Hoofdstuk 2: Stoffen en hun eigenschappen - kopie 1

Hoofdstuk 2: Stoffen en hun eigenschappen - kopie 1

Werkblad 1: Stoffen in huis

Er bestaan miljoenen stoffen, en dagelijks worden er nieuwe stoffen bij gemaakt. Vroeger gebruikte men stoffen en materialen die in de natuur werden gevonden. Denk maar eens aan hout en klei. Tegenwoordig is men in staat allerlei nieuwe materialen te ontwikkelen die aan bepaalde eisen voldoen. De surfplank op de foto heeft een board, mast en zeil van de modernste materialen. Daardoor is zo’n surfplank betaalbaar, en zijn de prestaties sterk verbeterd.

Leerdoelen werkblad 1

Leerdoelen:

  • Kunnen herkennen of een bepaalde eigenschap een stofeigenschap is
  • Stoffen met elkaar kunnen vergelijken op grond van de volgende stofeigenschappen: kleur, geur, oplosbaarheid in water, elektrische geleiding, dichtheid en geluidsnelheid
  • Aan de hand van stofeigenschappen een keuze kunnen maken voor een toepassing met een uitleg erbij
  • Verschillende manieren kennen om metalen te beschermen en kunnen uitleggen hoe dit beschermt

Opdracht 1 t/m 4

Lees eerst §2.1 Stoffen in huis goed door.

Toets: opdracht 1 t/m 4

Start

Opdracht 5, Experiment B1

Je krijgt per groepje 10 flesjes met daarin onbekende stoffen. Onderzoek welke stoffen er volgens jouw groepje in de flesjes zitten. Kijk hiervoor naar de kleur, geur en de toestand(vast, vloeibaar of gasvormig) Schrijf ook eventuele andere bijzonderheden op. Probeer vervolgens de naam van de stof op te schrijven. Maak vervolgens een verslag van je proef.

Opzet verslag:

  • titel
  • onderzoeksvraag
  • werkplan
    • lijst met spullen
    • tekening van de opstelling
    • korte beschrijving van wat je hebt gedaan
  • Onderzoeksresultaten:

    flesje

    Kleur

    Geur

    Toestand

    Andere bijzonderheden

    naam

    1

     

     

     

     

     

    2

     

     

     

     

     

    3

     

     

     

     

     

    4

     

     

     

     

     

    5

     

     

     

     

     

    6

     

     

     

     

     

    7

     

     

     

     

     

    8

     

     

     

     

     

    9

     

     

     

     

     

    10

     

     

     

     

     

  • Conclusie

inleveropdracht nog toevoegen!

Opdracht 6 t/m 8

Toets: opdracht 6 t/m 8

Start

Werkblad 2: Massa en volume

In deze paragraaf gaan we op zoek naar het verband tussen massa en volume. Met massa bedoelen we het aantal gram of kilogram van een voorwerp of van een soort materiaal. Met het volume bedoelen we het aantal liter of kubieke meter. Omdat er veel verschillende eenheden gebruikt worden kijken we eerst hoe je die eenheden kunt omrekenen.

Paragraafvraag: Hoe kun je eenheden van massa en volume omrekenen?

Leerdoelen werkblad 2

Leerdoelen:

  • de eenheden van massa in elkaar kunnen omrekenen
  • de eenheden van volume in elkaar kunnen omrekenen
  • de eenheden van massa in elkaar kunnen omrekenen
  • weten wat met volume en inhoud wordt bedoeld
  • het volume van een kubus, balk en cilinder kunnen berekenen
  • weten wat met massa en gewicht wordt bedoeld

Verschillende eenheden en omrekenen

Verschillende eenheden

Er zijn veel verschillende manieren om de ‘hoeveelheid’ van een bepaald product aan te geven. In de supermarkt kom je van alles tegen: een zak aardappelen, een tros bananen, een krat bier, een kilo suiker of een liter melk.

Bij vloeistoffen en gassen bedoelen we met de ‘hoeveelheid’ het volume in bijvoorbeeld liter.

Bij vaste stoffen en voorwerpen bedoelen we met de ‘hoeveelheid’ de massa in bijvoorbeeld kilogram.

 

Volume of inhoud?

De woorden inhoud en volume worden vaak door elkaar gebruikt. Bij vloeistoffen gebruiken we volume. We zeggen wel: bij volume hoort iets met massa, bij inhoud bedoelen we lege ruimte. Een wijnfles heeft een bepaalde inhoud, de wijn in de fles heeft een bepaald volume.

