Eicellen en zaadcellen - grootte en levensduur
Een eicel is de grootste cel van een mens. Een eicel is nog net met het blote oog zichtbaar. Zaadcellen zijn zeer kleine cellen en hebben een lange staart waarmee ze zich kunnen voortbewegen. Eicellen bewegen door trilharen in de eileider richting de baarmoeder.
Een eicel leeft maar 12 tot 24 uur. Zaadcellen ‘zwemmen’ na de geslachtsgemeenschap via de vagina naar de baarmoeder. Daar leven ze wel 3 tot 5 dagen.
Eicellen en zaadcellen - levensduur
Eicellen ontwikkelen zich in de twee eierstokken in de warme buikholte. De zaadcellen in de teelballen ontwikkelen zich net buiten het warme deel van het lichaam. Een te hoge temperatuur is slecht voor de hoeveelheid en de kwaliteit van de zaadcellen.
Een meisje heeft al voor de geboorte een groot aantal onrijpe eicellen. Na de geboorte sterven steeds meer onrijpe eicellen. Vanaf de puberteit zullen er iedere 28 dagen ongeveer 10 eicellen rijpen. Daarvan wordt er echter slechts één volledig rijp. Als deze eicel niet bevrucht wordt door een zaadcel, zal ook deze cel langzaam afsterven met de menstruatie tot gevolg. Bij de menopauze (overgang) zijn er geen eicellen meer over.
Bij een jongen vormen de eerste zaadcellen in de puberteit. Daarna gaat het altijd maar door. Een man zal tot op hoge leeftijd zaadcellen vormen.
Bevruchting
Tijdens en rond de ovulatie (eisprong) kan een vrouw door geslachtsgemeenschap zwanger raken. Na een zaadlozing gaan er miljoenen zaadcellen richting de baarmoedermond. Eerst moeten ze een slijmpropje aan het begin van de baarmoeder passeren. De zaadcellen die dat overleven, zwemmen de eileiders in.
Bevruchting vindt plaats als de kern van een zaadcel samensmelt met de kern van een eicel. De cel die ontstaat na de bevruchting heet zygote.
Fase 1:
Zaadcellen bereiken de eicel.
Een zaadcel dringt de eicel binnen.
Fase 2:
De zaadcel verliest zijn staart en om de eicel ontstaat een voor andere zaadcellen ondoordringbare laag.
Fase 3:
De kern van de zaadcel versmelt met de kern van de eicel.
De bevruchting is een feit!
Innesteling
De zygote deelt zich enkele keren in de eileider en er ontstaat een klompje van enkele tientallen cellen. Het klompje cellen verplaatst zich richting de baarmoeder en gaat ten slotte in de baarmoederwand zitten. Dat moment wordt innesteling genoemd.
Na de innesteling groeit het klompje cellen. De cellen produceren het hormoon hCG. Dit hormoon kan worden aangetoond in de ochtendurine met een zwangerschapstest. Op die manier kan een vrouw erachter komen of ze zwanger is.
Tweelingen
Soms worden er meerlingen geboren, meestal tweelingen.
Vijftien op de duizend geboortes zijn tweelingen.
Een eeneiige tweeling ontstaat uit de samensmelting van één zaadcel en één eicel. Na een aantal delingen vindt er splitsing plaats: uit de twee helften ontstaan twee individuen die erfelijk identiek aan elkaar zijn.
Een twee-eiige tweeling ontstaat doordat er tegelijkertijd twee eicellen bevrucht worden. Tweederde deel van alle tweelingen is twee-eiig.
Onvruchtbaar of verminderd vruchtbaar
Wanneer een man en een vrouw onbeschermd geslachtsgemeenschap hebben, vindt meestal geen bevruchting plaats. De kans op een bevruchting is alleen groot gedurende een aantal dagen in de menstruatiecyclus, als er een rijpe eicel aanwezig is. Daarnaast kunnen zowel mannen als vrouwen onvruchtbaar zijn. Dit kan verschillende redenen hebben. Een man kan bijvoorbeeld te weinig zaadcellen hebben, of zaadcellen die zich niet goed voortbewegen. Bij een vrouw kan bijvoorbeeld sprake zijn van eitjes die niet volledig rijpen, of een verstopte eileider.