Liefde voor schrijven
Stap 1: herhaling theorie & maken opdrachten
Kijk hier nog eens naar de theorie die we de afgelopen drie lessen hebben behandeld. Maak alle opdrachten!
Alinea's herkennen
Een tekst is meestal in stukjes verdeeld. Die stukjes noem je alinea's.
Zo herken je een alinea:
- Een alinea begint altijd op een nieuwe regel;
- Soms springt de eerste regel van een alinea een beetje in;
- Soms wordt tussen tussen alinea's een regel overgeslagen.
Elke alinea gaat over een deel van het onderwerp. In een tekst over brand in een school kunnen de alinea's bijvoorbeeld gaan over: hoe is de brand ontstaan, hoe is de brand geblust, welke schade is er en hoe moet het nu verder met de leerlingen?
De belangrijkste informatie staat vaak in de eerste zin van de alinea.
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
Inleiding, middenstuk, slot
Elke tekst bestaat uit verschillende delen:
- een inleiding;
- een middenstuk;
- een slot.
Het eerste deel van een tekst is de inleiding. Hierin maak je kennis met het onderwerp van de tekst: de schrijver leidt de tekst namelijk in. De inleiding bestaat meestal uit één alinea.
Het middenstuk is het grootste gedeelte van de tekst. Daarin staat de meeste informatie. Het middenstuk is een gevolg op je kennismaking met het onderwerp. Je krijgt nu alle informatie die je volgens de schrijver van het onderwerp moet af weten. Het middenstuk bestaat uit meer alinea's.
De laatste alinea van een tekst is het slot. De tekst wordt "afgesloten". In het slot wordt de belangrijkste informatie vaak nog eens kort herhaald. In het slot komt geen nieuwe informatie meer.
Oefening: Opdracht 2, 3 en 4
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
Tekstsoort
Er bestaan verschillende soorten teksten. Aan een tekst kun je zien met welke tekstsoort je te maken hebt. Elke tekstsoort heeft namelijk kenmerken. Zo is een nieuwsbericht kort en geeft het antwoord op de 5W+H-vragen.
Enkele voorbeelden van tekstsoorten:
- nieuwsbericht
- studieboektekst
- reclame
- recept
- recensie
- weerbericht
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
Tekstdoel
De schrijver van een tekst wil bij de lezer iets bereiken. Hij wil bijvoorbeeld iets aan de lezer uitleggen of hij wil dat de lezer iets doet. De tekst die hij schrijft, heeft dus een doel.
Doel van de tekst |
Voorbeeld van tekstsoort |
De schrijver wil je informeren |
krantenartikel, verslag van een sportwedstrijd, nieuwsbericht |
De schrijver wil je iets uitleggen |
studietekst, recept, gebruiksaanwijzing |
De schrijver wil je iets laten doen |
reclametekst, uitnodiging, advertentie |
De schrijver wil zijn mening geven |
bespreking van muziek of een film |
De schrijver wil je amuseren |
verhaal, strip |
Als je weet met wat voor tekst je te maken hebt, begrijp je sneller wat de schrijver wil.
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
5W+H-vragen
Als je een gebeurtenis beschrijft, vertel je aan anderen wat je hebt gezien of hebt meegemaakt.
Zo beschrijf je een gebeurtenis:
Stel jezelf vooraf de 5W+H-vragen:
- Wat is er gebeurd?
- Wie waren erbij betrokken?
- Waar is het gebeurd?
- Wanneer gebeurde het?
- Waarom gebeurde het?
- Hoe gebeurde het?
Schrijf de antwoorden op. Gebruik daarbij volgordewoorden: eerst, daarna, vervolgens, toen, dan, verder, ten slotte.
Stap 2: terugblik 5W+H-vragen
Nijlpaard ontsnapt uit dierentuin
1. Een ruim twee ton wegend nijlpaard is dinsdag ontsnapt uit een dierentuin in het zuiden van Montenegro. 2. De dierentuin was na hevige regenval ondergelopen. 3. Doordat het water in het verblijf van het vrouwtjesnijlpaard Nikica flink was gestegen, kon zij over de rand van het hek zwemmen. 4. Het dier ging vervolgens aan de wandel. 5. De eigenaar van de dierentuin wil wachten met het vangen van Nikica totdat het water in haar hok weer is gezakt.
