Het arrangement Kennisbank M en M is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
- Auteur
- Laatst gewijzigd
- 2025-10-03 20:51:53
- Licentie
-
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
- het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
- voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Toelichting
- De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
- Leerinhoud en doelen
- Aardrijkskunde; Geschiedenis;
- Eindgebruiker
- leerling/student
- Moeilijkheidsgraad
- gemiddeld
- Trefwoorden
- kennisbank, leerlijn, rearrangeerbare
Gebruikte Wikiwijs Arrangementen
VO-content - Kennisbanken. (2016).
De Franse Revolutie 1
VO-content - Kennisbanken. (2016).
De Franse Revolutie 2
VO-content - Kennisbanken. (2016).
De Franse Revolutie 3
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Kerk en staat - vmbo
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Ontstaan van het Christendom
https://maken.wikiwijs.nl/92647/Ontstaan_van_het_Christendom
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Ontstaan van het Christendom - vmbo
https://maken.wikiwijs.nl/92648/Ontstaan_van_het_Christendom___vmbo
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Russische Revolutie 1
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Russische Revolutie 2
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Splitsing kerk - vmbo
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Vakantie door de jaren heen
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Verspreiding van het Christendom
https://maken.wikiwijs.nl/92662/Verspreiding_van_het_Christendom
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Verspreiding van het Christendom - vmbo
https://maken.wikiwijs.nl/92665/Verspreiding_van_het_Christendom___vmbo
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Verzet in de koloniën 1
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Verzet in de koloniën 2
De periode 1000-1500 is een belangrijke periode voor het ontstaan van landen onder leiding van één vorst. Het lukte vorsten in die periode om een centraal bestuur in te stellen. Vorsten namen ambtenaren in dienst die zorgden dat de wetten die werden bedacht ook werden nageleefd. Die ambtenaren zorgden ook voor de belastinginning. Heel belangrijk, want met de deze inkomsten kon de vorst zijn eigen leger betalen.
De investituurstrijd is een moeilijk woord voor een strijd om de macht tussen de Duitse keizer en de paus. De strijd ging er om wie de bisschoppen mocht benoemen.
In de tijd dat Jezus van Nazareth werd het leven beheerst door godsdienst. De Romeinen hadden voor alles en nog wat een god of geest die ze gunstig stemden door offers, rituelen en gebeden.
De invloed van Jezus van Nazareth op de geschiedenis is heel groot. Volgens de christelijke leer is Jezus de zoon van God die op aarde kwam om de mensheid te verlossen van hun zonden. Jezus werd geboren in Bethlehem in Palestina ten tijde van keizer Augustus.
Het christendom sprak vooral de armen en onderdrukten aan. Gelijkheid voor God en een beter leven na de dood was een aantrekkelijk vooruitzicht. Het idee van beloning na onderdrukking, armoede en ongelijkheid maakte het leven wat dragelijker.
In de 19e eeuw is het politieke systeem ontstaan dat we nu nog kennen. Een belangrijke stap was de grondwet van 1848 die door Thorbecke is ontworpen.
Het liberalisme was een politieke stroming die de vrijheid van het individu voorop stelde. Volgens de liberalen zijn mensen voor een belangrijk deel zelf verantwoordelijk voor hun eigen geluk.
Het socialisme was een politieke stroming die zich inzette voor betere arbeidsomstandigheden voor de arbeiders. In de 19de eeuw waren veel mensen van het platteland naar de steden getrokken om te werken in de fabrieken. In die fabrieken waren de werkomstandigheden slecht: arbeiders maakten lange werkdagen, deden vies en gevaarlijk werk en kregen weinig betaald.
De katholieken en protestanten worden samen wel de confessionelen genoemd. Anders dan de liberalen en de socialisten zagen zij wel een rol voor het geloof in de politiek.
De politieke partij die de katholieken oprichtten heette de RKSP, de Rooms Katholieke StaatsPartij. De belangrijkste katholieke politieke leider was Herman Schaepman. Hij was een van de eerste katholieken in de tweede kamer.
