Textielindustrie vmbo-kgt34

Textielindustrie vmbo-kgt34

Textielindustrie

Intro

Zo’n vijftig jaar geleden dacht je bij de naam Twente of Tilburg meteen aan textiel. En bij Tilburg dacht je in het bijzonder aan één soort textiel: wol. Toen kon je in die streken meer textielfabrieken vinden dan waar ook in Nederland. Dat is voorbij. Deze opdracht gaat over de opkomst en ondergang van bijna de hele textielindustrie in Twente en Tilburg.

 

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • uitleggen wanneer in Nederland de textielindustrie een grote vlucht nam en kun je dat ook verklaren.
  • een reden noemen waarom de textielindustrie vooral in Tilburg en Twente plaatsvond.
  • een reden noemen waardoor er in de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw vrijwel helemaal een einde kwam aan de textielindustrie in Tilburg en Twente.

Wat kan ik al?

In deze opdracht gaat het over de opkomst en neergang van de Textielindustrie in Nederland. Bestudeer uit de Kennisbank onderbouw de eerste pagina over fabrieken.

Industriële revolutie

In de inleiding heb je gehoord over de textielmagnaat Van Heek uit Enschede. Van Heek was ook een grootgrondbezitter. Nog steeds zijn veel straten, pleinen en gebouwen in de stad naar hem vernoemd. Bespreek met een klasgenoot waarom het een voordeel was voor deze mensen om veel grond te hebben.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest de tekst en maakt de sleepoefening over de opkomst van de Nederlandse textielindustrie.
Stap 2 Je bestudeert informatie over de vestiging van textielfabrieken in Tilburg en Twente.
Stap 3 Je leest de tekst en maakt de sleepoefening over de werkomstandigheden in de textielfabrieken.
Stap 4 Je leest de tekst en bekijkt de video over de toenemende concurrentie voor de textielfabrieken in Nederland.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de begrippenlijst die hoort deze opdracht.
Eindproduct A Je maakt met drie klasgenoten een gedenkboekje over de textielindustrie in Nederland.
Eindproduct B Je maakt samen met een klasgenoot een collage over de opkomst en de ondergang van de textielindustrie in Nederland.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je minimaal twee lesuren nodig.

 

Aan de slag

Stap 1: Nederland textielland

Textielindustrie

Textiel is ‘alles wat geweven is’. Het komt van het Latijnse woord voor weven: texere. Van plantaardige vezels zoals katoen of vlas, van zijde en wol of van kunststof worden draden gesponnen die vervolgens in weefmachines tot lappen stof worden verwerkt. Textiel wordt gebruikt voor de productie van kleding, voor woningstoffering en bijvoorbeeld voor huishoudelijk gebruik.

Hoe textiel werd gemaakt voor er fabrieken bestonden, zie je in de film ‘Vóór de Industriële Revolutie, niets gaat vanzelf’. Informatie uit de video kun je gebruiken bij het beantwoorden van de vraag onderaan deze pagina.

Nederland werd een groot textielland

In 1813 werd Napoleon vernietigend verslagen bij Leipzig en daarmee kwam er een eind aan de Franse overheersing van Nederland. In november van dat jaar krijgt Nederland een onafhankelijke regering. Op dat moment waren steden als Tilburg en Gent al echte textielsteden. Tilburg was vooral bekend om zijn wol. Van die wol werden vooral lakens gemaakt. Gent stond meer bekend om zijn katoenproductie.
Talloze vaklieden verdienden de kost met spinnen en weven. In die periode wordt het handwerk meer en meer overgenomen door machines. Omdat deze machines niet meer bij mensen thuis konden staan werden er werkplaatsen of fabriekshuizen gebouwd. Sommige fabriekshuizen gebruikten een rosmolen, een door paarden aangedreven molen, als krachtbron voor hun machines. Later, vanaf 1827, werden de paarden vervangen door stoommachines.
In de Zuidelijke Nederlanden kwam de katoenindustrie tot grote bloei. Dat was mede te danken aan de Nederlandse Handel-Maatschappij (NHM). Die werd in 1825 door koning Willem I opgericht om de handel tussen Nederland en zijn kolonie Nederlands-Indië op gang te brengen. De NHM wilde net als Engeland katoentjes (katoenen kleding) verkopen in de kolonie, dus moest de productie omhoog. De NHM moderniseerde de werkplaatsen om hun concurrentiepositie ten opzichte van Engeland te verbeteren.

Stap 2: Tilburg en Twente

Textielfabriek

Nieuwe textielfabrieken nodig

In 1830 maakte het meest zuidelijke deel van Nederland zich los van het noorden. Het land ging verder als de zelfstandige staat België. De Nederlanden raakten daarmee een groot deel van de textielproductie kwijt, alleen Tilburg bleef als belangrijke textielstad over. De katoen verwerkende industrie was nagenoeg geheel verdwenen. Daardoor bleef alleen Engeland over om de katoentjes te verkopen in Nederlands-Indië.
Dat was voor de Nederlandse regering de reden om nieuwe textielfabrieken te laten bouwen, vooral om katoen te verwerken. Leiden en Haarlem leken daarvoor geschikte plaatsen. De werkloosheid was er in die jaren hoog en de werklozen konden als arbeider in deze fabrieken aan de slag. Dat viel bij nader inzien toch tegen. Het beschikbare personeel had geen enkele ervaring met textiel en bleek in meerderheid niet erg geschikt. Daarom besloot de NHM uit te wijken naar plekken in Nederland te zoeken waar wel geschikt personeel te vinden was. In Twente, Tilburg en Helmond woonden van oudsher veel mensen die een boerderij hadden en werkten als thuiswevers en -spinners. Zij waren door hun vaardigheid als spinner of wever geschikt om als textielarbeider te werken. Ze kregen werk in nieuwe, kleine fabrieken en verdeelden hun tijd tussen hun boerderij en de fabriek. De nieuwe textielfabrieken waren vooral te vinden in de Twentse steden Enschede, Almelo, Hengelo en Nijverdal. Ze waren eigendom van fabrikanten zoals Ter Kuile, Blijdenstein, Van Heek en Ten Cate.

Modernisering en spoorvervoer

Daarna werd de textielindustrie in Twente gemoderniseerd. Om te beginnen lieten Twentse textielfabrikanten deskundigen van elders naar Twente komen om textielarbeiders te leren werken met moderne Engelse spin- en weefapparaten. Een voorbeeld: eerst gebruikten textielarbeiders in Twente een smietspool of werpspoel (smiet komt van 'smietn', Twents voor gooien). Het is een spoel die je met beide handen door het weefgetouw moet laten bewegen. Werken met een smietspool was moeilijk en het duurde erg lang voor je het helemaal onder de knie had. De Engelse textielfabrikant Thomas Ainsworth bracht de schietspoel naar Twente. Die kun je met één hand laten bewegen. Hij werkte sneller en was makkelijker te gebruiken dan de smietspool. Je hoefde maar enkele weken te oefenen met een schietspoel om er goed mee te kunnen weven.

In Goor en andere plaatsen in Twente werden weefscholen opgericht waar je werd opgeleid tot spinner en wever. Verder werd net als in Tilburg de stoommachine in steeds meer textielfabrieken als krachtbron gebruikt om machines aan te drijven.
Om de fabrieken te bevoorraden met katoen- en andere vezels en steenkool aan te voeren voor de stoommachines, werden spoorlijnen aangelegd. De eerste, van Zutphen naar Hengelo, werd in 1865 geopend.

 

In de jaren twintig van de 20e eeuw maakten stoommachines in Twentse en Tilburgse textielfabrieken plaats voor elektromotoren. Die waren schoner, makkelijker te bedienen en ook kleiner dan stoommachines.

Zo werd Twente een groot textielcentrum en Enschede net als Tilburg een belangrijke textielstad. Hoe belangrijk, dat zie je in de film Textiles from Twente. De geschreven teksten in de film zijn in het Engels. Weet jij welke positie Enschede innam in de textielindustrie wereldwijd?

 

Stap 3: Textielfabriek

Werken in een textielfabriek
 

Werken in een textielfabriek was vaak geen pretje

Steeds meer textielfabrikanten in Tilburg en Twente gebruikten stoommachines in hun fabrieken als krachtbron. Daar hadden ze drie redenen voor. Met stoommachines ging het maken van textiel sneller dan wanneer het met de hand gedaan werd. En het kostte minder geld per eenheid product om textiel te maken met een stoommachine dan met de hand. Bovendien was textiel dat met stoommachines werd gemaakt, beter van kwaliteit dan handgemaakt textiel.

Naarmate stoommachines steeds meer als krachtbron werden gebruikt, werd er meer textiel gemaakt in fabrieken en minder met de hand.

