Klas 3: Leerdoelen

Klas 3: Leerdoelen

De koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland

Leerdoelen:

Paragraaf 1:

1.Ik kan uitleggen wat een oorzaak is.

2. Ik kan uitleggen wat een gevolg is.

3. Ik kan twee oorzaken opnoemen die er zijn voor het oprichting van de VOC in 1602.

4. Ik kan vier tactieken opnoemen hoe de VOC zijn monopolie wist te handhaven.

5. Ik kan uitleggen wie Jan Pieterszoon Coen was.

6. Ik kan drie oorzaken opnoemen die er zijn voor het einde van de VOC in 1799.

 

Paragraaf 2:

1. Ik kan uitleggen wat het gevolg is van het einde van de VOC voor Nederland.

2. Ik kan uitleggen hoe het komt dat de financiële situatie van 1800 tot 1830 in Nederlands-Indië slecht was aan de hand van twee voorbeelden.

3. Ik kan uitleggen wat het cultuurstelsel inhield aan de hand van de volgende zaken: 1/5 deel, plantloon, cultuurprocenten en batig slot.

4. Ik kan vier gevolgen van het cultuurstelsel opnoemen.

5. Ik kan uitleggen op welke manier Nederlands-Indië bestuurd werd aan de hand van begrip duale bestuursstelsel.

6. Ik kan uitleggen en opnoemen door wie en welke twee vormen kritiek er waren op het cultuurstelsel.

 

Paragraaf 3:

1. Ik kan uitleggen wat het liberalisme inhoud.

2. Ik kan uitleggen in welke drie stappen het cultuurstelsel is afgeschaft in 1870.

3. Ik kan drie gevolgen opnoemen die het afschaffen van het cultuurstelsel had.

4. Ik kan twee grote ontwikkelingen opnoemen die er waren na 1870 in en rondom NL-Indië.

5. Ik kan uitleggen en opnoemen met wat en hoe de NL-ers de situatie in NL-Indië probeerde te verbeteren.

6. Ik kan een gevolg opnoemen van de ethische politiek.

 

Paragraaf 4:

1. Ik kan uitleggen hoe het nationalisme zich uitbreidde voor WOII in Nederlands-Indië.

2. Ik kan drie gevolgen noemen van de Japanse bezetting.

3. Ik kan uitleggen hoe het nationalisme zich uitbreidde tijdens WOII in Nederlands-Indië.

4. Ik kan uitleggen wie Soekarno was.

5. Ik kan uitleggen wat de situatie was in Nederlands-Indië vlak na WOII.

6. Ik kan de vier afspraken benoemen van het akkoord van Linggadjati.

7. Ik kan uitleggen op welke manier Nederland de macht probeerde terug te krijgen in NL-Indië.

8. Ik kan uitleggen hoe het komt dat Nederlands-Indië op 27 december 1949 onafhankelijk is geworden.

 

Ik kan uitleggen waarom de volgende personen belangrijk zijn voor de geschiedenis van de koloniale relatie Indonesie - Nederland:

  • Jan Pieterszoon Coen
  • Max Havelaar
  • Soekarno

 

Ik kan uitleggen wat er op deze jaartallen gebeurde in de geschiedenis van de koloniale relatie Indonesie - Nederland:

  • 1602
  • 1799
  • 1830
  • 1870
  • 1901
  • 1918
  • 17 augustus 1945
  • 1947
  • 1948
  • 27 december 1949

Van sociale kwestie tot sociale zekerheid

Leerdoelen:

Paragraaf 1:

  1. Ik kan uitleggen hoe er werd geproduceerd voor 1750 aan de hand van de volgende woorden: landbouw, handmatig en kleinschalig.
  2. Ik kan uitleggen hoe de industriële revolutie is ontstaan aan de hand van de volgende onderdelen: 1784, stoommachine, fabrieken en arbeiders
  3. Ik kan vier oorzaken opnoemen waar de industrialisatie van NL langzaam verliep.
  4. Ik kan drie oorzaken opnoemen waardoor de industrialisatie rond 1870 in NL opgang kwam.
  5. Ik kan uitleggen hoe de werkomstandigheden van een arbeider waren aan de hand van de volgende onderdelen: salaris, werktijden, kinderarbeid en sociale mobiliteit.
  6. Ik kan uitleggen hoe de leefomstandigheden van een arbeider waren aan de hand van de volgende onderdelen: arbeiderswoning, arbeiderswijken en liefdadigheid.

