Kennis
Aan het eind van dit thema kun je:
Bouw van zaadplanten
![]() |
De organen van een zaadplant noemen. |
![]() |
Uitleggen wat de functies zijn van de organen van en zaadplant. |
Schimmels
![]() |
Onderdelen van een schimmelcel benoemen. |
![]() |
Met behulp van een voorbeeld duidelijk maken dat schimmels nuttig kunnen zijn. |
![]() |
Met behulp van een voorbeeld duidelijk maken dat schimmels schadelijk kunnen zijn. |
![]() |
Uitleggen dat schimmels reducenten zijn. |
![]() |
Beschrijven hoe schimmels zich voortplanten. |
Bacteriën
![]() |
De onderdelen van een bacteriecel benoemen. |
![]() |
Met behulp van een voorbeeld duidelijk maken dat bacteriën nuttig kunnen zijn. |
![]() |
Met behulp van een voorbeeld duidelijk maken dat bacteriën schadelijk kunnen zijn. |
![]() |
Uitleggen dat bacteriën reducenten zijn |
![]() |
Beschrijven hoe bacteriën zich voortplanten. |
Erfelijke eigenschappen - DNA, genen en chromosomen
Omschrijven waarom nakomelingen lijken op hun ouders. | |
![]() |
Van de begrippen chromosoom, gen, DNA aangeven wat ze te maken hebben met het doorgeven van erfelijke eigenschappen. |
![]() |
Omschrijven wat een karyogram is en aangeven op welk punt het karyogram van een vrouw verschilt met het karyogram van een man. |
Biotechnologie
![]() |
De begrippen selectie, kruisen en veredelen omschrijven. |
![]() |
Met behulp van voorbeelden het verschil omschrijven tussen klassieke en moderne biotechnologie. |
![]() |
Het begrip genetische modificatie omschrijven. |
Vaardigheden:
Aan het eind van dit thema kun je:
![]() |
Een eenvoudig practicum uitvoeren en daarvan een verslag maken. |
![]() |
Een onderzoek opzetten en daarvan een verslag maken. |
= onthouden, begrijpen
= toepassen
= evalueren, analyseren, creëren