 

Eenheden voor volume

Het volume wordt meestal aangegeven in liter (L) of milliliter (mL), maar soms kom je ook nog centiliter (cL) tegen.

De cilinderinhoud van de motor van een scooter of brommer wordt aangegeven in cc, dat staat voor kubieke centimeter (en dat is niet hetzelfde als centiliter!). Bij natuurkunde gebruiken we bij voorkeur cm3 en m3, en soms ook dm3 en liter. Met cm³ bedoelen we één kubieke centimeter.

In de tekening zie je op schaal de verhouding tussen 1 cm³ en 1 dm³.

Omrekenen van eenheden:

 

Massa of gewicht?

Bij vaste stoffen wordt ‘de hoeveelheid stof’ uitgedrukt in kilogram, gram of ton. In het dagelijks spraakgebruik noemen we dat het gewicht, maar natuurkundigen praten liever over de massa.

Gewicht    

Als je met je volle gewicht op een kartonnen doos gaat staan dan bedoelen we met gewicht de kracht die je op de doos uitoefent. Je gewicht drukt op de doos.

Massa          

Met de massa bedoelen we de hoeveelheid stof (in kg) die je bij wijze van spreke kunt vastpakken.

Het verschil tussen massa en gewicht

Het verschil tussen massa en gewicht wordt duidelijk in de ruimte. In de ruimte ben je gewichtloos, maar je massa is niet verdwenen. Ook in een achtbaan voel je je vaak lichter of zwaarder. Je gewicht drukt dan soms zwaarder of minder zwaar, maar je massa blijft hetzelfde.

In het dagelijks spraakgebruik hebben we het wel eens over kilo, maar dat is onzorgvuldig. Kilo betekent gewoon duizend, en kilogram betekent dus duizend gram. Een kilo aardappelen zou dus letterlijk betekenen 1000 aardappelen.

1 kg = 1000 gram ; 1 ton = 1000 kg

voorvoegsels

De woorden centi, milli en kilo noemen we voorvoegsels, net als micro,  mega en giga.

voorvoegsel

 

getal

betekenis

deci

d

0,1

een tiende

centi

c

0,01

een honderdste

milli

m

0,001

een duizendste

micro

m

0,000001

een miljoenste

nano

n

0,000000001

een miljardste

hecto

h

100

honderd

kilo

k

1000

duizend

mega

M

1.000.000

miljoen

giga

G

1.000.000.000

miljard

 

 

Toets: opgaven omrekenen eenheden deel 1 (hoort nog bij werkblad 1)

Start

Toets: Opgaven omrekenen eenheden deel 2

Start

Werkblad 3: Een verband tussen massa en volume

Met ‘de hoeveelheid’  van een stof bedoelen we het volume of de massa. Als je een grotere hoeveelheid van een bepaalde stof neemt, dan zal zowel de massa als het volume groter worden. In deze paragraaf gaan we onderzoeken of die toename evenredig is.

Paragraafvraag: Is de massa van een stof evenredig met het volume?

Leerdoelen werkblad 3

Leerdoelen:

  • de onderdompelmethode kunnen uitleggen en gebruiken om het volume te bepalen van een voorwerp
  • weten hoe je met een grafiek kan aantonen dat er een evenredig verband is tussen de massa van een stof en het volume
  • zelf een formule kunnen maken bij een grafiek met een evenredig verband

Opdracht 15, experiment B2. Massa evenredig met het volume?

Elk groepje krijgt een verschillende hoeveelheid van dezelfde soort stof. Elk groepje heeft dus een andere massa en een ander volume. Hoe kun je nu onderzoeken of de massa evenredig is met het volume?

 

Hieronder een methode om het volume van een onregelmatig voorwerp te meten:

Open nu eerst het bestand: Massa evenredig met volume. (de docent opent dit en deelt het vervolgens met de hele klas, zodat iedereen hierin kan werken!)

Ga daarna naar de toets: Massa evenredig met volume

Toets: Massa evenredig met volume?

Start

Werkblad 4: Dichtheid

Bij het verband tussen massa en volume hoort een formule. Het voordeel van een formule is dat je bij het rekenwerk niet steeds hoeft te beredeneren. Je kunt ook de formule invullen en uitrekenen. Het is dan wel belangrijk dat je goed weet hoe de formule ‘werkt’.

