bescherming tegen hoogwater, natuurontwikkeling en ontgrinding. Zowel de natuurontwikkeling als de hoogwaterbescherming worden mede gefinancierd doordat er  53 miljoen ton grind uit de Maas wordt gewonnen.In het Maasdal tussen Maastricht en Roosteren komt er ongeveer duizend hectare natuur bij, dat doorloopt in België. Er ontstaat straks een aaneengesloten en grensoverschrijdend Maaspark van ruim 2.000 hectare. Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer gaan deze nieuwe natuur beheren.

Vragen

  1. Welk speerpunt in het beleid is er wel bij de Maas te vinden en niet bij de Rijn?
  2. Wat is anders geregeld in het Grensmaasproject dan bij de ICBR?
  3. Kijk in Grote Bosatlas (Kaarten Nederland-Ruimte voor de rivier over Grensmaas).
    Welke resultaten van het Grensmaasproject kun je er vinden?

Stap6

Toets
Als eindproduct van deze opdracht maak je deze quiz met vragen over stellingen: zijn ze waar of niet waar?

Beoordeling
Je moet minimaal 80% van de vragen goed beantwoorden. Dan mag je tevreden zijn met wat je hebt geleerd.

Bespreek de stellingen ook met een klasgenoot.

Toets:Afvoerputje van Europa

Water in het Midden-Oosten: schaarste

Vooraf

Leerdoelen
In Nederland is er schoon drinkwater in overvloed, maar in de meeste delen van het Midden-Oosten heerst een ernstig tekort aan water vanwege het drogere klimaat. Omdat de behoefte aan (drinkbaar) zoet water groeit en tegelijkertijd de droogte in deze regio heftiger wordt, is de waterschaarste een groeiend probleem. Deze waterschaarste kan leiden tot conflicten tussen verschillende gebieden en bevolkingsgroepen in het Midden-Oosten.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • de situatie in het Midden-Oosten wat betreft de beschikbaarheid en winning van zoet water met de situatie in Nederland vergelijken.
  • omschrijven waarom het Midden-Oosten kampt met waterschaarste en kun je uitleggen waarom deze waterschaarste waarschijnlijk steeds groter zal worden.
  • verklaren hoe waterschaarste kan leiden tot conflicten tussen gebieden of bevolkingsgroepen in het Midden-Oosten.

Aan het eind van deze opdracht ken je betekenis van de volgende begrippen:

  • waterschaarste
  • waterstress
  • waterbalans
  • vernieuwbare waterbron
  • aquifer
  • MENA
  • waterconflict
  • Nationale Water Transport      
  • verzilting
  • Palestijnse Water Autoriteit
  • watergebruik
  • stroomgebied
  • Eufraat
  • Tigris
  • Jordaan
  • Dode Zee
  • Israël
  • Syrië
  • Irak
  • Perzische Golf
  • zoetwaterwinning
  • Palestijnse gebieden: Westelijke Jordaanoever en Gazastrook


Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht ga je samen met een klasgenoot actie ondernemen tegen de ongelijke waterverdeling tussen de Israëliërs en de Palestijnen door middel van het schrijven van een brief.

In het eindproduct laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.

Beoordeling
Het eindproduct laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • de werkwijze: hebben jullie goed samengewerkt? Hebben jullie allebei argumenten en oplossingen aangedragen?
  • de inhoud: laten de brief en jouw bijdrage aan het gesprek zien dat je hebt geleerd hoe waterschaarste kan leiden tot een conflict?
  • de vorm: is de brief met zorg geschreven?
  • taalfouten: bevat de brief niet te veel taal- en spelfouten?

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Vergelijk de beschikbaarheid van water in Nederland en in het Midden-Oosten.
Stap 2 Alleen Onderzoek waardoor de waterschaarste in het Midden-Oosten steeds groter wordt.
Stap 3 Alleen Bestudeer het conflict over water tussen Israël en de Palestijnse gebieden.
Stap 4 Alleen Beantwoord enkele vragen.
Stap 5 Samen en met de klas Eindproduct: leef je in een Israëlische of Palestijnse jongere in en schrijf een brief over hoe de watersituatie in zijn/haar gebied is. In de klas lezen jullie brieven voor en praten over de situatie in Israël.


Benodigdheden
-

Tijd
Voor deze opdracht zijn heb je 3 tot 4 lesuren nodig.

Stap 1

Droog, droger en nog droger
In Nederland zijn we gewend dat het gedurende het hele jaar af en toe regent. Er is geen uitgesproken droge of natte periode. In het klimaatdiagram van weerstation De Bilt kun je dit duidelijk zien. Rivieren als de Maas en de Rijn voeren bovendien voortdurend zoet water naar Nederland aan.
Hoe is het eigenlijk gesteld met water in het Midden-Oosten? Is daar voldoende zoet water om te drinken, de landbouwgronden te bevloeien en de industrie draaiende te houden? Welke rivieren leveren zoet water aan? Hoeveel neerslag valt er? Bestaan er nog alternatieve manieren waarop de regio aan zoet water komt?

Stroomgebieden
Bekijk in de Grote Bosatlas kaarten over stroomgebieden in het Midden-Oosten (Natuurlijke hulpbronnen, Toegang tot het water).

  1. In de buurt van welke berg en welke landsgrens ontspringt de rivier de Jordaan en waar mondt de rivier uit?

Zoek de rivieren Eufraat en Tigris op.

  1. Door welke landen stromen deze twee rivieren achtereenvolgens en waar monden de rivieren uit?

Neerslag
Bekijk nu in de Grote Bosatlas de kaarten Midden-Oosten (Neerslag, Droogte).

  1. Behoren de plekken waar deze drie rivieren ontspringen tot de natte of droge streken van het Midden-Oosten?
  2. Krijgt de Jordaan in Israël veel water uit neerslag? Waarom?
  3. Krijgen de Eufraat in Irak en Syrië en de Tigris in Irak veel water uit neerslag? Waarom?

Waterwinning
Vergelijk de manieren van zoetwaterwinning in Nederland en in het Midden-Oosten. Zoek via het trefwoordenregister in de Grote Bosatlas informatie op onder de trefwoorden Zoetwatervoorziening of -voorraad of Droogte.

  1. Welke manieren van drinkwaterwinning bestaan er in Nederland en welke manieren worden in het Midden-Oosten gehanteerd om de bevolking en de landbouw van water te voorzien?


Waterbalans
De verhouding tussen de mate van neerslag en de mate van verdamping door de zon wordt in de Grote Bosatlas waterbalans genoemd. De waterbalans beïnvloedt de beschikbare hoeveelheid zoet water (in de bodem) van een gebied. Vergelijk nu de situatie wat betreft de verhouding tussen neerslag en verdamping in het Midden-Oosten met de situatie van neerslag en verdamping in Nederland.

  1. Wat is je conclusie wat betreft (het verschil in) waterbalans in Nederland en het Midden-Oosten?

Wereldwijde verdeling van zoet water
Je hebt nu met behulp van de Grote Bosatlas de situatie met betrekking tot zoet water in het Midden-Oosten onderzocht. Ook heb je een vergelijking gemaakt met de situatie in Nederland.
Je hebt gezien dat beide gebieden een verschillende hoeveelheid zoet water tot hun beschikking hebben.
Kijk eens naar deze tabel waarin de beschikbare hoeveelheid zoet water uit oppervlaktewater van verschillende landen wordt aangegeven.

Beschikbare hoeveelheid zoet water

Land/gebied Beschikbare hoeveelheid zoet water in kubieke meter (m³) per persoon per jaar
Koeweit 10
Gazastrook 52
Verenigde Arabische Emiraten 58
Qatar 94
Libië 113
Saoedi-Arabië 118
Nederland 5.700
Nieuw-Zeeland 86.554
Canada 94.353
Suriname 292.566
IJsland 609.319


Water in het Midden-Oosten: schaarste per hoofd van de wereldbevolking is er gemiddeld 7.800 kubieke meter zoet water beschikbaar. Maar je ziet in de tabel dat een persoon in Canada over veel meer zoet water beschikt dan een persoon uit de Gazastrook.

