Security

Security

A Inleiding

Vooraf

Onder computer security, men spreekt ook wel van cybersecurity of IT-security, verstaan we de beveiliging van informatiesystemen tegen diefstal of het beschadigen ervan. Dat kan betrekking hebben op de hardware, de software maar ook op de informatie zelf.

Onder security valt ook het beschermen van diensten die door een informatiesysteem worden aangeboden. Bijvoorbeeld het voorkomen van een
DDoS-aanval, waardoor de server van een bank niet meer bereikbaar is. Als we het hebben over alles wat met veilig internetgebruik te maken heeft dan spreken we van web security.

In deze module houden we ons bezig met verschillende vormen van security.
Daarbij willen we vooral inzichtelijk maken hoe een computergebruiker zich beter kan bewapenen tegen diverse vormen van computercriminaliteit en internetbedreigingen. Het onderwerp security wordt behandeld vanuit drie invalshoeken. De invalshoek van de gewone gebruiker, die van de hacker en die van de ontwikkelaar.
Deze verschillende typen gebruikers lopen als het ware als een rode draad door de module heen.

In dit onderdeel komen diverse onderwerpen aan bod die te maken hebben met security: cookies, privacy, spam, hacken, sql-injectie, een botnet, een DDoS-aanval, virussen en wormen, wachtwoorden, downloaden enz.

We besteden bij het bespreken ervan speciaal aandacht aan het internet.
Als je weet dat het internet meer onveilig dataverkeer kent dan normale data-uitwisseling, kan het geen kwaad hier meer van te weten. Niet voor niets wordt mensen op het hart gedrukt hun pc te beveiligen met een virusscanner, een firewall, een spamonderdrukker en nog meer digitaal anti-inbraakgereedschap. Je leert de ins en outs van normaal en minder normaal internetgebruik kennen. Daarvoor laten we je veel zelf ontdekken (learning by doing). We hopen dan ook dat je er heel wat van zult opsteken.

Leerdoelen

Na verwerking van deze module:

  • kun je aangeven wat het begrip security inhoudt;
  • kun je verschillende vormen van security onderscheiden;
  • kun je diverse typen cookies onderscheiden;
  • ken je de voor- en nadelen van cookies;
  • ken je het verschil tussen HTTP en HTTPS;
  • weet je welke vormen spam kan aannemen;
  • weet je welke juridische gevolgen het overtreden van copyrightregels heeft;
  • kun je aangeven wat plagiaat is en hoe je dat moet vermijden;
  • weet je hoe om te gaan met Creative Commons afspraken;
  • ken je het verschil tussen legaal en illegaal downloaden;
  • ken je het verschil tussen computervirussen en –wormen;
  • weet je welke rol de computerpoorten spelen in verband met hack-aanvallen;
  • weet je wat een botnet is;
  • weet je hoe een DDoS-aanval werkt;
  • weet je hoe je je eigen website tegen hackers kunt beschermen;
  • weet je hoe je op een veilige manier de toegang tot informatiesystemen kan regelen.

Zo werkt het

Je bent begonnen in de module security. Deze module bestaat uit meerdere onderdelen. In ieder onderdeel vind je, verdeeld over verschillende pagina's, informatie in de vorm van teksten, afbeeldingen en video's.

Daarnaast ga je zelf aan de slag. Onder het kopje "Aan de slag" vind je steeds toepassingsopdrachten. Deze opdrachten maak je alleen of met een klasgenoot.

Er zijn ook toetsen. Deze herken je aan de blauwe knop met daarop "Adaptieve Toets".
Een toets bestaat uit meerdere vragen. Dat kunnen gesloten vragen zijn, die door de computer worden nagekeken, of open vragen, die moet je zelf nakijken.
Bij een enkele vraag moet je een bestand uploaden.

Van de toetsen wordt, als je ingelogd bent, de voortgang bijgehouden.
Het resultaat vind je onder de knop "Voortgang". Deze voortgang is ook door je docent te bekijken.

In deze module wordt er gebruik gemaakt van de volgende bestanden:

Klik op de bestanden om ze te openen.

Succes met de module security.

B1 De gebruiker

Cookies - 1

Waar de gebruiker van het internet al vlug tegenaan loopt, zijn de bekende en soms beruchte cookies. Elke cookie bestaat uit een kleine hoeveelheid data en bevat een unieke code. Deze unieke code verklaart waarom ze cookies heten.

Dat komt namelijk van “fortune cookies”. Dat zijn koekjes met daarin een persoonlijke (unieke) boodschap. Deze koekjes krijg je soms als je in een (oosters) restaurant hebt gegeten.

Cookies worden opgeslagen in kleine tekstbestanden op je computer. Ze zorgen er bijvoorbeeld voor dat je na een eerste inlog de volgende keer weer herkend wordt.
Als je ingestemd hebt met het plaatsen van een cookie op je pc, stuurt de browser de cookie mee naar de website.

De server waar deze website op staat heeft een database met daarin alle cookies die horen bij die website. In de database staat bij elke cookie van wie deze cookie is.
Op het moment dat jij dus de website bezoekt, kan de webserver aan de hand van de cookie zien dat jij het bent. Zo hoef je niet steeds opnieuw je naam en soms ook wachtwoord in te vullen.

Cookies worden automatisch in de browser gezet als je een website bezoekt.
Maar regelmatig blijft het niet bij één cookie. Cookies lijken heel onschuldig, maar dat is niet helemaal waar. Ze worden namelijk niet alleen gebruikt na het inloggen.
Veel websites sturen bij het eerste de beste bezoek al een cookie mee.

VideoAlert(document.cookie)
Je kunt controleren of er op een website cookies actief zijn. In de adresbalk van een browser typen we een stukje JavaScript. Namelijk:

javascript: alert(document.cookie)
Daarna drukken we de enter-toets in.
We nemen als voorbeeld de website: http://www.google.nl
Als een website gebruik maakt van cookies krijg je een popup-scherm te zien met informatie over de actieve cookie.

★ Aan de slag 1

Beantwoord de volgende vragen:
  1. In de inleiding heb je kunnen lezen dat we in deze module het onderwerp security vanuit de invalshoek van 3 typen gebruikers bekijken. Namelijk vanuit de invalshoek van de gewone gebruiker, de hacker en die van de ontwikkelaar. Leg uit dat de drie genoemde gebruikers (helaas) niet zonder elkaar kunnen.
  2. Hoe komt de internetcookie aan deze naam?
  3. Waarom is de mededeling in de tekst over cookies “Op het moment dat jij dus de website bezoekt, kan de website aan de hand van de cookie zien dat jij het bent.” niet helemaal juist? Hoe kun je dit beter formuleren?
  4. Heeft een cookie te maken met privacy? Leg uit waarom wel of waarom niet.

Cookies - 2

Third party cookies

Er bestaan verschillende soorten cookies.
We bespreken er enkelen:

Session cookies zijn cookies die informatie bevatten die gebruikt wordt binnen een browsersessie.
Deze gegevens worden tijdelijk opgeslagen zolang de sessie duurt. Webwinkels maken vaak gebruik van dit soort cookies.

Tracking cookies zijn cookies die worden gebruikt voor het verzamelen van informatie over websurfers.
Websites kunnen via tracking cookies bijhouden wat jij allemaal bekijkt op hun site. Daarmee kunnen ze:
  1. inzicht krijgen in wat hun bezoekers doen op hun website. Hoeveel pagina’s bezoekt iemand gemiddeld?
  2. een profiel opbouwen van jou als bezoeker. Als ze bijvoorbeeld zien dat jij veel pagina’s over sport bekijkt, kunnen ze er voor zorgen dat de onderdelen over sport hoger in de site komen te staan.
    Iemand die meer geïnteresseerd is in muziek,
    krijgt juist de onderdelen over muziek duidelijker in beeld.
Third party cookies zijn cookies die niet geplaatst worden door de website die bezocht wordt, maar door andere websites.

Je bezoekt de website www.nu.nl. Op deze website kunnen advertenties staan die gelinkt en afkomstig zijn van andere websites. De bezoeker klikt op de advertentie. Tijdens het downloaden van de reclame wordt er ook een cookie actief die gekoppeld is aan de webpagina van de adverteerder. De adverteerder van de externe website kan nu het surfgedrag van een bezoeker volgen en analyseren. Dat biedt inzicht in wat deze bezoeker interessant vindt. Op basis van die informatie kunnen er aan deze specifieke bezoeker in de toekomst advertenties op maat worden aangeboden.

★ Aan de slag 2

Start een browser (bijvoorbeeld Firefox) en bekijk de cookies die zijn opgeslagen in de browser. Ga daarvoor naar het tabblad Extra, klik op Opties en vervolgens op “individuele cookies verwijderen” bij “Privacy” (zie afbeelding).

 

  1. Hoeveel cookies staan er in?
  2. Wat staat er in een cookie?
  3. Kun je in de cookie zien bij welke website deze hoort?
  4. Als het goed is heeft elke cookie een unieke rij van cijfers en/of letters.
    Bekijk enkele cookies en controleer of dit klopt. Vergelijk eventueel met de cookies van iemand anders.

★ Aan de slag 3

Ga weer naar het overzicht van de cookies.
Hier vind je een knop waarmee je alle cookies kunt verwijderen.
Klik op deze knop en open de website: www.nu.nl.
Ga akkoord met het gebruik van cookies en bekijk welke cookies er opgeslagen zijn.

  1. Hoeveel cookies zijn er toegevoegd?
  2. Zoek van twee cookies de bijbehorende websites.
    Kies twee websites die je nog niet kent.
  3. Kun je in de cookie zien bij welke website deze hoort?
  4. Wat zijn dit voor websites en welke bedrijven zitten daarachter?
    Geef aan wat die bedrijven doen.

Cookies - 3

Cookies kunnen dus meer dan alleen maar onthouden dat jij weer inlogt. Het ligt aan jou of je het geen bezwaar vindt dat een website gegevens van je onthoudt die persoonlijk zijn, zoals bij Facebook. Als je dat gemakkelijk vindt, zijn cookies voor jou geen probleem. Heb je er bezwaar tegen, dan kun je vermijden dat er cookies van een of meer sites op je computer komen te staan.

Een cookie kun je vergelijken met een klantenkaart bij de supermarkt. Elke keer als je boodschappen doet, wordt je klantenkaart gescand. Je krijgt er korting mee, heel fijn natuurlijk. Maar aan de andere kant weet de supermarkt wel precies wat jij hebt gekocht in de afgelopen maanden of zelfs jaren.

Misschien is het je bekend dat de browser voor elke pagina een nieuw verzoek stuurt naar de server. De server antwoordt steeds door de gevraagde webpagina terug te sturen. Of een plaatje. Of een filmpje. Voor elk onderdeel moet de browser een apart verzoek sturen. Maar de server kan zonder cookies niet zien van wie het verzoek komt. In het volgende filmpje wordt het uitgelegd:

 

★ Aan de slag 4

Ga naar een website waarbij je moet inloggen.
Facebook is daar een goed voorbeeld van.
Log in op de website met je gebruikersnaam en wachtwoord, en vink daarbij aan dat je ingelogd of aangemeld wilt blijven als dat kan.

  1. Bekijk wederom de lijst van cookies.
    Is er een cookie van de website waar je bent ingelogd toegevoegd?
  2. Sluit nu de browser af.
    Start vervolgens de browser weer en ga weer naar dezelfde website.
    Moet je nu opnieuw inloggen?


 

★ Aan de slag 5

Je hebt eerder al kunnen ontdekken dat het bezoeken van sommige websites leidt tot een lijst van cookies. Die cookies komen van verschillende servers. Hieronder zie je een denkbeeldig overzicht van de homepages van www.nu.nl en www.ad.nl.
De site van nu.nl staat op server A, de site van ad.nl staat op server F.
De pagina’s bevatten reclame die op andere servers staat.

www.nu.nl www.ad.nl
Server A: index.html
Server B: reclame1_nu.png
Server C: reclame2_nu.png
Server D: reclame3_nu.png
Server E: reclame4_nu.png
Server F: index.html
Server G: reclame5_ad.png
Server C: reclame6_ad.png
Server H: reclame7_ad.png

 

  1. Stel dat je de pagina opent van www.nu.nl.
    Elke server stuurt precies 1 cookie.
    Hoeveel cookies ontvang je dan?
  2. Als je de pagina van nu.nl opent, wordt ook de reclame van server B gedownload.
    Kan server B bepalen van welke site jij deze reclame bekijkt?
  3. Na het openen van www.nu.nl ga je naar www.ad.nl.
    Wat zou server C nu van je kunnen weten?
  4. Servers B, C, D, E en G, H zijn allemaal van reclamebedrijven.
    Zij willen graag dat je op hun banners klikt.
    Daar krijgen ze geld voor.
    Wat zou server C kunnen doen om meer mensen te laten klikken op de banner.

Cookies - 4

Van de kant van de server ziet het verhaal er als volgt uit. De server krijgt vele duizenden, misschien wel miljoenen verzoeken per dag. Hij kan wel bepalen welke pagina precies hoe vaak wordt opgehaald. Dat is nuttige informatie.
Als nu.nl ziet dat de pagina’s over politiek maar weinig worden bekeken, gaan ze daar waarschijnlijk iets aan doen.

De server kan van die verzoeken niet zien welke bij elkaar horen. Welke van die duizenden verzoeken komen van jou? Door cookies te gebruiken kan men dat wel zien. Elk verzoek krijgt immers een unieke cookie mee. Alle verzoeken met dezelfde cookie horen bij elkaar.

Om goed te kunnen begrijpen wat je met cookies kunt bereiken, is het belangrijk om te weten hoe een website wordt gedownload door een browser.
Dat gaat grofweg als volgt:

Downloaden van een website door een browser

  1. Jij tikt het adres in van de website in de browser.
  2. De browser downloadt de HTML-code van de homepage
    (als er een cookie is, wordt deze meegezonden door de browser).
  3. De browser kijkt wat er allemaal in de pagina staat aan plaatjes (maar ook aan video’s en audio) en controleert of er JavaScript of CSS wordt gebruikt.
  4. Al deze plaatjes (en andere onderdelen) worden apart gedownload. Ook hierbij worden de cookies door de browser meegezonden. Het kan zijn dat deze onderdelen van andere servers komen. Zo zou www.nu.nl een plaatje kunnen opnemen dat staat bij www.ad.nl, door de volgende HTML-regel op te nemen:
    <img src="http://www.ad.nl/foto.png">
  5. Als alles binnen is, wordt de hele pagina getoond door de browser.

Het ophalen van de HTML, plaatjes, enz. gebeurt overigens met het bekende HTTP-protocol.

Je hebt kunnen ontdekken dat reclamebedrijven die reclame maken op internet ook informatie kunnen achterhalen over hun bezoekers.
Zeker als ze op veel verschillende websites reclame maken, kunnen ze een profiel opbouwen van jouw surfgedrag.
Op basis daarvan kunnen zij dan weer hun reclames aanpassen.

Misschien denk je wel: de server kan zien van welk adres het verzoek komt.
Op die manier kan de server toch zien van wie het verzoek komt? Dat heb je dan inderdaad goed bedacht. De browser moet het IP-adres meegeven en dat is uniek.
Hier zitten echter wel twee nadelen aan:

Nadelen IP-adres

  1. Soms gebruiken meerdere computers hetzelfde IP-adres. Intern hebben ze dan wel ieder een eigen IP-adres, maar naar buiten toe hebben ze allemaal hetzelfde IP-adres. Als jullie thuis meerdere computers hebben, dan hebben die naar buiten toe waarschijnlijk allemaal hetzelfde IP-adres. En dan zou je broer of zus op jouw Facebook kunnen inloggen. Dat is niet helemaal de bedoeling, toch?
  2. De tweede reden is dat een computer niet altijd hetzelfde IP-adres heeft. Bijvoorbeeld als je een laptop mee naar school neemt, dan zal de laptop op een school een ander IP-adres krijgen dan thuis.

