Hoeken bereken

Hoeken berekenen - 1

Het is niet altijd nodig om een hoek te meten.
Soms kun je de grootte van een hoek uitrekenen.

Hoek A = 90°
Hoek A1 = 33°
Hoek A2 = 90° – 33° = 57°






Twee rechte hoeken vormen samen een gestrekte hoek.
Een gestrekte hoek is 180°.

Hoek C is een gestrekte hoek.
Hoek C1 = 56°
Hoek C2 = 180° – 56° = 124°

Hoeken berekenen - 2

In iedere driehoek geldt dat de drie hoeken samen 180° zijn.

Voorbeeld
Van driehoek ABC is ∠A = 132° en ∠B = 20°.
Hoe groot is ∠C

C = 180° – 20° – 132° = 28°

Hoeken berekenen - Voorbeeld 1

hoek B = 104°

De lijn m is de deellijn van de hoek.

hoek B1 = hoek B2 = 104° : 2 = 52°

Hoeken berekenen - Voorbeeld 2

Je ziet driehoek PQR getekend.
In de driehoek geldt dat ∠P en ∠Q even groot zijn.
Q = 73°
Hoe groot is ∠R?

R = 180° – 2 × 73° = 180° – 146° = 34°

  • Het arrangement Hoeken bereken is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2016-11-23 16:48:36
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Rekenen/wiskunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    kennisbank, leerlijn, rearrangeerbare