Auto-immuunziekten

Auto-immuunziekten

Transplantatie en antigenen 
Een donororgaan mag niet te veel antigenen hebben. 
Anders wordt het afgestoten. 


Xenotransplantatie 
Er zijn te weinig donororganen. 
Misschien dat organen van dieren een oplossing zijn? 


Vreemde uitsteeksels 
Als een virus een cel is binnengedrongen, moet het afweersysteem kiezen:
de cel met het virus doden of niet? 


Auto-immuunziekte 
Soms is het afweersysteem in de war en worden eigen lichaamscellen aangevallen.
 

Transplantatie en antigenen

Voor een geslaagde orgaantransplantatie moet er een match zijn tussen donor en ontvanger. 
Er mag niet te veel verschil zijn tussen de antigenen (uitsteeksels) op het celmembraan van de donor en de ontvanger.
Het afweersysteem van de acceptor valt antigenen die niet herkend worden namelijk aan. Het donororgaan wordt dan afgestoten
Daarom kunnen alleen eeneiige tweelingen elkaar probleemloos organen geven.

Transplantatie en antigenen

Immunosuppresiva zijn medicijnen die de afweerreactie tegen antigenen bij een transplantatie onderdrukken.
Omdat het afweersysteem onderdrukt wordt, krijgen andere ziekteverwekkers een kans.
Daarom moeten mensen na een transplantatie goed oppassen dat ze niet ziek worden!

Er is een groot tekort aan donororganen.
De overheid stimuleert mensen daarom om zich te registeren als donor. In het filmpje zie je dat iemand soms ook al tijdens zijn leven donor kan zijn.

Xenotransplantatie

Vanwege het tekort aan donororganen wordt onderzocht of het mogelijk is om organen van dieren te gebruiken voor transplantatie. Dit heet xenotransplantatie (xenos = vreemd). 
Dit gebeurt met dieren die inwendig veel op mensen lijken, zoals varkens. 

De antigenen op dierlijke cellen worden echter aangevallen door ons afweersysteem. Hartkleppen vormen een uitzondering.
Veel mensen hebben al een varkenshartklep of een koeienhartklep. 
In de animatie zie je waar de hartkleppen zich bevinden.

Vreemde uitsteeksels

Na een virusinfectie komen er vaak antigenen op het celmembraan van de geïnfecteerde lichaamscellen voor. Normaal gesproken valt het afweersysteem eigen cellen niet aan, maar nu herkent het ze niet en worden ze gezien als vijanden. Het afweersysteem kan dan in de war raken: moet het de eigen lichaamscellen nu wel of niet aanvallen? Meestal gebeurt dat wel en worden de cellen gedood door T-lymfocyten. 

Ook kankercellen bezitten antigenen die door T-lymfocyten kunnen worden aangevallen. 
Helaas helpt dat vaak niet genoeg om alle kankercellen te doden.

T-lymfocyten (witte bolletjes) die een tumorcel (grote cel in het midden) aanvallen.

Auto-immuunziekte

Bij sommige ziekten is het afweersysteem in de war en worden er eigen, gezonde cellen aangevallen. 
In het ergste geval worden alle cellen aangevallen. Meestal is de aanval beperkt tot een orgaan. De uitsteeksels op cellen van dat orgaan worden dan gezien als antigenen. 
Elk orgaan in het lichaam heeft andere uitsteeksels op de cellen. Als eigen lichaamscellen worden aangevallen, spreek je van een auto-immuunziekte

Bij een bepaald type diabetes (suikerziekte) worden de eilandjes van Langerhans in de alvleesklier door het eigen afweersysteem aangevallen. 
Er wordt dan geen insuline meer gemaakt.
Het gevolg is: te veel suiker in het bloed.

  • Het arrangement Auto-immuunziekten is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2016-12-16 11:46:00
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Biologie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    leerlijn, rearrangeerbare, rearrangeerbare leerlijn