Kinderloos

Inleiding

Van de vrouwen die nu rond de 70 jaar oud zijn, is ruim 10 procent kinderloos gebleven.

Van de vrouwen die nu rond de 50 jaar oud zijn, heeft 15 procent geen kinderen gekregen.

Van de jongere generaties vrouwen blijft naar verwachting ongeveer 20 procent kinderloos.
Soms gewenst, soms ongewenst.

 

Onvruchtbaarheid

Als honderd paren onbeschermd geslachtsgemeenschap hebben, worden er binnen een maand, statistisch gezien, maar vijftien vrouwen zwanger. Na een jaar seksueel contact zijn dat er negentig.

Soms lukt het zelfs na veel proberen niet om zwanger te worden. Onvruchtbaarheid kan zowel lichamelijke als psychische oorzaken hebben.
Bij een vruchtbaarheidsonderzoek kijkt men naar de belangrijkste factoren die de vruchtbaarheid bepalen:
het optreden van een eisprong, de kwaliteit van het sperma en de mogelijkheid dat eicel en sperma bij elkaar kunnen komen.

Oorzaken:
Seksuele problemen kunnen een rol spelen bij een verminderde vruchtbaarheid. Bij impotentie kan een man geen erectie krijgen, waardoor geslachtsgemeenschap niet goed mogelijk is. Ook als de penis niet diep genoeg in de vagina wordt gebracht, is de kans op bevruchting kleiner.

Vrouwen hebben soms last van vaginisme. Dit is een kramptoestand van de spiertjes rondom de vagina, waardoor de man zijn penis niet naar binnen kan brengen.

Onvruchtbaarheid bij de man

Meestal is onvruchtbaarheid bij mannen te wijten aan het feit dat er te weinig zaadcellen bij de zaadlozing vrijkomen. De zaadcellen kunnen bovendien slecht van kwaliteit zijn. Vaak komt dit door een te hoge temperatuur in de balzak.

Een ontsteking van de geslachtsorganen kan de vruchtbaarheid (blijvend) doen verminderen.
Zo’n ontsteking veroorzaakt een afsluiting van de zaadbuisjes waardoor de zaadcellen heen moeten. Daardoor komen er bij een zaadlozing geen of te weinig zaadcellen vrij.

Afwijkingen van de hormoonspiegels in het bloed kunnen de vorming van zaadcellen lamleggen.
Dit kan door bloedonderzoek aan het licht komen.
Ook psychische oorzaken, gezondheid en leeftijd spelen soms een rol bij een verminderde vruchtbaarheid.

Zwemmende zaadcellen

 

Onvruchtbaarheid bij de vrouw

Een verstopping van de eileiders is in ongeveer 30 procent van de gevallen de oorzaak van onvruchtbaarheid bij de vrouw. Bij een buitenbaarmoederlijke zwangerschap vindt de innesteling van de bevruchte eicel niet plaats in de baarmoeder, maar ergens anders (eileider, buikholte of eierstok). Dit kan worden veroorzaakt door een vernauwing van een eileider door een ontsteking als gevolg van een geslachtsziekte.

Bij één op de zes vrouwen wordt de verminderde vruchtbaarheid veroorzaakt door het uitblijven van de eisprong. Vanaf het dertigste levensjaar treden geleidelijk minder eisprongen op en na de menopauze komen helemaal geen eicellen meer vrij. Naarmate een vrouw ouder wordt, wordt het krijgen van kinderen moeilijker. Ook kunnen stress, overgewicht, vermagering, chronische ziekten en extreem veel sporten de hormoonspiegels in het bloed verstoren, waardoor de eisprong uitblijft.
Soms kan het baarmoederslijmvlies zich als gevolg van een hormoonafwijking niet goed klaarmaken om de bevruchte eicel te ontvangen.

Dalende vruchtbaarheid

Ongewenste kinderloosheid komt steeds meer voor. Dit komt voor een deel doordat paren gemiddeld op latere leeftijd aan kinderen beginnen dan vroeger. De vruchtbaarheid neemt af met de leeftijd.