Textiel maken in een fabriek was vaak geen pretje. Arbeiders in deze fabrieken moesten lange dagen maken, soms wel van twaalf uur. Ook kregen ze weinig loon uitbetaald voor hun werk, vaak te weinig om van rond te komen. Dan moesten hun vrouw en kinderen ook in de fabriek werken om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen. Werken in een textielfabriek was niet echt gezond want fabriekshallen waren vuil en er kwam weinig of geen frisse lucht binnen. Pas toen stoommachines in deze fabrieken plaatsmaakten voor elektromotoren, werden fabriekshallen schoner. Ten slotte was werken met machines in textielfabrieken niet ongevaarlijk. Je kon makkelijk met een hand, je kleren of haren in een draaiende machine verstrikt raken en gewond raken.

Kwetsbare werkgelegenheid

Daar kwam nog bij dat Tilburg, Enschede en enkele andere steden sterk afhankelijk waren van de textielindustrie. Een groot deel van de inwoners werkte in de textiel. In 1940 bijvoorbeeld hadden in Enschede vier van de vijf mensen een baan in een textielfabriek. Als het een tijd lang slecht ging met de economie en de verkoop van textiel daalde, had dat grote gevolgen. Zo liep bijvoorbeeld in de jaren ’30 van de 20e eeuw de werkloosheid in Tilburg, Enschede en andere steden met veel textielfabrieken flink op.

Stap 4: Toenemende concurrentie

Vlag Europese Unie

Tot in de jaren vijftig van de 20e eeuw was de textielindustrie een van de grootste bedrijfstakken in Nederland. In de jaren zestig en zeventig kregen Nederlandse textielbedrijven steeds meer moeite om hun producten te verkopen en eraan te verdienen. Daardoor moest het ene bedrijf na het andere sluiten. Van de textielindustrie bleef niet veel over.

Maar een enkele fabriek heeft stand kunnen houden. Zo’n bedrijf is Ten Cate uit Nijverdal. Dat bedrijf heeft de kaalslag in de textiel overleefd door zich te vernieuwen. De productie is gemoderniseerd en Ten Cate is speciale producten gaan maken. Bijvoorbeeld beschermende kleding voor soldaten en politiemensen.

De neergang van de textielindustrie begon toen in 1957 de handel tussen Nederland en andere Europese landen steeds vrijer begon te worden. Hoe dat komt, zie je in de film De oprichting van de Europese Unie, van EGKS naar EU.

 

Ook kreeg de Nederlandse textielindustrie steeds meer concurrentie van textielfabrieken in lage lonenlanden. Dat zijn landen waar het levenspeil lager ligt dan bij ons en waar dus ook de lonen lager zijn. Textiel uit die landen is veel goedkoper dan Nederlandse textiel. Eerst verschoof de productie naar Turkije en landen in Noord-Afrika. Daarna waren het lage lonenlanden in Azië zoals Taiwan, Indonesië en de Filippijnen.

De concurrentie van textielfabrieken in het buitenland werd ook groter omdat het steeds minder geld kostte om textiel uit andere landen naar Nederland te vervoeren.

Het gevolg was dat er al snel een overproductie van textiel ontstond in Europa. Daardoor daalden de prijzen nog verder en uiteindelijk moesten veel fabrieken hun deuren sluiten.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Lage lonenlanden
Landen waar de arbeidskosten veel lager zijn dan in de West-Europese of Amerikaanse landen. Daardoor zijn producten uit die landen veel goedkoper dan de producten die in het Westen gemaakt worden.
Mechanisatie
Het vervangen van handmatige handelingen in het productieproces door het gebruik van machines.
Textiel
Komt van het Latijnse woord “texere”, wat weven betekent. Het is “alles wat geweven is”.
Spinning Jenny
Spinmachine waarmee honderden draden tegelijk gespind kunnen worden, waarmee het spinnen en weven veel sneller ging dan voorheen. Deze machine werd aangedreven door een watermolen, later door een stoommachine en weer later door door een elektromotor.

Eindproduct A: Gedenkboekje

Als eindproduct A van deze opdracht maak je samen met drie klasgenoten: een gedenkboekje over de opkomst en ondergang van de textielindustrie in Nederland.
In dat gedenkboekje laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.

Gedenkboek
Je hebt gezien hoe de textielindustrie in Nederland opkwam, een periode van bloei kende en uiteindelijk ten onder ging. Over deze geschiedenis van de textielindustrie maken jullie een gedenkboekje. Het gedenkboekje moet vier hoofdstukken krijgen. Elk hoofdstuk moet informatie bevatten uit een van de vier stappen die je hebt gedaan.