Paragraafvraag: Wat betekent de formule voor massa en volume?

 

Met een evenredig verband bedoelen we dat als het ene getal bijvoorbeeld vijf keer zo groot wordt, dat het andere getal dan ook vijf keer zo groot moet worden.  Bij een evenredig verband geldt ook dat de verhouding tussen de getallen steeds hetzelfde moet zijn. Bij het experiment heb je dat kunnen ontdekken.

Leerdoelen werkblad 4

Leerdoelen:

  • kunnen uitleggen wat wordt bedoelt met een dichtheid van b.v. 2,0 g/cm3
  • de dichtheid van een stof kunnen opzoeken in een tabel
  • stoffen aan de hand van de dichtheid kunnen herkennen
  • stoffen met elkaar kunnen vergelijken en vaststellen welke de grootste dichtheid heeft
  • dichtheid kunnen omrekenen naar een andere eenheid
  • de dichtheid van een stof kunnen berekenen als het volume en de massan van de stof bekend zijn
  • aan de hand van de dichtheid van stoffen uitleggen of voorwerpen zinken, zweven of drijven

Wat betekent de formule?

Toets: Wat betekent de formule?

Start

Dichtheid

dichtheid034

Een nieuw begrip:  dichtheid

De conclusie van het experiment is ook: “Elke kubieke centimeter heeft steeds dezelfde massa.”  Met de dichtheid van een stof bedoelen we de massa per kubieke centimeter van die stof. Elke stof heeft dus een eigen dichtheid, en aan de dichtheid van een stof kun je herkennen of die stof ‘zwaar’ is of ‘licht’.

De massa van een kubieke centimeter koper zal groter zijn dan van een kubieke centimeter hout. Kennelijk zit de massa bij koper dichter op elkaar dan bij hout.

     

Een rechte lijn

Bij wiskunde heb je geleerd dat bij een evenredig verband een rechte lijn door de oorsprong hoort. De formule van de lijn is:

In de grafiek van massa en volume staat de massa langs de y-as, en het volume langs de x-as. De formule wordt dan:

Toets: Opdrachten over dichtheid

Start

Werkblad 5: Een verband tussen massa en volume

Nu we weten wat dichtheid is en hoe je met dichtheid kunt rekenen gaan we enkele experimenten uitvoeren om te zien hoe je dichtheid in de praktijk kunt gebruiken.

Paragraafvraag: Hoe kun je de dichtheid gebruiken in de praktijk?

De docent geeft aan welke experimenten uitgevoerd worden, en in welke volgorde. De verschillende exprimenten staan onder de subkopjes van deze paragraaf.

 

Leerdoelen werkblad 5

Leerdoelen:

  • de massa en het volume van een voorwerp kunnen meten
  • de dichtheid van het voorwerp kunnen berekenen uit de massan en het volume
  • kunnen uitleggen hoe je de dichtheid van zout water kan bepalen

Experimenten over dichtheid

In de bijlage vindt je de opdrachten voor het practicum.

Je kan het practicum op verschillende niveau's uitvoeren

Niveau 1: experiment B3 De dichtheid van voorwerpen

Niveau 2: experiment B4 De dichtheid van zout water

Niveau 3: experiment B5 De dichtheid van chips

Je docent geeft aan welke twee van deze practica je gaat uitvoeren.

Van één van de experimenten die je uitvoert lever je een verslag in.

  havo-cijfer maximaal vwo-cijfer maximaal
niveau 1 8 -
niveau 2 10 8
niveau 3 - 10

 

HIer nog een inleverplek voor het practicum toevoegen

Werkblad 6: Een verband tussen massa en volume

De formule voor de dichtheid is bedoeld om het rekenwerk makkelijker te maken. Daarvoor moet je wel weten hoe je handig kunt rekenen met de formule. Lees paragraaf 2.4 Dichtheid, door.

 

Paragraafvraag: Hoe kun je rekenen met de formule voor dichtheid?