Tegenwoordig vragen veel sites de bezoeker om toestemming om cookies te mogen plaatsen. Sinds de zomer van 2012 bestaat er namelijk een nieuwe wetgeving over het gebruik van cookies. Daarin staat dat je toestemming moet vragen voor het plaatsen van cookies. Met andere woorden: het alleen informeren dat de website cookies gebruikt, is niet genoeg. Er is ook een uitzondering: voor cookies die technisch noodzakelijk zijn, zoals een digitaal winkelmandje of een inlogformulier is geen toestemming vereist.

★ Aan de slag 6

  1. In welk geval hebben al jullie thuiscomputers naar buiten hetzelfde IP-adres?
  2. Tegenwoordig vragen veel websites om toestemming om cookies te plaatsen.
    Zoek twee websites die toestemming vragen om cookies te plaatsen. Test of ze zich hier aan houden (verwijder alle cookies, ga naar de site, geef GEEN toestemming, en kijk of er cookies zijn toegevoegd). Wat zijn je bevindingen?
  3. Zouden alle websites zich al houden aan de cookies-wetgeving van 2012?
    1. Zoek twee websites die gebruik maken van cookies. Houden deze websites zich aan de wet?
    2. Kun je een website vinden die gebruikers informeert en toestemming vraagt voor het gebruik van cookies?
    3. Kun je een website vinden die helemaal geen informatie geeft of toestemming vraagt?

HTTP en HTTPS - 1

Waarschijnlijk is het je wel eens opgevallen dat sommige websites een adres
(URL) hebben dat begint met HTTPS in plaats van HTTP. Of soms is een deel van de website bereikbaar via HTTP en een ander deel via HTTPS. Kijk eens naar de URL van de ING bank. Het adres van de website begint met HTTPS en niet met HTTP. Waarom begint een adres nu de ene keer met HTTP en de andere keer met HTTPS?

HTTPS- en HTTP protocol
Je moet inloggen op de website van jouw bank om geld over te schrijven. Dan wil je er wel zeker van zijn dat al je gegevens vertrouwelijk en veilig behandeld worden.
De bank maakt op haar website gebruik van het HTTPS-protocol. Het HTTPS-protocol is een uitbreiding op het HTTP-protocol. HTTP staat voor Hypertext Transfer Protocol.

Bij HTTPS staat de S voor secure. HTTPS wordt gebruikt voor een veilige uitwisseling van gegevens. Dat kan door de gegevens die worden verstuurd te versleutelen. Voor een buitenstaander is het dan niet mogelijk om te achterhalen welke gegevens er verstuurd worden. Bij communicatie via HTTPS kan alleen de ontvanger ontcijferen wat er in het bericht zit. De tussenliggende servers kunnen dat niet.

Ook wordt er bij het gebruik van HTPPS niets in de cache van een computer bewaard. Zelfs niet de afbeeldingen van een website. Alle pagina’s moeten telkens opnieuw geladen worden. Dat is veiliger en voorkomt misbruik.


 

★ Aan de slag 7

Beantwoord de volgende vragen:

  1. Kun je enkele voorbeelden geven van websites die bereikbaar zijn via HTTPS?
  2. Waarom zouden juist die websites met HTTPS beginnen?
  3. Zoek eens een paar webpagina’s op waarbij je persoonlijke gegevens of een wachtwoord moet invoeren.
  4. Zijn deze allemaal beveiligd met HTTPS? Kun je er eentje vinden die niet via HTTPS werkt?

HTTP en HTTPS - 2

Maar is het normaal gesproken onveilig om vertrouwelijke informatie te versturen? Om die vraag te beantwoorden moeten we weten hoe het internet in elkaar zit.
Het internet wordt wel vergeleken met een wegennetwerk.

De informatie reist in kleine pakketjes als vrachtwagens van de ene plek naar de andere. Maar onderweg komen die vrachtauto’s allerlei knooppunten tegen.
Die knooppunten worden ook wel hops genoemd. Voorbeelden van hops zijn bijvoorbeeld routers of gateways.

In de film “Warriors of the Net” wordt uitgelegd wat er precies gebeurt als je een webpagina in een browser opent en hoe data worden uitgewisseld tussen jouw computer en de webserver waar de website op staat die je wilt bekijken. Daarin wordt ook aandacht besteed aan de knooppunten die je op het internet kunt tegenkomen.

Bekijk de film Warriors of the Net.

Hoeveel knooppunten komt zo’n pakketje eigenlijk tegen? Daar kun je achter komen, met behulp van het programma traceroute. Je kunt dat programma vanaf je eigen computer starten, maar dan moet je wel de juiste rechten hebben. Op veel scholen hebben leerlingen die rechten niet. Gelukkig zijn er ook veel websites die de mogelijkheid bieden om traceroute online te gebruiken, bijvoorbeeld via traceroute-online traceroute-online.com.
 

★ Aan de slag 8

Beantwoord de volgende vragen:

  1. Open in een browser traceroute-online.com . Hoeveel hops worden er gepasseerd vanaf de server van traceroute-online tot aan de server waar enigma-online.nl op wordt gehost?
  2. Probeer ook facebook.com . Hoeveel knooppunten zijn er?
  3. Probeer nog een paar websites. Kun je voorspellen hoeveel knooppunten er ongeveer zijn?
  4. Als je yougetsignal.com gebruikt, kun je zien waar de servers ongeveer staan. Kun je het nu voorspellen?
  5. Waar staat de server van yougetsignal.com ?

HTTP en HTTPS - 3

Wie kan die berichten zien? De servers op internet komen natuurlijk niet uit de lucht vallen. Die worden daar neergezet. Meestal door bedrijven. Die bedrijven verdienen geld aan het bieden van internetverbindingen. Dat betekent dat sommige werknemers van zulke bedrijven toegang kunnen hebben tot de servers en kunnen meekijken. Of misschien weet een hacker wel in te breken op zo’n server. Of kan hij meeluisteren op het verkeer tussen twee servers. Of misschien werkt de hacker wel voor zo’n bedrijf.

Wat zit er dan in die berichten? Hieronder zie je een voorbeeld van een HTTP-bericht dat is verstuurd vanuit een browser naar een server.

 

★ Aan de slag 9

Kijk nog eens goed naar het HTTP-bericht. Kun je zien welke website deze persoon wil bekijken en wat hij daar precies doet?


Zó ziet dit berichtje eruit als het via HTTPS wordt verstuurd: We nemen aan dat je dit niet meer zo gemakkelijk kunt lezen. Welke website deze persoon bezoekt, haal je er niet uit.

Je weet nu dat informatie via HTTP onbeveiligd langs allerlei servers gaat. Soms zijn dat wel tientallen servers achter elkaar. Die informatie is dus in principe te lezen door anderen. Het gaat dan om wachtwoorden, persoonlijke e-mails, foto’s, enzovoort.
Dit kan voorkomen worden door van het HTTPS-protocol gebruik te maken.
Dit protocol zorgt ervoor dat de verstuurde data versleuteld worden.

HTTP en HTTPS - 4

Certificaten
Om de bezoeker van een website te garanderen dat de server waarmee hij communiceert ook daadwerkelijk de server is die hij denkt dat het is worden certificaten aan websites verstrekt, bijvoorbeeld aan de server van de ING-bank.
Op basis van een certificaat kun je controleren wat de identiteit is van de website.

Als je naar Google.nl gaat, weet je dan zeker dat je met Google.nl aan het communiceren bent? Of is het stiekem iemand anders? Kan het dan zijn dat ik www.gmail.com intikt en toch niet de website van Gmail zie? Ja, dat kan. Wie weet is er wel een hacker ingelogd op een tussenliggende server, die de boel belazert. Hij past de server aan zodat het lijkt alsof het de website van Google is, waardoor jij je wachtwoord aan de verkeerde server geeft.

Dat lijkt een beetje op de situatie dat je naar Schiphol gaat om een vliegtuig naar Ibiza te pakken. Je komt bij de douane, en je zegt: “Ik ben Carla Bremer.” Denk je dat de douanier dan zegt: “Oh, nou mooi, gaat u gerust verder, mevrouw Bremer”? Nee, de douanier wil je paspoort zien. En aan de hand van dat paspoort kan hij zien dat jij ook echt Carla Bremer bent.

Dus een website heeft ook een soort paspoort? Ja, alleen noemen we dat een certificaat. En de douanier, dat ben jij. Of eigenlijk jouw browser, want die controleert of het certificaat echt is. Hieronder zie je een voorbeeld van zo’n certificaat. Deze is van de website: marktplaats.nl. Alle websites die bereikbaar zijn via HTTPS hebben zo’n certificaat.
 


Je ziet, net als bij een paspoort is er een eigenaar. Dat is het bedrijf dat de website in eigendom heeft. Zo heeft Google bijvoorbeeld Gmail.com. Het certificaat is maar voor een bepaalde periode geldig. En niet onbelangrijk: in het certificaat staat een domeinnaam, zoals www.hotmail.com. Die moet natuurlijk hetzelfde zijn als de website die je bezoekt. Als dat niet zo is, geeft je browser een waarschuwing: pas op, het adres van deze website is www.aaaa.nl, maar in het certificaat staat www.bbbbb.nl. Hier klopt iets niet. Het zou toch ook gek zijn als je bij de douane komt, je zegt dat je Harry Bremer heet, maar in je paspoort staat Boris Platje.
Ik ben benieuwd wat de douanier dan doet…
De browser is dus jouw douanier, die controleert of het certificaat geldig is.

De volgende zaken worden gecontroleerd:

  • Komt de domeinnaam die in het certificaat staat overeen met de domeinnaam in het adres van de website?
  • Is het certificaat niet verlopen? Oftewel: is de einddatum van het certificaat nog niet verstreken?
  • Is het certificaat niet ingetrokken? Er wordt namelijk een zwarte lijst gebruikt waarin alle ingetrokken certificaten staan. Als een certificaat bijvoorbeeld is gehackt, dan wordt het op de zwarte lijst geplaatst
Als het allemaal in orde is, krijg je de website te zien.
En zo niet, dan krijg je een waarschuwing van de browser.

★ Aan de slag 10

Bekijk een beveiligde website in je browser, dus via HTTPS,
bijvoorbeeld www.hotmail.com.

Klik op het slotje, meestal bij de adresbalk. Kun je informatie over het certificaat vinden van deze website? Zoek de volgende informatie in het certificaat:

  1. Van wanneer tot wanneer is het certificaat geldig?
  2. Welke domeinnaam hoort bij het certificaat?
  3. Welk bedrijf is de eigenaar van dit certificaat?

 

★ Aan de slag 11

We zullen eens een foute website gaan bekijken.
Bekijk de site: tv.eurosport.com

  1. Wat klopt er niet aan het certificaat?
  2. Wat doet de browser daarmee?

HTTP en HTTPS - 5

Is zo’n certificaat niet na te maken? Bij paspoorten gebeurt dat wel eens.
Ja, je kunt vrij gemakkelijk een certificaat maken. Maar, net als bij een paspoort heeft een certificaat een waarmerk waardoor je kunt zien dat het echt of vals is.
Dat wil zeggen: de browser kan controleren door wie het certificaat is gemaakt.

Een certificaat wordt uitgegeven door een Certificate Authority (CA). Men spreekt ook wel eens van Certification Authority. Er bestaan diverse commerciële CA’s die tegen betaling hun diensten aanbieden. Bijvoorbeeld het bedrijf Verisign. Dat doen ze vaak in opdracht de regering van een land.

CA’s zijn dus bedrijven die controleren of jij wel hoort bij het domein waarvoor je een certificaat wilt kopen. Jij kunt dus niet zomaar een certificaat kopen waarin www.facebook.com staat. Dan zul je moeten bewijzen dat jij Mark Zuckerberg bent, de oprichter van Facebook.

Om te kunnen controleren of een certificaat geldig is, moet je nagaan door wie het certificaat is uitgegeven. Deze uitgever heeft een waarmerk in het certificaat gezet. Bij het controleren van een certificaat, wordt automatisch door de browser gecontroleerd of het waarmerk van de uitgever klopt. De uitgever heeft zelf ook een certificaat. Dat certificaat is natuurlijk ook door iemand uitgegeven. En ook dat wordt gecontroleerd. Het lijkt wel een soort Matroesjka poppetje.

Deze herhaling eindigt bij een stamcertificaat, ook wel basiscertificaat genoemd.
Als blijkt dat het certificaat uiteindelijk is terug te voeren tot een stamcertificaat of basiscertificaat, dan is het goed. En die stamcertificaten, die zitten al in je browser.

★ Aan de slag 12

Bekijk het certificaat van de Rabobank. Dat kan via de website van de bank. Je moet dan wel naar het beveiligde deel van de website van de Rabobank gaan. Als je het certificaat bekijkt, kun je ook de certificaat-hiërarchie of het certificeringspad bekijken. Je ziet dan een lijstje van certificaten. In de afbeelding hieronder zie je bijvoorbeeld het certificeringspad voor de ING:

 

  1. Welke bedrijf heeft het certificaat van de Rabobank uitgegeven?
  2. Bepaal ook wie de uitgever is van het certificaat van de Triodos bank.
  3. Waar verdienen deze bedrijven hun geld mee?

★ Aan de slag 13

Je gaat nu de stamcertificaten bekijken die op jouw computer staan.
We leggen uit hoe dat voor de meest gebruikte browsers werkt:

  • Firefox: Opties Geavanceerd. Klik op Certificaten bekijken en dan op Organisaties.
  • Chrome: Instellingen Geavanceerde instellingen weergeven HTTPS/SSL Certificaten beheren Vertrouwde basiscertificeringsinstanties
  • Internet Explorer: Ga naar Internet Opties Inhoud Certificaten Vertrouwde basiscertificeringsinstanties.
  1. Doorloop de lijst met certificaten en bekijk er een paar.
    Hoeveel stamcertificaten vind je?
  2. Welk stamcertificaat is het langste geldig? En hoe lang?
  3. Zijn de stamcertificaten alleen maar van bedrijven?

★ Aan de slag 14

Het bedrijf Diginotar gaf certificaten uit voor belangrijke websites van de overheid. Bijvoorbeeld voor de belastingdienst waar mensen digitaal hun belastingaangiften konden invullen en insturen. Of voor DigiD.

  1. Waardoor zijn door dit bedrijf nepcertificaten als zijnde echte certificaten naar buiten gebracht?
  2. Bekijk de onderstaande afbeelding. Wat is er met Diginotar gebeurd?

B2 De gebruiker

Foute e-mails - 1

Ongevraagde berichten via e-mail, via de mobiele telefoon (SMS of MMS) of via een ander elektronisch kanaal worden spam genoemd. Waarschijnlijk ontvang je zelf wel eens spam. Het is zelfs mogelijk dat je wel eens een e-mail hebt ontvangen van een vriend of vriendin met daarin reclame. Dat heeft die vriend of vriendin niet zelf gestuurd. neem je dan aan. Is het dus mogelijk om namens iemand anders e-mail te versturen? Ja, je gaat in deze paragraaf ontdekken hoe dat kan.

Spam komt van een filmpje van Monty Python over spam, wat ingeblikt vlees betekent. Ze hebben het filmpje gemaakt naar aanleiding van de (sluip)reclame op tv die toen steeds meer in opkomst was. En e-mailspam kun je net als deze reclame als ongewenst beschouwen.