Als het jaarlijks aanbod zoet water minder is dan 1.700 kubieke meter, spreken we van waterstress.
Er wordt gesproken van waterschaarste als het jaarlijks aanbod zoet water minder is dan 1.000 kubieke meter is.

  1. Wat zou je nu globaal kunnen concluderen over de geografische verdeling van zoet water op de wereld?

Stap 2

Meer mensen en meer welvaart

Tekst 1 - Wereldwijd watertekort grootst in het Midden-Oosten
Tekorten aan water zijn het grootst in Afrika en het Midden-Oosten. Vooral in landen zoals Bahrein, Qatar, Koeweit en Saudi-Arabië is een groot watertekort. Ook in Azië in landen als China en India heersen in toenemende mate tekorten.

Het Britse bedrijf Maplecroft vergeleek de hoeveelheden water in een land met de vraag naar water in dat land. In de landbouw wordt veel water verbruikt, waardoor een direct verband ontstaat tussen de behoefte aan water en het veiligstellen van de voedselproductie (…).
Uit de index die Maplecroft heeft opgesteld blijkt dat de vijftien landen waar de waterschaarste het grootst is, allemaal in Afrika en het Midden-Oosten liggen. De schaarste in landen als Jemen en gebieden in de Westelijke Sahara kan verklaard worden door de droogte en grote armoede in die landen. De schaarste in de Golfstaten is het gevolg van forse economische groei en een groeiende bevolking.
Bron: www.volkskrant.nl


Lees het bovenstaande krantenartikel.

  1. Wat zijn oorzaken van (zoet) watertekort of waterschaarste? Noem er vier.

Tekst 2 - Meer mensen
Bevolkingsgroei heeft tot gevolg dat de vraag naar drinkbaar zoet water groeit. Dat water is niet alleen nodig voor direct en huishoudelijk gebruik door mensen, maar ook voor de productie van voedsel. De boeren hebben om meer voedsel te produceren, meer water nodig voor irrigatie van de gewassen.


In deze grafiek wordt (in blauw) weergegeven hoe groot de bevolking van verschillende landen in 2010 was.
In rood is weergegeven hoe groot de bevolking in 2050 naar verwachting zal zijn. Er wordt dus een flinke toename van het aantal inwoners in de landen van het Midden-Oosten verwacht.

 

  1. Wat is het verband  tussen bevolkingsgroei en de toename van waterschaarste? Leg dit duidelijk in je eigen woorden uit en gebruik een van de landen in de grafiek als voorbeeld.

 

Tekst 3 - Meer welvaart
In een aantal landen in het Midden-Oosten groeit de economie sterk, bijvoorbeeld in Israel en in de Verenigde Arabische Emiraten. De welvaart die dit oplevert, is ook een oorzaak van de toenemende waterschaarste. Door de grotere welvaart kunnen mensen meer consumeren. Niet alleen kopen mensen meer en andere voedingsmiddelen, maar ook kopen zij sneller nieuwe producten, zoals huishoudelijke apparaten en kleding.
In de opdracht over je watervoetafdruk heb je geleerd dat bijvoorbeeld  voor de productie van een katoenen T-shirt erg veel water nodig is.

Door de groeiende bevolking en groeiende economie wordt de vraag naar drinkwater steeds groter, terwijl de hoeveelheid beschikbaar water gelijk blijft of afneemt. Door de groter wordende behoefte aan water raken de vernieuwbare bronnen langzaam uitgeput. Vernieuwbare waterbronnen zijn de waterbronnen die door de natuur (via onder andere regen en verdamping) vanzelf weer aangevuld worden, zoals grondwater en oppervlaktewater. Een duidelijk voorbeeld van een steeds verder uitgeputte waterbron is de rivier de Jordaan die steeds minder water bevat. Aquifers, de ondergrondse waterreservoirs, vormen ook een belangrijke waterbron in de regio. Maar een aquifer is een niet-vernieuwbare waterbron. Het water in de aquifers wordt dus niet aangevuld door de natuur. Deze bron van zoet water raakt gewoon een keer op.

 

  1. Maak van bovenstaande tekst over de relatie tussen groeiende economie en een toenemende waterschaarste een stroomschema van oorzaak en gevolg. Het uiteindelijke gevolg, een toenemende waterschaarste is al ingevuld.
    Vul het schema hieronder aan met de bijbehorende begrippen.
    Schema oorzaak en gevolg

 

 

Stap 3

Conflict om water
Lees het item in de Kennisbank.

KB: Problemen met water

Conflict over het water van de Jordaan
Er bestaat een langlopend conflict tussen Israël en de Palestijnse gebieden (de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook) over wie recht heeft op het land. Dat conflict wordt nog erger door de ongelijke verdeling van zoet water. In Israël stroomt maar één rivier, de Jordaan. Deze stroomt ook door het meer van Tiberias. De Israëliërs tappen het water van het meer af en zuiveren het in een installatie. Via een systeem van pijpleidingen, het Nationale Water Transport, krijgen de Israëlische dorpen en steden voldoende water voor het huishouden en de landbouw.
De Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever zijn niet aangesloten op het Nationale Water Transport. Zij zijn aangewezen op waterputten om water te onttrekken aan de bergaquifer van de Westelijke Jordaanoever en op opvang van regenwater. Helaas mogen zij niet zomaar putten slaan en regent het niet vaak. De Palestijnen kunnen ook water kopen van de Israëlische waterleidingmaatschappij Mekorot. Op deze manier beperkt Israël de toegang tot water voor de Palestijnen. Naar schatting 80 tot 90% van het opgepompte water op de Westelijke Jordaanoever wordt door de Israëliërs verbruikt. Israël houdt voor haar eigen bevolking een dagelijks waterverbruik aan van 300 m³ per persoon, voor de Palestijnen maar 40 m³.

  1. Teken de kaart van Israël op deze pagina globaal na.
  2. Geef Israël, de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook ieder een eigen kleur en maak een legenda.
  3. Teken het Nationale Water Transport in je kaart.
  4. Wat is er met de rivier de Jordaan gebeurd na het meer van Tiberias?
  5. Wat betekent dat voor de landen die aan de Jordaan grenzen?

 

In de Gazastrook hebben Israëliërs, Palestijnen en Joodse kolonisten tientallen jaren systematisch meer water opgepompt dan op een natuurlijke manier kon worden aangevuld.
Nu zijn de Israëliërs en kolonisten vertrokken en is de Gazastrook overbevolkit door de vele Palestijnse vluchtelingen. Er is een groot tekort aan (drink)water. Het grondwater is inmiddels sterk vervuild door onder andere slechte riolering, chemicaliën en verzilting. Het water van de Middellandse Zee sijpelt door in de grond. Het water in de kustaquifer, een belangrijke waterbron voor Gaza, is naar schatting voor 90 tot 95% vervuild.
Volgens de Verenigde Naties zijn ongeveer vier van de vijf Palestijnen in Gaza afhankelijk van flessenwater, wat ontzettend duur is. Soms geven huishoudens een derde van hun inkomen uit aan water, dat bovendien via de grens met Israël moet komen, die regelmatig gesloten is voor de import van goederen.

Om al deze problemen met water op te lossen bouw de Palestijnse Water Autoriteit, met financiële ondersteuning van onder andere de VN, al een aantal jaren aan ontziltingsinstallaties. In die installatie kan van zout zeewater zoet water gemaakt worden. Maar deze installaties zijn zeer kleinschalig en leveren nog lang niet genoeg water op voor alle Palestijnen in de Gazastrook.

