Bevruchting

Tijdens en rond de ovulatie (eisprong) kan een vrouw door geslachtsgemeenschap zwanger raken. Na een zaadlozing gaan er miljoenen zaadcellen richting de baarmoedermond. Eerst moeten ze een slijmpropje aan het begin van de baarmoeder passeren. De zaadcellen die dat overleven, zwemmen de eileiders in.

Bevruchting vindt plaats als de kern van een zaadcel samensmelt met de kern van een eicel. De cel die ontstaat na de bevruchting heet zygote.

Fase 1:
Zaadcellen bereiken de eicel.
Een zaadcel dringt de eicel binnen.

Fase 2:
De zaadcel verliest zijn staart en om de eicel ontstaat een voor andere zaadcellen ondoordringbare laag.

Fase 3:
De kern van de zaadcel versmelt met de kern van de eicel.
De bevruchting is een feit!