De katholieke geloof had rond 1500 een grote invloed op het alledaagse leven. Mensen gingen veel naar de kerk. Natuurlijk om te bidden tot God en alle andere heiligen, maar ook om vergeving van hun zonden te vragen. En tijdens de mis droegen de gelovigen, als goede christenen, een deel van hun inkomen af aan de kerk. Dat geld werd gebruikt om de kerkgebouwen steeds mooier te maken. De kerken werden versierd met prachtige beeldhouwwerken en schilderijen. Ook gebruikten bisschoppen het vele geld om er goed van te leven. Veel gelovigen hadden een grote afkeer van de rijkdom binnen de kerk, maar kritiek geven was niet makkelijk. De kerk maakten gelovigen die kritiek hadden op de kerk uit voor ketters en strafden de ketters streng.
Een bijzondere manier voor de kerk om aan geld te komen was het verkopen van aflaten. Een aflaat is een bewijs van de kerk waarop staat dat je zonden die hebt begaan zijn vergeven. Aflaten kon je kopen bij de kerk. Hoe groter je zonden, hoe duurder de aflaat.
Luther was een fervent gelovige, maar schrok zich een hoedje toen hij zag hoe het er in Rome aan toe ging. De Paus en de andere hoge geestelijken leefden als koningen in hun paleizen. Hij vond dat zo’n luxe levensstijl niet het goede voorbeeld was van een eenvoudig christelijk leven.
Veel mensen waren het eens met de kritiek van Luther op de Kerk en probeerden de paus te overtuigen dat de kerk moest luisteren naar de protesten. Maar toen de kerk niet veranderde, vormden ze uiteindelijk een nieuwe kerk. Dat werd de hervormde kerk, een kerk van protestanten. In de protestante kerken waren geen overdadige versieringen te vinden en konden gelovigen gewoon hun geloof uitoefenen.
De splitsing van de christelijke kerk zorgde ook voor een splitsing in de kaart van Europa. Veel vorsten in met name het noorden van Europa schaarden zich achter de ideeën van de protestanten. In het zuiden van Europa bleven de meeste landen katholiek.
De eerste 300 jaar hadden de christenen het niet gemakkelijk gehad in het Romeinse Rijk. Christenen konden niet in het openbaar hun geloof uitoefenen. Zij die dat toch probeerden werden gevangen gezet of nog erger voor de leeuwen geworpen.
In het jaar 394 riep de Romeinse keizer Theodosius het christendom uit tot staatsgodsdienst. Iedereen die in het Romeinse Rijk woonde was nu verplicht christen. Keizer Theodosius bestreed andere godsdiensten: aanhangers van andere geloven mochten geen godsdienstige rituelen meer uitvoeren en kregen geen baan bij de overheid. Niet christelijke tempels werden vernietigd of omgebouwd tot christelijke kerk. Het christendom was voor Theodosius een belangrijk middel om eenheid te krijgen in het grote Romeinse Rijk. Als iedereen in één god geloofde was het makkelijke om één volk te zijn.
Het verhaal wil dat Clovis, de koning van de Franken, in het jaar 496 tegenover een overmacht van vijandige Alamannen stond. Nadat Clovis tot de god van de christenen had gebeden, versloeg hij op eenvoudige wijze zijn vijanden.
Karel de Grote wordt vaak als de belangrijkste vorst van de vroege Middeleeuwen gezien. Het Frankische rijk was onder zijn leiding het grootst. Heel zijn leven trok Karel ten strijde, onder andere tegen de mohammedaanse legers in Spanje, tegen de Longobarden in Zuid-Europa en tegen de Denen en de Saksen in Noordwest-Europa.
Nu het Christendom in grote delen van Europa de belangrijkste godsdienst was, werden er overal kloosters gesticht. Een klooster is een plek waar monniken bij elkaar wonen en leven in navolging van Jezus. 



Je wordt geboren in een katholiek gezin. Gaat naar een katholieke school. Je bent lid van een katholieke voetbalvereniging of toneelclub. De bakker waar je het brood koopt is katholiek. De werkgever die je een baan geeft is katholiek. Je trouwt een katholiek meisje of katholieke jongen. Je stemt op een katholieke politieke partij. Je luistert naar de katholieke zenders op de radio. En als je dood gaat krijg je een katholieke begrafenis. Zo zag de verzuilde samenleving er rond 1950 uit als je geboren was in een katholiek gezin.
Als mensen in de jaren 70 minder naar de kerk gaan wordt de binding aan de zuil minder. Dan kijken ze wat vaker over de schutting en dan blijken mensen uit de andere zuilen niet eens zo heel vreemd.
