De Knikkerbaan

De Knikkerbaan

1. Inleiding

2. Opdracht/taak

3. Werkwijze

Inrichting van de hoek

De knikkerbaan maken

Knikkerbaan van houten blokken

Dit is een vervolgopdracht, als het de leerlingen gelukt is om de knikkerbaan met de wc-rollen te maken. Dan kunnen zij met de houten blokken een andere knikkerbaan proberen te maken.

4. Bronnen

Er zijn heel veel verschillende manieren waarop je een knikkerbaan kunt maken.

Hieronder zie je enkele voorbeelden:

Knikkerbaan maken

5. Wat heb je nodig

Wat heb je nodig voor de inrichting van de hoek?​

- Twee stoelen voor opa en oma

- Oude voorwerpen zoals een draaitelefoon, cassettebandjes, boekjes, typemachine, fluitketel

- Kleren van opa en oma

- Tafeltje

Wat heb je nodig voor de knikkerbaan?

- Houten triplexplank

- Klittenband en eventueel lijm

- Halve wc-rolletjes

- Knikkers

 

Aanwezig materiaal

- Knikkerbaan (spel)

 

Materiaal voor de knikkerbaan:

Houten plank met klittenband
Houten plank met klittenband
(WC)Rollen
(WC)Rollen
Blokkendoos
Blokkendoos

6. Beoordeling

Ideeën bij het maken van de knikkerbaan

Voldoende - 20 punten - Er werd vooraf niet nagedacht hoe de leerlingen het beste de stukken wc-rol konden ophangen. Zij begonnen direct en deden maar wat.

Goed - 33 punten - Er werd van te voren goed nagedacht over hoe zij de stukken het beste konden ophangen. Ze maakten een soort van plan van aanpak en begonnen daarna met het uitproberen en het ophangen van de stukken wc-rol.

Samenwerking

Voldoende - 20 punten - De leerlingen hebben redelijk samengewerkt, maar de leerkracht moest nog regelmatig komen om ruzietjes op te lossen.

Goed - 33 punten - De leerlingen hebben goed samengewerkt. De leerkracht hoefde (bijna) niet langstekomen om onenigheden op te lossen.

 

Rolt de knikker

Voldoende - 20 punten -  De knikker rolt het grootste deel naar beneden, maar heeft af en toe nog een zetje nodig.

Goed - 33 punten - De knikker rolt zonder enige moeite de hele baan af naar beneden.

 

Dit is het beoordelingsformulier. Als je twijfelt tussen voldoende en goed, mag je er ook voor kiezen om bijvoorbeeld 16 punten te geven. Je kijkt tijdens het proces, hoe gaat het? Je kijkt uiteindelijk ook naar het eindproduct, wat hebben ze nou eigenlijk gemaakt? Je beoordeeld eerlijk en je telt uiteindelijk de punten bij elkaar op.

Als een groep 70 punten heeft is het eindcijfer een 7, heeft een groep 60 punten is het eindcijfer een 6.

7. Afsluiting

Voor de leerkracht

Samenvatting

Deze webquest heeft betrekking op het onderwerp voor altijd jong, dit is het thema van de Kinderboekenweek. De hoek wordt door een aantal leerlingen met behulp van de leerkracht ingericht. De voorstelling hebben alle kinderen al gezien tijdens de opening van het thema, enkele leerlingen zouden dit terug kunnen kijken via de computer. De leerlingen maken aan de hand van het filmpje een knikkerbaan van wc-rollen. Ook gebruiken de leerlingen de nieuwe knikkerbaan die al op school aanwezig is.

-> De film van de voorstelling is niet in deze webquest toegevoegd in verband met privacy van de leerlingen. Zij zullen ze film, indien nodig via een andere weg zien.

Diversen                                                                                                                                                                                                                                                                                            

Onderwerp webquest: Voor altijd jong

Vakgebieden: Techniek, taal en rekenen

Groep: 2

Uitvoering door: Het toneelstuk wordt klassikaal opgevoerd. Een aantal leerlingen kunnen dit nog terug kijken via de computer. De hoek wordt door ongeveer vier leerlingen samen met de leerkracht ingericht. De leerlingen maken in groepjes van twee of drie de knikkerbaan. Als zij hier mee klaar zijn kunnen zij het ook proberen met de knikkerbaan die al aanwezig is op school.

