BL 3 vwo: onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte en verbanden

BL 3 vwo: onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte en verbanden

Begrijpend lezen

Welkom!

Deze website helpt je om je voor te bereiden op het eerste proefwerk van 3vwo.

Voor het eerste leesproefwerk moet je het volgende weten en kunnen toepassen (klik op de links voor uitleg):

  1. Woorden leren H1 en H2: zie Quizlets en de betekenis van een woord uit de tekst opmaken.
  2. ​Theorie § lezen H 1, 2 en 3 plus alles van voorgaande jaren:

Werkwijze

Het proefwerk bestaat uit een grote tekst. Je hebt geen tijd om de tekst keer op keer precies door te lezen. Je moet dus slim gebruik maken van de leesstrategieën. Je vindt in het menu verschillende oefeningen op deelvaardigheden. Dit zijn oefeningen waarbij het vooral gaat om het ontwikkelen van een zeker werktempo en waarbij je je kennis slim toepast.

De theorie kun je terugvinden in korte uitlegfilmpjes en in je boek.

Met de diagnostische toets controleer je of je alle stof nu echt zelfstandig kunt toepassen.

Theorie

Tekstverbanden:

Onderwerp, deelonderwerpen en hoofdgedachte:

Argumentatiestructuren

 

Tekststructuren

 

Quizlet woordjes H1: https://quizlet.com/149102291/woorden-h1-nn-3vwo-flash-cards/

Quizlet woordjes H2: https://quizlet.com/150171501/h2-nn-3-vwo-flash-cards/

Op jullie website vind je alle informatie nogmaals op een rij: http://3vwoichthus.weebly.com/lezen---non-fictie.html

 

Oefeningen

Onderwerp tekst

Om het onderwerp van de tekst te vinden, lees je oriënterend (kopjes, afbeelding, eventueel eerste alinea). Je noemt het onderwerp altijd in steekwoorden (één woord of een paar woorden).

Vind het onderwerp van de volgende teksten en controleer je antwoord. Doe het zo snel mogelijk (binnen 5 minuten).

Oefeningen

Oefening:Onderwerp tekst vinden

Deelonderwerpen

Hieronder vind je een tekst van de site Scientias.nl. De kopjes zijn weggelaten. Onderaan de tekst vind je de opdracht om de juiste kopjes naar de juiste alinea te slepen. Als je de juiste kopjes hebt herkend, kun je de deelonderwerpen van een tekst goed vinden. Doe er niet te lang over. Vijf minuten is meer dan genoeg. Je leest hiervoor globaal.

 

Wat leeft er kilometers onder de zeebodem?

 

Maak kennis met het grootste en slechtst bestudeerde ecosysteem van onze planeet: de diepe biosfeer. Een plek waar het leven in niets lijkt op wat je gewend bent.

Lijkt de kale bodem van de oceaan met zijn hoge waterdruk en gebrek aan voedsel je al een moeilijke plaats om te overleven? Stel je dan de situatie vele meters, zelfs kilometers diep in de oceaanbodem eens voor. Toch blijkt er hier, begraven in soms miljoenen jaren oude aardlagen, een opvallend diverse groep wezens te leven. Zij maken deel uit van de diepe biosfeer, het grootste ecosysteem van onze planeet maar desondanks het slechtst bestudeerde. De laatste jaren ontstaat er onder wetenschappers echter steeds meer interesse voor deze bizarre leefwereld. Onder meer omdat deze ons veel meer kan vertellen over de oorsprong van het leven.

Op de afbeelding helemaal bovenaan dit artikel zie je het schip JOIDES Resolution. Met dit boorschip worden kernen uit de zeebodem gehaald voor onderzoek.

 

XXXX
Als een organisme meer dan een meter onder de zeebodem leeft, behoort hij tot de diepe biosfeer. Een meter is echter nog oppervlakkig: er is leven gevonden op meer dan twee kilometer diepte. Het gaat dan altijd om microben, zoals bacteriën en schimmels. Soms leven ze in vulkanisch actieve gebieden, waar ze de beschikbare energie en grondstoffen met chemische reacties omzetten in voedsel. Verreweg de meeste leven echter in gewoon sediment, zoals zand en klei.

XXXX
In dat soort omgevingen heerst vaak een enorme voedselschaarste. Meestal komt het beschikbare voedsel uit de oceaan, waarin organisch materiaal van onder meer algen en zeedieren naar de bodem zinkt. Tegen de tijd dat dit is neergedwarreld en begraven, is verreweg het grootste gedeelte allang als voedsel gebruikt door organismen in de waterkolom en op de zeebodem. Laat staan wanneer het vervolgens duizenden, zelfs miljoenen jaren begraven ligt en langzaam maar zeker door microben wordt opgegeten. Bovendien is het voedsel dat nog te vinden is op grote dieptes ook het lastigst verteerbaar – dat is precies de reden dat het nog niet weg is.