Via het milieu krijgen we kleine hoeveelheden van bepaalde stoffen binnen (zware metalen, PCB’s en bestrijdingsmiddelen) die de vruchtbaarheid negatief beïnvloeden. Deze stoffen hopen zich in het lichaam op en ontregelen de hormonale controle van de voortplanting. Ook zijn er aanwijzingen dat sporen van oestrogenen in drinkwater de vruchtbaarheid van mannen doen verminderen.  
Roken, alcohol- en druggebruik verkleinen de kans op kinderen. De kwaliteit van het sperma neemt door deze leefgewoonten af. Ook kunnen schadelijke stoffen de placenta passeren, waardoor de kans op embryonale afwijkingen en vroegtijdige beëindiging van de zwangerschap toeneemt.

Vruchtbaarheidsbehandeling

Bij vruchtbaarheidsbehandelingen ontstaat relatief vaak een meerling. In 2009 kreeg een Amerikaanse vrouw een achtling nadat ze een vruchtbaarheidsbehandeling had ondergaan.

Kunstmatige inseminatie

Bij kunstmatige inseminatie wordt sperma bij de vrouw kunstmatig ingebracht. Dat gebeurt bijvoorbeeld als de man te weinig spermacellen produceert en de kans op een natuurlijke bevruchting minimaal is.

Ingevroren bij - 196 °C kan sperma lang worden bewaard.
Bij onvruchtbaarheid kunnen de spermacellen van een spermadonor gebruikt worden om een eicel van de vrouw ‘kunstmatig’ te bevruchten. Een andere (onbekende) man levert dan zijn sperma via een spermabank. Een arts brengt het sperma bij de vrouw in.

Hormonale therapie

Om de zwangerschap in stand te houden, is het hormoon HCG nodig. HCG wordt gemaakt in één van de vruchtvliezen om het embryo. Het zorgt ervoor dat het gele lichaam progesteron blijft maken tot en met de derde maand van de zwangerschap.

Als het embryo onvoldoende HCG maakt, krijgt een vrouw dit hormoon als medicijn toegediend. HCG wordt gewonnen uit de urine van zwangere vrouwen. De urine wordt via het Moeders voor Moeders programma ingezameld. Voor een paar gram HCG zijn miljoenen liters urine nodig.  

Geneesmiddelen met HCG worden ook gebruikt bij vruchtbaarheidsbehandelingen na een kunstmatige bevruchting.

IVF en ICS

Bij in vitro fertilisatie (IVF) vindt de bevruchting plaats buiten het lichaam van de moeder. Een IVF-behandeling start met een hormoonkuur waardoor er meer follikels in de eierstokken rijpen. De eicellen worden vervolgens operatief uit de eierstok gehaald en in een petrischaaltje bevrucht. Na een aantal celdelingen worden de verkregen blastula’s (meestal twee) in de baarmoeder geplaatst.

Als IVF niet tot een bevruchting leidt, kan men proberen om men met een fijne naald één zaadcel rechtstreeks in de eicel te spuiten. Dit heet intra cytoplasmatische spermainjectie (ICSI).
Ook hierbij wordt de verkregen blastula vervolgens teruggeplaatst in de baarmoeder.

Adoptie

Mensen die geen eigen kinderen kunnen krijgen, kunnen voor adoptie kiezen. Ze nemen dan de zorg en verantwoordelijkheid op zich voor het kind van iemand anders. Er zijn ook mensen die wel kinderen kunnen krijgen, maar die om een andere reden voor adoptie kiezen.

Voor adoptie gelden wettelijke voorschriften en procedures. Zo mogen aspirant-adoptieouders bijvoorbeeld niet ouder zijn dan 41 jaar.

  • Het arrangement Kinderloos is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-05-05 09:08:57
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Biologie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    leerlijn, reangeerbare, rearrangeerbare leerlijn