Week 1
GZK-AFP Rode loper MzVz
Het afgelopen twee periodes hebben jullie heel veel geleerd over het verlenen van zorg & begeleiding in de verschillende branches. Tijdens de lessen BB ga je deze periode aan een grote individuele opdracht werken waarin jullie veel van de opgedane kennis en vaardigheden gaan toepassen.
Na deze periode gaan jullie op stage. Tijdens stage zullen jullie ook individueel aan de slag gaan met verplichte opdrachten en examens. Hier krijgen jullie de aankomeden periode uitleg over tijdens SLB. De opdracht van BB deze periode is alvast ter voorbereiding op de opdrachten van BPV-1.
Uitwerken ziektebeeld met behulp van de rode loper
Een rode loper is een hulpmidddel waarmee je je kunt verdiepen in een ziektebeeld. Bij AFP is uitgelegd wat een rode loper is en welke onderwerpen aan bod moeten komen in de uitwerking van een rode loper. Boven in de wiki vind je ook het format 'rode loper'.
Opdracht 1:
Bekijk de lesinhoud van Pathologie en AF voor deze periode. Kies een ziektebeeld uit waar jij graag specialist in wilt worden. Je kunt bijvoorbeeld denken aan Syndroom van Prader-Willi, zwangerschapsdepressie, onvruchtbaarheid, etc.
Werk het ziektebeeld aan de hand van de rode loper uit. Doe dit uitgebreid en zorg voor theoretische verdieping door gebruik te maken van de kennis die jij al bezit door de lessen anatomie, fysiologie en pathologie.
De bedoeling is dat je eerst in je theorieboeken zoekt naar informatie. Als het hier niet in staat of te kort dan kan je op het internet gaan zoeken. Overleg met je docent over welke websites betrouwbaar zijn.
Eisen rode loper:
- Schrijf in eigen woorden (geen knippen/ plakken).
- Per kopje een uitgebreide uitwerking.
- Onder elk kopje staat welke bronvermelding is gebruikt.
- De uitwerking van de rode loper is minimaal 3 pagina's lang (A4).
Week 2
Vorige week heb je gewerkt aan de rode loper. Vandaag krijg je tijd om hier nog verder aan te werken. Vergeet niet om feedback te vragen. We starten eerst met een korte pitch om informatie uit te wisselen.
Opdracht 1:
Voor stage is het belangrijk dat iedereen algemene kennis heeft over meerdere ziektebeelden. We starten de les daarom met een pitch. Iedereen vertelt kort over wat hij/zij tot nu toe geleerd heeft over het ziektebeeld. De pitch duurt maximaal 3 minuten.
Bekijk onderstaand filmpje om een beeld te krijgen van wat een pitch inhoud.
Voorbeeld van een pitch
Opdracht 2:
Je kunt nu verder werken aan de uitwerking van je rode loper. Let op, je rode loper moet aan het einde van de les af zijn. Controleer zelf of je alle punten hebt verwerkt. Wissel je rode loper ook uit met een medestudent. Is de uitwerking voor je medestudent goed te volgen? Bevat het niet te veel moeilijke woorden bijvoorbeeld?
Opdracht 3:
Zoek minimaal 1 geschikt filmpje over het ziektebeeld/ aandoening via youtube van maximaal 4 minuten en zet de link in de rode loper. Voeg de rode inclusief link naar filmpje toe aan de (kern) van je eindverslag. De rode loper lever je ook apart in op Nelo.
Week 3
AFTEKENKAART weekproducten Beroepsbegeleiding per.4 lj1
Formulier 4 zorgdomeinen van verantwoorde zorg
De afgelopen 2 weken heb je de rode loper uitgewerkt voor een ziektebeeld. Deze week, start je aan de hand van het ziektebeeld, met het maken van een casus van een zelfbedachte cliënt. Het moet gaan om een midden complexe cliënt.
Opdracht 1:
Maak een mindmap waarin je in het midden de naam van de cliënt zet en vervolgens ga je met behulp de zijtakken invullen met sleutelwoorden/kernwoorden die informatie geven van de achtergrond, het leven van de cliënt en het ziektebeeld. Op internet kun je genoeg voorbeelden van het maken van een mindmap vinden.
http://www.jijbenteensuperheld.nl/super-slim/mindmap-maken-zo-maak-je-een-mindmap-7-stappen/
Als hulpmiddel voor de mindmap geven we een aantal sleutel-/ kernwoorden:
- Persoonlijke gegevens
- Medische gegevens
- Voorgeschiedenis (Waar opgegroeid, getrouwd, kinderen, bijzondere levens gebeurtenissen, beroep)
- Huidige leefsituatie
- Lichamelijke welbevinden/ gebreken/ beperkingen
- Mentaal welbevinden
- Sociaal leven/ participatie
- Beperkingen dagelijks leven
Aan de hand van de mindmap werk je de casus van de zelfbedachte cliënt zo volledig mogelijk uit. De casus voeg je ook toe aan je verslag (kern).
