Reinig eerst met de droge of klamvochtige methode en daarna ga je, zo nodig, nat reinigen.
Werk van schoon naar vuil. Je dweilt dus eerst de minder vuile stukken van de vloer en pas daarna de plaats waar mensen met hun modderschoenenhebben gestaan.
Werk hygiƫnisch: neem geen bacteriƫn uit de wc mee naar de woonkamer. Voor de wc gebruik je een eigen doekje dat alleen daarvoor gebruikt wordt. Doe ook bijvoorbeeld eerst de wastafel en daarna de toiletpot, en niet andersom.
Werk van boven naar beneden. Ga eerst stoffen en dan pas stof wissen. Stof dat bij het stoffen in de lucht is terechtgekomen, zal op de grond vallen en kun je met het stof wissen alsnog verwijderen.
Verwijder stof in plaats van het te verspreiden. Dit kun je doen door te kiezen voor een stofzuiger of stofwisser in plaats van een zwabber, of een vochtig doekje in plaats van een stofdoek.
Combineer gelijksoortige werkzaamheden. Als je aan het stofzuigen bent in de kamer, dan kun je dit meteen in de keuken doen. Ook kun je eerst in alle kamers het droge werk gaan doen en dan pas in de verschillende kamers het natte werk.
Doe liever geen droog en nat werk door elkaar. Wissel zwaar en licht werk af, hierdoor raak je minder snel vermoeid.
Probeer ervoor te zorgen dat je het lichtere werk zo veel mogelijk voor het laatst bewaart. Aan het eind van de werkdag ben je moe en heb je geen zin meer om het zware werk nog te doen.
Wissel aangenaam en onaangenaam werk af. Bedenk dat het aan het eind van de dag niet prettig is nog aan een onaangenaam werkje te beginnen. Je loopt dan de hele dag rond met het idee van: 'Straks moet ik...' Je kunt dan beter eerst het onaangename karweitje opknappen, dan ben je daar tenminste vanaf.
Controleer na afloop je werk: vind je de kwaliteit voldoende? Zou je een volgende keer je werk anders aanpakken?
Bedenk dat je altijd soepel om moet gaan met je planning.