Watersnoodramp 1953
Als het in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 enorm hard stormt, overstroomt een groot deel van Zeeland, een deel van Zuid-Holland en een deel van Noord-Brabant.
Tijdens de Watersnoodramp komen ruim 1800 mensen om het leven en moeten 7200 mensen tijdelijk ergens anders worden ondergebracht. Meer dan 47.000 huizen, scholen, kerken en andere gebouwen werden beschadigd en duizenden dieren zijn verdronken.
De ramp van 1953 leidde tot snelle en ingrijpende maatregelen en vormde de directe aanleiding tot de Deltawerken: het verdedigingssysteem ter bescherming van met name de provincie Zeeland tegen hoogwater van de zee.
Het grootste onderdeel van de Deltawerken is de Oosterscheldekering. Deze waterkering of stormvloedkering is een waterbouwkundige constructie die bij stormvloed of springtij moet verhinderen dat grote hoeveelheden water vanuit zee tot overstromingen leiden.
In 2010 werden de Deltawerken afgesloten met de oplevering van de verhoogde waterkering in Harlingen.
Afsluitdijk
Een belangrijke waterkering in Nederland is de Afsluitdijk. Deze 32 kilometer lange dijk met verkeersweg sluit het IJsselmeer af van de Waddenzee.
De Afsluitdijk is onderdeel van de Zuiderzeewerken: het project waarmee de Zuiderzee werd afgesloten van de Waddenzee en IJsselmeer genoemd werd.
Het eerste plan om de Zuiderzee in te dammen stamt al uit de 17de eeuw.
Het doel was om de Zuiderzee te temmen, door deze met dijken van de Noordzee af te sluiten.
In de 19de eeuw kwam daar een motief bij: landaanwinning.
In 1891 bedacht ingenieur Lely een plan met vijf grote polders, waarvan er vier zijn aangelegd.
Na de watersnood van 1916 werd in 1918 de 'Wet tot afsluiting van de Zuiderzee' aangenomen en in 1920 begon men met de uitvoering van de Zuiderzeewerken.
Hoogwater rivieren
De Zuiderzeewerken en de Deltawerken zijn bedoeld om bij hoogwater overstromingen langs de kust te voorkomen.
Hoogwater kan echter ook in de Nederlandse rivieren voorkomen. De kans op hoogwater is het grootst in de winter en aan het begin van de lente. De Maas en de Rijn voeren in deze periode meer regenwater af, en de Rijn bij invallende dooi ook veel smeltwater.
Om de overstromingskans van rivieren terug te brengen worden/zijn onder andere de volgende maatregelen genomen:
- het versterken van rivierdijken en kades;
- het verdiepen en verbreden van de rivierbedding;
- het verlagen van de uiterwaarden;
- het aanleggen van waterbekkens;
- het verlagen van de stenen dammen in de rivier (kribverlaging).
Bekijk ook de volgende video.
Video: Nederland en het water
Nederland en het water op SchoolTV