Bekijk het filmpje van Monty Python.


Misschien heb je er geen idee van hoeveel bedrijven en organisaties jouw e-mailadres hebben. Probeer voor je zelf te tellen hoeveel. Denk aan alle keren dat je ergens je e-mailadres hebt ingevuld of aan iemand doorgegeven.

Vaak is het doel van spam reclame maken, maar soms ook om nepberichten te versturen, of berichten te sturen die je ertoe verleiden je persoonlijke (bank)gegevens ergens in te vullen. Het gaat in ieder geval om berichten waar je niet op zit te wachten. Nou ja, sommige mensen zitten er blijkbaar wel op te wachten. Dat maakt het voor de zender ook zinvol om die reclame te versturen.

Dat versturen kost in principe geen geld. En ook al reageert maar 0,01% van de geadresseerden, als er miljoenen mailtjes verstuurd worden, levert dit toch al gauw aardig wat op. Het probleem met spam is ten eerste dat het vervelend is voor jou,
als gebruiker. Elke keer moet je je weer door die spamberichten in je inbox worstelen.

Een ander nadeel is dat het extra druk legt op de e-mailservers. Die moeten immers al die e-mails verwerken. De bedrijven, zoals bijvoorbeeld internet service providers (ISP’s) die deze e-mailservers beheren, moeten extra investeren om er voor te zorgen dat de computers het allemaal wel aankunnen. De spam kan er ook voor zorgen dat het andere internetverkeer wordt vertraagd.

★ Aan de slag 15

  1. Noem minstens drie problemen die spam met zich meebrengt.
  2. Er is een website waar je een klacht in kunt dienen als je spam hebt ontvangen: www.spamklacht.nl.
    1. Open het klachtenformulier spamklacht.nl. Als je naar de vragen kijkt, valt het ontvangen van een reclamemail dan ook onder spam volgens deze website?
    2. Wat gebeurt met je klacht als je het formulier helemaal invult?

Foute e-mails - 2

Hoe komen die spammers nou aan al die e-mailadressen?
Dat kan op verschillende manieren; hieronder zie je er een paar.

  1. Door gebruik te maken van virussen of wormen, die zoeken naar
    e-mailadressen op je pc. De hacker achter het virus kan deze
    e-mailadressen dan verzamelen en gebruiken om spam te versturen.
  2. Door te zoeken naar e-mailadressen die op internet te vinden zijn.
    Op veel websites staan e-mailadressen vermeld, en mensen laten hun
    e-mailadres soms ook achter op blogs of forums. Door al die websites af te speuren kan men e-mailadressen verzamelen. Dat gebeurt natuurlijk niet handmatig, maar met behulp van computerprogramma’s. Die worden ook wel spiders genoemd: spinnen die het world wide web doorlopen.
  3. Door e-mailadressen te kopen van bedrijven. Zo’n bedrijf kan bijvoorbeeld een webwinkel zijn, waar klanten zich registreren met hun e-mailadres. Sommige bedrijven verkopen dit soort gegevens door.
    En die bedrijven kunnen het natuurlijk ook gebruiken voor hun eigen reclame.
  4. Door de beheerder van een botnet te benaderen met het verzoek om spam te verspreiden. Spammers betalen in dat geval geld om toegang te krijgen tot de e-mailadressen waarover een beheerder beschikt. We leggen later in deze module uit wat een botnet is en waarvoor een botnet gebruikt kan worden.

 

★ Aan de slag 16

Noem drie manieren waarop spammers aan e-mailadressen komen.

 

Foute e-mails - 3

Voor het verzenden en ontvangen van e-mail zijn er globaal twee manieren:

  1. Via webmail. Je kunt je e-mail dan lezen in een browser.
    De browser communiceert met de webserver via het HTTP-protocol. En de webserver communiceert met de
    e-mailserver om e-mails op te halen en te verzenden.
  2. Met behulp van een e-mailprogramma zoals Microsoft Outlook of Mozilla Thunderbird. Die programma’s communiceren rechtstreeks met een of meerdere e-mailservers, via protocollen als POP3 (ophalen van e-mail), SMTP (verzenden van e-mail) en IMAP (verzenden en ontvangen van e-mail).

 


Voor het ophalen van e-mail moet je natuurlijk inloggen, met een naam en wachtwoord. Voor het verzenden van e-mail ligt dat anders.
Sommige e-mailservers vereisen dat je een naam en wachtwoord opgeeft, maar meestal hoeft dat niet. Wel wordt vaak gecontroleerd of je onderdeel uitmaakt van het netwerk. Bijvoorbeeld, als je abonnee bent bij XS4ALL, dan kun je e-mails versturen via een e-mailserver van XS4ALL.
Maar de e-mailservers van Ziggo zullen geen mails van je accepteren.
Op die manier is het lastiger om spam te versturen. Als je dat namelijk wel doet, kan de provider heel eenvoudig achterhalen wie de spam verstuurt en daar iets aan doen.

Spammers zoeken daarom naar andere manieren om e-mails te versturen, bijvoorbeeld via een botnet. De e-mails worden verstuurd vanuit de pc’s die zijn geïnfecteerd door het botnet.

De e-mail blijft niet allemaal op de e-mailserver staan. Een e-mailserver bewaart alleen de e-mails die bij het eigen domein horen, bijvoorbeeld bij school.nl.
Andere e-mails worden doorgestuurd naar de e-mailserver die bij dat domein hoort. Dus een e-mail aan martin@school.nl wordt doorgestuurd naar de e-mailserver van studio.net. Daar wordt de mail bewaard totdat deze weer wordt opgehaald.
Bekijk de video.

 
  1. De e-mailclient stuurt een e-mail bestemd voor martin@school.nl naar de e-mailserver bereikbaar binnen het eigen netwerk, door gebruik te maken van het SMTP protocol.
  2. De e-mailserver stuurt het bericht door naar de e-mailserver van studio.net, ook weer met gebruik van het SMTP protocol.
  3. Een e-mailclient haalt het bericht op bij de e-mailserver, door gebruik te maken van POP3 of IMAP.
Om berichten tussen computers in een netwerk (bijvoorbeeld het internet) te kunnen uitwisselen, zijn protocollen nodig. Dit zijn afspraken over hoe die computers met elkaar moeten communiceren. Vaak is het de client (uitspreken op z'n Engels) die op basis van zo’n protocol een verzoek stuurt naar de server, en de server geeft antwoord.
  • SMTP (Simpel Mail Transfer Protocol): een protocol om e-mails te kunnen verzenden.
  • POP3 (Post Office Protocol, versie 3): een protocol om e-mails te kunnen ophalen. De e-mails worden daarbij in principe verwijderd van de server, en zijn alleen nog leesbaar op de e-mailclient.
  • IMAP (Internet Message Access Protocol): een protocol om e-mails te kunnen ophalen. De e-mails blijven daarbij op de server staan, zodat de e-mails vanaf een ander device met een e-mailclients kan worden gelezen.
Deze protocollen versturen de gegevens zonder encryptie. Dat is niet erg veilig, zeker als er logingegevens worden verstuurd, of belangrijke e-mails. Het is wel mogelijk om de gegevens te versleutelen, net zoals bij HTTPS (in plaats van HTTP).

★ Aan de slag 17

Beantwoord de volgende vragen:

  1. Beschrijf de drie fasen van het verzenden en ontvangen van e-mail.
  2. Noem de 3 e-mailprotocollen en beschrijf ze kort.

Foute e-mails - 4

Bekijk het volgende filmpje over phishing.


Phishing is een vorm van internetfraude, waarbij hackers je belangrijke informatie proberen te ontfutselen. Phishing wordt hetzelfde uitgesproken als fishing, dus er wordt naar iets gevist. Een bekende vorm van phishing is een mail waarin staat dat je geld hebt gewonnen of gekregen. Maar eerst moet je een bedrag overmaken zodat het geld kan worden vrijgegeven. Nadat je het geld hebt overgemaakt, hoor je er natuurlijk niets meer over.

Een andere vorm van phishing is een mail van een bank, waarbij je wordt doorverwezen naar een kopie van de echte website. Je wordt gevraagd om je inloggegevens in te voeren, en zonder dat je het in de gaten hebt, geef je de hackers de gegevens waarmee zij geld van jou rekening kunnen afhalen.

Een paar adviezen om al deze spammethoden van je af te houden:

  1. Voorkom dat hackers jouw e-mailadres kunnen krijgen.
    Vul dus niet zo maar ergens je e-mailadres in. Als je dat wel wilt doen, bijvoorbeeld bij een webwinkel, kun je in het privacystatement van die website vaak lezen hoe ze met deze gegevens omgaan.
  2. Zorg dat je e-mailadres niet zichtbaar is op het internet, bijvoorbeeld op een forum, of op je eigen website. Je kunt eventueel met behulp van JavaScript je e-mailadres verbergen zodat spiders het e-mailadres niet kunnen zien, maar bezoekers je e-mailadres wel kunnen zien. Of je kunt een formulier op je website zetten zodat bezoekers contact met je kunnen zoeken, zodat het e-mailadres niet op je website hoeft te staan.
  3. Gebruik eventueel een spamfilter. Dat is een programma dat controleert of een bericht spam is. Als dat zo is, wordt het in een apart map gestopt. Soms heb je deze keuze trouwens niet. Als je webmail gebruikt, heb je die keuze overigens niet altijd.
  4. Voorkom dat er malware op je computer terecht komt.
    In het deel over virussen en wormen kun je lezen hoe je jezelf daartegen kunt beschermen.

Het opt-out principe
De wet schrijft voor dat bedrijven slechts reclame mogen sturen als de klant hier zelf om heeft gevraagd. Dit heet het opt-in principe. Het mag niet zo zijn dat alleen middels een actie van de klant (bijvoorbeeld door het wegklikken van een al aangevinkt vierkantje) er geen reclame wordt toegestuurd. De klant moet via een actieve handeling (bijvoorbeeld het aanklikken van een nog niet aangevinkt vierkantje) zelf om het toezenden van de reclame vragen. Daarnaast staat in de wet over het opt-out principe: bestaande klanten die informatie ontvangen moeten kosteloos kunnen aangeven dat ze dit niet meer willen.
Het verzenden van spam is dus strafbaar. Een bedrijf kan daar een boete van maximaal 450.000 euro voor krijgen.

★ Aan de slag 18

Bekijk de volgende website: veiligbankieren.nl. Klik op het tabblad “Fraude vormen”, klik daarna op Phishing en beantwoord de vragen:

  1. Hoe kun je herkennen dat het om een phishing mail gaat? Noem minstens twee kenmerken.
  2. Zoek in je eigen mailbox een phishing mail. Dit hoeft dus niet per se een mail van een bank te zijn. Waaraan kun je herkennen dat het een phishing mail is?

 

 

★ Aan de slag 19

De wet schrijft voor dat bedrijven slechts reclame mogen sturen als de klant hier zelf om heeft gevraagd. Dit heet het opt-in principe. Het mag niet zo zijn dat alleen middels een actie van de klant (bijvoorbeeld door het wegklikken van een al aangevinkt vierkantje) er geen reclame wordt toegestuurd. De klant moet via een actieve handeling (bijvoorbeeld het aanklikken van een nog niet aangevinkt vierkantje) zelf om het toezenden van de reclame vragen. Daarnaast staat in de wet over het opt-out principe: bestaande klanten die informatie ontvangen moeten kosteloos kunnen aangeven dat ze dit niet meer willen.
Het verzenden van spam is dus strafbaar. Een bedrijf kan daar een boete van maximaal 450.000 euro voor krijgen.

Omschrijf zo nauwkeurig mogelijk wat het opt-in principe inhoudt.

Privacy

Als je niet wilt dat je identiteit (echte naam) bekend wordt op het net, moet je die nooit bekend maken. Dat is dus vrij eenvoudig. Maar soms ben je wel verplicht je identiteit mee te delen, bijvoorbeeld om een betaling te doen. Je identiteit altijd verbergen is een moeilijke aangelegenheid.

Een van de mogelijkheden om je identiteit te verbergen, is gebruik maken van een remail systeem. Dat zorgt ervoor dat je mail of bericht via een code doorgestuurd wordt naar een ontvanger. Het systeem voorkomt dus dat je het e-mailadres van de afzender krijgt te zien. Marktplaats maakt daar gebruik van. Als je een vraag hebt aan een verkoper, wordt je mail naar die verkoper doorgestuurd, zonder dat deze ziet wie de afzender is. Dat is een vorm van bescherming van privacy, die garandeert dat afhandeling van berichten neutraal verloopt, dus zonder dat de identiteit van zender en ontvanger bekend zijn.

Op het internet heerst bovendien ook de gedachte dat de werkelijke identiteit van een gebruiker er weinig toe doet. Als je uiteindelijk tot zaken komt, zullen beide partijen hun naam wel bekend maken (al was het maar voor de betaling). Wat de gewone berichtgeving betreft, zou je kunnen zeggen dat het netwerk zo groot is dat een naam je toch weinig zal zeggen, dus wat voor verschil is er dan nog met een anoniem adres?

Veel gebruikers maken nu al gebruik van een alias of bijnaam wanneer zij post versturen, en alhoewel het dan mogelijk is om de echte naam te achterhalen, wordt dat meestal niet gedaan. Als je iemand kent als "Knorretje", wat schiet je er dan mee op als je te weten komt dat diens echte naam "Jules Donkervoort" is? En doet het er dan nog toe of Knorretje’s e-mailadres een adres is van een "echte" internetprovider, of een door een remailer toegewezen anoniem adres ("postbusnummer")?

De Wet Bescherming Persoonsgegevens is de belangrijkste wet over persoonsgegevens, informatie zoals naam en adres. Verwerking van persoonsgegevens mag alleen als de betrokkene geïnformeerd is over wat er met de gegevens gebeurt. Er zijn uitzonderingen voor bijvoorbeeld mailinglijsten, forums of privé-netwerken. Als je een foto maakt, heb je daarop het auteursrecht. Dit geldt natuurlijk ook voor portretfoto's.

Het publiceren van foto's van personen mag niet zomaar. De geportretteerde heeft ook bepaalde (privacy)rechten. Dit heet het portretrecht. Op grond van zijn portretrecht mag de geportretteerde bijvoorbeeld de foto zelf kopiëren en (in beperkte mate) publiceren, mits de naam van de fotograaf maar genoemd wordt.
Dit portretrecht heeft dus met privacy te maken. Over het kopiëren en eventueel verspreiden van foto’s en plaatjes van het net kun je veel vinden op pictoright.nl.

★ Aan de slag 20

  1. Omschrijf het begrip privacy zo goed mogelijk.
  2. Hieronder staan een paar handelingen die wel of niet het privacy-recht aantasten. Geef eerst aan of elk onderdeel dat doet en verklaar je antwoord. Als je denkt dat een onderdeel te maken heeft met het aantasten van privacy, geef dan ook aan hoe het eventueel opgelost kan worden.
    1. Ik maak een foto van een marktplein met mensen erop.
      De foto wil ik publiceren in een artikel dat op mijn website komt te staan.
    2. We hebben een schoolfeestje en we plaatsen foto’s ervan op de website van de school, die voor iedereen toegankelijk is.
    3. Ik schrijf me in op een site met naam en wachtwoord; de webmaster of sitebeheerder publiceert vervolgens mijn naam en e-mailadres.

