Happy Housekeeping

Happy Housekeeping

Inleiding lessenserie Happy Housekeeping

Welkom!

Figuur 1. [Huishoudcoach.nl]. (z.j.)

In deze lessenserie bieden we je de kennis aan die je nodig hebt voor het kunnen schoonmaken van de woonruimte, slaapruimte en het sanitair van een zorgvrager. De informatie komt voor een groot deel uit je boek Huishouden en wonen.
In elke les werk je zelfstandig uit deze WikiWijs. Na 10 weken (9 lessen) heb je alle stof doorlopen en is je Poetsportfolio (uitleg volgt) klaar en ingeleverd via de Inleverbox op SharePoint.

Zorg is voortdurend aan verandering onderhevig. De laatste jaren wordt er in de VVT ingezet op kleinschalig wonen. In een setting met 6-8 bewoners per unit wordt er van jou verwacht dat je huishoudelijke taken uitvoert, dat je kunt koken en dat je samen met de bewoners een huishouding voert. Dat vraagt vaardigheden van jou die je in dit lessenblok aangeboden krijgt.

In deze lessenserie bieden we je verdieping in de theorie. Daarnaast leer je door het maken van de opdrachten waarom je op welke manier schoonmaakt, hoe je zorg draagt voor de maaltijd, en wat je daarbij gebruikt en waarom.

Wat ga je doen

- De theorie in deze Wikiwijs lezen. De docent is jouw aanspreekpunt als je iets wilt vragen, zij start jullie les wekelijks op. Daarna gaan jullie zelfstandig werken in deze Wikilessen. Tussendoor kun je de docent mailen met vragen via g.pot-beijering@alfa-college.nl 

- Je gaat de bijbehorende presentaties en filmpjes bekijken.

- De bijbehorende vragen en opdrachten maken.

- De opdrachten onder het kopje 'Poetsportfolio' maken en verwerkingsopdrachten uit je opdrachtenboek. Al deze opdrachten bewaar je in een (digitaal) mapje, steeds duidelijk met de titel erboven. Aan het eind van de lessenserie word je hierop beoordeeld. Je gehele Poetsportfolio lever je in via de inleverbox op het SharePoint.

- Een eindtoets maken van 10 vragen aan het eind van de hele lessenserie om je kennis te testen.

Heb je vragen? Stel ze aan je docent.
Veel succes en plezier!

Verantwoording

Je leert in deze lessenserie meer over het assisteren bij huishouden en wonen. Zie hieronder de kerntaken en werkprocessen uit jouw opleiding die bij deze lessen horen:

 

B1,K1,W4

Werkproces 4

Competenties

Biedt persoonlijke verzorging en monitort welbevinden

Aandacht en begrip tonen, samenwerken en overleggen, op de behoeften en verwachtingen van de "klant"richten, begeleiden, etisch en integer handelen

 

 

Uitleg Poetsportfolio

In de inleiding heb je gelezen dat je een Poetsportfolio gaat maken. Dit is een (digitale) map waarin je je opdrachten bewaart die onder 'Poetsportfolio' staan. Je kunt dit maken door een document in Word of een ander programma te openen en je opdrachten hierin te zetten. Sla het goed op!
Bij elke Poetsportfolio opdracht staat of je het alleen mag doen of in een groepje. Als je de opdracht in een groepje maakt, zet elk groepslid de opdracht in zijn eigen Poetsportfolio. Vermeld duidelijk met wie je de opdracht hebt gemaakt.
Aan het eind van de lessenserie lever je het Poetsportfolio in bij je docent, die het beoordeelt met een beoordelingsformulier.

Eisen Poetsportfolio:

- Het heeft een voorblad

- Het heeft een inleiding, waarin je beschrijft wat je/jullie gedaan hebben

- De bladzijden zijn genummerd

- De opdrachten zijn genummerd

- Het is volledig

- Je hebt aan elke opdracht voldaan

- Vermeld bij gezamenlijke opdrachten met wie je hebt samengewerkt

Succes!

 

Regels bij het maken van een filmpje of foto's

- Het filmpje mag 2 tot 4 minuten duren.

- Het beeld is duidelijk en er is genoeg licht.

- Het geluid is helder en zonder ruis, ook is het goed verstaanbaar.

- Het filmpje wordt alléén opgenomen in het praktijklokaal van de opleiding, aan andere aanwezigen wordt toestemming gevraagd om te mogen filmen.

- Het filmpje heeft een goede mondelinge uitleg bij de handeling die je gaat demonstreren (laten zien).

- Je mag je telefoon of een iPad/tablet gebruiken om het filmpje of de foto's mee te maken

1. Algemene les schoonmaken

Figuur 2. [Studentenhandjes.nl] (z.j.)

Welkom bij deze algemene les over schoonmaken!

Aan het einde van deze les kan je:

- Drie redenen geven waarom een huis schoongemaakt moet worden

- Uitleggen waarom schoon voor iedereen iets anders betekent

- Een logisch werkplan voor je eigen slaapkamer opstellen

- Schoonmaakmiddelen en benodigdheden benoemen en herkennen

Succes bij het doorlopen van dit hoofdstuk!

1.1 Vuil? Hoezo vuil?

De waarden en normen van mensen over wat schoon is zijn verschillend. Wat de één een troep vindt, vindt een ander normaal. Zeker in de zorg heb je te maken met verschillen tussen mensen. Deze mensen zullen ook allemaal anders denken over wat vuil en schoon is, net als jij. Want wat is vuil eigenlijk?

Vuil kun je in de volgende vier groepen verdelen.

  • Losliggend vuil zoals papier en stof.
  • Licht gehecht of aangekleefd vuil. Het gaat hier om 'verse vlekken' van bijvoorbeeld vet of limonade.
  • Sterk gehecht of ingedrongen vuil. Dit zijn vaak oude vlekken of aanslag.
  • Onzichtbaar vuil. Dit zijn de micro-organismen zoals bacteriën en virussen.

Schoonmaken kan op verschillende manieren.

Afhankelijk van het soort vuil, de plaats waar het vuil op zit en de aanwezige materialen en middelen kies je een geschikte schoonmaakmethode. Er zijn drie manieren of methoden om iets schoon te maken.

  • Je kunt iets droog schoonmaken door bijvoorbeeld een droge doek te gebruiken of te stofzuigen. Je gebruikt hier geen vocht of schoonmaakmiddelen bij. Er zijn ook speciale doeken die elektrostatisch zijn en daardoor stof aantrekken en vasthouden.
  • Klamvochtig schoonmaken. Dit wil zeggen dat je een iets vochtige of vettige doek gebruikt bij het schoonmaken of een doek waarin schoonmaakmiddel is verwerkt. Het voordeel van deze manier is dat stof niet alle kanten op waait, maar hecht aan de doek. Afhankelijk van de situatie en de wensen van de zorgvrager kun je klamvochtig reinigen in plaats van droog of nat reinigen.
  • Nat schoonmaken. Hierbij gebruik je water. Ook voor de natte methode zijn verschillende kant en klare producten te koop, zoals een wegwerpdoek die je als dweil kunt gebruiken en waar vocht en reinigingsmiddel in zit. Een basisregel is altijd: 'Eerst droog of klamvochtig reinigen voordat je nat gaat reinigen.'

Figuur 3. [Animaatjes.nl] (z.j.)

Droog vuil zoals stof en haren kun je namelijk goed weghalen zonder water te gebruiken. Bijvoorbeeld door een stofdoek, stofwisser of een stofzuiger te gebruiken. Ga je proberen het vuil met een natte doek of dweil weg te halen, dan blijven stof en haren overal aan plakken. Dat betekent dus dat je voordat je nat gaat reinigen eerst droog moet reinigen. Voordeel hiervan is bovendien dat droog of klamvochtig reinigen minder moeite kost dan nat schoonmaken.

Dagelijkse werkzaamheden

Bij het dagelijks onderhoud gaat het erom de woning, of de woonkamer in de zorginstelling leefbaar en netjes te houden. De lichte werkzaamheden vallen hieronder. Je kunt dan denken aan stoffen, opruimen en de afwas doen. Ook het verwijderen van dode bloemen en blaadjes van planten hoort hierbij. Indien de huiskamer gebruikt wordt door bewoners die regelmatig knoeien met eten of incontinent van ontlasting en/of urine zijn, check dan ook stoelen en tafels en maak deze schoon indien nodig.

Controleer verder dagelijks of bloemen of planten voldoende water hebben. Het dagelijks onderhoud komt iedere dag of bijna iedere dag terug. Door de dagelijkse beurten goed bij te houden, kun je werk besparen bij de tussentijdse werkzaamheden.

Tussentijdse werkzaamheden

Deze werkzaamheden doe je iedere week, om de week of iedere maand. Het hangt van de vuilgraad en de gewoonten van de mensen af hoe vaak je de tussenbeurten doet. Werkzaamheden die hieronder vallen zijn bijvoorbeeld het reinigen van de koelkast, het zemen van ramen, het verschonen van beddengoed en het verwijderen van kalkaanslag. Het doel van de tussenbeurt is het voorkomen van vuilophoping. Door de tussenbeurten goed bij te houden kun je efficiënt werken.

Figuur 4. [Dreamstime.com] (z.j.)

Periodieke werkzaamheden

Deze werkzaamheden doe je eenmaal per half jaar of jaar. Het doel van deze beurt is alles schoon te maken wat bij een dagelijkse of tussenbeurt niet wordt gedaan. Voorbeelden hiervan zijn het ragen van plafonds, het opruimen van de schuur, het witten van plafonds en het schoonmaken van een plafonnière. In je werk zul je met de periodieke beurt niet veel te maken krijgen. Het valt vaak buiten jouw werkzaamheden. De periodieke beurt kan ook door de huishoudelijke dienst of een schoonmaakbedrijf gedaan worden. In de thuiszorg wordt de periodieke beurt vaak door familie gedaan.
In welke organisatie je ook werkt, je zult je werk moeten plannen. Het plannen kan je helpen alles zo goed mogelijk en op tijd te doen.

In een zorgorganisatie wordt een gedeelte voor je gepland; bijvoorbeeld welke zorgvragers je gaat helpen op een bepaalde dag en hoeveel tijd je daarvoor krijgt. De werkzaamheden die je daar doet liggen soms ook vast, maar hoe en in welke volgorde je dat gaat doen moet je zelf bedenken. Dit kan per keer verschillen. Als de zorgvrager bijvoorbeeld bezoek heeft, houd je daar rekening mee. Steeds is het belangrijk dat je overzicht hebt over wat je gaat doen en dat je prioriteiten stelt. Met prioriteiten stellen bedoelen we dat je datgene doet wat belangrijk is. Werkzaamheden die niet zo belangrijk zijn, kun je eventueel laten liggen voor een volgende keer.

 

Poetsportfolio opdracht 1

voorjaarsschoonmaak

Je hebt net het filmpje bekeken. Beantwoord nu de volgende vragen in een Word bestand:

1. Het lijkt erop dat de ouderwetse voorjaarsschoonmaak weer een trend wordt. Wat vind jij hiervan?

2. Wat wordt er volgens de mevrouw in het filmpje allemaal gedaan tijdens de voorjaarsschoonmaak?

3. Wat is het verschil tussen de voorjaarsschoonmaak van vroeger en nu? Noem er 2.

4. Denk jij dat er veel mensen zijn die deze voorjaarsschoonmaak nog uitvoeren? Verklaar waarom je dit denkt.

 

Sla de antwoorden op en voeg deze toe aan je Poetsportfolio.

Werkplanning

Figuur 5. [Jvgbedrijfsdiensten.nl] (z.j.)

Hoe je werkplanning eruit komt te zien hangt af van:

  • hoe groot de ruimte is die je gaat schoonmaken
  • de inrichting van de ruimte
  • hoe vuil de ruimte is, wat weer afhankelijk is van hoe en hoe vaak de ruimte gebruikt wordt
  • welke middelen en materialen er beschikbaar zijn
  • of je het werk alleen doet of dat iemand je kan helpen
  • of er andere mensen aanwezig zijn met wie je rekening moet houden, bijvoorbeeld een zorgvrager die een middagdutje doet
  • de wensen van de zorgvrager

Bij schoonmaakwerkzaamheden is de volgorde waarin je werkt belangrijk. Je kunt door een juiste volgorde ergonomischer, efficiënter en hygiënischer werken.

Richtlijnen werkvolgorde

Richtlijnen voor een goede werkvolgorde:

  • Reinig eerst met de droge of klamvochtige methode en daarna ga je, zo nodig, nat reinigen.
  • Werk van schoon naar vuil. Je dweilt dus eerst de minder vuile stukken van de vloer en pas daarna de plaats waar mensen met hun modderschoenenhebben gestaan.
  • Werk hygiënisch: neem geen bacteriën uit de wc mee naar de woonkamer. Voor de wc gebruik je een eigen doekje dat alleen daarvoor gebruikt wordt. Doe ook bijvoorbeeld eerst de wastafel en daarna de toiletpot, en niet andersom.
  • Werk van boven naar beneden. Ga eerst stoffen en dan pas stof wissen. Stof dat bij het stoffen in de lucht is terechtgekomen, zal op de grond vallen en kun je met het stof wissen alsnog verwijderen.
  • Verwijder stof in plaats van het te verspreiden. Dit kun je doen door te kiezen voor een stofzuiger of stofwisser in plaats van een zwabber, of een vochtig doekje in plaats van een stofdoek.
  • Combineer gelijksoortige werkzaamheden. Als je aan het stofzuigen bent in de kamer, dan kun je dit meteen in de keuken doen. Ook kun je eerst in alle kamers het droge werk gaan doen en dan pas in de verschillende kamers het natte werk.
  • Doe liever geen droog en nat werk door elkaar. Wissel zwaar en licht werk af, hierdoor raak je minder snel vermoeid.
  • Probeer ervoor te zorgen dat je het lichtere werk zo veel mogelijk voor het laatst bewaart. Aan het eind van de werkdag ben je moe en heb je geen zin meer om het zware werk nog te doen.
  • Wissel aangenaam en onaangenaam werk af. Bedenk dat het aan het eind van de dag niet prettig is nog aan een onaangenaam werkje te beginnen. Je loopt dan de hele dag rond met het idee van: 'Straks moet ik...' Je kunt dan beter eerst het onaangename karweitje opknappen, dan ben je daar tenminste vanaf.
  • Controleer na afloop je werk: vind je de kwaliteit voldoende? Zou je een volgende keer je werk anders aanpakken?
  • Bedenk dat je altijd soepel om moet gaan met je planning.

Slaapkamer:

  • losliggend vuil oprapen en weggooien
  • raam open zetten
  • bed opmaken
  • raam sluiten
  • stofzuigen
  • stoffen
  • bed openslaan om te luchten.

Keuken:

  • gasfornuis schoonmaken
  • vlekken van kastjes verwijderen
  • afwassen
  • afvalzak verwisselen
  • losliggend vuil oprapen en weggooien
  • aanrecht schoonmaken.

1.2 Redenen om schoon te maken

Schoonmaken is belangrijk werk.  In dit hoofdstuk lees je waarom schoonmaken zo belangrijk is. Ook lees je hoe schoonmaakwerk georganiseerd kan zijn en welke methoden van schoonmaken er zijn.