 

Voor het rekenwerk bij massa, volume en dichtheid kun je gebruik maken van verschillende manieren:

- beredeneren met behulp van de eenheid

- met een verhoudingstabel

- met behulp van de formules   en 

Leerdoelen werkblad 6

Leerdoelen:

  • kunnen rekenen met de formule  \(\rho = {m \ \over V}\)
  • kunnen rekenen met massa, volume en dichtheid, waarbij de grootte van twee van de drie is gegeven en de derde wordt uitgerekend met behulp van een verhoudingstabel
  • kunnen omrekenen van volumeprocent naar massaprocent en andersom

Rekenen met de formule voor dichtheid

Toets: Rekenen met de formule voor dichtheid

Start

Voorbereiden voor de toets

Samenvatting maken

Samenvatting maken:

Hieronder staan nog een keertje alle leerdoelen op een rijtje. Gebruik deze leerdoelen om een samenvatting te maken van het hoofdstuk "Water en Lucht". Lever deze samenvatting in.

Werkblad 1:

  • Kunnen herkennen of een bepaalde eigenschap een stofeigenschap is
  • Stoffen met elkaar kunnen vergelijken op grond van de volgende stofeigenschappen: kleur, geur, oplosbaarheid in water, elektrische geleiding, dichtheid en geluidsnelheid
  • Aan de hand van stofeigenschappen een keuze kunnen maken voor een toepassing met een uitleg erbij
  • Verschillende manieren kennen om metalen te beschermen en kunnen uitleggen hoe dit beschermt

Werkblad 2:

  • de eenheden van massa in elkaar kunnen omrekenen
  • de eenheden van volume in elkaar kunnen omrekenen
  • de eenheden van massa in elkaar kunnen omrekenen
  • weten wat met volume en inhoud wordt bedoeld
  • het volume van een kubus, balk en cilinder kunnen berekenen
  • weten wat met massa en gewicht wordt bedoeld

Werkblad 3:

  • de onderdompelmethode kunnen uitleggen en gebruiken om het volume te bepalen van een voorwerp
  • weten hoe je met een grafiek kan aantonen dat er een evenredig verband is tussen de massa van een stof en het volume
  • zelf een formule kunnen maken bij een grafiek met een evenredig verband

Werkblad 4:

  • kunnen uitleggen wat wordt bedoelt met een dichtheid van b.v. 2,0 g/cm3
  • de dichtheid van een stof kunnen opzoeken in een tabel
  • stoffen aan de hand van de dichtheid kunnen herkennen
  • stoffen met elkaar kunnen vergelijken en vaststellen welke de grootste dichtheid heeft
  • dichtheid kunnen omrekenen naar een andere eenheid
  • de dichtheid van een stof kunnen berekenen als het volume en de massan van de stof bekend zijn
  • aan de hand van de dichtheid van stoffen uitleggen of voorwerpen zinken, zweven of drijven

Werkblad 5:

  • de massa en het volume van een voorwerp kunnen meten
  • de dichtheid van het voorwerp kunnen berekenen uit de massan en het volume
  • kunnen uitleggen hoe je de dichtheid van zout water kan bepalen

Werkblad 6:

  • kunnen rekenen met de formule  \(\rho = {m \ \over V}\)
  • kunnen rekenen met massa, volume en dichtheid, waarbij de grootte van twee van de drie is gegeven en de derde wordt uitgerekend met behulp van een verhoudingstabel
  • kunnen omrekenen van volumeprocent naar massaprocent en andersom

 

Begrippen oefenen

Via quizlett kan je oefenen met begrippen

Oefenen met omrekenen

  • Het arrangement Hoofdstuk 2: Stoffen en hun eigenschappen - kopie 1 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Tosca Schroder
    Laatst gewijzigd
    2017-01-08 13:00:28
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Hoofdstuk 2: Stoffen en hun eigenschappen
    Leerniveau
    VWO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Materie; Mens en natuur; Stoffen om ons heen; Eigenschappen;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Via quizlett kan je oefenen met begrippen
    https://quizlet.com/_2ypdy5
    Link

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Hermann Wesselink College onderbouw. (z.d.).

    Hoofdstuk 2: Stoffen en hun eigenschappen

    https://maken.wikiwijs.nl/70989/Hoofdstuk_2__Stoffen_en_hun_eigenschappen

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    opdracht 1 t/m 4

    opdracht 6 t/m 8

    opgaven omrekenen eenheden deel 1 (hoort nog bij werkblad 1)

    Opgaven omrekenen eenheden deel 2

    Massa evenredig met volume?

    Wat betekent de formule?

    Opdrachten over dichtheid

    Rekenen met de formule voor dichtheid

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.