Vragen

  1. Zoek op waar de natuurlijke ondergrondse water voorraden, aquifers, liggen in Israël. Teken ze op je kaart van opdracht 1.
  2. Je hebt in een filmpje in de opdracht Waterschaarste in Nederland gezien hoe in Nederland het water onder de duinen verzilt. Beschrijf hoe het water in de kustaquifer in Israël steeds zouter kan worden.

Stap 4

Toets
Voor je aan de afsluiting van deze opdracht begint,
maak je eerst de volgende toets.

Vergelijk, na het beantwoorden van de vragen, jouw antwoorden met de goede antwoorden.
Heb je vragen fout, zorg dan dat je begrijpt waarom je antwoord niet goed is.

 

Toets:Midden Oosten - Waterschaarste

Stap 5

Eindproduct
In dit eindproduct schrijf je samen met een klasgenoot een brief over de oneerlijke verdeling van zoet water tussen de Palestijnen en Israël. Je leeft je in jongeren in die wonen in Israël of de Palestijnse gebieden. Verdeel de rollen over de klas zodat er ongeveer van iedere groep evenveel briefschrijvers zijn: een jongere uit Israël, een jongere van de Westelijke Jordaanoever en een jongere uit de Gazastrook. Schrijf aan een leeftijdgenoot in Nederland een brief of een uitgebreide e-mail waarin je uitlegt hoe de situatie met water in jouw gebied is. In de gereedschapskist kun je aanwijzingen vinden voor het schrijven van een brief.

Behandel in je brief de volgende onderwerpen:
1.         Vertel of je veel of weinig water hebt en hoe je aan je water komt.
2.         Vergelijk jouw situatie met hoe andere mensen in de regio aan water komen.
3.         Leg uit waarom het moeilijk is om het water in jouw regio eerlijk te verdelen, maar dat jij wel een idee hebt hoe dat anders zou kunnen.

Je kunt de volgende informatie gebruiken:

  • de Grote Bosatlas
  • de tekst in Stap 3 van deze opdracht
  • deze tabel waarin de hoeveelheid kubieke meter water (m³) per jaar in Israël en de Palestijnse gebieden staat
    Waterbron Hoeveelheid water in miljoenen m³ per jaar
    Meer van Kinneret (ook wel: Meer van Tiberias) 700
    Bergaquifers (noordelijk, westelijk en oostelijk) 370
    Kustaquifer 320
    Andere bronnen 410

  • En een schema met de aantallen inwoners (let op: dit zijn grove schattingen!)
    Gebied Israëliërs Palestijnen
    Gazastrook - 1.800.000
    Israël 8.900.000 -
    Westelijke Jordaanoever 500.000 2.300.000

Eisen aan de brief:

  • schrijf de brief aan een leeftijdgenoot: die moet goed kunnen snappen wat er aan de hand is
  • minimaal 400 woorden en maximaal 700 woorden
  • geen taal- en spelfouten

Water in het Midden-Oosten: ontzilting

Vooraf

Leerdoelen
In droge gebieden op aarde, zoals het Midden-Oosten, bestaat vaak een tekort aan zoet en drinkbaar water. Een effectief waterbeheer is van groot belang om waterschaarste te beperken. In deze opdracht leer je over drinkwaterwinning, ontzilting en duurzaam watergebruik in het Midden-Oosten.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • omschrijven hoe de drinkwaterwinning in het Midden-Oosten verloopt.
  • het begrip ontzilting beschrijven.
  • globaal het waterbeheer in het Midden-Oosten beschrijven.
  • minimaal twee voorbeelden noemen van duurzaam waterbeheer.


Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht maak je een PowerPoint-presentatie over het Dode Zee-Rode Zeekanaal.
Je vergelijkt je presentatie met die van je klasgenoten.

Beoordeling
Het eindproduct lever je in bij de docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • hebben jullie netjes alles ingevuld?
  • hebben jullie goed samengewerkt?
  • hebben jullie de theorie van deze opdracht begrepen?

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Bestudeer het Midden-Oosten en zoek op welke woestijnen er liggen.
Schrijf een bijschrift bij een schematische tekening van een aquifer.
Stap 2 Alleen Leer over verschillende manieren van ontzilting en maak daar een opdracht over.
Stap 3 Alleen Maak kennis met manieren van irrigatie en leer waarom irrigatie kan lijden tot verzilting.
Maak enkele opdrachten.
Stap 4 Alleen Maak de toets.
Stap 5 Samen met klasgenoot Maak samen  een Powerpointpresentatie over het Rode Zee - Dode Zeekanaal.

 

Benodigdheden:
-

Tijd:
Voor deze opdracht heb je 3 tot 4 lesuren nodig.

Stap 1

Droog en zout
Het klimaat in het Midden-Oosten kenmerkt zich door weinig neerslag, veel zon en overwegend hoge temperaturen.

  1. Zoek in de atlas op welke woestijnen er in het Midden-Oosten liggen.
    Noem de naam van de woestijn en het land (of de landen) waar die woestijn in ligt.

In het Midden-Oosten bestaat een aantal manieren van drinkwaterwinning. Vergeleken met Nederland wordt er weinig gebruikgemaakt van oppervlaktewaterwinning. Dit komt doordat weinig neerslag valt en er weinig rivieren, meren en beken in het gebied zijn.
Oppervlaktewaterwinning vind je alleen in Libanon en Israël en bepaalde delen van Egypte, Jordanië en Syrië. In andere landen als Saudi-Arabië, Oman, Koeweit, de Verenigde Arabische Emiraten en Libië is er weinig tot geen waterwinning via rivieren of neerslag.

  1. De afbeelding laat water in een aquifer zien dat je kunt winnen.
    Zoek terug in opdracht 1.2 (Soorten water) en maak een uitgebreid bijschrift bij deze afbeelding.
    Gebruik in je bijschrift in ieder geval de woorden: onbegrensd – begrensd – fossiel water – ondoorlatende laag.

Veel water wordt gewonnen uit aquifers. Een aquifer is een natuurlijk waterreservoir dat zich diep in de grond bevindt in een poreuze laag gesteente of zand. Er zijn twee soorten aquifers: de onbegrensde en begrensde. Een open of onbegrensde aquifer is aan de bovenzijde niet afgesloten door een ondoordringbaar materiaal. In gebieden met veel neerslag kan deze soort aquifer aangevuld worden. Men spreekt van een gesloten of begrensde aquifer als de waterhoudende grondlaag ingesloten ligt tussen ondoordringbare materialen, zoals klei of massief gesteente. Het grondwater blijft op de plek waar het is. Het water in deze reservoirs wordt ook wel fossiel water genoemd, omdat het naar schatting 20.000 jaar oud is. Het fossiel water wordt naar het aardoppervlak gepompt en vervolgens via pijpleidingen en watertransporten verdeeld. Er bevinden zich grote aquifers in de grond van het Arabisch schiereiland, Egypte en Libië. Onder Israël ligt een kleinere aquifer.

De hoeveelheid water die onttrokken wordt aan de onbegrensde aquifers is inmiddels groter geworden dan de hoeveelheid water die er insijpelt. Zo raakt de open aquifer langzaam uitgeput. Bovendien is de hoeveelheid bruikbaar water uit deze aquifers soms verminderd door vervuiling en/of verzilting. De kustaquifer in de Gazastrook bijvoorbeeld wordt verontreinigd door slechte of ontbrekende riolering in het gebied. En er sijpelt langzaam zout zeewater in de onbegrensde aquifer, waardoor er verzilting optreedt.

De begrensde aquifers in het Midden-Oosten zullen in de toekomst uitgeput raken, omdat deze niet op natuurlijke wijze aangevuld worden, want ze zitten opgesloten tussen ondoorlatende grondlagen.

