Thema: Biotechnologie hv3

Thema: Biotechnologie hv3

Biotechnologie hv3

Intro

Biotechnologie
In de biotechnologie houden mensen zich bezig met technieken waarbij organismen worden gebruiken voor praktische doeleinden. Het gaat dus om producten waar je wat aan hebt. Bijvoorbeeld kaas, brood of medicijnen.
Mensen maken al eeuwen gebruik van organismen voor het maken van voedingsmiddelen.
Ook het fokken van dieren en het selecteren, kruisen en veredelen van planten behoort tot de biotechnologie.
Dit zijn vormen van klassieke biotechnologie.

Genetische modificatie is een techniek die veel gebruikt wordt in de moderne biotechnologie:
Bekijk de video over genetische modificatie.

Genetische modificatie wordt bijvoorbeeld ingezet bij het maken van voedingsmiddelen en medicijnen.
Bij deze techniek wordt een gen uit de een cel overgeplaatst in de cel van een ander organisme.
Zo kan een bepaalde nuttige eigenschap worden overgezet van het ene organisme in het andere organisme.
Door genetische modificatie krijgt een organisme dus een eigenschap die hij eerst niet had.

Zo worden tegenwoordig landbouwgewassen gekweekt die beter zijn beschermd tegen insecten of die ongevoelig zijn geworden voor bestrijdingsmiddelen. Of aardappels die niet twee soorten zetmeel bevatten, maar slechts één soort: amylopectine.
Dit zetmeel wordt gebruikt voor de productie van lijm en verf.

Hoewel genetische modificatie veel voordelen heeft, zijn er ook nadelen.
Genetische modificatie heeft ook veel tegenstanders. Organismen met nieuwe genen zouden gevaar kunnen leveren voor de gezondheid en het milieu. Zo is men bezorgd of mensen niet allergisch worden van voeding die genetisch gemodificeerde stoffen bevatten en wat de gevolgen op de langere termijn zijn.

Dit thema gaat over klassieke en moderne biotechnologie.
Je sluit het thema af examenvragen die aansluiten bij de leerdoelen en het onderwerp van dit thema. 

Wat kan ik straks?

Kennis
Aan het eind van dit thema kun je:

Bouw van zaadplanten

De organen van een zaadplant noemen. 
Uitleggen wat de functies zijn van de organen van en zaadplant.

Schimmels

Onderdelen van een schimmelcel benoemen.
Met behulp van een voorbeeld duidelijk maken dat schimmels nuttig kunnen zijn.
Met behulp van een voorbeeld duidelijk maken dat schimmels schadelijk kunnen zijn.
Uitleggen dat schimmels reducenten zijn.
Beschrijven hoe schimmels zich voortplanten.

Bacteriën

De onderdelen van een bacteriecel benoemen.
Met behulp van een voorbeeld duidelijk maken dat bacteriën nuttig kunnen zijn.
Met behulp van een voorbeeld duidelijk maken dat bacteriën schadelijk kunnen zijn.
Uitleggen dat bacteriën reducenten zijn
Beschrijven hoe bacteriën zich voortplanten.

Erfelijke eigenschappen - DNA, genen en chromosomen

  Omschrijven waarom nakomelingen lijken op hun ouders.
Van de begrippen chromosoom, gen, DNA aangeven wat ze te maken hebben met het doorgeven van erfelijke eigenschappen.
Omschrijven wat een karyogram is en aangeven op welk punt het karyogram van een vrouw verschilt met het karyogram van een man.

Biotechnologie

De begrippen selectie, kruisen en veredelen omschrijven.
Met behulp van voorbeelden het verschil omschrijven tussen klassieke en moderne biotechnologie.
Het begrip genetische modificatie omschrijven.

Vaardigheden:
Aan het eind van dit thema kun je:

Een eenvoudig practicum uitvoeren en daarvan een verslag maken.
Een onderzoek opzetten en daarvan een verslag maken.

 

= onthouden, begrijpen

= toepassen

= evalueren, analyseren, creëren

Wat ga ik doen?

Het thema Biotechnologie bestaat uit de volgende onderdelen.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.

Activiteit

Aantal lessen

Inleiding

 

Wat kan ik straks?

0,5

Wat ga ik doen?