Veel mensen vinden het prettig als de ruimte waarin ze leven schoon en netjes is. De ruimte heeft dan een gezelliger uitstraling. Bovendien is een opgeruimde kamer ook veiliger. Er slingeren geen zaken rond waar mensen over kunnen vallen of struikelen. Alles wat je zoekt kun je vinden.

Schoonmaken is om nog meer redenen belangrijk. Stel je maar eens voor dat de koelkast niet wordt schoongemaakt: wie zou er dan merken dat er voedsel in staat dat niet houdbaar is? Welke bacteriën krijgen dan vrij spel? Het zou tot onhygiënische en ziekmakende situaties kunnen leiden als vuil en bacterien niet op tijd uit de koelkast worden verwijderd.

Figuur 6. [Solaas.jouwweb.nl] (z.j.)

Naast schoonmaken is ook onderhouden belangrijk. Schoonmaken is iets anders dan onderhouden. Met schoonmaken wordt bedoeld dat je vuil weghaalt. Een voorbeeld van schoonmaken is het reinigen van een aanrechtkastje.
Met onderhouden wordt bedoeld dat je materialen beschermt tegen schade, vuil en slijtage. Een voorbeeld van onderhouden is het insmeren van meubels met was of olie. Schoonmaken en onderhouden gaat vaak samen. Denk maar aan het verwijderen van kalkaanslag in een strijkijzer. Je kunt het schoonmaken noemen, maar het is tegelijkertijd onderhouden. Je beschermt het apparaat namelijk tegen schade door kalkaanslag.

Als verpleegkundige in een kleinschalige zorginstelling kan het zijn dat je zorg draagt voor de dagelijkse beurten van de bewonerskamers en de sanitaire ruimten. In kleinschalige zorg is het de bedoeling dat er geen onderscheid wordt gemaakt in deze taken (al zul je soms wel een huishoudelijke dienst treffen). Het gaat dan om licht tot zwaarder huishoudelijk werk op de bewonerskamers. Het zou ook kunnen dat je in de thuiszorg komt te werken. Dan hoort licht schoonmaakwerk soms ook bij je taken. Hier heb je te maken met de eigen regels van een zorgvrager en niet met instellingsregels over schoonmaken.

Middeltjes

Er zijn allerlei middeltjes in de handel om verschillende vlekken te verwijderen. Bekijk hieronder het schema van veel voorkomende vlekken en het middel dat je het beste kunt gebruiken voor verwijdering van de vlek.

Figuur 7. [Eigen tabel.]

Soort vlek

Behandeling

Appelsap

 

  • Direct in koud water wassen

 

Balpen

 

  • Schone witte doek met water bevochtigen
  • Inwrijven met ossegalzeep
  • Naspoelen

 

Bloed

Vers bloed:

  • In ruim koud water dompelen
  • Daarna in warm water weken met inweekmiddel

Opgedroogd bloed:

  • Weken in ruim koud water met zout
  • Uitspoelen
  • 1 nacht in warm water met inweekmiddel

 

Braaksel

 

  • Ruim koud water
  • Naspoelen met water en ammonia

 

Boter

 

  • Insmeren met ossegalzeep
  • Uitspoelen met warm water

 

Chocolade

 

  • Inwrijven met ossegalzeep
  • In laten weken en uitspoelen

 

Jus

 

  • Wasbenzine om vet uit jus te halen
  • Daarna in warm water met ammonia

 

Koffie

 

  • Inweken met inweekmiddel
  • Daarna in warm water met ammonia

 

Rode wijn

 

  • Zou strooien en lang inweken
  • Uitspoelen met ruim warm water

 

Transpiratie

Ongekleurd katoen en linnen:

 

  • Uitkoken in sop
  • Nabehandelen met verdund bleekmiddel (10%)

 

Gekleurde katoen, linnen of wol:

  • Wassen in zout (5%) en water
  • Naspoelen in handwarm sopje

Lippenstif

 

  • Niet wrijven
  • Watje onderdompelen in ether
  • Watje op vlek leggen en intrekken
  • Buiten doen

 

Cosmetica

 

  • Met alcohol deppen tot er geen kleur meer afkomt
  • Daarna in warm water met ammonia

 

1.3 Schoonmaakmiddelen en benodigdheden

Schoonmaken kun je verdelen in droogwerk en natwerk.

Droogwerk bestaat uit opruimen, bedden opmaken, stoffen, vegen, ragen en stofzuigen. Hierbij gebruik je verschillende materialen. Een stofdoek, plumeau, veger, vloerwisser, stoffer en blik, ragebol, stofzuiger. Binnen deze materialen zijn vele verschillen.

  •  Stofdoeken zijn er in vele verschillende soorten en maten. Sommige kun je wassen wanneer ze vuil zijn. Andere zijn bedoeld om weg te gooien wanneer ze vuil zijn. Bekijk van te voren wat voor materialen beschikbaar zijn en hoe je ze moet gebruiken. Wanneer je niet weet waar je iets voor moet gebruiken dan lees je de gebruiksaanwijzing of vraag je het aan een collega of leidinggevende.  

  •  Een plumeau is een soort stof op een stokje waar zachte antistatische kunststofvezels inzitten waaraan het stof goed blijft zitten.

  •  Een veger en stoffer en blik zijn bedoeld om de vloer schoon te vegen en het vuil weg te kunnen gooien.

  •  Een ragebol is bedoeld om spinnenwebben te verwijderen. Met name aan plafonds willen nog wel eens lange onsierlijk slierten zitten.

  •  Een stofzuiger is bedoeld om de vloer schoon te zuigen. Bij een stofzuiger zitten behalve de grote zuigmond die je wel kent vaak ook nog andere hulpstukken. Deze zijn bedoeld voor verschillende oppervlakten, meubels of kleine hoeken of kieren.

 

Figuur 8. [leren.vandoen.nl] (z.j.)

Klam of natwerk

Figuur 9. [Dreamstime.com] (z.j.)

Voor klam of natwerk zijn er andere schoonmaakartikelen die je gebruikt.

  • emmers
  • spons en zeem
  • raamtrekker
  • vloertrekker
  • borstel om mee te boenen
  • mop met bijbehorende emmer of dweil met luiwagen
  • werkdoeken
  • afwasborstel
  • vaatdoeken

Maak alle materialen waar je mee werkt na afloop weer schoon.

Soorten schoonmaakmiddelen

Afhankelijk van wat voor schoonmaakwerk je gaat doen heb je verschillende materialen en schoonmaakmiddelen nodig om het schoonmaken goed te doen. Er zijn vele verschillende soorten schoonmaakmiddelen. Let goed op welke je gebruikt. Niet alle middelen mogen op alle oppervlakten worden gebruikt. En elke zorginstelling of cliënt heeft eigen regels omtrent het gebruik van middelen en materialen. Bescherm ook jezelf goed tegen de chemische bestanddelen in sommige middelen.

  • Allesreinigers: geschikt voor al het natte werk, ook voor vettige oppervlakten.
  • Vetoplossers: goed te gebruiken in bijvoorbeeld een keuken om vette aanslag te verwijderen.
  • Kalkoplossers: te gebruiken om kalkresten in bijvoorbeeld een bad of douche te verwijderen.
  • Sanitairreinigers: speciaal voor badkamers en toiletten. Lees de aanwijzingen op de verpakking voor juist gebruik.
  • Schuurmiddelen: pas op met schuurmiddelen. Je kunt hier makkelijk flinke krassen mee veroorzaken!
  • Chloor: chloor is een blekend middel wat je prima kunt gebruiken voor sanitair en keuken. Pas op, want op textiel maakt het lelijke vlekken! In veel zorginstellingen wordt chloor niet meer gebruikt omdat het niet goed is voor het milieu.
  • Toiletreinigers: bedoeld om de toiletpot goed schoon te maken.
  • Glasreinigers: om simpele vlekken zoals handafdrukken snel weg te poetsen op een glazen ondergrond.
  • Spiritus: om bijvoorbeeld roestvrijstaal weer vlekkenloos te krijgen of de ramen eens goed te zemen.
  • Stofdoekspray: om afnemen van stof eenvoudiger en sneller te maken.
  • Middelen om houten meubels en vloeren mee te behandelen zijn onderhoudsmiddelen.

Figuur 10. [nl.123rf.com] (z.j.)

Uiteraard zijn al deze middelen van verschillende merken verkrijgbaar.

Er is een verschil tussen schoonmaakmiddelen en onderhoudsmiddelen. Door bijvoorbeeld houten meubelen, laminaat en parket met onderhoudsmiddelen te behandelen blijft het hout mooi en glimmend en krijgt het een beschermlaagje. Er zijn verschillende soorten onderhoudsmiddelen verkrijgbaar voor verschillende ondergronden.

In een instelling worden vaak andere schoonmaakmiddelen gebruikt. Houd je aan de voorschriften van de instelling. Gebruik het schoonmaakmiddel dat voorgeschreven is. Gebruik hiervan niet meer dan nodig is. Meer maakt niet beter schoon!

1.4 Maken van een werkplan

Figuur 11. [Passie.horeca.nl]

 

Het is goed om bij het huishoudelijk werk een vaste volgorde aan te houden. Zo voorkom je dat je wat vergeet en zo voorkom je ook dat iets wat je net hebt schoongemaakt, direct weer vuil wordt. Stel je voor dat je eerst gaat stofzuigen en daarna de tafels waar broodkruimels op liggen, gaat afnemen. De broodkruimels komen dan op de grond terecht, terwijl je net had gestofzuigd. Je kunt dan weer opnieuw beginnen met stofzuigen.

De juiste volgorde:

  • werk van boven naar beneden
  • werk van achteren naar voren
  • eerst droog, dan nat
  • als laatste stofzuigen/ dweilen

Dat je van boven naar beneden moet werken, is logisch. Bij het schoonmaken zal er altijd wat stof of vuil van boven naar beneden dwarrelen of vallen. Als je eerst beneden hebt schoongemaakt en dan boven, dan wordt het beneden weer een beetje vuil, omdat je van boven wat stof en vuil ongemerkt mee neemt naar beneden. In een huis werk je van boven naar beneden, door eerst de bovenverdieping te doen, en dan de benedenverdieping. Het zal echter niet zo vaak voorkomen dat je in één keer een heel huis moet schoonmaken.
Ook in één ruimte moet je van boven naar beneden werken. En eerst werk je droog en daarna pas nat. Dat wil zeggen dat je eerst afstoft met een droge stofdoek en daarna pas -als dit nodig is - met een werkdoek bepaalde oppervlakken nat gaat afnemen.

Ramen lappen doe je ook na het afstoffen, maar wel vóór het stofzuigen. Bij het ramen lappen, moet je ook de vensterbank afnemen. Vaak ligt daar wat rommel, zoals verdorde blaadjes van planten, dode vliegjes. Als je eerst de ramen lapt, is het niet erg als wat van deze rommel op de grond terechtkomt. Je moet immers toch nog stofzuigen. Ook werk je van achteren naar voren, bijvoorbeeld een keukenkastje van binnen afnemen. Het vuil van achter neem je met een vochtige doek mee naar voren het kastje uit.

Poetsportfolio opdracht 2 Verwerkingsopdrachten boek thema 1

Lees in je theorieboek Thema 1 hoofdstuk 2.1 t/m 2.5 en 3.1 t/m 3.6. Maak in je opdrachtenboek verwerkingsopdracht 1 t/m 9 van hoofdstuk 1 en sla deze op in je Poetsportfolio.

Poetsportfolio opdracht 3

Bekijk eerst de presentatie die hieronder staat. Dit doe je door op de link te klikken.

In deze opdracht ga je een werkplan maken voor het schoonmaken van je eigen keuken.

Maak een werkplan waarin je beschrijft:

- Wat  je precies gaat doen (bijv: afstoffen, stofzuigen, dweilen...)

- Wat je ervoor nodig hebt, zowel de schoonmaakartikelen als schoonmaakbenodigdheden (b.v. bezem)

- In welke volgorde je het gaat uitvoeren

- Hoeveel tijd je ervoor nodig bent, per onderdeel en in totaal

- Maak daarnaast een plattegrond van je keuken waarin je beschrijft wat erin staat, ligt en misschien hangt om schoon te maken.

Verwerk de antwoorden op de vragen in een werkplan en plaats deze samen met de plattegrond in je Poetsportfolio.

2. De woonkamer schoonmaken

2.1 Waarom maken we de woonkamer schoon?

Welkom bij deze les over het schoonmaken van de woonkamer!

Figuur 12. [Cambodjakids.blogspot.nl](z.j.)

Waarom maken we de woonkamer eigenlijk schoon?

  1. Het ziet er verzorgd uit.
  2. Zo behoudt je een gezonde werkomgeving
  3. Het materiaal in de woonkamer slijt minder snel als je het schoonmaakt en onderhoudt.

Een woonkamer wordt snel rommelig als je niet opruimt. Zorg ervoor dat de woonkamer vrij is van losliggende spullen. Dit is zowel veiliger als een prettigere leefomgeving voor je zorgvrager. Probeer je zorgvrager, zover mogelijk, aan te sporen het opruimen zoveel mogelijk zelf te doen. Dat gaat niet altijd, dan zul jij het moeten doen.

Wanneer de ruimte opgeruimd is, moet deze ook schoon gehouden worden. In een instelling is daar meestal een schema voor waar je je aan dient te houden. In de thuiszorg zul je dit schema zelf op moeten stellen en moeten kijken wat er allemaal nodig is. Je spreekt met je zorgvrager af wat er nodig is en hoe vaak dit nodig is. Vaak hebben zorgvragers zo hun eigen routine met schoonmaken. Pas je daar aan aan, maar kijk wel goed of het ook echt zo is zoals je cliënt aangeeft.

Schoonmaakbeurten in een woonkamer

Er zijn dingen die je dagelijks doet, tussenbeurten en eindbeurten.

Dingen die je dagelijks doet zijn:

  • Luchten
  • Opruimen
  • Stof en vuil op zichtbare plaatsen verwijderen

Bij een tussenbeurt:

  • Luchten
  • Opruimen
  • Stof en vuil op zichtbare en minder zichtbare plaatsen verwijderen
  • Eenvoudig verplaatsbare meubels verschuiven om ook daar goed schoon te maken

Bij een eindbeurt ga je grondig te werk:

  • Luchten
  • Opruimen
  • Overal stof en vuil verwijderen, dus ook plafonds en wanden schoonmaken.
  • Verwijderen van stof en vuil, op orde brengen en uitruimen van kasten en bergingen

Figuur 13. [Girlscene.nl] (z.j.)

Vuil heb je in allerlei vormen:

  • Losliggend vuil (bv. kruimels)
  • Licht aangehecht vuil (bv. Vlek op het tv scherm)
  • Sterk aangehecht vuil (vet op het fornuis, kalk op de douchetegels)
  • Onzichtbaar vuil (ziektekiemen in de badkamer)

Houd je bij schoonmaken aan de voorschriften van de instelling. Maak ook niet zichtbare oppervlakten goed schoon.

Naast de woonkamer kan het zijn dat je zo nu en dan ook de andere ruimten die bij de leefruimte horen moet schoonmaken. Dit kan bijvoorbeeld een trap, hal, gang, overloop of bergruimte zijn. De plaatsen waar veel gelopen wordt zoals de hal, trap en overloop zijn plaatsen die je dagelijks moet bijhouden door te stofzuigen en opgeruimd te houden. Vuil verspreidt zich snel door het vele heen en weer lopen.

De leefomgeving

De huiskamer in een kleinschalige woonvorm

In kleinschalige woonvormen heeft de bewoner naast zijn/haar eigen kamer ook een gezamenlijke huiskamer. In deze huiskamer ondersteunen familieleden, mantelzorgers, vrijwilligers en evt. medebewoners vaak actief bij o.a. het eet- en kookproces. Nu zijn er regels vanuit verschillende wetten die de volksgezondheid beschermen en die ook nageleefd moeten worden in kleinschalige woonvormen.

Binnen de ziekenhuis setting worden er voor de schoonmaak gebruik gemaakt van andere beroepsgroepen . Zij dragen zorg voor de ziekenkamer. Binnen kleinschalig wonen wordt je als verpleegkundige  soms ook ondersteund door mensen van andere beroepsgroepen.

Dit thema behandetd de belangrijkste regels die je als verpleegkundige moet kennen.

Beantwoord de vragen uit de beginsituatieverkenning;

1. Waarin verschilt een ziekenkamer of kamer in een woon- zorgcentrum van je eigen kamer bij jou thuis?

2. Wat zijn overeenkomsten tussen je eigen kamer en een ziekenkamer of een kamer in een woon- zorgcentrum?

3. Welke overeenkomsten en verschillen zijn er denk je met een huiskamer bij jou thuis en een huiskamer in een kleinschalige woonvorm?

4. Wat kunnen redenen zijn voor de verschillen tussen een huiskamer bij jou thuis en een huiskamer in een kleinschalige woonvorm?

5. Lees het artikel; Kritiek op uitvoeren van niet-verpleegkundige taken uit Nursing Nr. 12 december 2017. Formuleer je eigen mening hierover.

Lees van Thema 1 hoofdstuk 4 door en maak de casus van dhr. Klein uit je werkboek

 

Zet de antwoorden in je Poetsportfolio.

Poetsportfolio opdracht 4

Op internet zoek je met een groepje van maximaal 4 leerlingen 3 werkinstructies of protocollen over dweilen of moppen van een huiskamervloer.

- Je vermeld in je Poetsportfolio een link naar alle drie.

- Je vergelijkt ze alle drie en kiest degene uit die jullie het beste vinden.

- Het protocol dat jullie het beste vinden zet je in je Poetsportfolio

- Daarna maak je de vragen hieronder. De uitslag kopieer je en voeg je toe aan je Poetsportfolio

 

Korte toets

Test:Vragen

2.2 Ramen lappen

Bekijk dit filmpje.

Poetsportfolio opdracht 5

Maak een instructiefilmpje over ramen lappen. Hierin leg je uit hoe je ramen lapt. Dit mag je met een groepje van maximaal 4 leerlingen doen.

Het instructiefilmpje moet voldoen aan:

  • 1 groepsgenoot wordt gefilmd
  • 1 groepsgenoot filmt
  • 1 groepslid is verantwoordelijk voor het monteren van het filmpje
  • 1 groepslid is verantwoordelijk voor het verzamelen van de benodigde middelen en materialen
  • Er moet duidelijk in worden gesproken
  • Er mogen geen andere geluiden hoorbaar zijn (van andere groepsleden)
  • Het filmpje mag niet langer duren dan 4 minuten
  • De link naar het filmpje moet worden opgenomen in het Poetsportfolio wat aan het einde van de lessenserie moet worden ingeleverd per groep.
  • Je mag deze opdracht bij iemand thuis doen!

2.3 Tips bij het schoonmaken van een woonkamer

Figuur 14. [Dreamstime.com] (z.j.)

Stofzuigen, afstoffen, opruimen en de ramen zemen. Er zijn altijd genoeg dingen te doen in huis. Maar wat is nou de meest efficiënte volgorde? Volg dit stappenplan en je huis is snel weer schoon én opgeruimd.

  1. Begin altijd eerst met opruimen. Als alle vensterbanken, tafels en (open)kasten zo veel mogelijk opgeruimd zijn, kost het schoonmaken minder tijd omdat je niet alles op hoeft te pakken. Ga iedere ruimte langs en verzamel alles wat je niet meer leuk/mooi/handig vindt of wat kapot is. Koppel hier direct een actie aan (weggooien, verkopen of weggeven) en laat het niet ergens in de bijkeuken of garage slingeren. Dingen die nog heel zijn kun je bijvoorbeeld naar de kringloop brengen of verkopen via Marktplaats.
  2. Wil je tijdens deze schoonmaaksessie ook de ramen zemen? Doe dit dan nadat je hebt opgeruimd. De vensterbanken heb je nog niet afgestoft, dus het vieze water van de ramen kan gerust hierop druppelen.
  3. Begin met afstoffen. Maak een sopje met (natuurlijk) schoonmaakmiddel en heet water en ga alle meubels, vensterbanken, hoekjes en gaatjes bij langs. Begin altijd boven (dus op de bovenste verdieping, maar ook boven aan het kastje) en werk langzaam naar onder. Het stof wat van boven neer dwarrelt neem je dan meteen mee, omdat je de onderste planken nog schoon moet maken.
  4. Zodra je huis stofvrij en afgestoft is, kun je beginnen met stofzuigen. Doe dit ook weer van boven naar beneden, dus begin boven en werk langzaam naar onder. Zo loop je ook geen stof door het huis. Wil je dan bank of stoffen stoelen ook uitzuigen, doe dit dan voordat je de vloer gaat zuigen.
  5. Eerst droog, dan nat luidt de regel. Omdat je net al droog schoon hebt gemaakt (stofzuigen), ga je nu de vloer nat schoonmaken. Dat doe je door te dweilen. Begin -wederom- boven en ga via de trap (deze kun je ook dweilen) naar beneden. Let er op dat je de ruimte waar je het meeste bent, bijvoorbeeld de keuken, als eerste doet. Zodra je klaar bent met dweilen is deze ruimte opgedroogd en kun je daar wachten tot de rest van de vloer is opgedroogd.
  6. Niet nodig – toch een leuke finishing touch: haal een verse bos bloemen in huis en je favoriete geurstokjes. Je huis is nu fris en opgeruimd en ruikt ook nog eens lekker.

(https://stofzuigerzen.nl/schoonmaak-volgorde)

 

Tot slot nog twee filmpjes die je kunt bekijken ter inspiratie.

 

 

 

 

Poetsportfolio opdracht 6

Deze opdracht maak je individueel.

  • Je leest nogmaals de tips voor de logische volgorde van het schoonmaken van een woonkamer. Hier ga je een aantrekkelijke  folder van maken 'Tips voor het schoonmaken van de woonkamer'.
  • De folder moet opgemaakt worden in drie vakken die je in de lengte kunt vouwen.
  • Je mag de tekst niet letterlijk overnemen van deze site of van de bron waar het vandaan komt. Je schrijft dus in je eigen woorden.
  • Je voegt afbeeldingen toe aan je folder
  • Voeg je folder toe aan je poetsportfolio.

VEEL SUCCES

3. De slaapkamer schoonmaken

3.1 Wat gebeurt er in een slaapkamer?

Figuur 15. [Lekkerinhetleven.nl] (z.j.)

Welkom bij deze les over het schoonmaken van de slaapkamer!

Na deze les kun je:

- Na het doorlopen van dit lesonderdeel minstens drie schoonmaakwerkzaamheden in de slaapkamer benoemen in de juiste volgorde

- Op basis van een door jouzelf opgezocht protocol een bed opmaken zonder een zorgvrager erin

- In eigen woorden vertellen waarom het belangrijk is om een slaapkamer te luchten

Buiten de gebruikelijke en logische dingen die je in een slaapkamer doet, zoals slapen, spelen zich zaken af die je met blote oog niet kunt zien. Of die je niet opmerkt.
Zo verlies je bijvoorbeeld tijdens je slaap zo'n 300 milliliter vocht. Een deel van dit vocht wordt opgenomen door je beddengoed, en hierin gedijen weer bacteriën, stofmijten en schimmels. Deze beestjes zijn geen van allen goed voor je gezondheid. Daarom is het belangrijk dat je ze zo min mogelijk de kans geeft om te groeien.

 

 

3.2 Dagelijkse werkzaamheden in de slaapkamer

Figuur 16. [Ronada.nl] (z.j.)

In de vorige tekst heb je gelezen dat huisstofmijten, bacteriën en schimmels zich kunnen verzamelen in bed en beddengoed. Dat is niet goed voor de gezondheid. Wat kun je daartegen doen?

- Allereerst helpt het luchten van het bed. Dat doe je door het beddengoed naar het voeteneinde te vouwen zodat het matras open komt te liggen. Eventueel vocht droogt op en er komt koude, frisse lucht bij. Hier houden de beestjes die zich in je bed verstoppen niet van. Zij kunnen alleen groeien door warmte en vocht.

- Ten tweede is het goed om de hele slaapkamer dagelijks te luchten. Sommige mensen hebben het raam altijd open in de slaapkamer, zowel zomer als winter. Dat is heel gezond! Als dit niet het geval is, kun je de kamer luchten door het raam minstens een half uur per dag goed open te zetten. Dat is slecht voor schimmels, bacteriën en mijten, maar heel goed voor de gezondheid van de mens.

Filmpje en vragen

Schoonmaaktips slaapkamer

3.3 Kleine schoonmaakbeurt in de slaapkamer

Figuur 17. [Matras.info] (z.j.)

Je hebt net gelezen wat je elke dag kunt doen om de slaapkamer fris te houden.
Wat kun je wekelijks doen?

 

- Verschoon het beddengoed
- Was het vuile beddengoed op 60 graden, zo gaan alle mijten en bacteriën dood
- Stof alle oppervlakken die er in de slaapkamer zijn af (nachtkastjes, bedranden, vensterbanken)
- Stofzuig de slaapkamer en vergeet niet onder het bed te zuigen
- Dweil de slaapkamer

3.4 Grote schoonmaakbeurt in de slaapkamer

Figuur 18. [Luchtreinigeradvies.com](z.j.)

Ook in de slaapkamer kun je een grote schoonmaak houden. Dit doe je eens in de twee weken. Je doet dan eigenlijk precies hetzelfde als met de kleine beurt, alleen neem je nu ook alle oppervlakken in de kamer met een natte doek af. Zo verwijder je niet alleen het stof, maar maak je eventuele vuile plekken ook schoon.
Bij de grote beurt maak je ook extra goed schoon achter en onder het bed- het is altijd weer verbazingwekkend hoeveel stof en andere zaken zich daar kunnen verschuilen.

3.5 Periodiek schoonmaken in de slaapkamer

Figuur 19. [Duurzaamthuis.nl] (z.j.)

Er zijn nog een aantal zaken die je niet elke week of bij elke grote beurt hoeft te doen, maar wel af en toe. Je kunt zelf bekijken wanneer het nodig is, of je bespreekt met de cliënt of de zorginstelling wanneer het moet gebeuren. Het gaat om de volgende werkzaamheden:

  • Draai regelmatig het matras om
  • Controleer matrassen op urine- en ontlastingsvlekken, reinig deze
  • Neem de verwarming af en verwijder het stof dat zich erin verzamelt
  • Was de ramen
  • Verwijder spinrag in hoekjes en aan het plafond
  • Maak de lampen schoon (zorg wel dat ze uit zijn als je dat doet)
  • Maak deuren en deurklinken schoon
  • Maak kasten en kastdeuren schoon
  • Poets richels, lichtknopjes, stopcontacten, plinten en andere dingen die je misschien snel vergeet.
     

 

 

3.6 Tips bij het schoonmaken van de slaapkamer

Figuur 20. [Girlscene.nl] (z.j.)

- Moet je in de thuiszorg een laag bed opmaken? Ga niet gebukt staan, dat is heel slecht voor je rug. Ga op je knieën op de matras zitten en vouw op deze manier de hoes om het matras. Op deze manier kun je ook een deken of laken instoppen.

- Dekbed in de hoes doen een gedoe? Welnee! Keer de dekbedhoes binnenstebuiten en stop je handen in de punten. Pak met de punten de bovenste punten van het dekbed, laat de hoes erover heen vallen, schud nog even op en klaar.

- Ligt er urine, ontlasting, bloed of een ander lichaamsvocht in het bed? Bescherm jezelf. Draag handschoenen en eventueel een schort. Vraag van tevoren aan je leidinggevende wat je moet doen als je deze zaken aantreft in bed. Hier zijn vaak schoonmaakrichtlijnen voor.

- Informeer of je recht hebt op een Hepatitis B vaccinatie. Vaak vergoeden zorginstellingen deze.

Poetsportfolio opdracht 7

Deze opdracht maak je in een groepje van maximaal 4 leerlingen. Op internet zoek je  2 werkinstructies of protocollen over het opmaken van een bed zonder zorgvrager erin.

- Je vermeldt in je Poetsportfolio een link naar alle twee.

- Je vergelijkt ze en kiest degene uit die jullie het beste vinden.

- Daarvan kopieer je de tekst. Dit zet je Poetsportfolio.

 

4. Sanitair schoonmaken

Hoe maak je sanitair schoon?

Welkom bij deze les over het schoonmaken van sanitair!

Figuur 21. [Platschoonmaak.nl] (z.j.)

Hoe maak je sanitair schoon?

De vloer kun je met een speciale vloerreiniger doen, met een allesreiniger, en de douchevloer kun je ook met een sanitairreiniger doen. Flink schrobben en daarna met schoonwater naspelen en droogmaken. Dit laatste kun je met een dweil om een luiwagen doen, met een zogeheten mop. Een vloertrekker is heel handig om vuil water naar het afvoerputje de brengen.

Wasbakken kun je schoonmaken met een vloeibaar schuurmiddel, de kranen met een sopje van allesreiniger, of, als ze erg door kalk aangeslagen zijn, met een kalkoplosser. Schuurmiddel moet je zorgvuldig wegspoelen en daarna de wasbak droogmaken met een droge doek. Als er een bad is, moet je dit ook schoonmaken. Het beste kun je hier een sanitairreiniger voor nemen, of een allesreiniger. Werk met een borstel en boen het bad met het schoonmaakmiddel. Er is vaak een vieze rand op de plek waar het water heeft gestaan. Goed naspoelen met schoon water en daarna uitdrogen.