  1. Teken nu een schematische dwarsdoorsnede van de kustaquifer zoals die in de Gazastrook. Door menselijk ingrijpen wordt uit deze onbegrensde aquifer water onttrokken. Neerslag en zeewater hebben ook invloed op deze onbegrensde aquifer.
    Geef deze invloeden aan met pijlen. Zet in de schematische tekening de volgende begrippen: poreuze grondlaag – neerslag - ondergrondse pijpleiding – zeewater - waterpomp – aquifer – niet-poreuze grondlaag – verzilting.


Vergelijk jouw tekening met de tekening van een klasgenoot en bespreek de verschillen.

Stap 2

Van zout naar zoet
Omdat de waterschaarste in het Midden-Oosten steeds groter wordt en de rivieren en aquifers de bevolking en landbouw niet van voldoende zoet water kunnen voorzien, is er gezocht naar alternatieven voor zoetwaterwinning. Omdat er genoet zout (zee)water beschikbaar is, is ontzilting een oplossing. Tijdens het proces van ontzilting wordt zout water veranderd in zoet water. Ook verzilt grondwater, dat we brak water noemen, kan ontzilt worden. Inmiddels staan er meerdere ontziltingsinstallaties in onder andere Saoedi-Arabië, Oman, Egypte, Libië, Israël en de Verenigde Arabische Emiraten.


Ontzilting


Tijdens het ontziltingsproces worden het water en het zout van elkaar gescheiden in een ontziltingsinstallatie. Er bestaan verschillende chemische technieken om zout en water van elkaar te scheiden. De meest gebruikte techniek bij ontzilting is destillatie. Hierbij wordt het water verdampt waarna het zout achterblijft. De watercondens wordt vervolgens opgevangen: dit is dan zoet water. Zeewater verdampt echter pas bij het kookpunt van 100,6˚C. Dat betekent dat er warmte nodig is om te ontzilten en dat kost veel energie.

Als het zeewater onder hoge druk wordt gezet is het kookpunt lager en kost destillatie minder energie. Deze methode heet vacuümdestillatie. Het is goedkoper dan destillatie, maar nog steeds erg duur.

Een manier die iets minder energie kost dan destillatie is omgekeerde osmose. Hierbij wordt water onder zeer hoge druk door een membraan geperst waardoor het zout uit het water wordt gefilterd.

Een groot nadeel van de productie van zoet water uit zeewater is dat er een restproduct overblijft: brijn(water). Dit water met zeer hoge zoutconcentratie komt terecht in de natuur en draagt bij aan een verdere verzilting van het milieu.

Ontzilting is dus milieubelastend en kost erg veel brandstof. De meeste landen in het Midden-Oosten beschikken gelukkig over veel aardolie, waardoor de brandstofprijs laag blijft en het financieel mogelijk is zeewater op grote schaal te ontzilten. Maar duurzaam is het allerminst. Bovendien is dit ontzilte water nu wel geschikt voor bijvoorbeeld irrigatie of het wassen van kleren, maar zijn nog een aantal kostbare handelingen nodig  voordat het ook geschikt is als drinkwater.

Bekijk nu het volgende filmpje waarin op een vereenvoudigde manier duidelijk wordt hoe destillatie werkt.
Beantwoord daarna de vragen.


Vragen

  1. Van welke energie maakt de man gebruik om het water en het zout te scheiden?
  2. Kun je uitleggen waarom het ontzilten van zeewater op deze wijze een aantrekkelijke manier van ontzilting zou zijn in landen in het Midden-Oosten?

Stap 3

Duurzaam waterbeheer
In deze stap bespreken we twee voorbeelden van duurzaam waterbeheer in het Midden-Oosten waardoor het milieu minder wordt belast en de waterschaarste wordt beperkt. Er zijn verschillende manieren voor duurzaam waterbeheer:

  1. het verminderen van het zoetwaterverbruik door bijvoorbeeld zuinige irrigatiemethoden voor de landbouwgewassen;
  2. het hergebruik van zoet water in bijvoorbeeld huishoudens;
  3. het tegengaan van verzilting van grondwater;
  4. het ontwikkelen van duurzame methoden voor ontzilting van zeewater en brak water.

Tekst 1 - Druppelirritatie
Druppelirrigatie
is een manier om water toe te dienen aan landbouwgewassen die in het Midden-Oosten veel wordt toegepast. Deze methode van irrigatie draagt op twee manieren bij aan duurzaam waterbeheer. Ten eerste wordt het water direct op de juiste plek, dichtbij de planten gebracht, zodat het verdampingsverlies bijna nul is (afbeelding 1). Ten opzichte van beregening met sproeiers is zo een besparing tot 50% aan zoet water mogelijk.

Ten tweede treedt er door druppelirrigatie minder verzilting op van het grondwater in tegenstelling tot bijvoorbeeld oppervlakte-irrigatie zoals geulirrigatie. Hierbij wordt landbouwgrond volledig onder water gezet (afbeelding 2). Het overtollige irrigatiewater vermengt zich in de bodem met zouten die al eeuwenlang diep in de bodem van zeer droge gebieden zitten. Deze zouten komen terecht in het minder diep gelegen grondwater en worden door de sterke verdamping omhooggetrokken. Het gevolg is verzilting van het bodemoppervlak (afbeelding 3). Op een verzilte bodem is het nauwelijks mogelijk gewassen te verbouwen. Druppelirrigatie kan verzilting in droge gebieden voorkomen.

 

Tekst 2 - Duurzame ontzilting
Er wordt momenteel wereldwijd 80 miljard liter water per dag ontzilt. Dat staat gelijk aan 0,7% van alle watervoorziening op aarde. De behoefte aan ontzilting blijft stijgen door de groeiende zoetwaterschaarste, bevolkingsgroei en stijgende welvaart. Ontzilting kost echter ontzettend veel energie. Met 75,2 TWh (terrawattuur) is ontzilting verantwoordelijk voor 0,5% van het totale elektriciteitsverbruik op aarde. Omdat fossiele energiebronnen als aardolie schaarser worden en het gebruik ervan negatieve gevolgen heeft voor het milieu, is het gebruik van duurzame energie een goed alternatief. In het geval van het Midden-Oosten betekent het dat zonne-energie en wellicht waterkracht- en windenergie gebruikt kunnen worden.

Een tweede manier om het ontziltingsproces duurzamer te laten verlopen is een technologie uitvinden die minder energie zou kosten om zout en water van elkaar te scheiden. Scheikundigen onderzoeken de mogelijkheden om het zout uit het water te halen in plaats van al het water te verdampen om het zout over te houden. Het zal namelijk minder energie kosten om 3,5% zout uit het zeewater te winnen, dan om 96,5% zeewater te verdampen zoals nu gebeurt.

 

Beantwoord nu de volgende vragen.

  1. Noem twee voorbeelden van duurzaam waterbeheer in het Midden-Oosten. Leg bij elk voorbeeld uit waarom het duurzaam is.
  2. In de teksten wordt geen voorbeeld gegeven van het hergebruik van zoet water dat we in de opsomming van duurzaam waterbeheer hebben genoemd. Bedenk hiervan zelf een voorbeeld.

Stap 4

Toets
Voor je aan de afsluiting van deze opdracht begint,
maak je eerst de volgende toets.

Vergelijk, na het beantwoorden van de vragen, jouw antwoorden met de goede antwoorden.
Heb je vragen fout, zorg dan dat je begrijpt waarom je antwoord niet goed is.

 

Toets:Midden Oosten - Ontzilting

Stap 5

Duurzaamheid en de Dode Zee
Bijna iedereen kent de Dode Zee omdat haar zoutgehalte zó hoog is, dat je heel makkelijk kunt blijven drijven zonder te hoeven zwemmen. De Dode Zee, op de grens van Israël en Jordanië, wordt echter steeds kleiner. Uit de rivier de Jordaan, die zorgt voor de toevoer van water in de Dode Zee, wordt steeds meer water gewonnen waardoor de toevoer steeds kleiner is.