Juridische kwesties

Volgens Arnoud Engelfriet, jurist met specialisatie computercriminaliteit, zou je onder computercriminaliteit kunnen verstaan: misdrijven die met een computer gepleegd worden. Maar omdat het niet de bedoeling is dat iemand neerslaan met een laptop als computercriminaliteit wordt beschouwd, kun je die omschrijving beter iets beperkter maken: het gebruik van ICT moet een wezenlijke rol spelen bij het misdrijf.
Iemand mishandelen kan met vele voorwerpen, dat het nu een laptop is, is niet relevant voor het misdrijf mishandeling.

Over het algemeen weet je als internetgebruiker wat je rechten en plichten zijn.
Je surft wat, bezoekt sites, je kunt sommige sites bezoeken zonder je aan te melden. Andere vragen een inlognaam en wachtwoord, dat geldt op zijn minst voor banken en ander geldinstellingen. Wil je geen naam en wachtwoord voor een site gebruiken, dan is dat je eigen keuze. Maar bij sites met gevoelige informatie, zijn naam en wachtwoord meestal verplicht.

Van de kant van de ontwikkelaar van een site waarop allerlei privégegevens opgeslagen worden in een databasemanagementsysteem, is zorg voor de veiligheid van die gegevens van groot belang. De site die gegevens laat lekken door hacks en dergelijke, kan het wel vergeten nieuwe klanten te vinden en het bedrijf dat ze onderhoudt, ook.

★ Aan de slag 21

    1. Noem, banken uitgezonderd, drie instellingen die zeker inlognaam en wachtwoord aan je zullen vragen als je er gebruik van wilt maken.
    2. Noem drie gevallen van hacks die je kent en wat er precies gehackt werd. Banken gaan natuurlijk heel voorzichtig om met toegang tot gegevens.
    3. Beschrijf de methode die zij gebruiken om gegevens en betaalopdrachten veilig te houden.
    4. Wat is de belangrijkste sleutel in het elektronische betaalverkeer, als je het bekijkt van de kant van de gebruiker/rekeninghouder?

    Voorgaande zaken hebben te maken met de security van gegevens voor de gebruiker. Deze wil dat een ander ze niet onbevoegd of ongevraagd kan inzien. Hackers maken er hun hobby of beroep van dat wèl te kunnen. Van de kant van de aanbieder van gegevens is het ook van belang dat deze veilig opgeslagen zijn en dat ze niet zonder de nodige inlogcontrole benaderbaar zijn. Zou dat wel mogelijk zijn, dan kan de aanbieder zijn zaak nog wel redden door snel in te grijpen om de gegevens alsnog af te schermen.

    1. Ga na of een bank die een website onderhoudt, waarop klanten bankzaken kunnen regelen, wettelijk verplicht is voldoende maatregelen te nemen zodat de gegevens veilig zijn.
    2. Hoort het saldo van je rekening ook tot je persoonsgegevens?

Copyright en plagiaat

De meeste juridische kwesties in verband met web- of internetcriminaliteit, betreffen copyright en plagiaat. Hoe kun je je beschermen tegen diefstal van je geestelijk eigendom dat je op het net hebt geplaatst? Daarvoor bestaat het zogenaamde auteursrecht. De Engelse term voor auteursrecht is copyright.

In Nederland is het auteursrecht geregeld in de auteurswet. Het auteursrecht biedt iedereen die iets eigenhandig maakt auteursrechtelijke bescherming. Datgene wat geproduceerd wordt, we noemen dat dus het geestelijk eigendom van de maker,
kan van alles zijn op het terrein van de letterkunde, de wetenschap of de kunst. Bijvoorbeeld teksten, illustraties (moeten natuurlijk wel origineel zijn!), muziek, schema’s, foto’s, sierraden enz.

Belangrijk is dat je kunt aantonen dat het van jezelf afkomstig is. Omgekeerd mag iemand die iets overneemt van het net dit alleen maar doen als daar toestemming voor is gegeven. Het spel moet dus van twee kanten goed gespeeld worden.
De maker moet beschermd worden voor hetgeen hij gemaakt heeft, beschermd worden tegen “diefstal” van zijn producten. De gebruiker mag alleen iets overnemen als de maker daar toestemming voor geeft.

Kort samengevat kun je zeggen dat het aanbieden van informatie (bijvoorbeeld films, muziek, teksten of foto's) zonder toestemming een inbreuk vormt op het auteursrecht.

Bekijk nu het filmpje over illegal numbers.
 

 

★ Aan de slag 22

In het filmpje “illegal numbers” wordt uitgelegd waarom het verspreiden van bepaalde reeksen nullen en enen als illegaal zou kunnen worden beschouwd.
Leg uit waarom. Gebruik in je antwoord het voorbeeld van de Mona Lisa.

Copyright en plagiaat - 2

De regels zijn duidelijk en heel lang geleden, nog vóór het digitale tijdperk, vastgelegd in dit auteursrecht. Dat bestaat zelfs al sinds 1886 (na de Conventie van Bern).
Het betreft alle creatieve producten van een maker. De maker kan echter aangeven dat hij van die rechten afziet. Wat internet betreft, zie je dat dan uitdrukkelijk op een site vermeld (bijv. “vrij van copyright”).

Het auteursrecht heeft als bijkomende voordel dat de auteur (of iemand die dat van hem mag) het werk mag kopiëren, verkopen enz. Als je een boek of een hoofdstuk als eigen maaksel uitgeeft, loop je vroeg of laat tegen de lamp.

Plagiaat is een ander begrip; het geeft aan dat je bijvoorbeeld een (tekst)stukje van internet plukt, dat min of meer bewerkt en dan op je eigen site zet als een persoonlijk product. In feite is plagiaat niet strafbaar, maar het is ook niet netjes.
Het beste is er de bron bij te vermelden; daar vermijd je alle problemen mee.
Je hebt dan niet eens toestemming van de maker nodig.

★ Aan de slag 23

  1. Waarom staat in de paragraaf over copyright en plagiaat het woord diefstal tussen aanhalingstekens?
  2. Ga van drie willekeurige sites na of er een vermelding van copyright op staat (meestal op de homepage).
  3. Waarin verschilt plagiëren van kopiëren?
  4. In de wetenschappelijke wereld komt plagiaat nogal eens voor. Zoek uit waarom hoogleraar René Diekstra van plagiaat werd beschuldigd, zodat hij de titel van hoogleraar niet verdiende.

 

★ Aan de slag 24

In oktober 2015 verscheen op de website van de Volkskrant van de hand van de hoofdredacteur het volgende bericht:


Plagiaat in de Volkskrant
Geachte lezer,

De Volkskrant heeft de afgelopen maanden een aantal artikelen gepubliceerd waarvan passages blijken te zijn overgeschreven van andere media in binnen- en buitenland, zoals The Guardian, Vice, het Financiële Dagblad en NRC. Al deze artikelen zijn van de hand van een verslaggever die stage liep bij de krant, Geerlof de Mooij. Hij nam zonder bronvermelding alinea's over en bracht uitspraken van geïnterviewden tegenover andere media alsof ze tegen hem waren uitgesproken.

Door: Philippe Remarque, hoofdredacteur 29 oktober 2015


  1. Waarom is de handelwijze van de stagiaire ontoelaatbaar?
  2. Wat valt de redactie van de Volkskrant in deze zelf te verwijten?

Creative Commons

Om internetgebruikers te laten profiteren van de grote hoeveelheid kennis en wetenschap die op het net te vinden is, werden de zogenaamde creativecommons.org bedacht. Het begrip houdt een soort van licentie in waarmee je kennis en producten met anderen kunt delen. En dit delen (sharing) hoort helemaal bij onze mediawereld. Dit kun je uitdrukkelijk in je werk (een werkstuk voor school bijvoorbeeld) of op je site meedelen. Dat betekent dan dat anderen je werk mogen gebruiken en kopiëren. Vaak wordt vermeld dat er geen commercieel doel nagestreefd mag worden met een werk dat in CC is verspreid.

Creative Commons kent diverse varianten, die allemaal met een lettercode worden aangegeven, bijv. CC BY-ND. Je vindt ze alle terug op de volgende URL: http://creativecommons.org/licenses/

Op de site van Flickr kun je met betrekking tot foto’s de diverse licentie-aanduidingen vinden die uploaders bij hun foto’s kunnen plaatsen: flickr.com/creativecommons. Je moet daar dus rekening mee houden als je foto’s downloadt.

★ Aan de slag 25

Maak de onderstaande opdrachten:

  1. Welke letterafkorting van Creative Commons geeft aan dat iets alleen met naamsvermelding, niet-commercieel en ongewijzigd gekopieerd mag worden?
  2. Wat hebben alle CC’s met elkaar gemeen?
  3. Bij welke licentievormen wordt expliciet vermeld dat er geen commercieel doel nagestreefd mag worden?

Downloaden

Downloaden is een geliefde bezigheid. We willen zoveel mogelijk muziek, films, software, nuttige informatie voor een werkstuk en dergelijke downloaden. In het vorige stukje heb je kunnen lezen dat voor producten die onder de Creative Commons spelregels vallen, dit niet tegengaan wordt, maar dat er wat voorwaarden aan gesteld worden. Die zijn niet zo moeilijk na te komen. Ze kosten je bovendien geen cent.

Er bestaan officiële regels voor up- en downloaden. Het uploaden van auteursrechtelijk beschermd materiaal is in Nederland illegaal. Software downloaden mag alleen met toestemming. En ook werken verspreiden mag alleen met toestemming. Sinds april 2014 is het in Nederland ook verboden om films, muziek en tv-series te downloaden uit een illegale bron.

★ Aan de slag 26

Popcorn Time is een programma waarmee gebruikers naar films en series kunnen zoeken om deze in hoge kwaliteit naar hun computer te streamen. In 2014 is het domein offline gehaald. Na het offline halen van het domein zijn andere groepen ontwikkelaars via de opensource-code van het programma hun eigen versies gaan maken. Time4Popcorn is zo’n versie. Deze dienst maakt met toestemming van de originele ontwikkelaars nog steeds gebruik van de naam Popcorn Time.

Op basis van de opensource code van hun programma konden andere groepen ontwikkelaars echter eigen versies van het programma maken waarmee nog steeds films en series kunnen worden gedownload.

  1. Zoek uit hoe Popcorn Time werkt.
  2. Waarom is het gebruik van Popcorn Time verboden?
  3. Welk gevaar loop je als je gebruik maakt van de diensten van Popcorn Time?


Kopiëren

Over het maken van kopieën zegt de Nederlandse wetgeving:

  • Er mogen slechts enkele exemplaren worden gemaakt als thuiskopie.
  • De kopie moet voor eigen oefening, studie of gebruik bestemd zijn.
  • De kopie mag in opdracht gemaakt worden, behalve bij muziek
  • Je hoeft geen rechtmatige eigenaar te zijn om een thuiskopie te mogen maken.
  • Er zijn een aantal uitzonderingen, niet van alle categorieën werken mag een thuiskopie worden gemaakt.
Het is toegestaan om een thuiskopie te maken van een muziekwerk, bijvoorbeeld van cd naar mp3 op een harde schijf. Als je zo’n thuiskopie maakt met behulp van een drager zoals een cd, een dvd of een videoband, dan moet je een vergoeding betalen. Je begrijpt nu waarom een standaardtoeslag op de aankoop van een beschrijfbaar digitaal materiaal gevraagd wordt. Het nadeel van dit laatste is, dat je de toeslag ook betaalt als je geen gekopieerde film of muziek erop zet.


EXTRA
Als je veel weetjes wilt opdoen over computercriminaliteit, kunnen we je de volgende site aanraden: iusmentis.com Deze site wordt door een expert op het gebied van computercriminaliteit onderhouden. Hij geeft veel voorbeelden en verklaringen van begrippen.

★ Aan de slag 27

Ga na of een site die een link opneemt naar digitaal materiaal dat illegaal gedownload kan worden, zelf strafbaar is.

Toets 1

In de volgende toets wordt getoetst wat je inmiddels zou moeten weten over het onderwerp Security.

Klik op de link en maak de toets.

De gebruiker

C1 De hacker

Hacken

In onderdeel B van deze interactieve module hebben we het onderwerp security behandeld vanuit de invalshoek van een gewone gebruiker. We zijn inmiddels aanbeland bij de invalshoek van de hacker.

De bekendste vorm van computercriminaliteit is het opzettelijk en wederrechtelijk binnendringen in een computersysteem of netwerk. Dit heet hacken of officieel computervredebreuk (soms ook wel computerinbraak). Het is een misdrijf.
Hierop staat een straf van maximaal 1 jaar cel of geldboete van 16.750 euro
(art. 138ab lid 1 uit het Burgerlijk Wetboek). Als voorbeelden van computervredebreuk kunnen we noemen:

  • Doorbreken van een beveiliging: het laten crashen van het inlogprogramma, zodat iedereen zonder verdere controle naar binnen mag.
  • Een technische ingreep: het systeem zo ver krijgen dat het een instructie uitvoert waardoor de toegang wordt verleend tot bepaalde gegevens (een digitale versie van het kortsluiten van een elektronisch slot zodat de deur opengaat).
  • Valse signalen of een valse sleutel: een geraden of afgekeken wachtwoord van een ander gebruiken of je computer andermans IP-adres laten aannemen (IP-spoofing).
  • Het aannemen van een valse identiteit: je computer de naam geven van de printserver en zo toegang tot de map met printjobs krijgen, of de helpdesk bellen, zeggen dat het je eerste dag bij systeembeheer is en vragen wat het wachtwoord ook alweer was. Ook phishing, een e-mail of website laten lijken op die van een bank om zo pincodes en dergelijke te pakken te krijgen, kan hieronder vallen.

Lees het volgende krantenartikel:


Nederlandse hacker in Amerika 12 jaar de cel in

Een forse straf voor een hacker uit Nederland: Fortezzza moet in Amerika 12 jaar de cel in. David Benjamin S., zoals Fortezzza in het echt heet, was een belangrijke schakel in een grote fraudezaak met creditcards. Volgens de Amerikaanse rechter is de schade meer dan 63 miljoen dollar en zijn er tienduizenden mensen gedupeerd. Fortezzza (21) verkocht met een handlanger meer dan 100.000 gestolen creditcardgegevens. Hij bouwde speciale sites waar andere criminelen de gegevens konden downloaden.
Zijn Amerikaanse handlanger, die inbrak in computers en gegevens bemachtigde, moet 7 jaar de cel in.

De Nederlander werd afgelopen zomer door de Amerikaanse geheime dienst opgepakt in Roemenië. Hij kreeg veertien aanklachten aan z'n broek, onder meer identiteitsroof en fraude. De zaak kwam aan het rollen door een Italiaans restaurant in Seattle. De eigenaar kreeg zoveel klachten van klanten over dubieuze afschrijvingen dat hij naar computerexperts en vervolgens de politie stapte. Via zijn handlanger, Christopher A. Schroebel (21), kwam de politie bij de Nederlander terecht.

(Bron: NOS op 3 (1-febr-2013)

★ Aan de slag 28

  1. Maak de onderstaande opdrachten:
    1. Als je het fragmentje over David S. leest (en eventueel ook een fragment hierover bekijkt uit het programma Pauw en Witteman op pauwenwitteman.vara.nl welke van de vier genoemde vormen van computervredebreuk passen dan op wat David S. gedaan heeft?
    2. Keylogging is het gebruik van een programmaatje dat in staat is toetsaanslagen te registreren en op te slaan, dan wel door te sturen. Zoek twee vormen van keylogging op en noteer kort op welke wijze hiermee toetsaanslagen geregistreerd worden.
       
  2. Waarom is het argument van de advocaat van David S. niet erg geloofwaardig?

     

Hacken - 2

Met hacken kun je dus geld verdienen. Maar je kunt er ook voor worden veroordeeld. En misschien lijkt het allemaal heel onschuldig, vanachter je computer.
Misschien had David nauwelijks in de gaten hoe strafbaar hij eigenlijk was.
Zijn advocaat zegt dat hij er niet eens geld aan verdiende, het was meer een sport voor hem. En nu moet hij 12 jaar in de gevangenis zitten.

