Verschillende eenheden en omrekenen

Verschillende eenheden

Er zijn veel verschillende manieren om de ‘hoeveelheid’ van een bepaald product aan te geven. In de supermarkt kom je van alles tegen: een zak aardappelen, een tros bananen, een krat bier, een kilo suiker of een liter melk.

Bij vloeistoffen en gassen bedoelen we met de ‘hoeveelheid’ het volume in bijvoorbeeld liter.

Bij vaste stoffen en voorwerpen bedoelen we met de ‘hoeveelheid’ de massa in bijvoorbeeld kilogram.

 

Volume of inhoud?

De woorden inhoud en volume worden vaak door elkaar gebruikt. Bij vloeistoffen gebruiken we volume. We zeggen wel: bij volume hoort iets met massa, bij inhoud bedoelen we lege ruimte. Een wijnfles heeft een bepaalde inhoud, de wijn in de fles heeft een bepaald volume.

 

Eenheden voor volume

Het volume wordt meestal aangegeven in liter (L) of milliliter (mL), maar soms kom je ook nog centiliter (cL) tegen.

De cilinderinhoud van de motor van een scooter of brommer wordt aangegeven in cc, dat staat voor kubieke centimeter (en dat is niet hetzelfde als centiliter!). Bij natuurkunde gebruiken we bij voorkeur cm3 en m3, en soms ook dm3 en liter. Met cm³ bedoelen we één kubieke centimeter.

In de tekening zie je op schaal de verhouding tussen 1 cm³ en 1 dm³.

Omrekenen van eenheden:

 

Massa of gewicht?

Bij vaste stoffen wordt ‘de hoeveelheid stof’ uitgedrukt in kilogram, gram of ton. In het dagelijks spraakgebruik noemen we dat het gewicht, maar natuurkundigen praten liever over de massa.

Gewicht    

Als je met je volle gewicht op een kartonnen doos gaat staan dan bedoelen we met gewicht de kracht die je op de doos uitoefent. Je gewicht drukt op de doos.

Massa          

Met de massa bedoelen we de hoeveelheid stof (in kg) die je bij wijze van spreke kunt vastpakken.

Het verschil tussen massa en gewicht

Het verschil tussen massa en gewicht wordt duidelijk in de ruimte. In de ruimte ben je gewichtloos, maar je massa is niet verdwenen. Ook in een achtbaan voel je je vaak lichter of zwaarder. Je gewicht drukt dan soms zwaarder of minder zwaar, maar je massa blijft hetzelfde.

In het dagelijks spraakgebruik hebben we het wel eens over kilo, maar dat is onzorgvuldig. Kilo betekent gewoon duizend, en kilogram betekent dus duizend gram. Een kilo aardappelen zou dus letterlijk betekenen 1000 aardappelen.

1 kg = 1000 gram ; 1 ton = 1000 kg

voorvoegsels

De woorden centi, milli en kilo noemen we voorvoegsels, net als micro,  mega en giga.

voorvoegsel

 

getal

betekenis

deci

d

0,1

een tiende

centi

c

0,01

een honderdste

milli

m

0,001

een duizendste

micro

m

0,000001

een miljoenste

nano

n

0,000000001

een miljardste

hecto

h

100

honderd

kilo

k

1000

duizend

mega

M

1.000.000

miljoen

giga

G

1.000.000.000

miljard