Kijk maar eens naar de drie afbeeldingen. Als er niets gedaan wordt, zal niets gedaan wordt, zal de Dode Zee over enkele tientallen jaren nog maar een klein meer zijn. Het verdwijnen van de Dode Zee zou ernstige gevolgen hebben voor het lokale ecosysteem. Daarom moet er een oplossing komen waardoor de Dode Zee niet verder zal krimpen. Deze oplossing lijkt voorhanden te zijn met de aanleg van het Rode Zee-Dode Zeekanaal.
Jij gaat dit project analyseren aan de hand van duurzaam waterbeheer.

Bestudeer onderstaande afbeelding. Deze afbeelding is een schematische weergave van het project. Maak de opdrachten samen met je klasgenoot.

 

Het Rode Zee - Dode Zeekanaal

 

Maak samen een korte Powerpointpresentatie voor een voorlichting over het Dode Zee-Rode Zeekanaal. In de presentatie zit een kaart van het gebied met daarin getekend het kanaal en een schematische weergave van het kanaal met legenda.

 

  1. Download de kaart van Egypte, Jordanië en Israël. Bepaal aan de hand van de kaart in de Grote Bosatlas waar het kanaal zal komen.
    Teken het kanaal in de kaart en geef aan waar volgende onderdelen (die ook genoemd worden in de schematische weergave) zullen komen:
    pomp – ontziltingsinstallatie – waterkrachtsysteem – afvoer van brijn.
    Houd rekening met hoogteverschillen in het land.
  2. Download nu onderstaand schema en vul de methoden van duurzaam waterbeheer in
    (zie de verschillende stappen van deze opdracht). Maak de legenda onder de schematische weergave kloppend door de hoofdletters uit het plaatje voor de juiste methode van duurzaam waterbeheer te zetten.

 

Het Rode Zee-Dode Zeekanaal

 

Legenda

... De productie van zoet water uit zeewater.
... Het opwekken van energie door middel van waterkracht doordat water heuvelafwaarts stroomt.
... Het gebruik van duurzame energie voor ontzilting.
... Het gebruik van duurzame energie om zeewater heuvel op te pompen.
... Het restproduct van het ontziltingsproces – brijn(water) – komt niet in het grondwater terecht zodat er geen verzilting van grondwater optreedt.
... De Dode Zee wordt aangevuld waardoor ernstige gevolgen voor het lokale ecosysteem worden tegengegaan.

 

Klaar?
Ruil je presentatie met een ander groepje. Bekijk hun presentatie en bekijk wat zij anders hebben gedaan. Bespreek die verschillen met elkaar. Verbeter daarna jullie presentatie.
Lever het eindproduct in bij je docent. Als er tijd is, presenteren enkele groepjes hun Powerpoint.

Beoordeling
Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • hebben jullie netjes getekend?
  • hebben jullie goed samengewerkt?
  • hebben jullie de theorie van deze opdracht begrepen?

 

Water in China

Vooraf

Leerdoelen
China kampt met problemen op het gebied van water. Er zijn gebieden die regelmatig overstromen, andere gebieden kennen waterschaarste. Deze opdracht gaat over de manier waarop China deze problemen aanpakt: watermanagement in China.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • met een voorbeeld duidelijk maken dat China waterproblemen heeft.
  • uitleggen waarom het watergebruik in China fors toeneemt en wat de gevolgen daarvan zijn.
  • een maatregel gericht op duurzaam gebruik van water in China beschrijven.

Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht maak je samen met een klasgenoot, met behulp van grafische software (Photoshop, Picasa, Illustrator, Paint, etc.), een informatieve poster waarin je China’s waterproblemen uitbeeldt én de mogelijke maatregelen toont, die in China kunnen leiden tot beter waterbeheer. Ook laat je zien op welke manier(en) de rest van de wereld een bijdrage kan leveren. Maak hierbij gebruik van teksten, foto’s en/of illustraties.

In het eindproduct laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.

Beoordeling
Het eindproduct laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • de inhoud: laat de poster zien dat je weet hebt van China’s waterproblemen en het Chinese beleid op het vlak van watermanagement?
  • de vorm: is de poster met zorg gemaakt?
  • taalfouten: bevat de poster geen taalfouten?

 

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Samen Lees over de problemen met water in China. Teken een kaart in en maak daar een toelichting bij.
Stap 2 Alleen Bestudeer het waterverbruik in China. Beantwoord de vragen.
Stap 3 Alleen Leer wat de Chinese overheid doet aan de waterproblemen en hoe China samenwerkt met Nederland. Maak een kruiswoordpuzzel.
Stap 4 Alleen Enkele vragen beantwoorden.
Stap 5 Samen Maak een informatieve poster over de watersituatie in China voor een groep eerstejaars mbo'ers die op studiereis gaat naar China.

 

Benodigdheden

  • Een computer met internet een grafisch programma
  • Printer
  • A3 papier

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.  

Stap 1

Overstromingen of droogte
Water is in China regelmatig een probleem. Er is te veel of er is te weinig. Het noorden en oosten kennen vaak grote watertekorten en regenval veroorzaakt in het zuiden dikwijls grote overstromingen. China staat voor twee uitdagingen. Ten eerste moet het land voldoende zoet water beschikbaar hebben voor consumptie (drinkwatervoorziening en voedselproductie) en ten tweede moet het de bevolking beschermen tegen overstromingen.

Dat China regelmatig last heeft van overstromingen en watertekorten komt door enerzijds klimaatfactoren en anderzijds menselijke en andere natuurlijke factoren.

Klimaatfactoren
In de zomermaanden juni, juni en augustus zijn er veel zuidwestenwinden. Lucht die boven de Grote Oceaan verzadigd is geraakt met waterdamp, waait het land in.
Het vocht in de lucht condenseert boven land en valt in de vorm van hevige stortregens naar beneden. Hoe verder de lucht landinwaarts trekt, hoe minder neerslag er nog valt.

De hoeveelheid neerslag in de kuststreek van China is een serieus probleem. In Nederland valt gemiddeld 600 tot 800 mm per jaar. In de vallei van de langste rivier van China, de Jangtsekiang, valt gemiddeld 1.100 mm neerslag per jaar, met zomerse pieken in het oosten van soms 2.000 mm!


 

Menselijke en natuurlijke factoren
De belangrijkste stroomgebieden voor de aanvoer, afvoer en opslag van water zijn de stroomgebieden van de rivieren de Jangtsekiang (Yangzi of Blauwe Rivier), de Huang He (Gele Rivier)en de Zhu Jiang (Parelrivier) / Xi Jiang.

Rivier 1 - Jangtsekiang (Blauwe Rivier)
De hoeveelheid neerslag in de kuststreek van China is een serieus probleem. In Nederland valt gemiddeld 600 tot 800 mm per jaar. In de vallei van de langste rivier van China, de Jangtsekiang, valt gemiddeld 1.100 mm neerslag per jaar, met zomerse pieken in het oosten van soms 2.000 mm!
De rivier is een belangrijke vervoersader in China voor commercieel vrachtvervoer (zoals steenkool) en personenvervoer. De rivier verbindt het binnenland met de kust.

De Jangtsekiang-vallei is een bergachtig gebied. De begroeiing op de berghellingen voorkomt dat neerslag direct de helling afstroomt de rivier in en dat het water de tijd krijgt om in de bodem te infiltreren. Als de neerslag via het grondwater geleidelijk op de rivier afwatert, heeft de rivier minder last van extreme schommelingen en zullen er minder overstromingen zijn. Maar een groot deel van de bossen op de hellingen in de vallei is gekapt. De ruimte is vrijgemaakt voor woningen en akkerland. De kale hellingen houden de grote hoeveelheid neerslag niet vast. Het gevolg is dat de rivier regelmatig overstroomt.