Tijdsduur:

Hoek inrichten - 30 minuten

Toneelstuk bekijken - 20 minuten

Knikkerbaan maken met wc-rollen - 15-20 minuten

Knikkerbaan maken van aanwezige knikkerbaan- 15-20 minuten

Verdeeld over twee dagen

 

Doelen van de activiteit                                                                                                                   

Doelen met betrekking tot het inrichten van de hoek

- Alle leerlingen die gekozen zijn voor het inrichten van de hoek hebben hier een bijdrage aan geleverd.

- De leerlingen hebben goed samengewerkt, er is overeenstemming over de inrichting van de hoek.

 

Doelen met betrekking tot het toneelstuk

- Een aantal leerlingen hebben zelfstandig het toneelstuk bekeken en geluisterd (digitaal).

- De leerlingen kunnen een korte samenvatting geven van het toneelstuk.

- De leerlingen kunnen voorspellingen doen.

- De kinderen kunnen eventuele moeilijke woorden uitleggen (woordenschat)

- De leerlingen kunnen woorden van vroeger en nu benoemen.

 

Doelen met betrekking tot het maken van een knikkerbaan van wc-rollen

- De leerlingen zien hoe zij de wc-rollen het beste kunnen ophangen, zodat de knikker naar beneden rolt.

- De leerlingen kunnen voorspellingen doen met betrekking tot het rollen van de knikker.

- De leerlingen kunnen een knikkerbaan maken met behulp van wc-rollen op een houten plaat.

 

Doelen met betrekking tot het maken van een (officiele) knikkerbaan

- De leerlingen kunnen de knikker door de knikkerbaan laten rollen.

- De leerlingen zien wat zij moeten veranderen als de knikker niet goed rolt.

- De leerlingen weten welke materialen/knikkers wel goed kunnen rollen door de knikkerbaan en welke niet.

- De leerlingen hebben de knikkerbaan uitgetest. 

Kerndoelen                                                                                                                                         

Kerndoel 44

De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik.

Kerndoel 45

De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren.

 

Klassenmanagement                                                                                                                     

Benodigheden

- De leerkracht richt samen met ongeveer 4 kinderen de kamer van opa en oma in (hoek).

- De leerkracht voert het toneelstuk op aan de hele klas.

- De leerkracht laat de 'wat zwakkere' leerlingen het toneelstuk nog een keer bekijken en beluisteren op de computer.

Inrichting van de klas

- De computer staat achterin de klas en de leerlingen hebben daar de beschikking over.

- De hoek wordt ingericht op een plek waar genoeg ruimte is (op de gang).

- De leerlingen zitten bij het toneelstuk in de speelzaal op banken.

- De kinderen die die knikkerbaan maken hebben hier de ruimte voor in de gang, het materiaal ligt klaar en de leerlingen kunnen zo beginnen.

 

De verbinding met andere vakken                                                                                                   

Deze webquest heeft betrekking op het vak techniek, maar ook een verbinding met de vakken rekenen en taal.

Taal

Na het bekijken van het toneelstuk maakt de leerkracht klassikaal met de leerlingen een woordweb. Woorden die de kinderen nog niet kennen, maar wel in het toneelstuk voor kwamen worden nog een keer uitgelegd. Hierdoor wordt de woordenschat van de leerlingen vergroot.

Bij de leerlingen die zelf het toneelstuk nog een keer digitaal bekijken en beluisteren, wordt er beroep gedaan op het gehoor. Ik vraag de leerlingen achteraf uit te leggen waar het toneelstuk over ging en welke moeilijke woorden zij hebben gehoord. Dit betekent dat er een beroep wordt gedaan op de woordenschat van kinderen.

Bij het maken van de knikkerbaan moeten de leerlingen samenwerken, hier wordt ook beroep gedaan op hun woordenschat en zinsbouw. Zij moeten namelijk met elkaar overleggen.

 

Rekenen

De webquest heeft ook een verbinding met het vak rekenen, namelijk bij het maken van de knikkerbaan. De materialen liggen al klaar, de leerlingen moeten deze alleen nog op de juiste manier ophangen om de knikker te laten rollen. Hier wordt een beroep gedaan op het ruimtelijk inzicht van de leerlingen. Ze moeten goed nadenken waar zij de lange stukken wcrol en de kortere stukken wc-rol ophangen. Hier zijn de kinderen bezig met meetkunde. Indirect zijn zij ook bezig met meten, want zij zijn aan het kijken welke stukken waar passen.