Paragraaf 2:

  1. Ik kan uitleggen wat de sociale kwestie is.
  2. Ik kan vier politieke stromingen opnoemen.
  3. Ik kan de meningen/oplossingen van vier politieke stromingen over de sociale kwestie opnoemen.
  4. Ik kan uitleggen waar Pieter Jelles Troelstra in de politiek voor streed.
  5. Ik kan twee manieren opnoemen die zijn bedacht om de sociale kwestie op te lossen.
  6. Ik kan vijf sociale wetten opnoemen.
  7. Ik kan vier positieve gevolgen van de industriële revolutie opnoemen.

Paragraaf 3:

  1. Ik kan uitleggen wat er in 1929 gebeurd.
  2. Ik kan het gevolg van de gebeurtenis in 1929 voor Nederland benoemen aan de hand van de volgende zaken: werkeloosheid, steunuitkering en werkverschaffingsprojecten.
  3. Ik kan drie oplossingen opnoemen die drie polititieke stromingen hadden bedacht om de crisis op te lossen.
  4. Ik kan vier manieren opnoemen hoe de wederopbouw werd gefinancierd.
  5. Ik kan uitleggen hoe de consumptiemaatschappij is ontstaan aan de hand van de volgende zaken: geleide loonpolitiek, geld en vrije zaterdag.
  6. Ik kan uitleggen hoe de Europese samenwerking is ontstaan aan de hand van de volgende zaken: EGKS en EU
  7. Ik kan twee doelen opnoemen van de Europese Samenwerking.

Paragraaf 4:

  1. Ik kan uitleggen hoe de verzorgingsstaat is ontstaan aan van de volgende zaken: crisis en armoede voor de Tweede Wereldoorlog, Willem Drees, sociale zekerheid en sociale wetten.
  2. Ik kan vijf oorzaken opnoemen waardoor de verzorgingsstaat in de problemen is gekomen.
  3. Ik kan drie meningen opnoemen van drie politieke stroming over de verzorgingsstaat.
  4. Ik kan drie aanpassingen van de verzorgingsstaat opnoemen van de laatste 40 jaar.
  5. Ik kan drie voorbeelden opnoemen van wat de moderne verzorgingsstaat doet.
  6. Ik kan mijn mening geven over de moderne verzorgingsstaat aan de hand van een argument.

Ik kan uitleggen waarom de volgende personen belangrijk zijn voor de geschiedenis van de sociale kwestie tot sociale zekerheid:

  • Pieter Jelles Troelstra
  • Hendrik Colijn
  • Willem Drees

Ik kan uitleggen wat er op deze jaartallen gebeurde in de geschiedenis van de sociale kwestie tot sociale zekerheid:

  • 1874
  • 1917
  • 1929
  • 1957
  • 1959
  • 1993

Wereldoorlogen

Paragraaf 1:

  1. Ik kan 6 oorzaken van de Eerste Wereldoorlog opnoemen, beschrijven en herkennen.
  2. Ik kan de aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog benoemen, beschrijven en herkennen.
  3. Ik kan het verloop van de Eerste Wereldoorlog beschrijven aan de hand van tweefrontenoorlog, Von Schlieffenplan, het westfront met loopgraven, het oostfront, onbeperkte duikbotenoorlog en wapenstilstand.
  4. Ik kan uitleggen hoe de loopgravenoorlog eruit zag aan de hand van de Slag bij de Somme.
  5. Ik kan vier belangrijke kenmerken van de Eerste Wereldoorlog opnoemen, beschrijven en herkennen.

 

Paragraaf 2:

  1. Ik kan zeven punten uit het Verdrag van Versailles opnoemen en beschrijven.
  2. Ik kan de reactie van Duitsland op het Verdrag van Versailles beschrijven en verklaren.
  3. Ik kan de economische gevolgen van het Verdrag van Versailles voor Duitsland benoemen, beschrijven en verklaren.
  4. Ik kan uitleggen wat de oplossing was van de crisis die veroorzaakt werd door het Verdrag van Versailles.
  5. Ik kan de gevolgen van de economische crisis van de jaren ’30 voor Duitsland beschrijven aan de hand van het Dawesplan, geld betalen, ontevredenheid en Hitler.

 

Paragraaf 3:

  1. Ik kan uitleggen hoe het politiek gezien eruit zag in Duitsland tussen 1919 en 1923 aan de hand van de volgende begrippen: Republiek van Weimar, NSDAP, herstelbetaling en staatsgreep in 1923.
  2. Ik kan de vier punten van het nationaal-socialisme opnoemen.
  3. Ik kan uitleggen hoe Duitsland vanaf 1933 bestuurd werd aan de hand van de volgende begrippen: rijkskanselier, dictatuur en totalitaire staat.
  4. Ik kan uitleggen hoe leven erin in Duitsland uitzag nadat Hitler aan de macht kwam aan de hand van de volgende begrippen: censuur, indoctrinatie, Gestapo en rassenwetten.
  5. Ik kan drie voorbeelden opnoemen van de buitenlandse politiek van Hitler.

 

Paragraaf 4:

  1. Ik kan drie oorzaken van de Tweede Wereldoorlog opnoemen.
  2. Ik kan de twee bondgenootschappen, en de daarbij horende drie belangrijkste landen opnoemen.
  3. Ik kan uitleggen hoe de Tweede Wereldoorlog verliep aan de hand van de volgende gebeurtenissen: aanval op Polen, Blitzkrieg, operatie Barbarossa, Pearl Harbor, Slag bij Stalingrad, D-Day, zelfmoord Hitler, atoombommen Hiroshima en Nagasaki.
  4. Ik kan de oorzaak opnoemen waarom Japan de Verenigde Staten aanviel.
  5. Ik kan uitleggen hoe Operation Overlord verliep aan de hand van de volgende gebeurtenissen: D-Day, bevrijding Parijs, het insluiten van Duitsland van twee kanten.
  6. Ik kan de reden benoemen waarom de Verenigde Staten besloot om atoombommen op Japan te gooien.

 

Personen:

  • De Zwarte Hand
  • Gravilo Principe
  • Frans Ferdinand
  • Adolf Hitler

 

Jaartallen:

  • 1914 - 1918
  • 1917
  • 1933
  • 1 september 1939
  • 1941 (2 x)
  • 6 juni 1944
  • mei 1945
  • augustus 1945

Koude oorlog

Paragraaf 1:

  1. Ik kan uitleggen wat de tegenstellingen zijn van de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten aan de hand van: communisme, planeconomie, dictatuur en het kapitalisme, vrijemarkteconomie, democratie.
  2. Ik kan uitleggen hoe de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten van bondgenoot naar vijand zijn gegaan aan de hand van de Tweede Wereldoorlog, democratie en Koude oorlog.
  3. Ik kan uitleggen welke twee invloedsferen er zijn en hoe de twee invloedsferen landen aan zich hebben gebonden aan de hand van Marshallhulp en satellietstaten.
  4. Ik kan twee kenmerken van de Koude oorlog opnoemen, beschrijven en herkennen.

Paragraaf 2:

  1. Ik kan het gevolg van de Tweede Wereldoorlog voor Duitsland opnoemen, beschrijven en herkennen op een staatkundige kaart.
  2. Ik kan uitleggen wat de Blokkade van Berlijn in 1948 inhield aan de hand van: D-mark, Stalin en luchtbrug.
  3. Ik kan de deling van Duitsland opnoemen, beschrijven en herkennen op een staatkundige kaart.
  4. Ik kan de twee bondgenootschappen van de Koude oorlog opnoemen, beschrijven en herkennen op een staatkundige kaart.
  5. Ik kan vijf kenmerken van de BRD opnoemen en beschrijven.
  6. Ik kan vijf kenmerken van de DDR opnoemen en beschrijven.
  7. Ik kan de reden noemen van de bouw van de Berlijnse Muur in 1961.
  8. Ik kan uitleggen wie Willy Brandt was aan de hand van Ostpolitik.

Paragraaf 3:

  1. Ik kan het belangrijkste doel van de Verenigde Naties opnoemen.
  2. Ik kan uitleggen wat de Veiligheidsraad is, uit welke landen dit bestaat en wat de rol van vetorecht daarbij is.
  3. Ik kan uitleggen wat de Koreaanse Oorlog is aan de hand van: invloedssferen en verdeling.
  4. Ik kan twee gevolgen opnoemen van de Cubaanse Revolutie.
  5. Ik kan uitleggen wat de Cubacrisis van 1962 is aan de hand van: raketinstallaties, Chroestjtsjov, Kennedy en verbeterde relatie.
  6. Ik kan twee gevolgen opnoemen van de dekolonisatie van Vietnam.
  7. Ik kan uitleggen wat de Vietnamoorlog is aan de hand van: dominotheorie, chemische wapens, burgeroorlog en communistisch bestuur.