De grootste waterramp die China ooit getroffen heeft, een van de dodelijkste natuurrampen ooit, vond plaats in 1931. In dat jaar overstroomden de Huang He, de Jangtsekiang én de Huai. De wintersneeuw zorgde voor extra smeltwater en het voorjaar én een deel van de zomer werden geteisterd door hevige regenval. Bovendien werd het land getroffen door zeven cyclonen. De schattingen van het aantal doden lopen uiteen: van 145.000 tot wel 4 miljoen slachtoffers.

 

Rivier 2 - Huang He (Gele Rivier)
De Huang He (Gele Rivier) heeft zijn naam te danken aan de kleur van het water. Dat wordt veroorzaakt door het sedimenttransport. Per seconde verplaatst de rivier ongeveer 6 ton slib. Jaarlijks voert de Huang He 1,4 miljard ton vaste materie naar zee. Het transport van sediment kleurt het rivierwater bruingeel en maakt het tot een modderstroom. Niet alles slib bereikt de zee: onderweg zet de rivier veel slib af. Dat zorgt voor een voortdurende verhoging van de rivierbedding en daarmee voor koerswijzigingen en overstromingen.


Een deel van het jaar bereikt het rivierwater de zee zelfs nauwelijks. De benedenloop van de rivier krijgt de afgelopen jaren minder water te verwerken. Stuwmeren en waterkrachtcentrales houden bovenstrooms te veel water tegen waardoor de rivier benedenstrooms verpietert. Er is te weinig water voor irrigatie van landbouwgronden en het grondwaterpeil zakt, een catastrofe voor de boeren. Het stroomgebied van de Huang He wordt, benedenstrooms, elk jaar droger.

 

Rivier 3 - Zhu Jiang (Parelrivier)

De Parelrivier in het zuiden, tussen Hongkong en Macau, is een estuarium, een trechtervormige riviermonding waarin drie grote rivieren uitmonden. Verreweg de grootste daarvan is de Xi Jiang. Door getijverschil worden zoet rivierwater en zout zeewater tot brak water vermengd.

De Parelrivier heeft zijn naam te danken aan een voormalig eilandje met de naam Zeeparel. Het eilandje is door de toevoer van slib aan wal geraakt. De steden aan de rivier zijn dicht bevolkt en dat leidt tot ernstige vervuiling van het rivierwater op die plekken. Het rivierwater is niet geschikt voor drinkwater of voedselproductie.
Door de neerslag in de kuststreken treedt de rivier regelmatig buiten zijn oevers.

 

Opdracht

  1. Bekijk de kaart over de neerslag in China
  • Kleur de Huang He geel, de Jangtsekiang blauw en de Xi Jiang paars
  • Geef aan wat de bovenloop van de rivier is en wat de benedenloop.
  • Geef aan waar de rivieren overstromen en waar ze droog staan.
  • In welke gebieden valt de meeste neerslag?
  • In welke gebieden valt de minste neerslag?
  • In welk gebied valt bijna alle neerslag in juni en juli?
  • In welke gebied valt de neerslag redelijk gelijk verdeeld over het jaar?
  1. Maak een legenda met toelichting bij de kaart en een korte toelichting waarin je de volgende zaken uitlegt:
  • Waarom overstromen de rivieren op bepaalde plaatsen en waarom staan ze op bepaalde plaatsen droog? Maak duidelijk onderscheid in oorzaken door het klimaat, andere natuurlijke factoren en menselijke factoren.
  • Waarom valt in bepaalde gebieden veel neerslag en in andere gebieden weinig?

Stap 2

Waterverbruik in China
Lees het onderstaande krantenartikel en bekijk de video.

Watergebruik China neemt drastisch toe
HOUTIANZI - 'Het water staat veel te laag', zegt boer Liu op zijn akker aan de oever van de Gele Rivier. 'Je kunt zo naar de andere kant lopen.' Hij schudt mismoedig het hoofd bij de aanblik van de maïs op zijn akkers. Bij ieder haal van zijn schoffel stuift er een wolkje stof op. –

Naar een artikel in Trouw, 14 juli 2014

 

Het water op onze aarde

Ook in China stijgt het waterverbruik, vooral door de groei van de welvaart. Consumenten gebruiken meer water, maar ook de groeiende industrie neemt meer en meer af. Vooral in de textielindustrie worden heel veel water gebruikt.
China is het grootste textielland ter wereld en is verantwoordelijk voor een kwart van de wereldwijde katoenproductie. Kleding uit China is in westerse landen goedkoop en populair. Het gevolg hiervan is dat de vraag naar katoen stijgt, de katoenteelt groeit en er dus meer water wordt verbruikt voor deze productie. Het grootste deel van de katoenproductie in China is geconcentreerd rondom de Huang He.

Ook de voedselproductie groeit. Het meeste voedsel wordt in het westen van China geproduceerd. Daar valt de meeste neerslag. Een belangrijk deel van de productie is bedoeld voor de export en wordt goedkoop verkocht in het buitenland. Voor de voedselproductie is veel zoet water nodig.

 

Opdracht
Beantwoord de vragen.

  1. Hoe kan het dat we oceanen vol met water hebben, maar dat er zo weinig drinkwater is?
  2. Hoeveel mensen zullen er volgens het filmpje in 2050 in waterschaarse gebieden wonen?
  3. Waarom neemt de behoefte aan zoet water toe?
  4. Noem drie oorzaken voor het toenemende waterverbruik in China.
  5. Welke tak van industrie in China heeft de grootste waterbehoefte?
  6. Op welke manier spelen consumenten wereldwijd een rol in China’s watergebruik?

Stap 3

Maatregelen van de overheid
De Chinese overheid is druk bezig om alle waterproblemen onder controle te krijgen. Er zijn maatregelen nodig op allerlei terreinen. China investeert bijvoorbeeld in goede meteorologische apparatuur,zodat er betere weersverwachtingen gemaakt kunnen worden.
Als er betrouwbare verwachtingen zijn, kunnen inwoners en instanties voorzorgsmaatregelen treffen. Dat geldt voor boeren en dat geldt voor inwoners van risicogebieden, die bij de verwachting van hoogwater hun huizen kunnen beschermen of een goed heenkomen kunnen zoeken. Ook zorgt de Chinese overheid voor voldoende hulpgoederen, zoals rubberboten, dieselgeneratoren en noodverlichting.
De regering doet er daarnaast alles aan om rivierdijken te versterken.De Jangtsekiang wordt uitgebaggerd om de capaciteit van de rivierbedding te vergroten, zodat het water meer ruimte krijgt.

Samenwerking met Nederland
Nederland heeft veel ervaring in het omgaan met water en die kennis wordt geëxporteerd, ook naar China. Op andere punten kan Nederland nog wat van China leren. Rijkswaterstaat werkt samen met Chinese partners en zij wisselen kennis uit op het gebied van overstromingen, veiligheid en waterkwaliteit

Opdracht
Maak de kruiswoordpuzzel .

Stap 4

Toets
Voor je aan de afsluiting van deze opdracht begint, maak je eerst de volgende toets.

Vergelijk na het beantwoorden van de vragen jouw antwoorden met de goede antwoorden.
Heb je vragen fout, zorg dan dat je begrijpt waarom je antwoord niet goed is.

 

Toets:Water in China

Stap 5

Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht maak je samen met een klasgenoot met behulp van een grafisch programma (zoals Photoshop of Picasa, Illustrator, Paint, etc.) een ‘informatieve poster’. Hierop laat je zien welke waterproblemen China heeft en welke maatregelen er (kunnen) worden genomen om deze problemen aan te pakken. Ook laat je zien hoe de rest van de wereld een bijdrage kan leveren. Maak hierbij gebruik van teksten, foto’s en/of illustraties.