0,5

Modules

 

Module: Bouw van zaadplanten

2

Module: Bacteriën

2

Module: Schimmels

2

Module: Erfelijke eigenschappen

2

Module: Biotechnologie

2

Afsluiting

 

Samenvattend

1

Examenvragen

0,5

Terugkijken

0,5

Totaal

13

 

 

 

Modules

Voor je gaat beginnen aan de afsluiting van het thema ga je vijf modules doorwerken. In eerste instantie lijken de verschillende modules misschien niet zoveel met elkaar te maken te hebben, maar omdat veel (examen)vragen zogenaamde contextvragen zijn, moet je de theorie uit de verschillende modules gecombineerd kunnen toepassen. En daar ga je na het doorwerken van de modules mee oefenen in de examenopgaven in de afsluiting.

Module 1

Bouw van zaadplanten

Module 2

Bacteriën

Module 3

Schimmels

Module 4

Erfelijke eigenschappen

Module 5

Biotechnologie

Afsluiting

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbankitems bij dit thema.

Bouw van zaadplanten

Bouw van een cel

Cellen van bacterie

Cellen van schimmels

Erfelijke eigenschappen

Biotechnologie

Examenvragen

Je hebt in de modules veel theorie bestudeerd en veel vragen beantwoord en opdrachten gemaakt.
Als het goed is ben je nu klaar voor het beantwoorden van een aantal examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

Wil je meer oefenen? Kijk op Examenkracht.nl

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van dit thema nog eens door.
    Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
    Past de video goed bij het thema? Waarom wel of waarom niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je in het totaal ongeveer 13 uur met dit thema bezig zou zijn. Ben je meer of minder tijd met het thema bezig geweest?
    Met welke module ben je het langst bezig geweest? En met welke het kortst?
  • Inhoud
    Het thema bestaat uit vijf modules. Welke module vond je het leukst om te doen?
    En welke vond je het minst leuk? Schrijf op waarom je deze opdracht niet zo leuk vond.
    Snap je wat de modules met elkaar te maken hebben?
  • Examenvragen
    Je hebt de examenvragen Biotechnologie gemaakt.
    Ging het goed? Had je de theorie uit de modules nodig om de vragen te kunnen maken?
  • Het arrangement Thema: Biotechnologie hv3 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-05-31 12:03:18
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor biologie voor havo/vwo leerjaar 3. Dit thema heet biotechnologie en behandelt 5 onderwerpen. Het eerste onderwerp is bouw van zaadplanten. Je leert de organen van een zaadplant noemen en uitleggen wat de functies zijn van de organen van een zaadplant. Het tweede onderwerp is schimmels. Je leert onderdelen van een schimmelcel benoemen, met behulp van een voorbeeld duidelijk maken dat schimmels nuttig kunnen zijn, met behulp van een voorbeeld duidelijk maken dat schimmels schadelijk kunnen zijn, uitleggen dat schimmels reducenten zijn en beschrijven hoe schimmels zich voortplanten. Het derde onderwerp is bacteriën. Je leert de onderdelen van een bacteriecel benoemen, met behulp van een voorbeeld duidelijk maken dat bacteriën nuttig kunnen zijn, met behulp van een voorbeeld duidelijk maken dat bacteriën schadelijk kunnen zijn, uitleggen dat bacteriën reducenten zijn, beschrijven hoe bacteriën zich voortplanten. Het vierde onderwerp is erfelijke eigenschappen - DNA, genen en chromosomen. Je leert omschrijven waarom nakomelingen lijken op hun ouders, van de begrippen chromosoom, gen, DNA aangeven wat ze te maken hebben met het doorgeven van erfelijke eigenschappen, omschrijven wat een karyogram is en aangeven op welk punt het karyogram van een vrouw verschilt met het karyogram van een man. Het vijfde onderwerp is biotechnologie. Je leert de begrippen selectie, kruisen en veredelen omschrijven, met behulp van voorbeelden het verschil omschrijven tussen klassieke en moderne biotechnologie, het begrip genetische modificatie omschrijven.
    Leerniveau
    HAVO 3; VWO 3;
    Leerinhoud en doelen
    Reproductie en evolutie; Dynamisch evenwicht; Biologie; Instandhouding en ontwikkeling;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    13 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, bacteriën, biologie, biotechnologie, dna, erfelijkheid, havo/vwo 3, schimmels, stercollectie, zaadplanten