SPOTPRENT

SPOTPRENT

DOEL:

  • creativiteit ontwikkelen: Je kunt twee zaken die niks met elkaar te maken hebben met elkaar in verband brengen.
  • je bent in staat om een verhaaltje/idee te vertalen in beeld.

INLEIDING:

Hoe pak je het aan om een goede spotprent te maken?
Wat voor ingredienten heb je nodig?
Bekijk onderstaand filmpje:
Zoals je in het filmpje gezien hebt, worden er in een spotprent meerdere gebeurtenissen gecombineerd.
Dat ga jij dus ook doen.

DE OPDRACHT

MAAK JE EIGEN ACTUELE SPOTPRENT.

  • Neem een actuele gebeurtenis, iets wat de afgelopen week in het nieuws was.
  • Neem nog een gegeven, mag ook iets zijn wat langer speelt, kan ook weer recent nieuws zijn.
  • Leg verbanden tussen deze twee gebeurtenissen die niet heel logisch zijn, en daarom juist humoristisch.

Maak van die combi die je bedacht hebt een spotprent.

  • Je gebruikt een A4, die vouw je dubbel. Op de ene helft schrijf je de twee gebeurtenissen die je gecombineerd hebt, met bronvermelding en datum
  • Op de andere helft teken je de spotprent. In welke stijl je dat doet, mag je helemaal zelf weten. Je kunt het realisticht tekenen of juist heel erg stileren, je maakt het in zwart/wit, eventueel met een ondersteunde kleur
  • Doe het met zorg en aandacht

HOE PAK JE HET AAN:

  • INHOUD: Welke gebeurtenissen wil je met elkaar combineren en wat is 'het verhaal' dat je uit wil beelden. (de boodschap)

  • VOORSTELLING: Zoek afbeeldingen van de personen die je wilt tekenen en schrijf daar de dingen bij die typerend zijn en welke onderdelen je wilt gaan “vervormen”. Bestudeer verschillende spotprenten en let op de manier waarop de personages getypeerd worden (let op emoties).                                                                                                                                                                                                 Bedenk nu voor je eigen tekening welke elementen, attributen, omgevingselementen ed je nodig hebt en zoek voorbeelden.

  • KLEUR: Bedenk, als je kleur wilt gebruiken, welke, waar en hoe (let op de gevoelswaarde/symbolische betekenis van die kleur).

  • KADER: Wat doe je met je kader (gesloten, open of?)

  • STANDPUNT: wat doe je met je standpunt (van boven, van onder).

  • TEKST: Wil je tekst gebruiken; zorg dat deze kort maar krachtig is.

Spotprentanalyse:

DOCENT: laat een echt actuele prent zien!
DOCENT: laat een echt actuele prent zien!

Analyseer eens een spotprent aan de hand van de onderstaande vragen:

Personen

  1. Welke figuren/personages zie je? Beschrijf hun uiterlijk. Stap niet te makkelijk over dit punt heen. Personages op een cartoon zijn niet altijd wie ze lijken. Beschrijf ze dus eerst!

  2. Wie stellen deze figuren/personages voor? Een figuur kan een persoon zijn die daadwerkelijk heeft bestaan (zoals Hitler, Stalin of Kennedy), maar kan ook een symbool zijn dat betrekking heeft op een land of bepaalde groep mensen (zoals een leeuw (Nederland), een beer (Rusland) of de Amerikaanse Uncle Sam). Let bij deze stap ook op tekst of symbolen op hun lichamen!

  3. Zijn ze positief of negatief afgebeeld? Complimenteus, overdreven of kritisch? Een cartoonist legt altijd kritiek, ironie of humor in zijn tekening. Vaak wordt minstens één van de hoofdfiguren belachelijk gemaakt. Wanneer één personage negatief is afgebeeld, de ander positief, dan zal de tekenaar partij voor één van beiden hebben gekozen. Zijn alle personages negatief afgebeeld, dan vindt de cartoonist waarschijnlijk het afgebeelde thema als geheel bespottelijk. Er wordt altijd wel iets bespot!