Paragraaf 4:

  1. Ik kan drie oorzaken opnoemen van de crisis in de Sovjet-Unie.
  2. Ik kan uitleggen wat de politiek van Gorbatsjov inhield aan de hand van glasnost en perestrojka.
  3. Ik kan drie gevolgen van de politiek van Gorbatsjov voor het Oostblok opnoemen en beschrijven.
  4. Ik kan uitleggen hoe de Duitse eenwording is verlopen aan de hand van: de val van de Muur in 1989 en verkiezingen.
  5. Ik kan twee gevolgen van het einde van de Sovjet-Unie opnoemen en beschrijven.

Belangrijke personen:

  • Lenin
  • Stalin
  • Brandt
  • Kennedy
  • Chroesjtsjov
  • Gorbatsjov

Jaartallen:

  • 1917
  • 1945 x 2
  • 1948
  • 1950 - 1953
  • 1961
  • 1962
  • 1964 - 1975
  • 1989

Cultureel Mentale veranderingen in Nederland na 1945

Paragraaf 1:

  1. Ik kan drie afspraken omschrijven die zijn gemaakt in de Sociaal-Economische Raad/harmoniemodel.
  2. Ik kan uitleggen wie Willem Drees was aan de hand van de verzorgingsstaat.
  3. Ik kan vier voorbeelden omschrijven over hoe het gezinsleven eruit zag in de jaren ‘50.
  4. Ik kan uitleggen wat verzuiling is aan de hand van liberalen, socialisten, protestanten en katholieken.
  5. Ik kan twee taboe's omschrijven die er waren in de jaren ‘50.

 

Paragraaf 2:

  1. Ik kan twee oorzaken omschrijven voor de stijging van de uitkeringen.
  2. Ik kan twee gevolgen omschrijven van de gestegen welvaart.
  3. Ik kan drie voorbeelden opnoemen waaraan mensen hun geld uitgeven in een consumptiemaatschappij.
  4. Ik kan twee voorbeelden van mobiliteit opnoemen.
  5. Ik kan vier oorzaken van secularisatie en ontzuiling omschrijven.
  6. Ik kan uitleggen wat amerikanisering is en hiervan drie voorbeelden opnoemen.
  7. Ik kan uitleggen waarom de gastarbeiders naar Nederland kwamen en drie landen opnoemen waar deze gastarbeiders vandaan kwamen.

 

Paragraaf 3:

  1. Ik kan vier oorzaken omschrijven van het ontstaan jongerenculturen.
  2. Ik kan de eerste jongerencultuur in Nederland opnoemen en deze omschrijven aan de hand van vier kenmerken.
  3. Ik kan uitleggen wat de provo’s zijn en waar zij voor staan.
  4. Ik kan uitleggen wat de hippies zijn en waar zij voor staan.
  5. Ik kan uitleggen wat de seksuele revolutie is aan de hand van geboortebeperking.
  6. Ik kan twee voorbeelden van democratisering opnoemen.

 

Paragraaf 4:

  1. Ik kan uitleggen hoe de rol verdeling in het gezin was tot de jaren 60' aan de hand van huisvrouw, geld en handelingsonbekwaam.
  2. Ik kan vier voorbeelden omschrijven waar de tweede feministische golf voor streed.
  3. Ik kan vier veranderingen die de tweede feministische golf opgang heeft gebracht omschrijven.
  4. Ik kan vier voorbeelden omschrijven waarom veel mensen vinden dat de emancipatie nog niet klaar is.
  5. Ik kan mijn eigen mening onderbouwen aan de hand van twee standpunten over de emancipatie van homoseksualiteit.

 

Belangrijke personen:

  • Willem Drees
  • Aletta Jacobs
  • Wilhelmina Drucker

 

Jaartallen:

  • 1953
  • 1959
  • 1960
  • 1969
  • Het arrangement Klas 3: Leerdoelen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    GS
    Laatst gewijzigd
    2020-03-02 14:06:18
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.