1H05.H Herhaling

Opgaven

1H05.H Opgaven ..........................................................................................................

Onderdelen van hoeken

 

 

Geef op het werkblad het hoekpunt van de hoeken aan met rood.

Kleur de benen van de hoeken blauw.

 

 

  Hoeken of niet?

 

Bekijk onderstaande figuren.

Geef van elke figuur aan of het WEL of NIET om eeh hoek gaat.

A B C D E

 

  Soorten hoeken

 

Neem de tabel over en noteer de letters van de hoeken op de juiste plaats in de tabel.

scherp recht stomp gestrekt inspringend
         

 

 

  Hoeken vergelijken

 

Bekijk nog eens de hoeken bij de vorige opgave.

  1. Welke hoek is het grootst?
  2. Welke hoek is het kleinst?
  3. Bij welke hoek ontbreekt er een speciaal symbool?

 

Hoeken meten

 

Meet de grootte van de hoeken op je werkblad.

 

  Hoeken tekenen

 

Teken  de volgende hoeken:

A = 32oB = 87o, C = 123o, D = 175o, E = 225o

 

  Driehoek tekenen

 

Driehoek PQR heeft een P van 60o en een Q van 45o.
De lengte van zijde PQ is 5 cm.

  1. Om deze driehoek te tekenen ga je als volgt te werk:
  • teken zijde PQ met een lengte van 5 cm.
    Dit doe je het handigst door dit lijnstuk horizontaal op een roosterlijn te tekenen!
  • Zet de letters P en Q bij de zijde
  • Leg je geodriehoek met de lange kant langs PQ en met de "0" bij punt P
  • Tel nu 60o af en zet daar een punt
  • Teken vanaf punt P een lijntje door het punt dat je net hebt getekend
  • Leg nu de geodriehoek met de lange kant langs PQ en met de "0" bij punt Q
  • Tel 45o af en zet daar weer een punt
  • Teken een lijntje vanaf punt Q door het punt dat je net hebt getekend.
    Maak het lijntje lang genoeg, zodat je het lijntje van P snijdt
  • Het snijpunt van de twee lijntjes die je net hebt getekend is punt R.
    Zet de letter R erbij.
  • Je driehoek is nu klaar
  • Lijntjes die "te lang" zijn laat je gewon staan! Die horen bij je tekening.
  1. Nu de driehoek af is kun je hoek R meten. Doe dat.
  2. Je kunt hoek R natuurlijk ook berekenen! Doe dat ook.
  3. Zijn de antwoorden bij b en c gelijk?

 

  Nog een driehoek tekenen

 

  1. Teken driehoek KLM met zijde LM = 6 cm, hoek L = 30o en hoek M = 75o.
  2. Meet  K.
  3. Bereken  K
  4. Zijn de antwoorden bij b en c gelijk?

 

  Hoeken berekenen

 

  1. Van een driehek ABC is A = 37o en B = 86o.
    Bereken C.
    Tip: maak een schets van de driehoek.
  2. Twee lijnen k en l snijden elkaar in punt S.
    S1 = 56o. Bereken de andere hoeken bij punt S.

 

 

 

 

  Hoekensom (drie- en vierhoeken)

 

Sleep in de volgende applet de figuren uit het bovenste veld naar het juiste getal in het onderste veld.

Klik op onderstaande knop om de applet te starten:

 

10    Hoeken berekenen 1

 

Sleep in de volgende applet de getallen uit het bovenste veld naar de juiste figuur in het onderste veld.

Klik op onderstaande knop om de applet te starten:

 

11    Hoeken berekenen 2

 

Sleep in de volgende applet de getallen uit het bovenste veld naar de juiste figuur in het onderste veld.

Klik op onderstaande knop om de applet te starten:

 

Colofon

Het arrangement 1H05.H Herhaling is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

Laatst gewijzigd
2018-12-10 14:49:43
Licentie

Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

  • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
  • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
  • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

Toelichting
GFWI 1H05.H Herhaling
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
close
gemaakt met Wikiwijs van kennisnet-logo
open