Opdracht 2:
De verzamelden gegevens verwerk je nu uit vervolgens de 4 zorgdomeinen van verantwoorde zorg. In je verslag zet je het uitgewerkte formulier met de 4 domeinen van verantwoorde zorg in de bijlage. Het formulier 4 domein vind je bovenaan deze pagina.
Week 4
Formulier 4 zorgdomeinen van verantwoorde zorg
Observatieformulier anamnesegesprek
Tijdens deze les ga je bij een medestudent een anamnese afnemen van 15 a 20 minuten. Je neemt de anamnese af aan de hand van de vier domeinen van verantwoorde zorg. Gebruik de Checklist 4 domeinen uit het boek het Zorgplan om geschikte vragen te selecteren. Met de gegevens die je krijgt moet je een voorlopig zorgleefplan (begeleidingsplan) kunnen opstellen.
De docent maakt een verdeling van groepjes. 1 student is de cliënt (degene van de casus), 1 student is de verzorgende-IG (neemt de anamnese af). Je neem het anamnesegesprek op met behulp van een camera. Gebruik hiervoor je telefoon of leen een camera uit het LIC. Wissel daarna van rol.
Werkwijze anamnesegesprek voeren
- Gebruik de checklist 4 domeinen om geschikte vragen te selecteren voor het anamnesegesprek.
- Neem samen de observatielijst anamnesegesprek door. Het gesprek moet aan deze eisen voldoen.
- Zorg voor een geschikte gesprekssituatie en stel de camera goed op.
- Wissel na het eerste gesprek van rol.
Werkwijze evalueren van het gesprek
- Ruil de filmjes uit met een ander duo.
- Bekijk de filmpjes en vul per filmpje het observatieformulier anamnesegesprek in.
- Geef een mondelinge toelichting bij het geven van de feedback aan elkaar (twee duo's). Geef elkaar 2 tops en 2 tips.
Werkwijze invullen formulier 4 domeinen
- Verwerk de gegevens uit het anamnesegesprek in het formulier 4 domeinen. Gebruik hiervoor de al ingevulde versie van week 2
- Vul dit formulier aan met de extra gegevens die uit het gesprek naar voren kwamen
- Had je ook belangrijke gegevens gemist? Gegevens die in het gesprek niet naar voren zijn gekomen maar die wel naar voren hadden moeten komen?
- Pas de casus na het afnemen van de anamnese eventueel nog aan voor de simulant als je merkt dat er nog belangrijke dingen missen in de casus.
Verslag schrijven
Maak een verslag over het afnemen van het anamnesegesprek. Beschrijf hierin:
- Hoe het gesprek is verlopen. Maak hiervoor gebruik van de verkregen feedback. Wat ging goed, wat ging minder goed? Heb je alle belangrijke vragen gesteld en voldoende informatie uit het gesprek gekregen voor het opstellen van een voorlopig zorgleefplan?
- Een cliënt moet veel over zichzelf vertellen tijdens een intake/anamnesegesprek. Hoe denk je dat dit is voor een cliënt?
Voeg het observatieformulier en het verslag over het afnemen van het anamnesegesprek toe aan je verslag (in de bijlage). De uitwerking van het formulier van de 4 domeinen (bijgestelde formulier, zet je ook in de bijlage!)
Week 5
opdracht 1
format zorgleefplan
Witte Loper
Opstellen van een zorgleefplan
Maak aan de hand van de rode loper, de casus en het formulier van de 4 zorgdomeinen een zorgleefplan, waarin zorgbehoeften/problemen en zorgdoelen worden vastgesteld. Stel ook de zorgacties/interventies op waarmee het doel behaald kan worden. Denk bij de formulering aan de formuleringseisen voor problemen, doelen en zorgacties (lessen ZGK). De formuleringen moeten hieraan voldoen.
Formuleer 4 zorgdoelen per cliënt. Per levensdomein 1 doel.
Voeg het zorgplan toe aan de kern van je verslag.
opdracht 2
Formulier draaiboek voor activiteit
De komende 3 weken gaan we aan de slag met het organiseren van een individuele activiteit op gebied van begeleiding en ondersteuning van een zelfzorgtekort en voor ondersteuning/begeleiding bij huishouden en wonen voor je cliënt.
