Negotions and questions

Negotions and questions - 1

Vragen maken met CAN (/COULD) 
Vragen maken met can doe je als volgt: 
Zet can vooraan in de zin en zet er een ? achter.

can swim Can I swim?
He can play football Can he play football?


Als je wilt vragen of je iets mag, gebruik je: can I.... 
Can I 
come over? 
Can I take a cookie? 

Wanneer je iemand anders wil vragen om iets voor je te doen gebruik je can you...
Can you explain that, please? 
Can I take a cookie? 

Als je beleefd wilt zijn, gebruik je in vragen could in plaats van can
Could you explain that, please? 
Could you speak louder, please?

Negotions and questions - 2

Vragen 
Als in de zin een vorm van to be (am, are, is, was, were) staat, maak je de vraag door deze vorm van to be vooraan te zetten.

am ready Am I ready?
You are soccer fan Are you a soccer fan?
He is a nice person Is he a nice person?
was scared Was I scared?
We were difficult Were we difficult?

 

Als in de zin een hulpwerkwoord (can, could, will, would, must) staat, maak je de vraag door het hulpwerkwoord vooraan te zetten.

We can help you Can we help you?
could do that Could I do that?
The police will be there Will the police be there?
He would like to know Would he like to know?
We must do that Must we do that?


Als er geen vorm van to be en geen hulpwerkwoord in de zin staat, maak je een vraag door dodoes of did vooraan in de vraag te zetten. 
Het werkwoord is altijd de stam van het woord (dus geen -s!).

People work every day Do people work every day?
She works very hard Does she work very hard?
You worked hard Did you work hard?


 

Negotions and questions - 3

Vragen en ontkenningen met TO HAVE (got) 

Vragen: 
Kies uit do (I, you, we, they) of does (he, she, it). En zet dit vooraan in de vraag.

You have a present for me. Do you ...
He has some sweets. Does he ...


Daarna zet je het woordje have in de vraag, en zet je de rest van de zin erachter:

You have a present for me. Do you have a present for me?
He has some sweets. Does he have some sweets?


Let op! Als er have got in de zin staat, moet je have of has vooraan in de vraagzin zetten!

You have got a present for me. Have you got a present for me?
He has got a present for me. Has he got a present for me?

Negotions and questions - 4

Vragen en ontkenningen met TO HAVE (got) 

Ontkenningen: 
Vervang het woordje have door don't have.

They have a lot of sweets. They don't have a lot of sweets.


Vervang het woordje has door doesn't have.

She has a present for me. She doesn't have a present for me.


Let op! Als er have got in de zin staat, moet je n't achter have or has zetten!

They have got a lot of sweets. They haven't got a lot of sweets.
She has a present for me. She hasn't got a present for me.
  • Het arrangement Negotions and questions is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2016-11-28 16:25:56
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Een Kennisbank bevat de theorie bij de stof.
    Leerinhoud en doelen
    Engelse taal en cultuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, kennisbank, leerlijn