Toch gaan we je laten zien hoe je kunt hacken, maar dan op je eigen computer.
Op die manier weet je hoe een hacker werkt en weet je beter hoe je je daar tegen kunt beveiligen. Ga dus niet andere computers hacken, want je bent al heel gauw strafbaar. Ook al heb je het zelf niet in de gaten. En denk maar niet dat het niet gezien wordt … dat dacht David S. ook. Maar voordat we op het zelf hacken van systemen ingaan, kijken we eerst ook nog even naar het hacken van autosystemen.

Je hebt in de wereld van de hackers ook een groep zogenaamde ethische hackers, die in het Engels ook wel White Hat hackers genoemd worden. De slechteriken zijn dan natuurlijk de Black Hat hackers.

Lees het artikel over de Black Hat hackers.


Black Hat hackers
Opstelten: 'Ethisch hacken' niet altijd meer strafbaar

Hackers die computers van bedrijven binnendringen, hoeven van minister Opstelten niet per se meer vervolgd te worden. Tenminste, als ze dit doen om lekken in het systeem bloot te leggen en daar het bedrijf ook op wijzen. Hij noemt dat 'ethische hackers'. Ze moeten zich dan wel aan een paar spelregels houden om vervolging te voorkomen.

De hackers gaan wat betreft Opstelten vrijuit als ze geen veranderingen aanbrengen in het systeem, geen gegevens downloaden, en het lek direct melden bij het bedrijf zonder meteen de media op te zoeken. Hij heeft de leidraad naar de Tweede Kamer gestuurd.

Of justitie dat ook zo ziet, is nog maar de vraag, Opstelten kan dat niet garanderen. "Volkomen nutteloos voor ethische hackers", vindt internetjournalist Brenno de Winter daarom. "Het zou heel onverstandig zijn als mensen langs deze spelregels gaan meespelen". Ook over de anonimiteit van de hacker heeft hij vragen: "Het is ook heel onhandig omdat je jezelf al kenbaar hebt moeten maken bij het bedrijf, dus die weten al wie je bent. De opsporing wordt zo enorm veel vereenvoudigd dus je loopt nog grotere risico's." Een langere reactie hoor je hiernaast.

Bron: NOS op 3; 3 januari 2013

★ Aan de slag 29

  1. Wat is ethisch hacken?
  2. Waarom wil de minister van Justitie dat ethisch hacken niet altijd strafbaar is?
  3. Aan welke regels moet een ethische hacker zich houden om niet strafbaar te zijn?
  4. Wat vind je van dit voorstel? Betrek eventueel de mening van Brenno de Winter die in het artikel wordt genoemd.

Het hacken van auto’s

Bekijk het filmpje over hacken van auto's.

 

In de zomer van 2015 toonden 2 Amerikaanse hackers aan dat ze vanaf elke plek in de wereld konden inloggen op een Jeep Cherokee en onder meer de motor konden uitschakelen, bij lagere snelheden de remmen konden ontmantelen en de besturing van de auto konden overnemen.

De producent van dit type auto, autofabrikant Chrysler, was al maanden op de hoogte van het beveiligingslek. Het bedrijf kwam echter pas in actie nadat de twee hackers op een conferentie in LA hun bevindingen hadden prijsgegeven.
Veel Amerikanen vroegen zich daarna terecht af hoe kwetsbaar hun auto’s eigenlijk waren.

In moderne auto’s worden computers steeds meer gebruikt voor de controle en aansturing van essentiële onderdelen van deze auto’s. Dat is het grote probleem waar autofabrikanten mee te maken hebben.

Het gevaar bestaat namelijk dat hackers via draadloze verbindingen in staat zijn om deze computersystemen te hacken en de aansturing van het voertuig over te nemen.
Hoe werkt dat? Dat zou als volgt kunnen gaan:

Hoe auto's gehacked worden.

  1. Een bestuurder downloadt een geïnfecteerde app op zijn smartphone die hij wil gebruiken in combinatie met de software van zijn auto. Bijvoorbeeld voor een entertainmentsysteem waar de auto over beschikt.
  2. De bestuurder gebruikt een draadloze verbinding (b.v. een Bluetooth-connectie) om een bestand (geïnfecteerd) te uploaden naar zijn auto.
  3. Alle andere cruciale systemen van zijn auto maken gebruik van datzelfde netwerk en/of dezelfde draadloze verbinding. Het virus krijgt zo ook toegang tot de microcomputers die de auto besturen / controleren.
  4. Hackers kunnen nu via het draadloze netwerk de auto op afstand overnemen en/of controleren.

 

★ Aan de slag 30

  1. Bekijk de website van uconnect: driveuconnect.com . Dit Amerikaanse bedrijf ontwikkkelt diverse systemen die kunnen worden ingebouwd in auto’s. Bekijk de informatie over het systeem siriusxm travel link. (te vinden via het menu-item what is uconnect → Navigation). Waarvoor wordt siriusxm travel link gebruikt?
  2. Wat is het grote gevaar van het gebruik van dit soort systemen?
  3. Waarom zouden autofabrikanten zoals Chrysler de draadloze netwerken waar hun auto’s gebruik van maken niet beter beveiligen?

Server en webserver

Om je inzicht te geven in de werkwijze van hackers maken we in deze module gebruik van een stukje software waarmee je van je eigen pc tijdelijk een webserver maakt. Die webserver gaan we vervolgens proberen te hacken. Daarvoor moet de webserver inclusief de database die daarbij hoort wel op je pc geïnstalleerd worden.
De software kan ook vanaf een USB-stick worden opgestart. Je hebt er op je pc nauwelijks rechten voor nodig. De software die je gebruikt wordt ook veel op webservers op het internet gebruikt. Installeer een en ander als volgt:

  • Download het bestand usbwebserver.zip, bewaar het op een USB-stick of in een map op de pc of laptop.
  • Pak het zip-bestand vervolgens uit. Er wordt een nieuwe map aangemaakt.
  • Na het uitpakken van het zip-bestand staat ergens het bestand usbwebserver.exe. Start dit programma door erop te dubbelklikken. Als het goed is, krijg je na het openen van het programma usbwebserver een scherm te zien. Een afbeelding van dit scherm staat hieronder.

 
  • Je kunt nu je browser starten en de volgende URL in de adresbalk tikken: http://localhost:8080/. Je krijgt dan de homepage van deze website te zien.
Voor het openen van deze pagina kun je ook klikken op de knop met de tekst “Localhost”. Je hoeft dan niet telkens http://localhost:8080/. in een browser in te typen. in de popup kun je het beeld zien wat je zou moeten krijgen.

 



Je bent klaar om te gaan hacken. Maar nogmaals: je hackt alleen je eigen PC.

Door de USB-webserver te starten, open je wel enkele poorten en maak je je PC in principe kwetsbaarder. Over die poorten gaan we het nog hebben. Dus het is aan te raden om na het hacken de USB-webserver weer af te sluiten.

Op school zou je docent zou ervoor kunnen kiezen om deze webserver op een computer te installeren en die voor de computers in het lokaal beschikbaar te maken zodat iedereen de webserver kan bereiken. Is dat niet geregeld dan kan als alternatief een USB-stick worden gebruikt. Over het algemeen is het, op een enkele uitzondering na, niet de bedoeling om iets te veranderen op de webserver.

Voordat we praktisch aan de slag gaan, nemen we vooraf het begrip “server” nog even onder de loep. De term server wordt vaak voor verschillende zaken gebruikt. Een server kan verwijzen naar een fysieke computer, maar ook naar software op zo’n computer. Dat wordt dan vaak serversoftware genoemd.

Een computer zonder software doet niet zoveel. Een server, in de zin van een fysieke computer (zonder serversoftware), doet dus ook niet zoveel. Vaak wordt daarom de combinatie van de fysieke computer en de daarop draaiende serversoftware bedoeld. De server kan voor verschillende doeleinden gebruikt worden. Er kan sprake zijn van een webserver, een e-mailserver, een fileserver, enz. enz.

Een webserver is dus een computer waar serversoftware op draait, die het mogelijk maakt om webpagina’s op te vragen. De browser (=software) op jouw computer stuurt een bericht naar een computer met daarop de webserversoftware (oftewel de server). De webserversoftware stuurt een bericht terug naar jouw browser met daarin bijvoorbeeld de HTML-code van de website.

Dit noemen we het client-server model. De client (bijvoorbeeld de browser) vraagt en de server antwoordt. Met de USB-webserver draait de webserversoftware op jouw eigen pc. Zowel de client als de server draaien dus op jouw pc. Jouw pc is een server geworden. Je bent hacker en wilt kijken wat er mogelijk is om de website, of de webserver (de computer) als geheel te hacken. Misschien kun je dan ook gegevens op de server wijzigen of wissen. Een eerste stap is proberen te achterhalen wat voor software op de server draait. Er moet in ieder geval webserversoftware zijn geïnstalleerd, die ervoor zorgt dat de website beschikbaar is.

In de volgende opdracht ga je achterhalen welke software, inclusief versie, dat is. Sommige webservers geven al wat informatie vrij als je een pagina opvraagt die niet bestaat.

★ Aan de slag 31

Voor deze opdracht maken we gebruik van de USB-webserver.
In de volgende opdracht ga je achterhalen welke software, inclusief versie, dat is. Sommige webservers geven al wat informatie vrij als je een pagina opvraagt die niet bestaat.

  1. Geef eerst een omschrijving van wat een server is en wat een webserver.
  2. Activeer de USB-webserver. Voor deze opdracht maken we gebruik van de browser Chrome. Start je browser en probeer een pagina te bekijken die niet bestaat. Tik dus een URL in die verwijst naar een niet bestaande pagina. Bijvoorbeeld localhost:8080/fout.html. Welke reactie krijg je van de webserver?
    Kijk ook naar de broncode van de webpagina. Vind je in de broncode meer informatie over de serversoftware?

 

Server en webserver - 2

Als in de webpagina’s niet wordt prijsgegeven welke software wordt gebruikt, dan is er nog een andere optie. De webpagina (de HTML-code, CSS-code, plaatjes, etc) is namelijk niet de enige informatie die wordt uitgewisseld tussen de webserversoftware en je browser. Deze twee programma’s communiceren namelijk via HTTP.

Een webserver luistert naar verzoeken die via het HTTP-protocol worden verzonden en stuurt vervolgens een HTML-, CSS- of ander bestand terug. Als het verzoek tenminste correct is. Maar vaak wordt er ook nog wel meer informatie verzonden. Om dat te kunnen achterhalen moet je dus zorgen dat je alle berichten die worden uitgewisseld, kunt zien.

In de browser Firefox kan dat bijvoorbeeld met een plugin, die Firebug heet. Je kunt deze installeren via: addons.mozilla.org/nl.
Na installatie kun je het Firebug venster openen door te klikken op het icoontje dat rechts in de browser verschenen is:

Nadat je dat gedaan hebt, verschijnen er onderin de browser nieuwe tabbladen.
Kies het tabblad Net. Misschien dat je dit tabblad nog moet activeren.
Open vervolgens nogmaals een pagina van de webserver (bijvoorbeeld localhost:8080/fout.html). Je krijgt dan als het goed is zoiets als hieronder in de afbeeldingen te zien is. Klap het verzoek uit door te klikken op het plusje voor GET en kijk welke informatie je kunt vinden bij de headers.

 

★ Aan de slag 32

Voor deze opdracht maken we gebruik van de USB-webserver.

Hieronder hebben we de antwoord- en verzoekheaders die je in Firefox voor de pagina fout.html te zien krijgt nogmaals afgebeeld in de afbeeldingen:

 


 

  1. Als het goed is kun je nu achterhalen welke software wordt gebruikt op de server en welke versie. Welke is dat?
  2. Wat zou je als hacker op basis van deze informatie kunnen doen?
  3. Niet alleen de server geeft zich bloot. Ook de client, in dit geval de browser, geeft informatie door. Welke informatie kun je terugvinden in de berichten uitwisseling tussen client en server?

★ Aan de slag 33

Voor deze opdracht maken we gebruik van de USB-webserver.

  1. Activeer de webserver en klik op de knop “Localhost”. Klik in het menu op de hyperlink Mantis. Je wordt verwezen naar een login-pagina. Je kan deze pagina ook openen door in de browser localhost:8080 in te typen. In de afbeelding kun je zien wat je zou moeten krijgen. Kijk of je een manier kunt vinden om de software te hacken. Zoek eventueel op internet
    aanvullende informatie.

  2. Hoe had de beheerder van deze software deze hack kunnen voorkomen?

Content management systeem (CMS) geïnstalleerd. Voor de meeste websites wordt een CMS gebruikt, zodat het eenvoudig is om de inhoud van de website te beheren. Ga naar localhost:8080/website

★ Aan de slag 34

Voor deze opdracht maken we gebruik van de USB-webserver.

Op de webserver is een content management systeem (CMS) geïnstalleerd. Voor de meeste websites wordt een CMS gebruikt, zodat het eenvoudig is om de inhoud van de website te beheren. Ga naar localhost:8080/website/ om de website te bekijken.

Je kan ook van het menu gebruik maken door te klikken op de link “De website met het CMS”.

  1. Je zou moeten kunnen achterhalen welk CMS is geïnstalleerd. Welke is dat?
  2. Probeer dit CMS te hacken. Hint: de installatie van het CMS is niet helemaal netjes afgerond. Kijk of je bij de installatiebestanden kunt komen. Je kunt de website van het CMS als bron gebruiken.
  3. Hoe had de beheerder van deze software deze hack kunnen voorkomen?

Poorten - 1

Om te communiceren met een computer op het internet moet je natuurlijk het adres van deze pc weten. We noemen dat het IP-adres. Maar je moet ook nog iets anders weten, namelijk het poortnummer. Elk programma maakt gebruik van een specifieke poort. Zo maakt een webserver over het algemeen gebruik van poort 80.

Dus als jouw browser verbinding maakt met een webserver, stuurt hij een bericht naar een bepaald IP-adres, bijvoorbeeld: 83.194.8.100 op poort 80. Zo weet de server: dit bericht is bedoeld voor de webserversoftware. Want misschien draait er ook nog wel andere serversoftware, zoals een e-mailserver.

★ Aan de slag 35

  1. Zoek op welke poorten worden gebruikt voor e-mail. Je kunt de volgende website gebruiken: wikipedia.org/wiki/List.
  2. Voor e-mail worden de protocollen SMTP, POP3 en IMAP gebruikt. Poort 80 wordt dus gebruikt voor HTTP-verkeer. Voor HTTPS-verkeer wordt een andere poort gebruikt. Welke is dat?
  3. De webserver op jouw USB-webserver maakt geen gebruik van poort 80. De kans dat jij daarvoor de rechten op jouw pc hebt is namelijk niet zo groot.
    Daarom wordt er een andere poort gebruikt. Welke poort is dat? Je kunt dat zien aan de URL van de website.

Poorten - 2

Je kunt dus tegen de browser zeggen dat hij een andere poort dan gebruikelijk moet kiezen door achter het IP-adres of de domeinnaam de poort in te vullen.

Een netwerkpoort kun je zien als een deur of raam op je computer, met een uniek nummer. Dat begint bij 0 en eindigt bij 65535 (=2^16 - 1). Om te communiceren met een computer moet worden aangegeven welke poort wordt gebruikt. Als een poort open staat op een computer, dan draait er software die berichten ontvangt en verwerkt. Anders gezegd: achter elke open poort staat software te wachten op berichten.

Hoe meer poorten er open staan hoe meer mogelijkheden voor een hacker er zijn om in te breken. Het is dus belangrijk om niet onnodig een poort open te laten staan. Maar je kunt natuurlijk niet alle poorten afsluiten, want dan kan de computer ook niet meer communiceren. De meeste webservers luisteren naar berichten op poort 80. Die poort staat dan ook op veel servers open. Ook op je eigen pc staan vaak wel poorten open, bijvoorbeeld voor het delen van bestanden.

Ook deze open poorten vormen een risico. Met een poortscanner kan een hacker nagaan welke poorten open staan.

Poortscanner
Een poortscanner probeert een voor een alle poorten uit. Als de hacker eenmaal open poorten heeft gevonden, kan hij proberen via zo’n poort in te breken.

Door een firewall te installeren kun je zorgen voor extra beveiliging. Alle berichten moeten eerst door de firewall. In de firewall kun je aangeven dat je bijvoorbeeld geen berichten wilt ontvangen die niet voor poort 80 zijn bestemd. Daarmee voorkom je dat hackers via andere poorten proberen binnen te dringen. Overigens kan dat ook de andere kant op werken. Met een firewall kun je ook voorkomen dat software op jouw computer verbinding maakt met andere computers via bepaalde poorten. Als je dan een virus hebt, kan het nog steeds niet zomaar met andere computers communiceren.

Een overzicht van veel gebruikte poortnummers vind je hier:
wikipedia.org/wiki/List__port_numbers

Een poort is dus een soort deur, waarachter software zit te luisteren. De vraag is: welke poorten staan open? Als je weet welke poorten openstaan (dus waar luistert de computer naar), kun je daar als hacker wellicht misbruik van maken. Er zijn programma’s waarmee je kunt nagaan welke poorten openstaan. Bijvoorbeeld het programma nmap. In het Engels noemen we een dergelijk programma een portscanner. In de volgende opdracht ga je daar mee werken.

★ Aan de slag 36

Voor deze opdracht maken we gebruik van de USB-webserver en moet het programma nmap geïnstalleerd worden

Let op: ga niet zomaar andere computers scannen, gebruik het alleen om je eigen computer te scannen.

  1. Download nmap en installeer deze software. Dit werkt alleen als je ook de rechten hebt op je computer. Je vindt de software op: https://nmap.org/download.html (kijk bij Microsoft Windows binaries).
  2. Eerst moet je het IP-adres van je eigen computer achterhalen.
  3. Vul vervolgens het volgende commando in bij “command”. Zorg dat de USB-webserver is gestart. Klik daarna op Scan.nmap -sT -T4 -F -Pn localhost De term localhost betekent dat je eigen computer wordt gescand. Bij het scannen van de eigen computer op Windows is het nodig de opties –sT –Pn toe te voegen. In andere gevallen kunnen deze opties worden weggelaten.)
  4. Na het scannen (dit duurt even) kun je op het tabblad Ports / Hosts klikken.
    Je krijgt dan een overzicht zoals in de afbeelding te zien is.

 

  1. Hoeveel poorten staan open?
    En staat poort 8080 van de USB-webserver er ook bij?
  2. Behalve de poorten te sluiten is er nog een andere manier om je computer te beveiligen tegen misbruik van open poorten.
    Met wat voor soort software kan dat?

★ Aan de slag 37

Voor de volgende opdrachten gebruiken we het spel “Hack the Game”. Dit spel kan worden gespeeld vanaf een USB-stick en hoeft dus niet per se op een computer in het computerlokaal te worden geïnstalleerd.

  1. Download HackTheGame: hackerforever.com . Onder download staat een link naar het meest recente zip-bestand van het spel.
  2. Pak het zip-bestand uit (het neemt zo’n 2 MB in beslag).
  3. Open HackTheGame.exe en kies MissionPack Original-Dutch, en kies zelf een Hacker ID. Druk daarna op de enter-toets. Je komt nu in je hack “console”.
    De afbeelding Laat zien hoe het eruit zou moeten zien.
  1. Ga naar je inbox (links bovenin). Hier staat je eerste opdracht omschreven.
    Je kunt de mail eventueel kopiëren en bewaren in een kladblok-bestand , zodat je de gegevens in beeld houdt tijdens het hacken.

Lees de instructies van de commando's die mogelijk zijn in Hack the game.
Je kunt de link openen door erop te klikken:
Instucties Hack the game

Vergeet niet na elk level even het spel te bewaren. Dit voorkomt dat je opnieuw moet beginnen als je wordt gepakt!

Een tip bij level 3:
maak geen gebruik van de DEL functie bij het verwijderen van FBI_snatchlist.doc, maar gebruik de kill file functie die je hebt geïnstalleerd bij het vorige level.

Toets 2

In de volgende toets wordt getoetst wat je inmiddels zou moeten weten over het spel Hack the Game.
De opdrachten uit deze toets kunnen alleen gemaakt worden als ook het spel gespeeld en bekeken is.

Maak de toets.

De hacker

C2 De hacker

Wachtwoorden

We veranderen even van positie en nemen weer de rol van de gemiddelde pc-gebruiker aan. Het bedenken van een goed wachtwoord is niet zo simpel. Tegenwoordig kun je op elke site wel inloggen en op steeds meer sites komt persoonlijke informatie te staan.

Het is natuurlijk van groot belang dat je een goed wachtwoord verzint zodat hackers niet in je account kunnen komen en gegevens veranderen. En je hebt vaak meer accounts nodig, omdat het niet bij één site blijft. We zullen eens nagaan hoe je een goed wachtwoord kunt maken dat heel moeilijk te kraken is. Maar een goed wachtwoord maken (bijv. ?q$34pTrW*#23) is eenvoudiger dan het onthouden van dat wachtwoord. Misschien heb je een goed visueel geheugen, maar maak er maar eens een wedstrijdje van wie het wachtwoord dat je zojuist gezien hebt, de volgende dag nog uit het hoofd weet. Daarom krijg je ook een ezelsbruggetje om een sterk wachtwoord te onthouden.

Het is logisch dat hoe langer het wachtwoord is, des te moeilijker het te kraken is. Van de andere kant is een wachtwoord van 54 tekens niet te doen. Dus we moeten een combinatie hebben die wel compact is, maar tegelijk ook effectief, dat wil zeggen, die goed beveiligt.

Waar je in ieder geval bang voor moet zijn, is de zogenaamde brute force attack. Brute force houdt in dat alle mogelijkheden van een wachtwoord gecontroleerd worden. Eenvoudig gezegd: een hacker probeert alle mogelijke combinaties.
Neem als voorbeeld je pincode bij de bank. Daar heb je 4 mogelijkheden van telkens 10 tekens (de cijfers 0 tot en met 9). Er zijn dan 10 * 10 * 10 *10 mogelijkheden. Dat zijn er 10^4 = 10.000. Dat lijkt heel wat maar dat is het niet. Met een doorsnee-pc kun je alle mogelijkheden binnen een paar seconden produceren.

★ Aan de slag 38

De onderstaande opdrachten hebben allemaal bestrekking op de brute force attack:

  1. Waarom is het kraken van een pincode niet zo geschikt voor een brute force attack?
  2. Als je uitgaat van een wachtwoord van 8 tekens van alleen letters met verschil tussen hoofd- en kleine letters, hoeveel mogelijkheden zijn er dan?
  3. Gemiddeld ben je de helft van die mogelijkheden bezig om te proberen. Uitgaande van 1000 pogingen per seconde, hoe lang doe je er dan over?

 

Wachtwoorden - 2

In 2011 is er een database van Sony gehackt en kwamen de logins en wachtwoorden van 37.000 mensen op straat te liggen. Niet zo best natuurlijk.
Maar dat gaf wel de mogelijkheid om eens te onderzoeken wat voor wachtwoorden mensen gemiddeld kiezen. Daaruit bleek het volgende (let wel: het gaat om een Engelse site, in Nederland zullen de standaardwachtwoorden weer net even anders zijn): De meeste mensen kiezen een wachtwoord zonder speciale tekens (zoals !%#, etc).

Die wachtwoorden hebben dus ongeveer de volgende vorm:

  • ashley
  • summer
  • abc123
  • 10423

Vaak zijn het dus wachtwoorden die maar 1 soort teken gebruiken (een soort kan zijn: getallen, kleine letters, hoofdletters, overige tekens).
Het meest gebruikte wachtwoord was: seinfeld.
Andere veelvoorkomende wachtwoorden waren:

  • password
  • 123456
  • princess
  • peanut

De lengte van de wachtwoorden was meestal 6 of 8 tekens. Zie de grafiek:

Je kunt je voorstellen dat deze informatie voor hackers erg bruikbaar kan zijn. Hackers proberen deze wachtwoorden gewoon uit. Of ze gebruiken een digitaal woordenboek en proberen al die woorden uit als wachtwoord. Niet handmatig, maar met een programmaatje, dan is het zo gepiept. Dit heet dan ook wel dictionary hacking of een dictionary attack. Meer tips over het gebruik van wachtwoorden zijn te vinden op: wachtwoordbewust.nl.

★ Aan de slag 39

Voor deze opdracht maken we gebruik van de USB-webserver.
Laten we eens proberen op basis deze informatie een gebruikersnaam en het bijbehorende wachtwoord te achterhalen.

Activeer de webserver en klik op de knop “Localhost”. Klik in het menu op de hyperlink De loginpagina om wachtwoorden te kraken. Je wordt verwezen naar een login-pagina. 

Probeer op deze pagina in te loggen. Bedenk daarvoor een voor de hand liggende gebruikersnaam en wachtwoord. Als het lukt, krijg je zoals je in de afbeelding kunt zien het volgende scherm in beeld:

 

 

Wachtwoorden - 3

Vele internetdiensten accepteren ook andere tekens dan de gebruikelijke letters en cijfers, zoals ! @ # $ % ^. Prettig maar lastig. Wat je nou zou kunnen denken is: er zijn genoeg mogelijkheden, dus ik hoef niet zo’n moeilijk wachtwoord te bedenken, ze proberen het toch niet. Mis, want heel veel hackers proberen eerst alle getallen omdat dat er toch niet zo veel zijn.

Kies je dus een wachtwoord met alleen maar getallen, dan zit je verkeerd.
Een wachtwoord met alleen maar letters is ook niet zo verstandig want dat is het tweede dat ze proberen. De ideale combinatie is dus een wachtwoord met getallen en letters. Maar een wachtwoord met getallen en letters is niet zo eenvoudig te onthouden. Daarom gaan we een trucje bedenken om het ons prettiger te maken.

We nemen een zin. Die is makkelijker te onthouden dan een lastig wachtwoord.
Stel we nemen de titel van een boek met een getal er in. Voorbeeld (verzonnen): "24 uur verliefd in de zomer ". Stel dat dit je lievelingsboek is, dan is het makkelijk te onthouden. Je kunt dan als wachtwoord nemen 24uvidz. Dit wachtwoord op zich is best wel moeilijk te onthouden, maar als je denkt aan de titel van je boek niet.

Je kunt de kwaliteit van het wachtwoord nog verbeteren door hoofdletters van sommige letters te maken, dus 24UvidZ, maar je loopt dan meteen tegen het probleem dat je het dan ook moeilijk voor jezelf maakt, zodat je het zelf misschien niet meer kunt onthouden.

Het is dus belangrijk dat je een wachtwoord hebt met veel variatie in tekens, dat je een makkelijk ezelsbruggetje hebt en je wachtwoord tegen niemand zegt (!). Heb je toch met een klasgenoot of met een vriend of kennis een gezamenlijk account, verzin dan een nieuw wachtwoord, misschien op dezelfde manier als de vorige.

★ Aan de slag 40

Probeer je eigen wachtwoord, bijvoorbeeld voor je e-mail, eens uit op deze site: passwordmeter.com

  1. Hoe veilig is je wachtwoord?
  2. Noem 2 kenmerken die een wachtwoord veilig maken volgens deze site.
  3. In het wachtwoord dat bedacht was naar aanleiding van het boek: “24 uur verliefd in de zomer” (wachtwoord: 24UvidZ) heeft de bedenker nog een extra onthoudtrucje toegepast. Welk?

SQL-injection

Een veel gebruikte manier om in te breken op een webserver is via SQL-injection. SQL-injectie bestaat waarschijnlijk al sinds databases aan webapplicaties gekoppeld werden. Iemand met de schuilnaam Rain Forrest Puppy ontdekte deze SQL-injectiemethode. Men is hem daarvoor wel dankbaar, in ieder geval voor het gegeven dat hij zijn ontdekking publiek maakte.

Maar zoals een goede hacker betaamt, maakte hij ook meteen bekend hoe je het probleem kon voorkomen of omzeilen. Hij liet zien hoe hij het toegepast had op een populaire website. Sindsdien is de RFPolicy ingesteld (naar Rain Forest Puppy genoemd), die inhoudt dat je contact opneemt met site die je gehackt heb. Je geeft dan die site vijf dagen de tijd om te reageren. Zo niet, dan publiceer je hoe je binnengekomen bent. Netjes, toch? En heel gunstig voor de websitebeheerder!

Sindsdien is er heel wat geknutseld met technieken om SQL-injectie te verbeteren en te verhinderen. Je ziet ook hier weer twee kanten van dezelfde medaille: die van de hacker en die van de ontwikkelaar. Veel webservers maken gebruik van een database. Als een pagina wordt opgevraagd, dan worden vaak eerst gegevens uit de database opgehaald. Die gegevens worden dan verwerkt in een HTML bestand, en dat HTML bestand wordt teruggestuurd naar de database.


Als je bijvoorbeeld ergens moet inloggen, worden de ingevulde gegevens naar de database gestuurd, om te controleren of de gegevens kloppen. Dat gaat vaak op basis van SQL (Structured Query Language). Dat is een taal waarmee je gegevens uit een database kunt opvragen, kunt toevoegen, wijzigen of verwijderen. Als de programma’s op de webserver niet goed zijn geprogrammeerd, is het soms mogelijk om door iets slims in te vullen het SQL bericht aan te passen en zo de beveiliging te omzeilen.
 

★ Aan de slag 41

Voor deze opdracht maken we gebruik van de USB-webserver. Activeer de webserver en klik op de knop “Localhost”. Klik in het menu op de hyperlink De loginpagina voor SQL-injectie. Je wordt verwezen naar een login-pagina. Je kan deze pagina ook openen door in de browser localhost:8080/sqlinjectie in te typen.

 

In deze opdracht ga je proberen in te loggen door middel van SQL-injection. Het is wel handig als je al een beetje ervaring hebt met SQL. Probeer in te loggen op het formulier door gebruik te maken van SQL-injection: Het loginscript werkt vrij eenvoudig. Iemand vult een naam en wachtwoord in. Dan wordt met behulp van SQL in de database gezocht naar een rij met die naam en dat wachtwoord. Als je bijvoorbeeld loginnaam: martin en wachtwoord: 1234 invult in het formulier, wordt de volgende SQL-query naar de database verstuurd:


SELECT * FROM user WHERE username='martin' and password='1234'


Dit wachtwoord is niet goed, en zorgt er dus voor dat er 0 resultaten zijn. Als het wachtwoord wel goed was geweest, dan zou de database 1 resultaat teruggeven, en dan zou je zijn ingelogd. De truuk is dus om ervoor te zorgen dat de database één of meerdere rijen teruggeeft, zonder dat je het wachtwoord weet. En dat kan door kleine stukjes SQL te injecteren in het formulier. We gaan er vanuit dat je al een beetje ervaring hebt met SQL.

Om het je gemakkelijker te maken hebben we het login-script een beetje aangepast, zodat je kunt zien welke SQL-query naar de database wordt verstuurd.

  1. Vul willekeurige gegevens in. Zie je hoe de SQL-query wordt opgebouwd?
  2. Probeer nu eens de volgende waarde bij zowel de gebruikersnaam als het wachtwoord (inclusief de aanhalingstekens):
    ‘OR‘.
  3. De truc is nu om iets achter OR in te vullen dat altijd waar is. Dus zoiets als: ‘OR‘ TRUE Alleen, dat werkt niet. Kun je iets verzinnen dat altijd waar is? Bijvoorbeeld een vergelijking?
  4. Wat had de maker van dit formulier kunnen doen om deze hack te voorkomen?

★ Aan de slag 42

Bij het SQL-commando

SELECT * FROM person WHERE achternaam = "Jansen' OR 'a'='a"

interpreteert de applicatie deze opdracht als

SELECT * FROM persoon WHERE achternaam = 'Jansen' OR 'a'='a'

Dit levert alle mogelijke gegevens op, dus alle die in deze database zitten.
Verklaar waarom dit alle gegevens uit deze database oplevert.

Met de methodes die je in vorige opdrachten hebt leren kennen, kun je niet alleen gegevens aan een database ontlokken, maar ook gegevens eraan toevoegen en misschien zelfs een gebruikersaccount aanmaken met beheerdersrechten. Dan heb je dus alle vrijheid te doen wat je wilt. Maar dat wil de ontwikkelaar natuurlijk niet.

DDoS

DDoS staat voor Distributed Denial of Service. Door heel veel nepberichten met verzoeken te sturen naar een webserver raakt die webserver overbelast en kan het de gewone verzoeken niet meer verwerken. De service werkt dan niet meer:
een denial of service. Het wordt daarom ook wel verstikkingsaanval genoemd.
Distributed betekent dat de nepberichten niet van één computer komen, maar van veel computers. Daardoor is het moeilijk om de toestroom van nepberichten te blokkeren. Het zijn er vaak zo veel, en het is soms ook moeilijk om te herkennen welke berichten echt zijn en welke berichten nep zijn, als onderdeel van de DDoS aanval.

Met een DDoS aanval kunnen hackers dus servers “platleggen” zoals dat heet.
Er wordt dus niet ingebroken op de computer. De hackers kunnen niet bij de beveiligde gegevens op de server. Maar voor een bedrijf kan het toch heel schadelijk zijn. Bijvoorbeeld voor een bank: klanten kunnen dan geen online betalingen meer verrichten. Of zelfs niet meer pinnen in de winkel. En dat is vaak precies wat de hackers willen bereiken.

De wet zegt overigens dat het verboden is om een DDoS aanval uit te voeren.
De maximale straf is 1 jaar cel of een geldboete van 16.750 euro.

 

Bekijk het volgende nieuwsitem over een DDoS aanval op de servers van banken.
Uitleg DDoS-aanval: www.rtl.nl

 

★ Aan de slag 43

  1. In de afbeelding zie je 4 onderdelen, alle verbonden met het internet. Geef aan wat met elk van deze onderdelen wordt bedoeld.
  2. Bij een DDoS aanval worden heel veel berichten verstuurd naar een server.
    Die berichten zijn net als berichten van gewone bezoekers van de website.
    Ze bevatten verzoeken voor het ophalen van bijvoorbeeld een HTML-bestand.
    Je zou kunnen zeggen: waarom worden de berichten die van computers als onderdeel van de DDoS aanval niet gewoon genegeerd? Dat is echter niet zo eenvoudig. Waarom niet?

Botnet

Voor het uitvoeren van een DDoS aanval maken hackers vaak gebruik van een botnet. Een bot is een programma dat zelfstandig geautomatiseerde taken kan uitvoeren. Het woordje bot komt, maar dat zal je niet verbazen, van het woordje robot. Vaak wordt de term botnet gebruikt in de betekenis van een netwerk van geïnfecteerde computers. Zo’n geïnfecteerde computer wordt ook wel een zombie genoemd. Deze zombies kunnen door de beheerder van het botnet op afstand aangestuurd worden. Een hacker kan de bots in een door hem beheerd botnet dus de opdracht geven om bijvoorbeeld geautomatiseerd nepberichten naar een server te sturen. En dat is precies wat bij een DDoS aanval gebeurt.

Een bot draait vaak onopvallend op de achtergrond van een computer. De gebruiker van een computer heeft daardoor vaak niet in de gaten dat zijn computer onderdeel is van een botnet.

Bekijk nu het filmpje waarin wordt uitgelegd hoe een botnet werkt.

 

Virussen

Virussen, wormen en Trojaanse paarden
Computers kunnen door een hacker omgetoverd worden tot een bot. Dat kan door op een pc een virus of worm los te laten die software installeert waardoor de hacker deze pc van afstand kan beheren. Maar wat zijn virussen en wormen nu eigenlijk. Het is hoog tijd om daar eens wat aandacht aan te besteden. Bedenk dat we het hier wel hebben over digitale virussen en wormen en dus niet over virussen en wormen in de biologische zin van het woord.

Virussen
Een virus, ook wel computervirus genoemd, is niets anders dan een vorm van schadelijke software. Het is een programma dat zich zonder dat je dat in de gaten hebt op jouw pc bevindt. Software bevat instructies die door de computer worden uitgevoerd. In het geval van een virus zouden die instructies bijvoorbeeld het verwijderen van bepaalde bestanden kunnen zijn of het verspreiden van gevoelige gegevens. We hebben hier met voorbeelden te maken van kwaadaardige virussen.

Er zijn ook virussen die onschuldig lijken. Toch worden ook dit soort virussen als ongewenst en kwaadaardig beschouwd. Virussen nemen namelijk schijfruimte en computertijd in beslag. Een door een virus besmette computer zal daardoor trager gaan werken.

Virussen kunnen dus ingrijpende of minder ingrijpende gevolgen hebben. Maar in alle gevallen is het noodzakelijk om je goed tegen de diverse soorten virussen te beschermen.

Veel virussen hebben een “gastheer” nodig om zich te kunnen verspreiden.
Ze hechten zich aan bestaande uitvoerbare bestanden. Uitvoerbare bestanden zijn bestanden die instructies bevatten. Of een bestand uitvoerbaar is of niet is te zien aan de extensie van het bestand. Een extensie is de set van drie of vier tekens aan het einde van een bestandsnaam. Windows koppelt vaak een standaard programma aan de extensie van een bestand, zodat wanneer er wordt gedubbelklikt op het bestand, het programma automatisch wordt gestart. Een voorbeeld van een extensie is .exe of .bat.

Naast programma’s zijn er ook data. Dat zijn bestanden met gegevens die bekeken of beluisterd kunnen worden met behulp van een programma (oftewel software).
Deze databestanden bevatten geen instructies, en kunnen dus ook geen virus bevatten. Aan de hand van de extensie in de bestandsnaam wordt bepaald wat er mee moet worden gedaan. Een voorbeeld van een databestand is een tekstbestand (.txt). Als je zo’n bestand opent, wordt bijvoorbeeld Kladblok geopend. Een ander voorbeeld is een .pdf bestand, dat wordt geopend met Acrobat Reader.

De regel is dat databestanden geen virus kunnen bevatten, en programma’s met instructies, oftewel software, wel. Toch kan een databestand leiden tot schade of zelfs het installeren van een virus. Dat komt door fouten in de software waarmee dat bestand wordt geopend. Stel de software waarmee je afbeeldingen bekijkt, bevat een fout: als een afbeelding geen pixels bevat (leeg is), dan crasht de computer.
Iemand die zo’n afbeelding aan jou mailt, kan jou daarmee schade toebrengen.
Of denk aan een webserver, die door een fout een programmaatje installeert als je een bepaald bericht stuurt.

★ Aan de slag 44

Een macrovirus is een computervirus dat gebruik maakt van de programmeermogelijkheden van macrotalen in tekstverwerkers, rekenbladen en databaseprogramma’s. In tegenstelling tot “gewone” virussen worden macrovirussen niet verspreid middels een uitvoerbaar programma, maar door gegevensdocumenten zoals Word of Excel. Als het document wordt geopend met het bijbehorende programma zal de macro worden uitgevoerd mits het uitvoeren van macro’s niet standaard is uitgeschakeld. Tegenwoordig is in Microsoft Office standaard ingesteld dat macro’s niet meer automatisch worden uitgevoerd.

Let op: voor het uitvoeren van deze opdracht is het noodzakelijk dat macro’s in Word mogen worden uitgevoerd. Als het uitvoeren van macro’s wordt geblokkeerd, kan dan dat worden opgeheven door in het hoofdmenu van Word te kiezen voor Voorbereiden → Opties voor Word → Vertrouwenscentrum → Instellingen voor vertrouwenscentrum → Alle macro’s inschakelen.

Na het uitvoeren van de opdrachten voor de macro’s kan dit weer veranderd worden in Alle macro’s uitschakelen, met melding.

  1. Open in Word een nieuw document en sla het bestand op onder de naam welkom.
  2. Kies in het menu Beeld → Macro’s → Macro opnemen.
  3. Geef de macro de naam “welkom”.

In de afbeelding is te zien hoe het er uit zou moeten komen te zien.

 

  1. Klik op de knop toetsenbord.
  2. Klik op je eigen toetsenbord op de alt-toets en de letter t. Klik daarna op de knop Toewijzen. Je hebt nu een macro gekoppeld aan de toetsencombinatie alt + t.

In de afbeelding is te zien hoe het er uit zou moeten komen te zien.

 

  1. De recorder loopt nu. Je ziet dat aan het casettebandje bij je muis.
  2. Typ in “Hallo, ik ben een virusje”. Druk daarna op de enter-toets en klik vervolgens op opname stoppen (Beeld → Macro’s → Opname stoppen). Je macro is nu klaar. Controleer of de macro werkt door alt + t in te toetsen. Als alles goed gaat, verschijnt de zin “Hallo, ik ben een virusje” in het Word-document. Als je nogmaals de toetsencombinatie alt+ t gebruikt, verschijnt de zin voor de tweede keer op het scherm.

★ Aan de slag 45

In de vorige opdracht heb je een macro geschreven en bewaard onder de naam welkom.

Een macro bestaat uit code die uitgevoerd wordt. Deze code kunnen we bekijken.

  1. Open in Word het bestand welkom. Dit is het bestand waaraan de macro met de naam welkom is gekoppeld.
  2. Kies in de menubalk Beeld → Macro → Macro weergeven.
  3. Selecteer de macro welkom en klik op bewerken. Je ziet nu de code van de macro. Verander de woorden tussen de aanhalingstekens in “Hier is weer een ander virusje”.
  4. Sluit de code en test je aangepaste macro door de toetsencombinatie alt + t te gebruiken.

★ Aan de slag 46

  1. Open in Word het bestand welkom. Dit is het bestand waaraan de macro met de naam is gekoppeld.
  2. Kies in de menubalk Beeld → Macro → Macro weergeven.
  3. Selecteer de macro welkom en klik op bewerken.
    Je ziet nu de code van de macro.
  4. Typ onder de zin “Hier is weer een virusje” de volgende zin:
    mededeling = MsgBox(“Hallo, ik ben een virusje”)
  5. Sluit de code en test de macro. Wat gebeurt er?
  6. Ga nogmaals naar het bewerken van de code van de macro welkom.
  7. Vervang alle code tussen Sub welkom() en End sub door:
    For teller = 1 To 10
    mededeling = MsgBox(“hallo”)
    Next teller

In de afbeelding is te zien hoe het er uit zou moeten komen te zien.



Sluit de code en test de macro. Wat gebeurt er?

★ Aan de slag 47

Een batch-bestand bestaat uit een aantal commando’s die na elkaar worden uitgevoerd. Het bestand eindigt op de extensie .bat. Het is een uitvoerbaar bestand. In deze opdracht gaan we zelf een batch-bestand maken en uitvoeren.

  1. Open het programma Kladblok.
  2. Type de onderstaande regels in:
    • echo Hello World
    • pause
  3. Sla het bestand op onder de naam helloworld.bat
  4. Dubbelklik op het bestand helloworld.bat. Het programma wordt nu uitgevoerd. Beschrijf wat er gebeurt.
  5. Pas het script aan door het woordje pause weg te halen. Sla het bestand op onder dezelfde naam en voer het uit. Wat gebeurt er nu?

★ Aan de slag 48

Zeg van de volgende soorten bestanden (kijk naar de extensie) of er een virus in kan zitten.
Geef ook aan waarom dat zo zou zijn.
We gaan uit van een Microsoft Windows omgeving.

  1. .doc.
  2. .exe.
  3. .jpg
  4. .html
  5. .mp3
  6. .mov
  7. .com
  8. .bat
  9. .zip

★ Aan de slag 49

Een voorbeeld van een bekend virus is het ILOVEYOU virus die een schade van 5,5 miljard dollar veroorzaakte.

In mei 2000 werd de wereld opgeschikt door het ILOVEYOU virus. De verspreiding van het virus verliep via een e-mail met als onderwerp “ILOVEYOU”. Bij de mail zat een bijlage “LOVE-LETTER-FOR-YOU.TXT.vbs” waarin scripts waren verwerkt.

Het virus werd voor het eerst op 3 mei in een mailbox waargenomen. Lees het artikel van 4 mei 2000 door de Webwereld-redactie, vermeldde.

Nieuws - Een zeer agressief virus waart rond over de wereld: I Love You. Mailservers van diverse bedrijven liggen al plat.
I Love You.vbs gaat grondig te werk. Nadat het e-mailattachment is geopend, is het leed nauwelijks meer te overzien. Ten eerste vermenigvuldigt het Visual Basic-virus zich door een kopie van zichzelf naar alle contactpersonen in het adresboek te versturen. Deze denken een leuk mailtje van een bekende te krijgen, waarna het weer wordt geopend.

Ten tweede – en dit is nog erger – verandert het virus van alles op de computer. Er worden ongevraagd programma's gedownload. Het eerste wat opvalt is dat de startpagina van de browser zomaar is gewijzigd. Verder worden er allerlei bestanden (MP3, CSS, JPG) aangepast, hernoemd tot een .vsb-bestand en onbruikbaar gemaakt.

Voor de grote antivirusmakers is het virus een volslagen onbekende. De bestaande antivirussoftware laat het virus dan ook zonder problemen door. Grote bedrijfsnetwerken zijn al de dupe geworden van de agressor. De mailservers van UPC, de Vara en PCM liggen er bijvoorbeeld uit. Ook bij onder meer IDG, Lucent, @Home en Ordina verspreidde het virus zich snel. Vanuit heel Europa komen er ontelbare meldingen binnen, terwijl ook vanuit de VS de eerste alarmerende berichten komen.
 
  1. Wat moet er gebeuren om het I-Love-You-virus verder te verspreiden?
  2. Wat is het effect van dit I-Love-You-virus?
  3. Het I-Love-You-virus wordt ook wel een worm genoemd. Wat pleit ervoor om het toch een virus te noemen?

Wormen

Een digitale worm heet waarschijnlijk worm, omdat hij zelfstandig door het internet kronkelt, zoals een worm door de aarde kronkelt. Digitale wormen kopiëren zichzelf zonder dat ze daarvoor een gastheer nodig hebben. Virussen en wormen lijken nogal op elkaar. Het verschil is dat wormen zich verspreiden via internet en zonder tussenkomst van mensen. Voor een virus is altijd iemand nodig die het virus verder verspreidt. Dat kan zijn door het openen van een e-mail, het installeren van een bestand, of het koppelen van een USB stick.

