Koopkracht en inflatie

Koopkracht en inflatie

De hoeveelheid producten die je kunt kopen, noem je je koopkracht.
Je koopkracht hangt af van: 

  • je inkomen: hoe hoger je inkomen, hoe groter je koopkracht.
  • de prijzen van producten: hoe hoger de prijzen, hoe kleiner je koopkracht.

Het duurder worden van producten noem je inflatie.
Inflatie kun je onderverdelen in:

  • bestedingsinflatie.
  • kosteninflatie.

Als er inflatie is, kun je minder kopen met dezelfde hoeveelheid geld: de koopkracht neemt af.

Bestedingsinflatie

Als producten duurder worden omdat er veel vraag naar die producten is, noem je dat bestedingsinflatie.

Als het economisch goed gaat in een land,
gaan veel mensen steeds meer verdienen.
Als mensen meer gaan verdienen, gaan ze meer kopen.
Er is dan een grotere vraag naar producten.
De prijzen van de producten zullen stijgen.
Er is sprake van bestedingsinflatie.

Kosteninflatie

Als producten duurder worden omdat het maken van de producten duurder wordt, noem je dat kosteninflatie.

Bij het maken van een product heb je te maken met verschillende kosten.
Voorbeelden van kosten zijn materiaalkosten, reclamekosten, personeelskosten, enz.

Als de kosten stijgen, wordt de verkoopprijs van het product ook vaak hoger.
Er is sprake van kosteninflatie.

Prijscompensatie

Als een werknemer loonsverhoging krijgt omdat alles duurder is geworden, noem je dat prijscompensatie.
Als er sprake is van prijscompensatie, neemt het loon toe met het inflatiepercentage.

Voorbeeld
In 2016 verdient de heer De Wagt € 50.000,-.
De inflatie is 4% per jaar.
De heer De Wagt krijgt prijscompensatie.

De heer De Wagt krijgt dus een loonsverhoging van 4%.
Dat is 0,04 x € 50.000,- = € 2000,-.
De heer De Wagt gaat in 2017 dus € 52.000,- verdienen.

Reële loonsverhoging

Krijgt een werknemer een loonsverhoging die hoger is dan de inflatie, dan spreek je van een echte loonsverhoging of een reële loonsverhoging.

  • Als er inflatie is, zullen werknemers meer willen verdienen.
    Krijgen ze meer loonsverhoging dan de inflatie, dan is er sprake van een reële loonsverhoging.
    Door een reële loonsverhoging neemt de koopkracht toe.

  • Een reële loonsverhoging betekent ook meer kosten voor de werkgever. De werkgever zal proberen die extra kosten door te rekenen in de verkoopprijs van zijn producten. Het gevolg van de loonsverhoging is dan kosteninflatie.

Video: Inflatie

Uitlegvideo: Inflatie

  • Het arrangement Koopkracht en inflatie is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2023-05-01 16:56:57
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Economie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    kennisbank, leerlijn, rearrangeerbare, rearrangeerbare leerlijn