XXXX
De oplossing die de microben voor dit voedselprobleem hebben, is dat ze een traag leven leiden. Extreem traag. Velen zijn zelfs zo inactief dat het lastig is om te bepalen of ze levend, sluimerend of dood zijn. Dat blijkt ook wel uit de tijd die nodig is voordat zo’n eencellig micro-organisme zich deelt: volgens schattingen zou dat weleens duizenden jaren of zelfs langer kunnen duren. In dat geval zijn de microben zelf dus ook duizenden jaren oud. Het bestaan van deze wezens is dan ook nauwelijks te vergelijken met dat van wat voor leven dan ook aan de oppervlakte.

“Het zou kunnen dat deze microben DNA repareren op voor ons nog onbekende manieren”

 

XXXX
Dat verschil is precies één van de redenen waarom ze ook interessant zijn voor ons, meent hoogleraar biogeochemie Jan de Leeuw. “Het zou kunnen dat deze microben zeer interessante moleculen maken die we nog niet kennen. Zo kunnen ze wellicht DNA repareren op voor ons nog onbekende manieren. Aangezien ze zich maar zo zelden delen, moet hun DNA namelijk lange tijd mee gaan. Dat zou mogelijkheden kunnen bieden voor allerlei technische en medische toepassingen.”

XXXX
De diepe biosfeer is nog om een andere reden relevant: het verbetert ons begrip van de aarde. De microben waar het om gaat, leven weliswaar in een dunbevolkte wereld, maar door de gigantische omvang van die leefwereld zijn ze toch een factor om rekening mee te houden. Dankzij hun grote aantallen spelen ze een rol in de grootschalige chemische processen op aarde, bijvoorbeeld de koolstofcyclus (zie de figuur hieronder). Microben uit de diepe biosfeer zorgen ervoor dat koolstof sneller uit het sediment verdwijnt, terug de oceaan in. En neem het vrijkomen van methaan, een sterk broeikasgas, door toedoen van organismen die in lagen met steenkool leven. Het lijkt er dus op dat als aardwetenschappers biologische en chemische processen op aarde goed willen begrijpen, ze de diepe biosfeer niet kunnen negeren.

Schematische weergave van de koolstofcyclus. De zwarte getallen staan voor de hoeveelheid koolstof die op een plek ligt opgeslagen, in gigaton. De blauwe getallen staan voor de hoeveelheid koolstof die tussen de aangegeven plekken wordt uitgewisseld, in gigaton per jaar.

Schematische weergave van de koolstofcyclus. De zwarte getallen staan voor de hoeveelheid koolstof die op een plek ligt opgeslagen, in gigaton. De blauwe getallen staan voor de hoeveelheid koolstof die tussen de aangegeven plekken wordt uitgewisseld, in gigaton per jaar.

XXXX
Toch is er nog heel veel wat we simpelweg niet weten, onder meer omdat onderzoek aan organismen die diep in het sediment leven erg lastig is. Zo is het voor onderzoekers een grote en dure uitdaging om schone monsters te nemen op deze moeilijk bereikbare plaatsen. En als ze die dan eenmaal te pakken hebben, is ook de analyse zelf erg ingewikkeld. “Je moet heel veel voorzorgsmaatregelen nemen om te zorgen dat je de monsters niet vervuilt,” aldus De Leeuw. “Daarnaast gaat het om zulke kleine hoeveelheden microben dat het erg lastig is om ze te onderzoeken. Daar moet je zeer geavanceerde analysetechnieken voor in huis hebben.” Hierdoor zijn er nog veel onbeantwoorde vragen, zoals hoeveel levende organismen zich eigenlijk exact in de diepte bevinden. Maar ook een aantal heel fundamentele zaken is nog niet bekend, vertelt De Leeuw. “We weten niet eens waar ze vandaan komen. Zijn het microben die oorspronkelijk aan de oppervlakte leefden, maar die begraven zijn en zich hebben aangepast? Of is het precies andersom en begon het leven oorspronkelijk in de diepte, bijvoorbeeld op vulkanisch actieve plaatsen, om vervolgens naar boven te migreren?”

Dit laatste geeft aan hoe mysterieus de diepe biosfeer eigenlijk is. Maar ondanks dat zelfs wetenschappers deze leefwereld lange tijd over het hoofd hebben gezien, wordt het steeds duidelijker dat we de diepe biosfeer niet kunnen negeren. Diep in de aarde blijken organismen te leven op manieren die we eerder niet konden voorzien en die met hun grote aantallen invloed uitoefenen op onze planeet. En wie weet wat we nog ontdekken over deze bijzondere microben en misschien zelfs over het ontstaan van het leven.

Niels Waarlo (1994) is masterstudent Aardwetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Hier houdt hij zich bezig met klimaatreconstructie en sedimentaire geologie. Daarnaast richt hij zich op wetenschapscommunicatie en –educatie, onder meer met een stage bij de educatieve afdeling van Naturalis. Verder schreef hij als muziekjournalist voor onder andere KindaMuzik en State Magazine.

 

Deelonderwerpen vinden:

 

Hoofdgedachte

Begin de hoofdgedachte altijd met: 'De schrijver wil vertellen....' en maak dan een zin die de tekst samenvat. Richt je niet op één deelonderwerp maar zorg dat je zin past bij alle deelonderwerpen van de tekst.

Lees nu de tekst 'Wat leeft er kilometers onder de zeebodem' precies. Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?

Tekstverbanden en signaalwoorden

Het verband tussen twee zinnen, zinsdelen of tussen alinea's wordt meestal duidelijk gemaakt met signaalwoorden. Om deze te vinden moet je precies lezen. Het herkennen van signaalwoorden is makkelijker als je de theorie hebt geleerd. Doe dat eerst, voordat je verder gaat met de oefening.

Oefening

Test:Verbanden en signaalwoorden

Woordenschat

Voor dit proefwerk moet je de woorden kennen van H1 en H2. Tijdens het proefwerk moet je zelf de juiste beschrijving van een woord kunnen geven.

Met Quizlet kun je door middel van digitale kaartjes, een racespelletje of een puzzelspelletje de woorden en begrippen digitaal leren. Dit is ook op je telefoon te doen.

Woorden H1:  https://quizlet.com/149102291/woorden-h1-nn-3vwo-flash-cards/

Woorden H2: https://quizlet.com/150171501/h2-nn-3-vwo-flash-cards/

Argumentatiestructuur

Water besparen

Lees onderstaande tekst en teken dan het argumentatieschema. Zet bovenin de stelling en eronder de nevenschikkende en/of onderschikkende argumenten.

Waterbesparen door anders te eten

Om water te besparen kunnen we beter anders eten dan korter douchen. Eten en drinken moeten we, maar het maakt veel uit wát we drinken en eten. Voor het maken van een liter frisdrank is rond honderd liter water nodig. Dat komt doordat de productie van suiker heel veel water vergt. Van ons eten zijn vooral dierlijke producten de boosdoener: die zijn verantwoordelijk voor maar liefst 43 procent van onze watervoetafdruk. De productie van veevoer vergt heel veel water, en daardoor is het waterverbruik voor een enkele biefstuk 3.000 liter, en vergt onze dagelijkse vleesconsumptie gemiddeld duizend liter water per persoon. Plantaardig eten met dezelfde voedingswaarde kost 200 liter water, en wie een dag geen vlees eet, en een glas frisdrank vervangt door water, bespaart dus 800 liter water op eten en 25 liter op drinken – dat is evenveel als 40 keer korter douchen. Ons watergebruik voor schoonmaken en douchen is maar 1 procent van de totale hoeveelheid gebruikt water.

 

 

Smartphone

Lees onderstaande tekst en maak dan een argumentatieschema:

 

Zo schadelijk is afleiding door je smartphone

Smartphones beïnvloeden ons concentratievermogen. Een boek lezen. Vergaderen. Een goed gesprek voeren met je geliefde. Hoe vaak gebeurt het nog dat we die activiteiten helemaal uitzitten zónder tussendoor op de smartphone te kijken? Steeds meer psychologen zijn duidelijk: de afleiding is heel erg. Door constante afleiding verliezen we langzaam maar zeker het vermogen om onze aandacht blijvend op iets te richten. „Aandacht is namelijk iets dat je moet trainen om het te kunnen behouden”, zegt Stefan van der Stigchel, die het Attention Lab van de Universiteit Utrecht leidt.

De voornaamste reden dat smartphones zo’n slechte invloed hebben: door de afleiding van telefoons zijn mensen vaker aan het multitasken, en multitasken is bewezen slecht voor de kwaliteit van denken en werken. Uit diverse onderzoeken blijkt bijvoorbeeld dat multitasken je IQ verlaagt. Bij een studie van de University of London uit 2015 lieten de onderzoekers proefpersonen een intelligentietest maken terwijl ze tegelijkertijd ook op andere dingen moesten letten. Hun IQ was gemiddeld 15 punten lager dan de proefpersonen die gewoon geconcentreerd aan het werk waren. Volgens de onderzoekers komt dat overeen met het IQ-verlies dat je kunt verwachten „als je een nacht doorhaalt of als je wiet rookt”.

Diagnostische toets

Oefening baart kunst

Maak de diagnostische toets om te zien of je de theorie goed beheerst.

Na afloop krijg je je score te zien.

Kijk bij je score vooral welk onderdeel je nog goed moet bestuderen voor het echte proefwerk.

 

 

 

 

 

 

 

https://goo.gl/forms/CZw0tskodzopHgDD3

 

  • Het arrangement BL 3 vwo: onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte en verbanden is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Anja Schoots Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2016-11-19 11:13:33
    Licentie
    CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    BL 3 vwo: onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte en verbanden
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Schoots, Anja. (z.d.).

    BL 2 havo: onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte en verbanden

    https://maken.wikiwijs.nl/90864/BL_2_havo__onderwerp__deelonderwerp__hoofdgedachte_en_verbanden

    Schoots, Anja. (z.d.).

    BL 2 vwo: onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte en verbanden

    https://maken.wikiwijs.nl/90889/BL_2_vwo__onderwerp__deelonderwerp__hoofdgedachte_en_verbanden