Je maakt het boekje samen met drie klasgenoten.
Spreek onderling af wie welk hoofdstuk schrijft en van afbeeldingen voorziet.

Afbeeldingen kun je vinden door te googelen op termen als weefgetouw, schietspoel en textiel.

Beoordeling
Jullie gedenkboekje laten jullie beoordelen door jullie docent.

Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • De inhoud: laat je gedenkboekje zien dat je begrepen hebt waarom de textielindustrie in Nederland een hoge vlucht nam en uiteindelijk vrijwel helemaal verdween uit Nederland?
  • De vorm: is je gedenkboekje met zorg gemaakt: is het leesbaar en boeiend geschreven? En vormen de afbeeldingen die je bij je hoofdstuk gekozen hebt een goede aanvulling op je tekst?
  • Taalfouten: bevat je gedenkboekje niet te veel taalfouten?

Eindproduct B: Collage

Als eindopdracht B maak je samen met een klasgenoot een collage waarmee je de opkomst en de ondergang van de textielindustrie in Nederland laat zien.

In jullie collage komen verschillende steden, verschillende textielmagnaten en ook  het leven van de fabrieksarbeiders aan bod. Met de collage laten jullie zien dat jullie de leerdoelen van deze opdracht hebben behaald.

Je maakt de collage op groot formaat. Dat wil zeggen op A3 papier of groter. Lees voor jullie beginnen nog even de tips in de Gereedschapskist hieronder.

Beoordeling

Jullie gedenkboekje laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • De inhoud: laat je collage zien dat je begrepen hebt waarom de textielindustrie in Nederland een hoge vlucht nam en uiteindelijk vrijwel helemaal verdween uit Nederland?
  • De vorm: is je collage met zorg gemaakt: zijn de afbeeldingen passend en geven ze de geschiedenis goed weer?
  • Taalfouten: bevat je collage niet te veel taalfouten?

Collage maken

Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de intro nog eens door. Past de intro goed bij de opdracht?
    Gaf de intro een goed beeld van wat je in deze opdracht ging doen?
    Door de video kreeg je best veel informatie die je kon gebruiken in de rest van het thema. Heb je veel gebruik kunnen maken van deze informatie?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Inhoud
    Wist je al veel over de textielindustrie?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Was je achteraf tevreden met de keuze die je had gemaakt voor het eindproduct? Hoe verliep de samenwerking? Waren jullie het eens over de taakverdeling en het tijdpad?
  • Het arrangement Textielindustrie vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-06-15 09:33:03
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor VMBO KGT leerjaar 3 en 4. Deze les valt onder het thema Industriële samenleving. Het onderwerp van de les is Textielindustrie. In Gent en Tilburg werd veel textiel gemaakt, voornamelijk wol. Nederland sinds kort een onafhankelijke regering en stoommachines begonnen op te komen. Dit, samen met handel met Nederlands-Indië, zorgde voor bloei van de textielindustrie. Toen België een apart land werd, kwam Twente erbij als hotspot voor de textielindustrie omdat hier ervaring was met het maken van textiel. Er vond modernisering plaats door nieuwe apparaten en stoommachines in de jaren 20 van de 20e eeuw waardoor Twente en Enschede net als Tilburg een belangrijke textielstad werd. Er werd veel gebruik gemaakt van stoommachines omdat het sneller ging, het kostte minder en maakte beter kwaliteit producten. Maar werken in een fabriek was geen pretje door lange werkdagen, laag loon en gevaarlijke werkomstandigheden. Toch werken vier op de vijf mensen uit deze regio's in de textielfabrieken. Onder andere voor oprichting van de EU en lage lonenlanden, ontstond er meer handel dus ook meer concurrentie waardoor de meeste fabrieken het niet overleefden. Dit zorgde voor het einde van de bloeiende textielindustrie in Nederland. Begrippen die verder nog in deze les voorbij komen zijn: mechanisatie en Spinning Jenny.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    De tijd van burgers en stoommachines (1800 - 1900); De tijd van de wereldoorlogen (1900 - 1950); De tijd van televisie en computer (vanaf 1950); Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, geschiedenis, lange lonenlanden, mechanisatie, spinning jenny, stercollectie, textielindustrie, tilburg, twente, vmbo-kgt34

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk vmbo34

    https://maken.wikiwijs.nl/148851/Tijdelijk_vmbo34

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen