Gevolgen klimaatverandering vmbo-kgt34

Gevolgen klimaatverandering vmbo-kgt34

Gevolgen klimaatverandering

Vooraf

Leerdoelen

Het wordt warmer, over de hele wereld stijgt de gemiddelde temperatuur. Ook in Nederland en Spanje. Nederland krijgt meer nattigheid en Spanje wordt droger. Deze opdracht gaat in op de gevolgen van deze klimaatveranderingen.

Aan het eind van deze opdracht:

  • Kun je een gevolg noemen van de opwarming voor de vegetatie en de landbouw in Nederland.
  • Kun je een gevolg noemen van de opwarming voor de vegetatie en de landbouw in Spanje.
  • Kun je een gevolg noemen van de opwarming voor de waterhuishouding in Nederland.
  • Kun je een gevolg noemen van de opwarming voor de waterhuishouding in Spanje.
  • Kun je een ziekte/plaag noemen die in Nederland kan gaan voorkomen als gevolg van de opwarming.


Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht doe je mee aan het spel ‘De leerling als docent’. Hoe dat precies in zijn werk gaat, lees je in Stap 5.
Met het spelen van dit spel laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.

Beoordeling
Zorg dat je actief meedoet tijdens het spel.


Werkwijze

Groepsgrootte
Stap 1 tot en met stap 4 doe je alleen.
Je doet mee aan het spel ‘De leerling als docent’ (Stap 5).

Benodigdheden
Geen bijzonderheden

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.
Je hoort van je docent wanneer het spel gespeeld wordt.

Stap 1

Opwarming en neerslag
Op aarde zal het de komende tientallen jaren steeds warmer worden, ook in Nederland en Spanje. Sommige deskundigen menen dat het een gril is van de natuur. Veel andere deskundigen houden de door mensen veroorzaakte uitstoot van broeikasgassen verantwoordelijk. Hoe het dan ook wordt veroorzaakt, de opwarming is het gevolg van de toename van broeikasgassen in de atmosfeer. Daardoor wordt het natuurlijke broeikaseffect versterkt.

Dankzij het broeikaseffect is er leven mogelijk op aarde. Hoe het werkt, zie je op de afbeelding. Dit heet het natuurlijk broeikaseffect. Veranderingen in dat broeikassysteem hebben grote gevolgen. Op dit moment wordt het broeikaseffect versterkt door de toename van CO2 in de dampkring. Deze toename wordt veroorzaakt door de verbranding van grote hoeveelheden steenkool, aardgas, hout en aardolie voor de energieproductie. Tegelijkertijd worden wereldwijd veel bossen gekapt. Bomen nemen CO2 uit de lucht op.

 
Broeikaseffect:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoe dan ook, het wordt warmer en dat gooit het weer wereldwijd in de war. Waarschijnlijk krijgen we vaker te maken met extreem weer: zwaardere buien, grotere droogte, meer wind. Sommige gebieden worden natter en andere gebieden droger. In Spanje zal de droogte toenemen. Kijk voor de gevolgen in Nederland naar het eerste fragment uit de film “Ons klimaat … verandert” van SchoolTV. Van 2,32 minuten “En het klimaat, ons klimaat” tot en met 3,51 minuten ”te maken met de zeespiegelstijging.”


Vragen

  1. Waarom wordt CO2 een broeikasgas genoemd?
  2. Wat zal er met de neerslag in Nederland gebeuren door de klimaatverandering?

Stap 2

Water, te veel of juist te weinig
Een direct gevolg van de opwarming is de zeespiegelstijging. Of nauwkeuriger gezegd: versnelling van de wereldwijde zeespiegelstijging.

Tussen 1900 en 1993 is de zeespiegel wereldwijd jaarlijks 1,4 tot 2 millimeter gestegen, na 1993 jaarlijks met 3 millimeter. Deskundigen verwachten dat het in de 21e eeuw nog iets sneller zal gaan, al zal niet overal ter wereld de stijging van de zeespiegel even groot zijn. Het KNMI verwacht dat de zeespiegel voor de Nederlandse kust tussen 2014 en 2085 met 25 tot 80 centimeter zal stijgen. Tegelijk zal de bodem in Nederland, die al aan het inklinken is, verder dalen. Waarom de zeespiegel al stijgt en welke gevaren er dreigen voor Nederland zie je in het tweede fragment uit de film “Ons klimaat … verandert” van SchoolTV. Van 7,45 minuten “Door de opwarming smelt er meer landijs” tot en met 9,37 minuten “Een somber toekomstbeeld voor Nederland.”