In het eindproduct laat je in ieder geval drie van onderstaande punten zien:

  • Oorzaken en gevolgen van overstromingen van de rivieren in bepaalde delen van China.
  • Oorzaken en gevolgen van de droogte in bepaalde delen van China.
  • Toegenomen watergebruik in China.
  • Maatregelen van de Chinese autoriteiten tegen overstromingen.
  • Acties van consumenten wereldwijd.
  • Samenwerking met Nederland.

Klaar?
Print je de poster uit op A3 papier. Laat het eindproduct beoordelen door jullie docent. Creativiteit verdient extra punten.

Water in China 2

Vooraf

Leerdoelen
China staat bekend om zijn vele stuwdammen en waterkrachtcentrales. Niet zo vreemd als je bedenkt dat verschillende Chinese rivieren in de top 10 van langste rivieren staan. Het stromende water geeft China grote kansen om in de groeiende energiebehoefte te voorzien. Maar er is ook weerstand. De bouw van de stuwdamcentrales heeft nogal wat gevolgen voor de mensen en voor het milieu. En niet alleen in  China, maar ook in de buurlanden.
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • uitleggen waarom China veel stuwdamcentrales bouwt.
  • de gevolgen beschijven van de stuwdammen en waterkrachtcentrales voor aan de benedenstroom gelegen landen.
  • de maatregel beschrijven die China neemt om eventuele negatieve gevolgen van de aanleg van stuwdammen tegen te gaan.

Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht ga je samen met een klasgenoot een onderzoek doen over naar mogelijke effecten van de Drieklovendam in China. Je bevindingen verwerk je in een schema. Presenteer jullie onderzoek aan de klas.
In het eindproduct laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.

Beoordeling
Het eindproduct laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • de inhoud: laat het schema zien dat je begrepen hebt welke effecten het bouwen van stuwdammen heeft?
  • de vorm: is het eindproduct met zorg gemaakt?
  • taalfouten: bevat het eindproduct niet te veel taalfouten?
  • creativiteit: heb je de informatie in een helder en overzichtelijk schema weergegeven?

Klaar?
Jullie presenteren jullie onderzoek aan de klas. Je wordt beoordeeld op je presentatie en je eindproduct.

 

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Leer over stuwdammen in China en de werking van een stuwdam.
Toets met een filmpje of je de stof hebt begrepen.
Stap 2 Alleen Bestudeer de problemen van de rivier Huang He. Beantwoord de vragen.
Stap 3 Alleen Bestudeer de gevolgen van de Drieklovendam in de Jangtsekiang. Beantwoord de vragen.
Stap 4 Samen Maak een schematische presentatie van de Drieklovendam met beeld en tekst.
Presenteer het schema aan de klas.


Benodigdheden
-

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Stap 1

China, het land van de stuwdamcentrales
China maakt veel gebruik van waterkracht om elektriciteit op te wekken. In de grote rivieren zijn veel stuwdamcentrales gebouwd. Een stuwdamcentrale bestaat uit een stuwdam met daarachter een stuwmeer. Vanuit dat stuwmeer wordt water naar een turbine geleid. De turbine drijft een generator aan die elektriciteit opwekt. In de Jangtsekiang, de langste rivier van China en de derde in de wereld, zijn verschillende waterkrachtcentrales gebouwd.

China heeft verschillende redenen voor het bouwen van de stuwdamcentrales. In de eerste plaats kunnen stuwmeren en dammen het regiem van een rivier wat gelijkmatiger maken en zo overstromingen benedenstrooms helpen voorkomen. In de tweede plaats verminderen ze de stroming en maken ze de rivier beter bevaarbaar als er ook een stelsel van sluizen wordt aangelegd. Dat laatste is gunstig voor de binnenscheepvaart en het toerisme.

Maar de belangrijkste reden voor het bouwen van deze waterkrachtcentrales is het opwekken van elektriciteit. Stuwdamcentrales hebben vaak een groot elektrisch vermogen. Doordat de bevolking in China enorm toeneemt en de welvaart stijgt, hebben steeds meer mensen behoefte aan elektrische apparaten als wasmachines, koelkasten en computers. Door waterkracht te gebruiken worden er geen brandstoffen gebruikt die op kunnen raken, zoals aardgas en steenkool, en er komen geen broeistofgassen als Co2 in de lucht.

Dammen en centrales zijn een duurzame investering: ze gaan vijftig tot honderd jaar mee. De delen van de rivier die door de bergen lopen, zijn erg geschikt voor stuwdammen, omdat de hoogteverschillen de stroming van het water versterken en het water makkelijker door de generator stroomt.

Bekijk de onderstaande afbeelding.

 

Werking van een stuwdamcentrale

  1. reservoir of stuwmeer
  2. krachtcentrale
  3. turbine
  4. generator
  5. inlaat
  6. leiding
  7. hoogspanningskabels
  8. rivier


Opdracht
Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen. Houd pen en papier bij de hand. Bekijk de eerste vraag. Zet het filmpje stil en schrijf je antwoord op. Bekijk de tweede vraag. Zet het filmpje stil en schrijf je antwoord op. Ga zo door tot je alle vragen beantwoord hebt. Speel dan het filmpje door, want dan krijg je de antwoorden en kun je zelf controleren of je de stof hebt begrepen.

Stap 2

Nadelige effecten stuwdammen
Stuwdamcentrales hebben niet alleen maar voordelen, er zijn ook ernstige nadelen: op sociaal en ecologisch terrein. Stuwmeren bedekken grote stukken land dat verloren gaat voor landbouw en natuur en waar mensen hun woningen moeten ontruimen.

Bij de aanleg van de Drieklovendam en het bijbehorende stuwmeer bijvoorbeeld moesten meer dan een miljoen mensen worden geëvacueerd. Het zal je niet verbazen dat de lokale bevolking regelmatig protesteert tegen de bouw van stuwdammen. Het indammen van grote hoeveelheden water vergroot het gevaar van aardverschuivingen en zelfs aardbevingen. Dammen verstoren het ecosysteem. Verschillende trekvissen komen niet op de gewenste broedplaats omdat de dam ze tegenhoudt.

In de boven- en middenloop van de Huang He zijn verschillende dammen gebouwd. De rivier transporteert veel sediment dat in de stuwmeren bezinkt. De stuwmeren slibben daardoor dicht, terwijl er benedenstrooms geen vruchtbare aarde meer wordt afgezet.
Een stelsel van stuwdammen in de rivier kan benedenstrooms verdroging veroorzaken. In dat geval wordt niet alleen de scheepvaart belemmerd, maar heeft dat ook gevolgen voor irrigatie en drinkwatervoorziening.
De Chinese regering erkent inmiddels de nadelen en maakt ook werk van een schoner milieu, veiligheid en duurzaamheid.

Opdracht
Lees het artikel .

Vragen

  1. Kijk in de atlas of op internet. Waar ontspringt de Huang He?
  2. Wat veroorzaakt de geelbruine kleur van de rivier?
  3. Welke functies heeft de rivier voor de mensen die erlangs wonen?
  4. Wat zijn de gevolgen van stuwdammen in de Huang He?
  5. Op welke plek is de foto op deze pagina gemaakt? Wat zie je?

Stap 3

De Drieklovendam
In de grootste rivier van China, de Jangtsekiang, ligt de grootste stuwdam van het land, de op drie na grootste van de wereld. Dit is de Drieklovendam. De dam is 185 meter hoog en 2.300 meter lang. Het stuwmeer is ongeveer 663 kilometer lang en heeft een oppervlakte van ongeveer 58.000 km2. 32 generatoren kunnen meer dan 18 miljoen kilowattuur produceren. De bouw heeft volgens de regering rond de 16 miljard euro gekost. Critici denken dat de bouwkosten in werkelijkheid een stuk hoger liggen.