 

Toelichting op het beoordelingsformulier                                                                                           

Ideeën bij het maken van de knikkerbaan

Voldoende - 20 punten - Er werd vooraf niet nagedacht hoe de leerlingen het beste de stukken wc-rol konden ophangen. Zij begonnen direct en deden maar wat.

Goed - 33 punten - Er werd van te voren goed nagedacht over hoe zij de stukken het beste konden ophangen. Ze maakten een soort van plan van aanpak en begonnen daarna met het uitproberen en het ophangen van de stukken wc-rol.

Samenwerking

Voldoende - 20 punten - De leerlingen hebben redelijk samengewerkt, maar de leerkracht moest nog regelmatig komen om ruzietjes op te lossen.

Goed - 33 punten - De leerlingen hebben goed samengewerkt. De leerkracht hoefde (bijna) niet langstekomen om onenigheden op te lossen.

 

Rolt de knikker

Voldoende - 20 punten -  De knikker rolt het grootste deel naar beneden, maar heeft af en toe nog een zetje nodig.

Goed - 33 punten - De knikker rolt zonder enige moeite de hele baan af naar beneden.

 

Dit is het beoordelingsformulier. Als je twijfelt tussen voldoende en goed, mag je er ookvoor kiezen om bijvoorbeeld 26 punten te geven. Je kijkt tijdens het proces, hoe gaat het? Je kijkt uiteindelijk ook naar het eindproduct, wat hebben ze nou eigenlijk gemaakt? Je beoordeeld eerlijk en je telt uiteindelijk de punten bij elkaar op.

Als een groep 70 punten heeft is het eindcijfer een 7, heeft een groep 60 punten is het eindcijfer een 6.

 

 

Tips en trucs                                                                                                                                  

Instructie voor de leerlingen

De leerkracht maakt voor de leerlingen filmpjes met uitleg over de verschillende opdrachten. Dit doe de leerkracht, omdat de kleuters nog niet kunnen lezen. De leerlingen kijken zelf de filmpjes van de leerkracht en maken aan de hand van de filmpjes de opdrachten. Vooraf praat de leerkracht met de leerlingen over het thema voor altijd jong.

 

Tips voor de leerkracht ter aanleiding van de inleiding

- Het is belangrijk dat de leerkracht de leerlingen in een bepaalde rol zet. Dit gebeurd door de leerlingen het fimpje uit de inleiding te laten zien.

- De leerkracht kan vragen naar eigen ervaringen van leerlingen, dit doet zij als de leerlingen bezig zijn met de opdracht.

- Er wordt duidelijk gemaakt dat niet alle leerlingen alle opdrachten uitvoeren ( de knikkerbaan laat ik langere tijd staan, zodat kinderen ook tijdens het spelen en werken hiervoor kunnen kiezen).

 

Tips voor de leerkracht ter aanleiding van de opdracht

- De leerkracht plaats de leerlingen in een rol en geef een korte samenvatting van de opdracht.

- Controleer of de leerlingen de opdracht begrijpen.

- Als er onduidelijkheden zijn, geeft de leerkracht antwoord op vragen of een extra samenvatting, dit gebeurd niet via een filmpje.

 

Tips voor de leerkracht ter aanleiding van de verwerking

- Kies leerlingen voor het inrichten van de hoek die wél inbreng hebben en niet heel stil zijn.

- Zorg ervoor dat alle materialen voor alle activiteiten van te voren zijn klaargelegd.

- Vinden de leerlingen een opdracht moeilijk? Geef dan hulp of laat leerlingen elkaar helpen.

- Doe zelf eerst alle handelingen zodat je precies weet wat de kinderen moeten doen (modeling).

 

Tips ter aanleiding van de bronnen

- Probeer alle bronnen uit, zodat je er zeker van bent dat alle bronnen werken.

 

Tips ter aanleiding van de beoordeling

- Onder het kopje beoordeling staat de beoordelingswijze van de opdracht. Twijfel je tussen de beoordeling? Ga uit van je gevoel.

- Houd je aan het schema.

 

Tips ter aanleiding van de afsluiting

- Laat leerlingen de knikkerbaan zien aan andere leerlingen, zodat zij het ook kunnen proberen op een later moment.