1. Je kunt het ontstaan en de functie van bloeddruk uitleggen. |
H9 Bloedsomloop 9.2 |
2. Je kunt de regeling van de hartslagfrequentie uitleggen. |
H9 Bloedsomloop 9.3 |
3. Je kunt de relatie tussen de bouw van hart en bloedvaten en hun functie beschrijven en de relatie tussen de bouw en werking uitleggen. |
H9 Bloedsomloop 9.3 en 9.5 |
4. Je kunt uitleggen hoe opname, transport en afgifte van CO2 en O2 plaatsvindt en wat de rol van hemoglobine en myoglobine daarbij is. |
H9 Bloedsomloop 9.4 |
5. Je kunt de functie van bestanddelen van bloed, bloedplasma, weefselvloeistof en lymfe beschrijven en de vorming van weefselvloeistof en lymfe toelichten. |
H9 Bloedsomloop 9.5 |
6. Je kunt het proces van bloedstolling beschrijven. |
H9 Bloedsomloop 9.5 |
7. Je kunt het verband beschrijven tussen bloedvatenstelsel en lymfevatenstelsel. |
H9 Bloedsomloop 9.5 |
8. Je weet dat niet alle dieren een zelfde bloedsomloop hebben en kunt een paar voorbeelden geven. |
H9 Bloedsomloop 9.1 + Toepassen |
9. Je kunt een definitie voor de volgende begrippen geven in woorden die je zelf begrijpt en kunt deze woorden in een context gebruiken: hart, hartkleppen, open en gesloten bloedsomloop, enkele en dubbele bloedsomloop, grote bloedsomloop, kleine bloedsomloop, embryonale bloedsomloop, bloeddruk, diastole, systole, hartslagfrequentie, slagvolume, sinusknoop, AV-knoop, bundel van His, zuurstoftransport en koolstofdioxidetransport, voedings- en afvalstoffen, Bohr-effect, bufferende stoffen, HCO3-, hemoglobine, myoglobine, bloedstolling, cholesterol, bloedplasma, weefselvloeistof, lymfe, beenmerg, bloedsamenstelling, rode bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplaatjes, tegenstroomprincipe, filtratiedruk, colloïd-osmotische druk, slagader, ader, haarvat, lymfesysteem |
H9 Bloedsomloop Dit doel is niet verplicht om uit te werken voor je dossier (als je gekozen hebt om doelen uit te werken) |
10. Je kunt een regelkring beschrijven en een beschreven regelkring weergeven in een schema. |
H10 Ademhaling en uitscheiding 10.1 |
11. Je kunt uitleggen wat homeostase is. |
H10 Ademhaling en uitscheiding 10.1 |
12. Je kunt de bouw, werking en functie van gaswisselingsorganen van eukaryoten, in het bijzonder de mens beschrijven. |
H10 Ademhaling en uitscheiding 10.2 |
13. Je kunt de relatie tussen de bouw van gaswisselingsorganen en hun functie beschrijven en de relatie tussen de bouw en werking uitleggen. |
H10 Ademhaling en uitscheiding 10.2 |
14. Je kunt uitleggen op welke wijze longventilatie tot stand komt en geregeld wordt. |
H10 Ademhaling en uitscheiding 10.3 |
15. Je kunt de bouw, werking en functie van de nieren beschrijven en uitleggen hoe de nieren een bijdragen leveren aan de homeostase van de mens. |
H10 Ademhaling en uitscheiding 10.4 |
16. Je kunt de bouw, werking en functie van de lever beschrijven en uitleggen hoe de lever een bijdragen levert aan de homeostase van de mens. |
H10 Ademhaling en uitscheiding 10.5 |
17. Je kunt een overzicht geven hoe de verschillende uitscheidingsorganen (longen, nieren, lever, zweetklieren) samen van belang zijn voor homeostase. |
H10 Ademhaling en uitscheiding |
18. Je kunt een definitie voor de volgende begrippen geven in woorden die je zelf begrijpt en kunt deze woorden in een context gebruiken: inwendig en uitwendig milieu, osmotische waarde, pH, O2-concentratie, CO2concentratie, buffers van hemoglobine en HCO3-, glucoseconcentratie, waterhuishouding, chemische en drukreceptoren in de aorta, zweet, longen, luchtpijp, bronchiën, longblaasjes, kieuwen, tracheeën, gaswisseling, ventilatiebewegingen, longcapaciteit, vitale capaciteit, dode ruimte, diffusie, wet van Fick, nieren, nefron, ultrafiltratie, terugresorptie, voorurine, ADH, ureum, urine, buffers van HCO3-, zweetklieren, lever, galblaas, galzouten, galkleurstoffen |
H10 Ademhaling en uitscheiding
Dit doel is niet verplicht om uit te werken voor je dossier (als je gekozen hebt om doelen uit te werken)
|