Maar voor zowel virussen als wormen geldt dat ze schadelijk zijn. Het verschilt zit ‘m dus in hoe ze zich verspreiden, niet in wat het effect is.

Wormen kunnen razendsnel servers aantasten.
Bekijk maar eens het fimpje over de verspreiding van de Code Red worm:

 

Tot een tijdje geleden was het mogelijk om op een USB-stick een speciaal bestandje te zetten met daarin instructies wat er moet gebeuren bij het koppelen van de USB-stick. Computers met MS Windows lazen dat bestandje en konden dan automatisch een programma starten als de USB-stick in de computer werd gestoken.
Dat kan natuurlijk heel handig zijn, dan hoef je niet steeds dat programma zelf op te starten.

Maar je voelt ‘m al aankomen, dat is een mooie manier om een virus te verspreiden. Je zorgt dat het virus op de computer wordt geïnstalleerd als de USB-stick wordt gekoppeld. Als er een nieuwe USB-stick in de computer wordt gestoken, installeert het virus zich ook hier op. En zo verspreidt het virus zich. Weliswaar niet zo snel, maar toch. Tegenwoordig zijn de meeste pc’s zo ingesteld dat niet meer automatisch een programma wordt gestart. Vaak checkt ook eerst de virusscanner of er geen virussen op de USB-stick staan.

Nogmaals, in veel bronnen worden de termen worm en virus door elkaar gebruikt. Het woord “virus” wordt namelijk ook wel eens als overkoepelende term gebruikt
(een begrip dat voor verschillende dingen gebruikt wordt).
Wij gebruiken daarvoor echter de term malware. Dat is een verzamelnaam voor software die op de een of andere manier schadelijk is. Maar of het nou om een worm of een virus gaat, het belangrijkste is steeds te letten op twee dingen:

  1. Hoe verspreidt het zich?
  2. Wat is het effect? Met andere woorden: welke schade brengt het toe?

★ Aan de slag 50

  1. Wat kan zich in principe sneller verspreiden, een worm of een virus?
  2. Wat wordt bedoeld met malware?

Trojaanse paarden

Wormen en sommige virussen hebben de eigenschap dat ze zich zelf vermenigvuldigen. Dat geldt niet voor een Trojaans paard. Een Trojaans paard moet de door de gebruiker van een pc binnengehaald worden en zal zichzelf niet kopiëren zoals dat bij wormen wel het geval is.
Een Trojaans paard zit verborgen in software. Als deze software wordt geïnstalleerd zal automatisch ook het Trojaans paard actief worden.

Als je het verhaal van het Trojaanse paard niet meer kent, kijk dan naar het volgende fragment uit de film Troy:


Een voorbeeld van een Trojaans paard is Zeus. Dit Trojaans paard is door criminelen ontwikkeld met als doel bankinformatie te stelen.

★ Aan de slag 51

  1. Als je het verhaal van het paard van Troje vertaalt naar virussen en wormen, wat denk je dat er dan wordt bedoeld met een Trojaans paard?
  2. Geef een definitie van een Trojaans Paard aan de de hand van de volgende website: Wikipedia Trojaans paard
  3. Is een Trojaans Paard een virus of een worm?

★ Aan de slag 52

Hieronder in de tekst zie je een niet goed geordend overzicht van enkele virussen en wormen, de makers ervan, en de straf die ze hebben gekregen.
Probeer te achterhalen wie welk virus heeft geschreven en verspreid en welke straf hij daarvoor heeft gekregen.

David L. Smith, VS De maker probeert een virus te verspreiden in het netwerk bij een groot financieel bedrijf waar hij eerder was ontslagen. 150 uur taakstraf
Jan de Wit, Nederland Bredolab worm: 30 miljoen computer raken geinfecteerd. Deze worden gebruikt om SPAM te versturen. 3 jaar en 5 maanden cel
Georgy Avanesov, Armenie Melissa virus: zorgt voor veel overlast op e-mailservers, verspreid via e-mails. 20 maanden cel
Bruce Raisley (48), VS Anna Kournikova virus, verspreid via e-mail zorgt voor veel overlast op e-mailservers. 2 jaar cel
Rajendrasinh Makwana (36), VS Virus dat 100.000 pc’s infecteert, waarmee aanvallen worden gedaan op webservers waar negatieve berichten over de maker staan. 4 jaar cel

D De ontwikkelaar

Inleiding

Als je een website ontwerpt, heb je de functie van ontwikkelaar of ontwerper.
Je gebruikt software om je site te realiseren. Welke software je ook daarvoor gebruikt, je moet ervoor zorgen dat hackers geen toegang krijgen tot je site op de server waar je je site gehost hebt. Dat lijkt nogal voor de hand liggend. Je wilt immers niet dat iedereen zomaar van alles kan veranderen aan je site.

Als je een website onderbrengt bij een bedrijf dat je website host (dus op een server zet), kun je dat niet eens doen zonder een wachtwoord te gebruiken. Dat wachtwoord heb je nodig om toegang te krijgen tot de inhoud van je eigen site. Die toegang tot je eigen site kun je de back office noemen. Back office is alle administratie die je onderneemt voor je aanpassingen, veranderingen, uitbreidingen enz. aan je site om deze vorm en inhoud te geven. Front office is alles wat je bezoeker ziet. Dus wat aan de voorkant zichtbaar is. Geef je je bezoeker de mogelijkheid in te loggen, dan geef je die dus in feite ook een stukje van de back office.

Je snapt dat je dat alleen kunt doen door de ingelogde bezoeker uitsluitend rechten te geven op het deel van de site dat de gebruiker zelf mag beheren. Denk maar aan persoonlijke gegevens bij een commerciële site. Vrijwel alle commerciële sites (webwinkels) hebben zo’n mogelijkheid.

Als je site-bezoeker een lijst van voorwerpen/namen op jouw site ziet, bijvoorbeeld een lijst van favoriete films, dan hoeft deze niet te weten hoe die lijst intern
(dus achter de schermen) is opgebouwd. Een kijkje in de back office is overbodig.
Dat is ook onbelangrijk, want je wilt het resultaat laten zien. Niet de manier waarop dat tot stand is gekomen. Je hoeft ook niet te weten hoe een bakker brood bakt om het brood lekker te vinden.

Het zal je duidelijk zijn dat voor het afschermen van structuur en inhoud van een website, wachtwoordbeveiliging belangrijk is. En over die wachtwoorden hebben we het al gehad. Het is niet alleen onprettig als iemand gegevens op je site kan veranderen, het is erg vervelend als een ongewenste en onuitgenodigde indringer dingen toevoegt die je in een kwaad daglicht kunnen stellen. Denk bijvoorbeeld aan erotische plaatjes of filmpjes of woorden die je niet bevallen.

Je hebt hiervoor iets opgestoken over SQL-injectie, een methode om gegevens uit een database te vissen zonder dat je daar toestemming voor hebt. Voor makers van systemen die informatie veilig moeten bewaren, is er een gouden regel:
Je kunt geen zekerheid of betrouwbaarheid aan iets toevoegen. Onzekerheid en onbetrouwbaarheid kun je beter verwijderen.

Op het internet staan vele miljarden gegevens. Ze staan er soms voor het plezier van individuen (familie- en andere foto’s, hobbygegevens, korte berichtjes (tweets), weblogs en zo), andere hebben meestal een maatschappelijke en economische betekenis. Deze kunnen van allerlei aard zijn, zoals informatie over het weer,
het verkeer, het wereldnieuws, gegevens van en voor je gemeente, van de belastingdienst.

Maar het internet is ook het verkeersmiddel voor gegevens die gebruikt worden voor financiële aangelegenheden (banken, belastingdienst, commerciële websites e.d.).
Je kunt je voorstellen dat hier enorme databases voor bijgehouden moeten worden, die vaak zeer complex van structuur zijn.

Databases moeten goed beveiligd worden. Dat geldt evenzeer voor databases die je zelf onderhoudt op je site. Als je je hockeyclub een plezier wilt doen door een site te ontwerpen met gegevens van leden, dan maak je die niet voor iedereen openbaar en sommige gegevens wil je zelfs geheim houden.

★ Aan de slag 53

  1. Bedenk wat je zou moeten doen om als website-ontwikkelaar je website te beschermen als je:
    1. alleen maar een website maakt met informatie (het is dus eenrichtingsverkeer: mensen kunnen je site bezoeken, maar meer niet);
    2. ook mensen laat inloggen om informatie te bekijken die voor leden of kennissen zichtbaar is;
    3. ingelogde personen ook informatie op de site laat plaatsen die ze zelf kunnen beheren.
    1. Welke gegevens zou je opnemen als je een site voor de hockeyclub zou ontwerpen?
    2. Welke gegevens in de database van de hockeyclub vallen onder de privacywetgeving?

     

Toegang

In de inleiding van deze module hebben we een definitie gegeven van het begrip security: Onder computer security, men spreekt ook wel van cybersecurity of
IT-security, verstaan we de beveiliging van informatiesystemen tegen diefstal of het beschadigen ervan.

Vaak hebben we met informatiesystemen te maken die alleen gebruikt mogen worden door een selecte groep mensen. Deze informatiesystemen zijn dan niet openbaar. Denk bijvoorbeeld aan een veilige digitale uitwisseling van medische gegevens in de zorgsector. Een patiënt moet erop kunnen vertrouwen dat zijn medisch dossier niet zomaar op straat komt te liggen en door jan en alleman kan worden ingezien. Er moet zorgvuldig worden bekeken wie toegang tot het digitale patiëntendossier zou moeten krijgen. Dat zou een huisarts, een specialist in het ziekenhuis of bijvoorbeeld de apotheker van de patiënt kunnen zijn.

Wanneer iemand een digitaal patiëntendossier wil inzien, dan zal vooraf een controle moeten plaatsvinden of iemand wel beschikt over de rechten om dit dossier in te zien. Dit proces waarin gecontroleerd wordt wie toegang heeft tot een informatiesysteem bestaat uit 3 fasen:

  1. de fase van de identificatie
  2. de fase van de authenticatie
  3. de fase van de autorisatie

In de eerste fase, die van de identificatie, maakt iemand die gebruik wil maken van een informatiesysteem zich bekend. Om toegang te krijgen tot de plek waar patiëntendossiers kunnen worden ingezien, moet een huisarts bijvoorbeeld op een systeem inloggen met een gebruikersnaam.

In de fase van de authenticatie wordt bekeken of iemand ook daadwerkelijk is wie hij zegt dat hij of zij is. Bij de gebruikersnaam die de huisarts hanteert hoort ook een bijbehorend wachtwoord. Er zal dus een controle moeten plaatsvinden of de gebruikersnaam en het wachtwoord bij elkaar horen.

Tot slot wordt in de laatste fase, die van de autorisatie, bepaald welke rechten de huisarts heeft. Wat mag wel en wat mag niet. Je zou je kunnen voorstellen dat een apotheker andere rechten heeft dan bijvoorbeeld de specialist van de patiënt als het gaat om wat welke gegevens van het patiëntendossier mogen worden ingezien. De autorisatie regelen we door rechten te koppelen aan bepaalde functies of personen.

De ontwikkelaars van informatiesystemen zullen bij het ontwerpen van hun systemen ook rekening moeten houden met de vraag wie ze toegang verlenen en tot op welke hoogte.

Bekijk nu het promotiefilmpje over het elektronisch patiënten dossier van het AMC en het VUmc.

 

★ Aan de slag 54

Hoe regelen het AMC en het VUmc de toegang tot het elektronisch patiënten dossier?

Beveiliging

De uitwisseling van digitale gegevens vindt vaak plaats via het internet. Het is van het grootste belang dat bij het verzenden of ontvangen van data niet ongewenst door anderen kan worden meegekeken of in de communicatie kan worden ingegrepen.
Als je het heel algemeen beschouwt, zijn er twee gevaren bij het onderscheppen van informatie.

  1. Anderen zouden de informatie kunnen afluisteren.
  2. Anderen zouden de informatie kunnen onderscheppen en veranderen. Dat kan zo ver gaan dat criminelen zich helemaal als jou kunnen voordoen, zonder dat je zelf nog deel hebt aan de communicatie.

Om de communicatie te beschermen kun je boodschappen coderen of versleutelen. De informatie is dan alleen te achterhalen als je de methode van decoderen
(of ontcijferen) en (eventueel) coderen kent. Die moet natuurlijk geheim en moeilijk te vinden zijn. We bevinden ons daarmee op het terrein van wat ook wel cryptografie wordt genoemd. Als je de betekenis van het woord cryptografie letterlijk neemt, betekent het “geheim schrijven” of “verborgen schrijven”. Je schrijf iets, maar de betekenis van wat je schrijft is geheim, is verborgen voor iemand die niet weet welk geheim je hebt toegepast om het onleesbaar te maken.

Digitale versleuteling

Voor het versleutelen van data zijn in het verleden verschillende methoden ontwikkeld. Eén ervan is de RSA-methode. Deze methode wordt nog steeds gebruikt. RSA is genoemd naar de drie bedenkers van het systeem: Ron Rivest, Adi Shamir en Leonard Adleman. Zij bedachten en beschreven hun cryptosysteem in 1977.

Voor het coderen van data wordt bij RSA gebruik gemaakt van twee verschillende sleutels. Een publieke sleutel en een privésleutel (public en private key). Deze twee vullen elkaar aan bij het versleutelen en ontcijferen. Wanneer je een boodschap met de privésleutel versleutelt, dan ontcijfer je die met de publieke sleutel. Andersom, als je met de publieke sleutel vercijfert, dan kun je ontcijferen met de privésleutel.
Het is niet mogelijk om op basis van de privésleutel te berekenen wat de publieke sleutel is, of andersom.

Het idee is nu dat iedereen een eigen combinatie van publieke sleutel en privésleutel maakt. De privésleutel houd je geheim, de publieke sleutel mag iedereen weten.

 

Beveiligingscertificaten, we hebben al eerder besproken waarvoor certificaten gebruikt worden, maken ook gebruik van deze sleutels. We bekijken nogmaals het certificaat van de Rabobank. Onder het tabblad details zien we achter Openbare sleutel “RSA (2048 bits)” staan. Het aantal bits geeft de lengte van de gebruikte sleutel aan.

Voor certificaten was dat voorheen 1024 bits. Vanaf januari 2014 geven de leveranciers van certificaten alleen nog maar certificaten uit die gebruik maken van sleutels van 2048 bits. De afbeelding is hier een voorbeeld van.

 

Vanaf 2014 is 2048 bits de standaard voor de RSA-sleutellengte. De lengte van de sleutel bepaalt hoe veilig de gebruikte sleutel is. En daar is in dit voorbeeld de uitgever van certificaten, dus de ontwikkelaar, verantwoordelijk voor.

★ Aan de slag 55

  1. Waarom is een sleutellengte van 1024 bits minder veilig dan 2048 bits?
  2. Wat zou er kunnen gebeuren als een bedrijf na 2014 toch nog een 1024 bits sleutellengte blijft gebruiken?

Voortgang

Bekijk hier je voortgang

Kernprogramma


Docent kan klassen aanmaken en leerlingen volgen
Een docent kan op de profielpagina klassen aanmaken. Als een docent dat gedaan heeft, kunnen de leerlignen zich aan de klas koppelen. Als de leerlingen dat gedaan hebben, kan de docent de voortgang van de leerlingen volgen.

>> Profielpagina
  • Het arrangement Security is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2020-03-03 15:46:01
    Licentie
    CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Web Security' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van Enigma-online. Fair Use In de modules van Enigma-online wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    HAVO 4; VWO 6; HAVO 5; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Informatica;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, arrangeerbare, leerlijn, rearrangeerbare