Er zijn verschillende redenen waardoor het vakantiegedrag van Nederlanders de afgelopen vijftig jaar is veranderd.
In de 16e eeuw bestond Nederland nog niet. Wel waren er een aantal provincies in het tegenwoordige Nederland, Belgiė, Luxemburg en Noord-Frankrijk die samen de Nederlandenwerden genoemd. De overeenkomst tussen deze provincies was Karel V die landheer van al deze provincies was.
De Nederlanden waren rond 1500 grotendeels een agrarische samenleving.
De investituurstrijd is een moeilijk woord voor een strijd om de macht tussen de Duitse keizer en de paus.
Onvrede met de centralisatiepolitiek van de Filips II en het vasthouden aan het katholieke geloof leidde tot verzet tegen de Spaanse koning. Dit groeide uit tot de Opstand. 
In 1774 was Lodewijk XVI koning van Frankrijk geworden. Frankrijk was in die tijd een standenmaatschappij. Er waren drie standen de eerste stand was de geestelijkheid, de tweede stand was de adel en de derde stand waren de boeren, ambachtslui en burgers.
De derde stand was erg ontevreden over hun eigen situatie: zij betaalden wel alle belasting, maar hadden geen invloed op het bestuur van het land.
De eerste bijeenkomst van Staten-Generaal sinds lange tijd eindigde in een ruzie tussen de derde stand en de andere twee standen.
In de 17e en 18e eeuw waren er veel mensen vanuit Europa naar Amerika getrokken om zich daar te vestigen. Aan de oostkust werden een aantal Engelse koloniën gesticht.
De Engelse koloniën aan de oostkust van Amerika waren boos op Engeland omdat ze extra belasting moesten betalen zonder dat ze meer politieke invloed kregen.
Het socialisme was een politieke stroming die zich inzette voor beterere arbeidsomstandigheden voor de arbeiders.
Binnen het socialisme heb je verschillende stromingen. De gematigde socialisten, ook wel sociaal-democraten genoemd, wilden hun ideaal via de politiek bereiken. Zij richtten politieke partijen op en probeerde de maatschappij 'van binnenuit' te veranderen. De sociaal-democraten zijn voor een verzorgingsstaat: de overheid maakt wetten die zorgt voor betere omstandigheden voor de arbeiders.
Het enorme grote Rusland was rond 1900 een agrarische samenleving: het overgrote deel van de bevolking werkte in de landbouw. Het land kende nog weinig industrie. Veel Russen leefden in bittere armoede. Rusland stond in die tijd onder het bewind van de tsarenfamilie. Deze tsaren stonden al eeuwen lang aan het hoofd van de regering. Zij voerden een conservatief beleid, dat wil zeggen dat zij op politiek gebied zo min mogelijk wilden veranderen.
In februari 1917 braken er in Rusland opstanden en stakingen uit. De grote armoede, het dramatische verloop van de oorlog en een tsaar die niets wilde veranderen maakten dat mensen in verzet kwamen. Het leger gebruikte geen geweld tegen de opstandelingen. Veel soldaten sloten zich zelfs aan bij het verzet tegen de tsaar.
Toen de communisten na de Russische revolutie in 1917 aan de macht waren, werden tegenstanders van het regime hard aangepakt en vaak zelfs naar strafkampen gestuurd.
In de 15e en 16e eeuw waren grote delen van de wereld koloniën geworden van Europese landen. Uit de koloniën werden allerlei producten gehaald die in de Europese landen verhandeld werden. De Europese landen hadden veel macht in de koloniën; je noemt dat imperialisme.
De gevolgen van het moderne imperialsime in Afrika zie je in deze kaart van het werelddeel.
De Europese landen bestuurden de koloniën vaak op dezelfde manier als ze hun eigen land bestuurden. De leiding van het bestuur was in handen van de blanken. Voor de lagere bestuurders werden wel de oorspronkelijke bewoners van het land opgeleid.
Na de Tweede Wereldoorlog kregen de Europese landen te maken met onafhankelijkheidsbewegingen in hun koloniën.
De opstand van de koloniėn tegen het moederland wordt ook wel dekolonisatie genoemd.
Op deze kaart zie je van een groot aantal landen in welk jaar die landen onafhankelijk zijn geworden.
Voordelen:
Voordelen:

Een lening om een huis te kopen, noem je een hypotheek.
Op de afbeelding zie je hoe een kleine Romeinse villa eruitzag.