Naar: www.trouw.nl, 12 januari 2010
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
Je nieuwsbericht bestaat nu uit drie alinea's. De alinea's zien er ongeveer zo uit:
Daan de Bree (13 jaar) heeft een paard gered. Dit deed hij op woensdagnacht 29 september in Heerlen.
Daan werd wakker van het licht dat in zijn kamer scheen. Hij zag brand toen hij uit het raam keek. De stal stond in brand. Hij sprong meteen uit zijn bed en rende naar beneden. Hij zag het paard nog in de stal staan toen hij de tuin van de buren in rende.
Daan rende meteen naar de brandende stal. Hij kreeg de deur niet open, omdat er een slot op zat. Naast de vijver vond Daan een breekijzer. Hiermee opende hij de stal. Daarna haalde hij het paard naar buiten en bracht het direct naar de straat. De ouders van Daan hadden ondertussen 112 gebeld. De brandweer bluste de brand direct.
Stap 3: een nieuwsbericht schrijven
Schrijven van een nieuwsbericht
Hieronder staat het uitgelegd:
1. Je bedenkt wat het nieuws is dat je graag wilt vermelden;
2. Je beantwoordt de 5W+H-vragen over het nieuws;
3. Je beschrijft eerst het belangrijkste nieuws: wat, wie, waar, wanneer;
4. Je geeft daarna meer informatie over het onderwerp: hoe en waarom;
5. Als het nieuwsbericht langer is dan vijf of zes zinnen, verdeel je het in alinea's.
Zo schrijf je alinea's:
1. Schrijf de eerste en belangrijkste zin op. Eindig die zin met een punt.
2. Ga daarna op dezelfde regel verder met de volgende zin.
Zo schrijf je alle zinnen van de alinea achter elkaar op. Na vijf of zes zinnen is de alinea lang genoeg. Wil je nog meer vertellen? Begin dan een nieuwe alinea op een nieuwe regel.
Eindopdracht
Eindopdracht
Je gaat nu zelf een nieuwsbericht schrijven. Volg het stappenplan. Schrijf elke stap op een apart blaadje. Je maakt een kladversie van je nieuwsbericht.
- Kies een onderwerp. Bedenk waarover je een nieuwsbericht gaat schrijven. Het moet een gebeurtenis zijn waar je zelf bij bent geweest, zoals een excursie, een klassenfeest, een sportwedstrijd, enzovoort. Schrijf het onderwerp op het blaadje.
- Beantwoord voor jouw onderwerp de 5W+H-vragen. Schrijf de antwoorden op het blaadje. Bedenk ook alvast een titel. Schrijf die ook op het blaadje.
- Schrijf je tekst op het blaadje. Gebruik je aantekeningen van stap 2 en dit schema:
Alinea 1 |
Geef in twee of drie zinnen antwoord op de belangrijkste 5W+H-vragen.
|
Alinea 2 |
Vertel meer over je onderwerp, bijvoorbeeld hoe het begon en waarom.
|
Alinea 3 |
Leg uit wat er vervolgens gebeurde. Vertel in je laatste zin (de slotzin) hoe het is afgelopen. |
- Typ je nieuwsbericht nu op de laptop in Word. Kies een goed lettertype (Calibri, Verdana of Times New Roman). Gebruik lettergrootte 11 voor je nieuwsbericht en voor je titel lettergrootte 16. Let erop dat je bepaalde gedeeltes dikgedrukt maakt. Zet je naam onder je nieuwsbericht.
- Kijk je nieuwsbericht na aan de hand van de volgende checklist:

Bovenstaande checklist staat ook op het A4'tje dat je van mevrouw Brosius hebt gekregen. Zet een vinkje als je een onderdeel hebt uitgevoerd en zet een kruisje als je dat nog niet hebt gedaan. Laat de checklist aan mevrouw Brosius zien voordat je je nieuwsbericht verbetert. Je krijgt nu nog tips.
- Verbeter je nieuwsbericht als dat nodig is.
- Zoek een bijpassende afbeelding en plaats die bij je nieuwsbericht.
- Sla het bestand op en mail het bestand naar L.Brosius@student.fontys.nl.