Besmettelijk

Bij mensen met een besmettelijke ziekte moet je heel zorgvuldig te werk gaan. Je zult dan van de instelling voorschriften krijgen hoe je het toilet moet schoonmaken. Houd je daar strikt aan. Gebruik wegwerphandschoenen en werk met de deur open. Vaak moet je desinfectiemiddelen gebruiken, zoals chloor. Je begint bij het schoonmaken van het toilet met de wasbak, als die er is. Je kunt een sanitairreiniger gebruiken, een allesreiniger, of een schuurmiddel. Dit schuurmiddel kun je alleen voor de wasbak gebruiken. Werk je liever met iets waar je ook de tegels en de vloer mee kunt doen, dan kun je beter een allesreiniger nemen. Wrijf de kraan van de wasbak goed droog en glimmend. Dan het toilet zelf. Om te beginnen doe je wat toiletreiniger in de pot. Er zijn flessen in de handel (wc-eend bijvoorbeeld) met een zwanenhals. Hiermee kun je goed onder de rand spuiten. Dit laat je intrekken en ondertussen doe je de wanden van het toilet.

De wanden

Neem een emmer met een sopje van allesreiniger of werk met een sanitairreiniger. De betegelde wanden neem je met een natte doek af tot ongeveer ter hoogte van je middel als de muren tot aan het plafond betegeld zijn. Let vooral goed op de tegels rond de toiletpot. Er kunnen urinespetters op de tegels zitten. Zijn de tegels erg vies, zorg dan op tijd voor een schoon sopje. Werk in gedeelten: eerst de muur achter het toilet nat afnemen, dan de doek uitspoelen en goed uitwringen en dan nogmaals afnemen. Dan de muur links van het toilet en dan de muur rechts ervan. Steeds op dezelfde manier: eerst nat en dan klamvochtig afnemen. Zo bewerk je ook de deur. Let goed op de plaatsen waar mensen de deur meestal met hun handen aanraken.

Dan is de toiletpot aan de beurt: neem eerst de bril af: eerst nat en dan klamvochtig en doe dan de bril omhoog, daarna doe je de buitenkant van de pot. Eerst weer met een natte doek en dan voor de tweede keer met een klamvochtige doek. Denk ook aan de potrand; het gebeurt wel dat hier ook urinespetters op zitten. Dan is de binnenkant van de pot aan de beurt. Boen flink met de wc-borstel de toiletreiniger door de pot. Beweeg de wc-borstel ook herhaalde malen heen en weer in de afvoergang van de wc. Als die afvoergang een vieze verkleuring heeft, kun je er na het doorspoelen, nog wat chloor in doen en dit er een paar uur in laten staan.

Tot slot

Tot slot doe je de vloer. Het beste is deze met een sopje en een bezem te schrobben en daarna met schoon water na te dweilen. Laat de vloer zo droog mogelijk achter. Je kunt de deur van het toilet open laten staan, zodat de vloer sneller droogt.

Als er een afvalbakje staat - voor maandverband, lege toiletrollen, en dergelijke, leeg je dat. Eventueel maak je het afvalbakje schoon met een sopje. De werkdoeken en dweil die je voor het toilet gebruikt hebt, doe je na gebruik direct in de was. Hang de doeken wel uit, zodat ze kunnen drogen.

Hygiënische eisen

Intensiteit, inrichting en hygiënische eisen

Er zijn verschillende ideeën over hoe en hoe vaak iets schoongemaakt moet worden afhankelijk van de intensiteit van het gebruik. Dat wil zeggen hoe vaak of hoelang je iets gebruikt. Bijvoorbeeld wordt het toilet gedeeld met veel mensen, of gaat het om het om het reinigen van een toilet bij iemand die alleenstaand is.

De inrichting speelt ook een rol bij het schoonmaken van een ruimte. Zo kun je een wastafel aantreffen waar alleen een beker en een tandenborstel op staat of een wastafel met veel losse spullen, zoals de foto’s hieronder.

http://www.alice-in-wonderland.net/weblog/wp-content/uploads/2010/04/badkamerkastje_0_voor.jpg https://a2.muscache.com/pictures/38983066/small.jpg

 

De hygiënische eisen die er gesteld worden zijn ook afhankelijk van welke ruimte er schoongemaakt moet worden en ook waar je schoonmaakt. Je kunt je voorstellen dat er verschillende eisen gesteld worden aan bijvoorbeeld een toilet van een winkel en een toilet van een ziekenhuiskamer.

Aan een badkamer en toilet worden hoge eisen gesteld, omdat bacteriën in zo’n ruimte goed kunnen groeien.

Als er vastgesteld wordt van  welk vuil er sprake is (losliggend vuil zoals kruimels of stof/licht gehecht vuil zoals vlekken van vruchtensappen of vet/sterk gehecht ingetrokken vuil zoals roest/bloedvlekken) kan er een schoonmaakmethode  uitgekozen worden.

Dus kies eerst uit hoe er schoongemaakt moet worden.  Bijvoorbeeld droog, klamvochtig of nat.

Daarna waarmee  er schoongemaakt wordt dat wil zeggen het schoonmaakmateriaal en schoonmaakmiddel. Verschil wordt gemaakt tussen reinigingsmiddelen, onderhoudsmiddelen en desinfectiemiddelen.

(tekst geraadpleegd op 12-1-2016 via url: http://maken.wikiwijs.nl/55326#!page-1007586)

Bekijk dit filmpje

Badkamer- en toiletvloer schoonmaken

Opdracht 'vieze toiletten'

Figuur 22. [Dreamstime.com] (z.j.)

Bekijk eerst het filmpje en maak dan de opdracht daaronder.

Toets: Vieze toiletten

Start

4.1 Zelfstandige opdracht sanitair

Figuur 23. [Wonenonline.nl] (z.j.)

Maak de vragen in de volgende opdracht. De antwoorden kun je opzoeken in deze Wikiwijs, maar ook op internet.

Oefening: Zelfstandige opdracht sanitair

Start

Poetsportfolio opdracht 8

Op internet zoek je in een groepje van 4 leerlingen 2 werkinstructies of protocollen over het reinigen van sanitair.

Dit kan zijn een toiletruimte of doucheruimte.

- Je vermeldt in je Poetsportfolio een link naar alle twee.

- Je vergelijkt ze en kiest degene uit die jullie het beste vinden.

- Daarvan kopieer je de tekst en zet het in je verslag voor je Poetsportfolio

Arbeidsomstandigheden en ergonomie

In alle woon/leefsituaties komen huishoudelijke werkzaamheden voor. Zo ook in instelling waar mensen beschermd wonen om dat zij ziet meer zelfstandig kunnen blijven wonen. Als verpleegkundige ondersteun je bij het huishouden of neem je het in het geheel over. Daarom is het van belang om ook iets te weten hoe je al professional goed en volgens de richtlijnen kan schoonmaken.

Lees hoofdstuk 1; Richtlijnen toepassen bij de huishoudelijke zorg door.

Vertel in eigen woorden wat jij verstaat onder;

- kostenbewust werken

- ergonomisch werken

- planmatig werken

- hygiënisch werken

- veilig werken

- milieubewust werken

- zorgen voor sfeer en kwaliteit.

 

Bespreek dit met een groepsgenoot.

Maak vervolgens de opdrachten uit het werkboek behorende bij het thema 1 Richtlijnen toepassen bij de huishoudelijke zorg opdracht 1 t/m 9.

Zet de antwoorden in je Poetsportfolio.

Kleding, linnengoed en schoeisel

Beginsituatieverkenning.

Beantwoord de onderstaande vragen

1. Wat betekent kleding voor jou?

2. Hoe zou jij de kledingstijl omschrijven?

3. Doe de test via de link; http://www.alle-tests.nl/quiz30/quiz/1371827952/Wat-is-jouw-kledingsmaak

4. Komt de uitslag van de test overeen met je eigen omschreven kledingsstijl?

 

Lees uit je boek Thema 4  hoofstuk 14, 15, 16, 17 en 18.

Maak uit je werkboek praktijksituatie Een dag bij Manon in woonzorgcomplex Anemoon. Zet de uitgewerkte opdrachten in je Poetsportfolio.

 

Poetsportfolio opdracht 9

Lees van thema 1 hoofdstuk 4.1 t/m 4.3.3. Beantwoord daarna de vragen hieronder.

Zorg voor de maaltijd

Voeding algemeen

(Figuur 2. Eigen foto)

Waarom eten we wat we eten? De vraag naar voedsel wordt in de eerste plaats fysiologisch bepaald. Het lichaam heeft behoefte aan energie en voedingsstoffen en zet ons tot eten en drinken aan. Maar we eten ook dingen omdat we ze lekker vinden. Wat we eten, op welk moment, op welke plaats en waarom zijn belangrijke aspecten van voeding.
Direct bepalende factoren voor ‘waarom eten we wat we eten’ zijn onder meer inkomen, opleiding, smaak- woon- en werkomstandigheden en de eetcultuur waarin we leven.
Indirecte factoren zijn plaats en tijdsontwikkeling. In Nederland en West-Europa vormen granen en de aardappel bijvoorbeeld nog steeds het basisvoedsel, waar dat in Zuidoost-Azië rijst is. Wat we eten is door de tijd heen ook veranderd. Wat we nu eten wordt mede bepaald door de grote sociaaleconomische en culturele veranderingen van de twintigste eeuw. Die zijn het gevolg van de ontwikkeling van een grotendeels agrarische samenleving naar een industriële samenleving.
De ontwikkeling van een grootschalige landbouw, voedingsmiddelenindustrie en distributiesysteem leidde tot een voedselvoorziening gebaseerd op:

  • Veel en goedkoop voedsel voor de snel groeiende stedelijke bevolking
  • Voedsel van een hoge kwaliteit voor een steeds groter wordende middenklasse
  • Industrieel bewerkte en beter houdbare voedingsmiddelen, door de grotere afstand tussen producent en consument
  • Voedingsmiddelen die gemakkelijk te bereiden zijn vanwege de gewijzigde woon- en werkomstandigheden

Wil je meer weten over de geschiedenis van ons voedsel? Kijk dan op http://www.food-info.net/nl/national/verslag-historie.htm. Dat hoeft niet nu- sla het linkje op om er later nog eens naar te kijken.

Eten is naast nuttig ook een beleving. Eten doen we even snel alleen, of juist gezellig samen; koken vinden veel mensen leuk, smaak is belangrijk, samen zijn ook. We kennen veel eetrituelen; met de familie eten met kerst, maar ook rondom religies. Eten is voor bijna iedereen een belangrijk onderdeel van het leven.
Wat betekent eten voor jou? En wat betekent eten voor de mensen die jij verzorgt en of verpleegt, tijdens je stages, maar ook straks in het werkveld? Interessant om eens over na te denken of om bij stil te staan.

Poetsportfolio opdracht 10

Lees in je boek van Thema 2 hoofdstuk 5.1 t/m 5.4.1. Maak daarna de verwerkingsopdrachten uit je boek 1 t/m 7 en zet de antwoorden in je Poetsportfolio.

Smaakbeleving bij ouderen

Hieronder vind je een filmpje, waarin een verpleeghuisbewoner vertelt over eten vroeger en wat zij er nu van vindt. Beantwoord de vraag na het kijken van het filmpje.

(Figuur 4. Eigen foto).

Poetsportfolio opdracht 11

Lees in je boek van Thema 2 hoofdstuk 6.1 t/m 6.8. Maak de verwerkingsvragen in je boek vanaf blz. 98 vraag 1 t/m 9 en zet de antwoorden in je Poetsportfolio.

Voedselverzorging en tafeldekken

Tafel dekken

Je hebt net een filmpje bekeken over hoe je officieel een tafel moet dekken. Lees nu van Thema 2 hoofdstuk 8.1 t/m 8.8 en maak verwerkingsopdracht 1 t/m 8 op blz. 103/104. Zet de antwoorden in je Poetsportfolio.

Poetsportfolio opdracht 12

Lees van Thema 2 hoofdstuk 7.1 t/m 7.3.5 en maak opdracht 1 t/m 6 op blz. 100 t/m 102. Zet de antwoorden in je Poetsportfolio.

(Eigen foto).
(Eigen foto).

Poetsportfolio opdracht 13

Lees van thema 2 hoofdstuk 9.1 t/m 9.3. Zoek individueel drie recepten op met fruit waar je een tussendoortje voor bewoners van kan maken op een hete zomerdag. Voeg de recepten toe aan je Poetsportfolio.

Voedingspatronen en eetgewoonten

(Eigen foto.)
(Eigen foto.)

Elke cultuur heeft zo haar eigen voedingspatroon en eetgewoonten. In dit thema is er aandacht voor het traditionele Nederlandse voedingspatroon, de voeding volgens de islam, de voeding volgens het hindoeïsme en voor voeding uit de joodse keuken. Sommige mensen hebben een voedingspatroon dat is gericht op hun levensovertuiging, zoals vegetarisme, 'raw' eten en biologische voeding.

Hieronder vind je een presentatie over alternatieve eetpatronen, en een filmpje over 'raw' eten. Lees de stof en bekijk het filmpje. Beantwoord daarna de vragen.

Raw eten

Poetsportfolio opdracht 14

Lees van thema 3 hoofdstuk 10.1 t/m 10.4.4 en maak de verwerkingsopdrachten 1 t/m 7 op blz. 163 t/m 165. Zet de antwoorden in je Poetsportfolio.

Inkopen van voeding

Als verpleegkundige moet je bij het inkopen van voeding rekening houden met een aantal aspecten, zoals de wensen van de zorgvrager, een gezonde en gevarieerde samenstelling van de maaltijden, de houdbaarheidstermijn van de producten, de kwaliteit en de prijs.
Bij verpakte producten kan het etiket nuttige informatie geven, maar bij verse producten moet je de versheid zelf beoordelen op geur en uiterlijk.

(Eigen foto).
(Eigen foto).

Hoe houdbaar is voedsel?

Poetsportfolio opdracht 15

Lees van thema 3 hoofdstuk 11.2 t/m 11.4 en maak de verwerkingsopdrachten 1 t/m 5 vanaf blz. 165. Zet de antwoorden in je Poetsportfolio.

Voeding en hygiëne, HACCP

Hygiëne is heel belangrijk. Als verpleegkundige werk je met kwetsbare zorgvragers. Je kunt ziekten voorkomen door hygiënisch te werken. In dit thema is er aandacht voor hygiënisch werken met voedsel, en het ontstaan van voedselbederf.

Voedselbederf

Poetsportfolio opdracht 16

Lees van thema 3 hoofdstuk 12.2 t/m 13.5. Lees ook Bijlage 3 in je theorieboek: HACCP. Maak verwerkingsopdrachten 1 t/m 8 op blz. 167 t/m 169 en opdracht 1 t/m op blz. 169 t/m 171. Zet de antwoorden in je Poetsportfolio.

Einde

Figuur 24. [Bosenvaart.nl] (z.j.)

Je bent nu aan het einde gekomen van deze lessenserie. Als het goed is heb je nu ook alle opdrachten van het Poetsportfolio af. Lever dit portfolio in  op SharePoint in de Inleverbox met de naam 'Poetsportfolio.' Lukt dit niet, mail je portfolio dan naar Fennie of Esther (mailadressen staan in de handleiding en aan het begin van deze lessenserie). Je krijgt binnen 2 weken een beoordeling. Graag duidelijk naam en achternaam vermelden.
Om jezelf te testen op de kennis die je tot nu toe hebt opgedaan volgt hier een toets. Na elk antwoord controleer je zelf of je het goed had. Veel succes!

Eindtoets

Toets: Eindtoets

Start

Bronnen