Zonnestelsel
Ons zonnestelsel bestaat uit de zon met de daaromheen draaiende hemellichamen. Deze hemellichamen zijn door de zwaartekracht aan de zon gebonden. Ons zonnestelsel is één van de vele zonnestelsels; de sterren die je 's nachts ziet zijn zonnen van andere zonnestelsels.
In ons zonnestelsel is de zon het enige hemellichaam dat licht geeft. Alle andere hemellichamen weerkaatsen dat licht en zijn daarom soms zichtbaar. Om de zon draaien acht planeten plus een aantal dwergplaneten.
De namen van de acht planeten zijn: Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus.
De planeet Mercurius ligt het dichtst bij de zon, de planeet Neptunus het verst weg.
Omlooptijd en omwentelingstijd
De tijd die een planeet nodig heeft om eenmaal rond de zon te draaien heet de omlooptijd.
De omlooptijd wordt ook wel een jaar genoemd.
De omlooptijd van een planeet hangt af van de afstand van de planeet tot de zon en van de snelheid waarmee de planeet beweegt. De planeten die dichter bij de zon staan hebben een kortere omlooptijd.
Behalve dat de planeten rond de zon draaien, draaien ze ook om hun eigen as.
De tijd die een planeet nodig heeft om rond zijn as te draaien noem je de omwentelingstijd. De omwentelingstijd wordt ook wel een dag genoemd.
Manen
Een planeet is een hemellichaam dat om de zon draait.
Een maan is een hemellichaam dat om een planeet draait.
De aarde heeft één maan. Saturnus heeft er 82 en Jupiter heeft er zelfs 92 (voor zover bekend in 2023).
Mercurius en Venus zijn de enige twee planeten die geen manen hebben.
De maan van de aarde draait in ongeveer 28 dagen om de aarde heen. De baan om de aarde is ongeveer 160.000 km lang.
Net als de planeten geeft een maan zelf geen licht, maar weerkaatst de zonnestralen.
Als de maan precies tussen de zon en de aarde staat, wordt alleen de kant van maan verlicht die je niet kunt zien: je spreekt van nieuwe maan.
Is de maan volledig zichtbaar dan spreek je van een volle maan.
Andere hemellichamen
Planetoïden (asteroïden)
Planetoïden zijn rotsachtige hemellichamen. Van de duizenden zijn er ongeveer 2.500 zichtbaar. Ze draaien in een baan rond de zon. De grootste is Ceres (doorsnee van 1.000 km).
Kometen (staartsterren)
Kometen bestaan uit bevroren water, methaan, kooldioxide en rotsdeeltjes, en daar omheen gas en en stof. Kometen draaien ook om de zon, maar in een ellipsvormige baan; soms is het moeilijk te voorspellen wanneer de komeet weer terug komt. Als de komeet dicht bij de zon komt, smelt het ijs en wordt er een staart waargenomen. De beroemdste is de komeet van Halley.
Meteorieten
Meteorieten zijn brokken materie (gesteente of ijzer) die geen vaste baan hebben en, in tegenstelling tot de meeste rotsblokken, niet meteen verbranden als ze door de atmosfeer van de aarde dringen. Meteorieten kunnen grote kraters slaan in de aarde. De grootste bekende meteoriet ligt in Zuid-Afrika en weegt meer dan 60 ton.