We starten met een individuele activiteit op gebied van begeleiding en ondersteuning bij huishouden en wonen. Doordat je al een zorgleefplan hebt gemaakt ken je de wensen, interesses, mogelijkheden, beperkingen en behoeften van je zorgvrager al goed.
Opdracht 2
Bedenk een passende activiteit op gebied van wonen en huishouden. De activiteit die je bedenkt kan gericht zijn op onderstaande onderwerpen:
- Huishouden (koken, boodschappen doen, wassen, schoonmaken etc.)
- Plannen en organiseren
- Structuur in de dag aanbrengen (vaste dagindeling)
- Omgaan met geld en leren sparen
- Administratie
- Omgaan en invullen van vrije tijd
- Vinden van dagbesteding: werk of school
- Sociaal netwerk vergroten.
TIP! Denk niet in problemen maar in mogelijkheden!
Begeleidingsplan/Plan van aanpak
Als je onderwerp/activiteit hebt bedacht, maak dan een plan. In dit plan beschrijf je wat het doel is van de activiteit en waarom het geschikt is voor de cliënt. Je beschrijft welke materialen je nodig hebt, hoeveel tijd het kost, welke begeleiding de cliënt nodig heeft en waarom. Je kunt hiervoor gebruik maken van het formulier Draaiboek voor activiteit. Het begeleidingsplan zet je in de kern van je verslag.
Week 6
De cliënt (eigen casus) heeft ook ondersteuning nodig bij zijn zelfzorg.
In het zorgleefplan heb je beschreven op welke gebieden ondersteuning nodig is.
Opdracht Zorgverslag
Kies uit je zorgleefplan uit het domein lichamelijk welbevinden een zelfzorgtekort. Hiervan heb je als het goed is al een probleem, doel en acties beschreven.
Zoek bij de geplande acties het bijbehorende protocol.
Probeer je voor te stellen dat je deze zorg echt gaat uitvoeren bij de zorgvrager. Houdt rekening met de mogelijkheden, beperkingen en wensen van de zorgvrager, maar ook met de richtlijnen uit het protocol. Beschrijf zo volledig mogelijk hoe je het zou aanpakken. Welke voorbereidingen tref je? Wat doe jij? Wat doet de zorgvrager zelf? Welke voorlichting geef je? Hoe ga je met je zorgvrager om? Hoe evalueer je de zorg en wat zou je rapporteren?
Voeg deze uitwerking toe aan de kern van je verslag.
Week 7
Checklist 'hoe schrijf ik een verslag'
Zorgsetting
Je hebt nu je cliënt goed leren kennen en je weet op welke gebieden hij/zij ondersteuning en/ of begeleiding nodig heeft. Ga nu op zoek naar een geschikte zorgcentrum of zorgorganisatie voor je cliënt.
Zoek op de website een geschikte woonvorm of thuiszorgorganisatie voor je cliënt. Waar moet het zorgcentrum of zorgorganisatie aan voldoen?
- Geef de naam van de organisatie die je het meest geschikt lijkt voor je cliënt.
- Geef aan welke items / aspecten belangrijk waren bij je keuze; Waar heb je op gelet? Welk item(s) en aspecten gaf / gaven de doorslag bij de keuze?
- Bekijk de website van het gekozen organisatie en geef een oordeel over de website.
- Denk je dat veel mensen via internet een geschikte organisatie zoeken? Wat vind je van deze manier van zoeken naar een geschikt zorgorganisatie?
Werk bovenstaande uit en zet dit in de bijlage van je verslag.
Afmaken eindverslag
Jullie starten vandaag met het afmaken van het eindverslag. Je doet dit aan de hand van het formulier 'hoe schrijf je een verslag'. Dit formulier vind je bovenaan deze pagina.
Let op, het inleveren van een gedegen verslag is een voorwaarde om aan het multidisciplinair overleg mee te mogen doen.
Voorbereiden multidisciplinair overleg
Volgende week ga je je cliënt overdragen aan een instelling tijdens een multidisciplinair overleg. Denk na over de informatie die je moet overdragen aan je collega's. Bekijk ook onderstaand filmpje.
Uitleg multidisciplinair overleg
Week 8
STRAK formulier
Vandaag ga jij als verzorge jouw client overdragen naar een nieuwe instelling tijdens een multidisciplinair overleg.
Overdracht (MDO)
Vandaag gaan jullie individueel je client overdragen.
Evaluatie
Alle klassen bespreken met de docent wat ze van BB vonden deze periode. Welke tops en tips hebben jullie?
Reflectie
Schrijf een STRAK verslag over het multidsciplinair overleg. Het formulier vind je boven aan deze pagina.
Aftekenkaart
Format Zorgleefplan