  4. Wat doen de hoofdfiguren? Wie of wat is het slachtoffer? De op een cartoon afgebeelde figuren doen altijd wel iets (zelfs als ze niets doen, is dat opvallend genoeg) en vaak doen ze elkaar of iets wat aan. Kijk bij dit punt ook of de personages iets (tegen elkaar?) zeggen!

Objecten

  1. Welke objecten zie je verder op de cartoon? Benoem ze allemaal.

  2. Wat stellen deze objecten voor? Let op symbolen op de afgebeelde objecten en let op de symbolische betekenis van bepaalde objecten (zoals donkere lucht = dreiging, treurwilg = treurnis, Christuskruis = dood, schedel = dood). Maak bij dit punt onderscheid tussen objecten die ter opvulling zijn, en objecten die iets duidelijk proberen te maken.

  1. Zijn ze positief of negatief afgebeeld? Complimenteus, overdreven of kritisch? Voor uitleg zie ‘Personen 3’.

  2. Heeft de cartoon een onderschrift of een titel? Een onderschrift of titel zegt veel over een cartoon. De tekst kan samenvattend zijn of de bedoeling hebben een (grappige) boodschap duidelijk te maken. Het is belangrijk hier goed bij stil te staan.

Thema

  1. Op welke historische gebeurtenis heeft de cartoon betrekking? Op basis van de vorige stappen moet je nu kunnen zien naar welke historische gebeurtenis de cartoon verwijst. Vraag jezelf af welke historische situatie plaats heeft gehad waarbij de door jouw geïdentificeerde personen en objecten een rol speelden. Bedenk daarbij dat een cartoon niets anders is dan een (kritisch/humorvol/ironisch) stripverhaal van een historische gebeurtenis.

  2. Welke boodschap heeft de tekenaar over dit thema? Vraag je af wat de mening van de tekenaar over het door hem afgebeelde thema is. Kijk daarbij wie of wat op de cartoon belachelijk wordt gemaakt (daar zal de tekenaar het wel niet mee eens zijn). Zie ‘Personen 3’ en ‘Objecten 3 en 4’. Let bij deze stap ook op extra informatie. Staat de naam van de tekenaar aangegeven? Zijn nationaliteit? Het jaar wanneer de cartoon is gemaakt (is de cartoon getekend ten tijde van de gebeurtenis of veel later?)? Waarin is de cartoon gepubliceerd? Wat weet je van dat blad?

Vergelijking

1. Klopt de cartoon met wat jij over dit thema weet? Je weet welke historische gebeurtenis het onderwerp van de cartoon is. Vergelijk nu of dat wat afgebeeld is, overeenkomt met dat wat jij er van weet. Geeft de tekenaar hetzelfde beeld, of wijkt zijn versie van het verhaal af?

EISEN/BEOORDELINGSCRITERIA

BOODSCHAP: komt de boodschap over

De twee items die verwerkt zijn in jouw tekening heb je (bijvoorbeeld op de achterkant) genoteerd, met datum en bron

INHOUD/VOORSTELLING: In jouw tekening zijn twee items met elkaar gecombineerd.

  • een item uit de actualiteit
  • een tweede item uit de actualiteit of een ander algemeen gegeven

 

VORMGEVING: Heeft jouw tekening beeldende kwaliteiten, compositie, kleurgebruik, vorm,

 

ORIGINALITIET: is het inderdaad een humoristische tekening geworden met een boodschap, creativiteit

  • Het arrangement SPOTPRENT is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    monique hendrix Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2016-12-22 16:11:49
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Naar aanleiding van een actuele gebeurtenis en een langlopend nieuwsitem (of twee actuele gebeurtenissen) maak je een spotprent.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    hoe maak je een spotprent?
    http://www.npo.nl/schooltv-weekjournaal/20-01-2012/NPS_1197982/POMS_NTR_125384
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.