Omdat de Jangtsekiang regelmatig buiten zijn oevers trad en omdat bij deze overstromingen duizenden mensen om het leven kwamen, werden er sinds de jaren 30 al plannen gemaakt voor een grote dam in de rivier.
In 1992 werd gestart met de bouw van de Drieklovendam, die in 2006 werd afgerond. De dam moest niet alleen de overstromingen tegengaan, maar ook energie opwekken en de scheepvaart op de rivier verbeteren. Voor de bouw van deze dam zijn verschillende dorpen en steden ontruimd. De inwoners hadden geen keus en moesten verhuizen.

Veel mensen waren bang voor de ecologische effecten van de dam. De angst voor aardverschuivingen en -bevingen en de toename van de vervuiling in de rivier bleek terecht. De dam houdt zoveel  water tegen dat er benedenstrooms te weinig water is. Meren die van het rivierwater afhankelijk zijn, verdrogen. De lagere waterafvoer bij Shanghai heeft tot gevolg dat het zoute zeewater oprukt en er verzilting van het grondwater optreedt. Er is minder water voor de productie van de wintertarwe, de waterkrachtcentrales achter de Drieklovendam wekken minder elektriciteit op en de drinkwatervoorziening voor miljoenen mensen wordt bedreigd.
De Chinese overheid erkent inmiddels dat de Drieklovendam grote gevolgen heeft voor mens en natuur en probeert de nadelige effecten tegen te gaan.

Opdracht
Bekijk de video. Het is een filmpje uit 2009, toen de Drieklovendam niet klaar was.

Drieklovendam aan Yangtze rivier in China


Vragen

  1. Noem  vier nadelige effecten van de Drieklovendam.
  2. Waarom is de dam te vroeg gebouwd volgens de activist in het filmpje?

Stap 4

Eindproduct
Je maakt samen met een klasgenoot een overzicht van de voor- en nadelen van de Drieklovendam. Je bevindingen verwerk je, of beter, visualiseer je in een schema/tabel. De benodigde informatie haal je uit deze lesstof aangevuld met betrouwbare internetbronnen.

Een schema of een schematische weergave is een model waarin je gedachten, informatie en kennis kunt onderbrengen. Dat mag in de vorm van tekst, symbolen, afbeeldingen, korte filmpjes en dergelijke De relaties tussen de begrippen kun je weergegeven met lijnen of pijlen. Daar schrijf je bij wat de betekenis van de relatie is. En zo kun je informatie, gedachten en ideeën vertalen naar een beeld.

In het schema laat je in ieder geval zien:

  • welke gevolgen de aanleg van de Drieklovendam heeft gehad voor China en de Chinezen.
  • Welke gevolgen de Drieklovendam heeft voor het milieu.
  • Welke gevolgen de Drieklovendam heeft voor de Jangtsekiang.

Thematoets

Water

Maak de thematoets.
De thematoets bestaat uit tien random (= willekeurige) vragen over dit thema.           
Soms is een vraag een reproductievraag, soms meer een inzichtvraag.

Doe je de toets een tweede keer dan krijg je weer tien random vragen.
Dat zullen veelal andere vragen zijn, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals krijgen.

Na het beantwoorden van de vragen krijg je je resultaat te zien.
Je ziet ook welke vragen je goed en welke vragen je fout hebt beantwoord.
Bij iedere vraag vind je onder [Meer info]-knop een link naar een item uit de Kennisbank.
Met behulp van die informatie kun je opzoeken wat het goede antwoord op de vraag is.

Thematoets: Water

Afsluiting thema

Eindopdracht

Vijftien opdrachten over water en een extra opdracht.
Deze opdrachten gingen onder andere over:

  • beschikbaarheid, veiligheid en vervuiling van water;
  • soorten rivieren, ruimte voor rivieren, overstromingsgevaar;
  • waterschaarste en ontzilting in het Midden-Oosten;
  • waterproblemen in China;
  • rivieren en stuwdammen in China.

Ook heb je geleerd over de watervoetafdruk. Met de watervoetafdruk kun je het gebruik per land goed vergelijken.

In deze afsluitende opdracht ga je zelf een quiz samenstellen en spelen. Je doet dit in groepjes.
De quizvragen gaan over de onderwerpen die in dit thema Water zijn besproken.

Werkwijze

Groepsgrootte
Je werkt in een groepje van drie of vier klasgenoten.

Benodigdheden
-

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig:

  • 1 uur om de quiz voor te bereiden en de eerste helft van de quiz te spelen.
  • 1 uur om de tweede helft van de quiz te spelen en de antwoorden na te kijken en te scoren.

Stap

Je doucht (bijna) elke dag, drinkt koffie of thee, je poetst een paar keer per dag je tanden, je kleren worden gewassen, je spoelt het toilet door, pakt de vaatwasser in, enfin, je kent het wel. We gebruiken allemaal een heleboel water per dag. In 2013 gebruikte de gemiddelde Nederlander 119 liter water per dag. Toch is dat maar een fractie van ons totale waterverbruik. Ons indirecte verbruik ligt een stuk hoger.
Kijk maar eens naar het volgende filmfragment:


Vraag:
“35.150 liter. Da’s heel wat”, zegt de man in de supermarkt. En zo is het. Maar is dat ook een probleem? En zo ja, wat is dan het probleem?

Stap 2

De grote doe-het-zelf-quiz
Maak een groep van drie of vier leerlingen. Ieder groepje bedenkt vijf vragen en antwoorden bij een van de volgende onderwerpen.

A             Waterkringloop
B             Water in soorten
C             Rivieren
D             Soorten rivieren
E             Nederland wordt natter
F             Menselijke ingrepen in het landschap en de gevolgen voor het water
G            Ruimte voor de rivier
H             Kustverdediging
I              Waterschaarste
J              Water in het Midden-Oosten
K             Water in China

Je mag natuurlijk terugkijken in de opdrachten om goede vragen te bedenken. Schrijf de vragen op een blaadje en nummer ze duidelijk.
- Het groepje dat vragen maakt over Waterkringloop nummert: A1 t/m A5.
- Het groepje dat Water in soorten doet nummert: B1 t/m B5.
- enzovoort.

Schrijf de antwoorden op een apart blaadje en gebruik dezelfde nummering. Maak ook een scoremodel. Dat wil zeggen: maak een overzicht hoeveel punten je per goed antwoord kunt verdienen.

Tijd voor de quiz!
Iedere groep kiest een quizmaster. Als je groep aan de beurt is, stelt de quizmaster de vijf vragen.
Alle leerlingen die niet bij jouw groep horen, beantwoorden de vragen als groep. Zij mogen dus overleggen.
Per ronde is er vijf minuten beschikbaar. Eén minuut per vraag dus.

Schrijf de antwoorden per categorie op een apart blaadje en zet er de goede nummers bij.

Als alle groepen hun vragen gesteld hebben, worden de antwoorden ingeleverd bij het groepje dat de vragen gemaakt heeft.
Dat groepje kijkt de antwoorden na en rekent de score uit.
De groep met de meeste punten is de winnaar.

  • Het arrangement Thema: Water vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Dirande van der Weerd
    Laatst gewijzigd
    2019-10-07 17:18:31
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Waterkringloop; Waterproblematiek; Water; Nederland waterland; Aardrijkskunde; Waterbeleid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    37 uur 0 minuten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Aardrijkskunde. (2020).

    Thema: Water NL vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/82659/Thema__Water_NL_vmbo_kgt34

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Voortdurende kringloop van water

    Korte en lange waterkringloop

    Waterkringloop

    Water in soorten

    Rivieren

    Hoeveel water gaat er door een rivier?

    Hoogteverschillen in een rivier

    NAP

    Sleepoefening

    Nederland wordt natter

    Kustverdediging

    Waterschaarste

    Afvoerputje van Europa

    Midden Oosten - Waterschaarste

    Midden Oosten - Ontzilting

    Water in China

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.