Het arrangement Economie Kennisbanken vmbo-kgt is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
- Auteur
 - Laatst gewijzigd
 - 2025-10-17 19:59:31
 - Licentie
 - 
                                        
    
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
 - het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
 - voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
 
Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.
 
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Toelichting
 - De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
 - Leerinhoud en doelen
 - Economie;
 - Eindgebruiker
 - leerling/student
 - Moeilijkheidsgraad
 - gemiddeld
 - Trefwoorden
 - kennisbank, leerlijn, rearrangeerbare, rearrangeerbare leerlijn
 
Gebruikte Wikiwijs Arrangementen
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Afzet, omzet en winst
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Arbeid of kapitaal?
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Arbeidsovereenkomst
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Arbeidsproductiviteit
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Belastingsysteem
VO-content - Kennisbanken. (2023).
Beleggen en speculeren
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Collectief of particulier
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Consumeren en milieu
VO-content - Kennisbanken. (2023).
Gokken, wedden en cryptocurrencies
https://maken.wikiwijs.nl/198095/Gokken__wedden_en_cryptocurrencies
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Inkomsten overheid
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Inkomstenbronnen
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Internationale arbeidsverdeling
https://maken.wikiwijs.nl/87651/Internationale_arbeidsverdeling
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Jongeren aan het werk
VO-content - Kennisbanken. (2023).
Kiezen en schaarste
VO-content - Kennisbanken. (2023).
Koopgedrag - financiële geletterdheid
https://maken.wikiwijs.nl/196627/Koopgedrag___financi_le_geletterdheid
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Koopkracht en inflatie
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Koopovereenkomst
VO-content - Kennisbanken. (2017).
Ondernemingsvormen
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Ontwikkelingslanden
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Ontwikkelingssamenwerking
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Oorzaken werkloosheid
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Overheid en bestuur
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Overheid en milieu
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Produceren en milieu
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Productiefactoren
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Schadeverzekeringen
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Sociale zekerheid
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Sommenverzekering
VO-content - Kennisbanken. (2023).
Sparen, lenen en rente
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Specialisatie en arbeidsverdeling
https://maken.wikiwijs.nl/87452/Specialisatie_en_arbeidsverdeling
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Tegen of met elkaar?
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Uitgaven overheid
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Vraag naar arbeid
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Werkgelegenheid en werkloosheid
https://maken.wikiwijs.nl/87465/Werkgelegenheid_en_werkloosheid
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Werkloosheid bestrijden
    
Alles wat je nodig hebt of graag zou willen hebben, noem je je behoeften.
Er zijn verschillende manieren om een inkomen te verkrijgen.
Soms krijg je een deel van je inkomen niet in geld maar in producten.
Uitgaven kun je onderverdelen in drie soorten uitgaven:

De hoeveelheid geld waarvan een gezin in een bepaalde periode rond moet komen, noem je het budget van het gezin.
 onzeker is en vooraf niet te voorspellen valt. De uitkomst komt door toeval tot stand. Tijdens het gokken zet je geld in, waarna je een kans hebt dat je meer geld wint of juist je inleg (gedeeltelijk of geheel) verliest. Bekende voorbeelden zijn fruitautomaten en het roulettespel.
Cryptocurrencies of cryptogeld is digitaal geld, oftewel digitale munten. De bekendste cryptocurrencies zijn Bitcoin en Ethereum. Ze worden niet uitgegeven door een centrale bank of overheid en daardoor is er geen toezicht op. Cryptocurrencies kunnen door iedereen worden gemaakt. Ze worden verhandeld op online beurzen waar cryptocurrencies worden aangeboden en gevraagd. Door vraag en aanbod komt de prijs tot stand van een cryptomunt, vaak uitgedrukt in een waarde in Bitcoin. 
niets meer waard is.
Bij het kopen van producten heb je vaak de keuze uit verschillende merken. Het is vaak niet eenvoudig om de juiste keuze te maken. Welke keuze je maakt hangt af van je koopgedrag.
Een ondernemer probeert met reclame jouw koopgedrag te beïnvloeden.


Geld is een algemeen aanvaard betaalmiddel: iedereen accepteert het en je kunt er verschillende producten mee kopen.
Je kunt op twee verschillende manieren goederen of diensten 'ruilen':
Je kunt op verschillende manieren betalen:
Dure goederen kun je vaak met een gespreide betaling kopen.
De hoeveelheid producten die je kunt kopen, noem je je koopkracht.
Als producten duurder worden omdat er veel vraag naar die producten is, noem je dat bestedingsinflatie.
Als producten duurder worden omdat het maken van de producten duurder wordt, noem je dat kosteninflatie.
Als een werknemer loonsverhoging krijgt omdat alles duurder is geworden, noem je dat prijscompensatie.

Sparen is het niet uitgeven van geld.
Als je geld spaart op een spaarrekening bij een bank krijg je rente.
Als je geld op een spaarrekening zet, wordt het bedrag steeds hoger doordat je rente krijgt. Maar als de prijzen stijgen, is het nog maar de vraag of je meer kunt kopen met je gespaarde geld.
Als je voor het kopen van producten geld leent bij een bank, noem je de lening ook wel een consumptief krediet.
Een lening om een huis te kopen, noem je een hypotheek.
Er zijn verschillende hypotheekvormen.
Bij een annuïteiten hypotheek blijven de lasten per jaar gedurende de gehele looptijd gelijk.
Er zijn verschillende hypotheekvormen.
wordt niet afgelost. Aan het eind van de looptijd is de schuld nog net zo hoog als aan het begin.
Een bank is een financiële instelling waar je terecht kunt voor veel verschillende activiteiten:



Je loopt verschillende financiële risico's, bijvoorbeeld dat je huis afbrandt, of dat je fiets wordt gestolen of dat je ongeluk krijgt en naar het ziekenhuis moet. Door je te verzekeren dek je je in tegen deze financiële risico's. De risico's zijn dan voor een verzekeringsmaatschappij.
 
 
 
De overheid heeft bij wet geregeld dat je verplicht bent de schade die je aan anderen toebrengt te vergoeden.
en bekende schadeverzekering is de ziektekostenverzekering.
Een reisverzekering vergoedt schade als je op vakantie bent. Je kunt zowel schade aan je spullen als ziektekosten verzekeren. De hoogte van de premie hangt vaak af van:
r de inboedel versta je alle spullen in je huis, die je mee kunt nemen als je gaat verhuizen. Een inboedelverzekering verzekert de schade aan je inboedel.
Bij een verzekeringsmaatschappij kun je een sommenverzekering afsluiten.
Produceren is het voortbrengen van goederen of diensten.
De weg die een product doorloopt van grondstof tot eindproduct noem je de productieweg van het product.
In een bedrijfskolom kun je een goederenstroom en een geldstroom onderscheiden.
 
 
Tot de primaire sector horen bedrijven uit de landbouw, tuinbouw, mijnbouw, visserij en veeteelt.
Bekijk de twee krantenkop hieronder:
Lees de krantenkop:
Voorbeeld

Voorbeelden van arbeidsverdeling zijn:
Voorbeelden van arbeidsverdeling zijn:
Het aantal producten dat een ondernemer verkoopt, noem je zijn afzet
De kosten die een bedrijf maakt bij het produceren van goederen en diensten noem je de bedrijfskosten.
Het minder waard worden van machines noem je afschrijvingskosten.
De ondernemer moet die producten verkopen die zijn doelgroep graag wil hebben.
De manier waarop de doelgroep bediend wil worden, bepaalt de inzet van personeel.
De ondernemer stelt de verkoopprijs van zijn producten vast.
Om het product onder de aandacht van de doelgroep te brengen, doet de ondernemer aan promotie of reclame. 
Het produceren van goederen en diensten kan nadelige gevolgen hebben voor het milieu.
Bedrijven kunnen tijdens het produceren rekening houden met het milieu. Denk maar aan een waterzuiveringsinstallatie of een luchtfilter. Dat heeft dan wel extra kosten tot gevolg. En die extra kosten kunnen ertoe leiden dat er minder producten verkocht worden. Hoe dat gaat kun je uitleggen in vijf stappen. Hiernaast worden deze stappen afgebeeld.
Het is belangrijk dat je je afval gescheiden aanbiedt. Bedrijven kunnen veel afval gebruiken als grondstof voor hun producten. Het hergebruiken noem je ook wel recycling.
In de economie wordt met een markt het geheel van vraag en aanbod bedoeld.
Zijn er op een markt veel aanbieders en veel vragers en is er sprake van een homogeen product dan spreek je van volkomen concurrentie.
Als veel aanbieders een heterogeen product aanbieden, spreek je van monopolistische concurrentie.
Er is sprake van een monopolie als er van een product maar één aanbieder is.
Bij een oligopolie zijn er enkele aanbieders die de markt beheersen.
Ondernemingen kun je onderverdelen naar rechtsvorm.
Eenmanszaak
Besloten vennootschap (bv)
  

Iedere werknemer heeft zijn eigen individuele arbeidsovereenkomst. Daarnaast gelden er voor werknemers in dezelfde beroepsgroep vaak gemeenschappelijke afspraken.
De belangen van werkgevers en werknemers zijn tijdens de cao-onderhandelingen vaak tegengesteld.
verboden is.
Voor iedere werknemer in Nederland geldt de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.
De arbeidsmarkt wordt gevormd door:
De arbeidsmarkt is niet één grote markt, maar bestaat uit deelmarkten.
Het Werkbedrijf van het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen) probeert aanbieders van arbeid (werknemers en werkzoekenden) in contact te brengen met de vragers van arbeid (overheid en bedrijven).
De totale vraag naar arbeid is gelijk aan de werkgelegenheid.
Alle personen van 16 tot 67 jaar behoren tot de beroepsgeschikte bevolking.
Geschoold werk is werk waar een opleiding voor nodig is.
Iemand met een leidinggevende functie moet het werk van anderen organiseren.
Als je betaald werk doet, moet je belasting betalen.
Als er mensen zijn die werk zoeken, maar geen baan kunnen vinden, is er sprake van werkloosheid.
De vraag naar Nederlandse producten bepaalt de werkgelegenheid.
Een bijzondere vorm van werkloosheid is de seizoenswerkloosheid.
Een manier waarop de overheid de werkloosheid kan bestrijden, is het nemen van maatregelen om de vraag naar Nederlandse producten te vergroten.
Een samenleving kan niet zonder regels en niet zonder controle op de naleving van die regels.
De rijksoverheid is de landelijke overheid in Den Haag.
Nederland is opgedeeld in 12 provincies.
Per 1 januari 2018 zijn er 380 gemeenten in Nederland. Een gemeente kan een stad zijn of kan bestaan uit meerdere steden/dorpen.
Bedrijven kun je onderverdelen in overheidsbedrijven en bedrijven die eigendom zijn van particulieren.
Een belangrijke taak van de overheid is het voortbrengen van de overheidsproducten. 
Van sommige producten probeert de overheid het gebruik juist af te remmen. Dat kan de overheid doen door extra belasting te heffen op dat product. Daardoor wordt de verkoopprijs hoger en gaat het gebruik omlaag. Deze extra belasting noem je accijns.
De belangrijkste bron van inkomsten van de overheid zijn de belastingen.
Directe belastingen zijn belastingen op inkomen of bezit.


Een retributie is een directe betaling aan de overheid voor een overheidsproduct. Je betaalt bijvoorbeeld voor je paspoort, voor een bouwaanvraag of schoolgeld.
In Nederland doet de (rijks)overheid veel. De overheid bemoeit zich met het onderwijs, met onze veiligheid (politie en leger), met de infrastructuur (inrichting van ons land, met het milieu, enzovoorts).
De regering stelt ieder jaar een begroting op.
Het sociaal minimum is een door de Nederlandse overheid vastgesteld bedrag dat je minstens nodig hebt om in je levensonderhoud te kunnen voorzien.
Volksverzekeringen zijn sociale zekerheidswetten die voor alle inwoners van Nederland gelden. Mensen met een inkomen betalen een premie voor deze verzekeringen.
Werknemersverzekeringen zijn sociale zekerheidswetten die gelden voor alle mensen in loondienst. Werknemers betalen premie voor deze verzekeringen.
Sociale voorzieningen zijn sociale zekerheidswetten die voor alle inwoners van Nederland gelden.
Het produceren van goederen en diensten kan nadelige gevolgen hebben voor het milieu.
Het komt regelmatig voor dat de overheid de kosten van het opruimen van milieuvervuiling moet betalen.
De verdeling van het maken van producten over verschillende landen, noem je internationale arbeidsverdeling.



Als een buitenlands bedrijf hetzelfde product maakt als een Nederlands bedrijf, dan is er sprake van internationale concurrentie.

Sommige producten worden verhandeld op de zogenaamde wereldmarkt.
De prijs van een product op de wereldmarkt is resultaat van vraag en aanbod. Als de vraag groter is dan het aanbod zal de prijs stijgen. Omgekeerd als het aanbod groter is dan de vraag zal de prijs dalen.
De prijs van een product op de wereldmarkt is het resultaat van vraag en aanbod.

Economisch gezien heeft het rijke westen altijd een dominantie positie gehad ten opzichte van de rest van de wereld. Pas sinds enkele jaren spelen ook enkele landen in Azië en Zuid-Amerika een belangrijkere rol in de economie.
 Maar er kleven ook enkele bezwaren aan deze maatstaf:
In veel ontwikkelingslanden is sprake van een slechte gezondheidszorg. Daardoor is het sterftecijfer veel en veel hoger dan in niet-ontwikkelingslanden. In sommige landen ligt het sterftecijfer zelfs boven de 150, dat betekent dat er van alle 1000 baby's die er worden geboren 150 niet ouder worden dan één jaar.
In ontwikkelingslanden werkt het grootste deel van de beroepsbevolking in de primaire sector en dan met name in de landbouw. Voor de export zijn ontwikkelingslanden daarom vaak afhankelijk van maar één product, meestal is dat een landbouwproduct of een grondstof. En vaak worden deze producten in de rijke landen verder ontwikkeld. Als een land voor de export afhankelijk van één product heeft dat land een monocultuur.
Scholing is zeer belangrijk niet alleen om jezelf te ontplooien en je kansen op betaald werk te vergroten, maar ook voor de samenleving waarin je leeft.
structurele samenwerking:
Andere manieren om ontwikkelingssamenwerking onder te verdelen zijn: