Infectie bacteriën en virussen
Infectie
De huid vormt een barrière tegen ziekteverwekkers. Ook de slijmlaag in luchtwegen, geslachtsorganen en verteringsorganen houdt ziekteverwekkers buiten ons lichaam.
Via een wond kunnen ziekteverwekkers het lichaam binnendringen. De infectie kan bestreden worden met alcohol of jodium. Die stoffen doden bacteriën.
Je kunt tetanus oplopen als je straatvuil binnenkrijgt. De tetanusbacterie veroorzaakt het samentrekken van spieren en kan dodelijk zijn. Daarom krijgt iedereen een tetanusinjectie
Infectie in het ziekenhuis
Om een infectie na een operatie te voorkomen, moet medische apparatuur steriel zijn. Steriel betekent dat alle organismen gedood zijn.
Bij een infuus of bloedtransfusie druppelt er vloeistof of bloed uit een zak via een injectienaald langzaam het lichaam in.
Als injectienaald, infuusvloeistof of bloed niet steriel zijn, kun je een infectie oplopen.
Drugsgebruikers kunnen allerlei ziektes oplopen als ze vuile naalden gebruiken.
Infectie door inademen
Griep- en verkoudheidsvirussen zijn erg besmettelijk. Deze ziekteverwekkers komen in de lucht door niezen en hoesten. Ze dringen het lichaam binnen door de slijmlaag in de luchtwegen (neus, keel, luchtpijp en longen).
Slijmvlies en trilharen in de luchtwegen.
Bij elke nies komen er zo’n 100.000 minuscule waterdruppeltjes met bacteriën terecht in de lucht.
SOA
Als mensen onbeschermd geslachtsgemeenschap hebben, kunnen ze bacteriën, schimmels en virussen overdragen. Zulke ziektes noem je seksueel overdraagbare aandoeningen (soa). Je kunt een soa voorkomen door een condoom te gebruiken.
AIDS
Aids wordt veroorzaakt door het humaan immunodeficiëntie virus (HIV).
Iemand die besmet is, noem je HIV-positief.
Bij iemand met aids werkt het afweersysteem niet goed meer. Allerlei ziekteverwekkers krijgen dan een kans. Je kunt dan ernstig ziek worden en zelfs overlijden.
Tuberculose
Tuberculose (TBC) kwam vroeger veel voor in Nederland. Tegenwoordig komt de ziekte hier nauwelijks meer voor, maar in andere delen van de wereld nog wel. In 1882 ontdekte Robert Koch de oorzaak: een bacterie met de naam Mycobacterium tuberculosis.
Nadat de tuberculosebacteriën zijn ingeademd, komen ze in het bloed en de lymfe terecht.
De lymfeklieren zwellen op. In de longen veroorzaken ze hoesten, soms met bloed. Andere ziekteverschijnselen zijn moeheid, lusteloosheid, gewichtsverlies, koorts, nachtzweten en verminderde eetlust.
Mensen met een goede afweer worden meestal niet ziek van tuberculose.
Als mensen bijvoorbeeld aids hebben, kan de tuberculosebacterie ze ziek maken.