De hoeveelheid producten die je kunt kopen, noem je je koopkracht.
Je koopkracht hangt af van:
je inkomen: hoe hoger je inkomen, hoe groter je koopkracht.
de prijzen van producten: hoe hoger de prijzen, hoe kleiner je koopkracht.
Het duurder worden van producten noem je inflatie.
Inflatie kun je onderverdelen in:
bestedingsinflatie.
kosteninflatie.
Als er inflatie is, kun je minder kopen met dezelfde hoeveelheid geld: de koopkracht neemt af.
Bestedingsinflatie
Als producten duurder worden omdat er veel vraag naar die producten is, noem je dat bestedingsinflatie.
Als het economisch goed gaat in een land,
gaan veel mensen steeds meer verdienen.
Als mensen meer gaan verdienen, gaan ze meer kopen.
Er is dan een grotere vraag naar producten.
De prijzen van de producten zullen stijgen.
Er is sprake van bestedingsinflatie.
Kosteninflatie
Als producten duurder worden omdat het maken van de producten duurder wordt, noem je dat kosteninflatie.
Bij het maken van een product heb je te maken met verschillende kosten.
Voorbeelden van kosten zijn materiaalkosten, reclamekosten, personeelskosten, enz.
Als de kosten stijgen, wordt de verkoopprijs van het product ook vaak hoger.
Er is sprake van kosteninflatie.
Prijscompensatie
Als een werknemer loonsverhoging krijgt omdat alles duurder is geworden, noem je dat prijscompensatie.
Als er sprake is van prijscompensatie, neemt het loon toe met het inflatiepercentage.
Voorbeeld
In 2016 verdient de heer De Wagt € 50.000,-.
De inflatie is 4% per jaar.
De heer De Wagt krijgt prijscompensatie.
De heer De Wagt krijgt dus een loonsverhoging van 4%.
Dat is 0,04 x € 50.000,- = € 2000,-.
De heer De Wagt gaat in 2017 dus € 52.000,- verdienen.
Reële loonsverhoging
Krijgt een werknemer een loonsverhoging die hoger is dan de inflatie, dan spreek je van een echte loonsverhoging of een reële loonsverhoging.
Als er inflatie is, zullen werknemers meer willen verdienen.
Krijgen ze meer loonsverhoging dan de inflatie, dan is er sprake van een reële loonsverhoging.
Door een reële loonsverhoging neemt de koopkracht toe.
Een reële loonsverhoging betekent ook meer kosten voor de werkgever. De werkgever zal proberen die extra kosten door te rekenen in de verkoopprijs van zijn producten. Het gevolg van de loonsverhoging is dan kosteninflatie.
Het arrangement Koopkracht en inflatie is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.