 

Vragen

  1. De film noemt twee oorzaken van de zeespiegelstijging. Welke?
  2. Welk gevaar levert zeespiegelstijging voor Nederland op?
  3. Waarom wordt dit gevaar steeds groter?
  4. Waarom moeten niet alleen kustbewoners in Nederland rekening houden met dit toenemende gevaar?
  5. Welke bewoners in Spanje lopen door de zeespiegelstijging in toenemende mate hetzelfde gevaar als veel mensen in Nederland?

Ook laaggelegen kustgebieden in Spanje worden bedreigd door het stijgende zeewater. Op den duur zouden veel stranden aan de Spaanse kust onder water kunnen verdwijnen. De stranden trekken jaarlijks grote hoeveelheden toeristen en aantasting van de kust zou voor de Spaanse toeristenindustrie een enorme klap zijn.

Een ander gevolg van de temperatuurstijging heeft met neerslag te maken. In Nederland wordt het gemiddeld natter. Dat geldt voor het gehele stroomgebied van de Maas (België en Frankrijk) en de Rijn (Zwitserland, Frankrijk en Duitsland). Deze grote rivieren in Nederland krijgen vaker grote hoeveelheden water te verwerken. Zoveel dat de kans bestaat dat ze buiten hun oevers treden en de dijken bedreigen. Een dergelijke serieuze dreiging vond plaats in 1993 en 1995. In dat laatste jaar zijn diverse plaatsen aan de Rijn (en verderop de Waal) ontruimd en de inwoners geëvacueerd.

Om die dreiging in de toekomst het hoofd te bieden zijn de rivierdijken in heel het land verhoogd en verstevigd en is het project “Ruimte voor de rivier” opgestart. Met allerlei maatregelen wordt ervoor gezorgd dat er meer water kan in de uiterwaarden. Met een mooie omschrijving zegt men dat ‘het waterbergend vermogen van de uiterwaarden wordt vergroot’.

Kijk naar de film “Ruimte voor de rivier.”


Vragen

  1. Noem drie manieren om meer ruimte te maken voor water in een rivier.
  2. Wat voor nieuwsberichten over neerslag in Nederland zul je de komende jaren steeds vaker horen?

Voor Spanje ligt de situatie anders: er dreigt een toenemend watertekort. Dat heeft verschillende oorzaken:

  • er valt minder neerslag valt,
  • de jaarlijkse periode waarin het weinig of niet regent wordt langer
  • de verdamping van water uit de bodem neemt toe omdat het warmer wordt.

Het gevolg is verdroging van de bodem op meer plaatsen. Wat dat betekent voor landbouw en vegetatie, zie je in Stap 3. Rivieren vallen vaker droog en de watervoorraad in stuwmeren neemt af. Voor de landbouw en de drinkwatervoorziening in steden betekent het dat het watergebruik er vaker op rantsoen wordt gezet. Zowel in de steden als op het platteland zullen bewoners vaker zuinig aan moeten doen met water. En dat terwijl de behoefte aan water toeneemt als het warmer wordt.

Niet alleen de Spanjaarden zelf zullen vaker met waterschaarste te maken krijgen, ook de buitenlandse toeristen. Voor hen moet veel water worden aangevoerd, voor zwembaden bijvoorbeeld en om te douchen. De kans bestaat dat waterschaarste toeristen zal afschrikken en een reden vormt om uit Spanje weg te blijven.

Vraag

  1. Waarom is toenemend watertekort in Spanje een bedreiging voor de werkgelegenheid in Spanje?

Stap 3

Vegetatie en landbouw
Voor vegetatie en landbouw in Nederland en Spanje heeft de opwarming van de aarde al enkele gevolgen. Volgens deskundigen bestaat de kans dat die gevolgen de komende tientallen jaren steeds duidelijker merkbaar zullen zijn.

Vegetatie
Het is al gebleken dat planten beter groeien naarmate er meer CO2 in de lucht zit. Dat geldt ook voor sommige landbouwgewassen. Dankzij de toenemende hoeveelheid CO2 in de lucht wordt de opbrengst van de teelt van deze gewassen hoger.

Ook is al vastgesteld dat het groeiseizoen door de opwarming van de aarde gemiddeld eerder in het jaar begint en langer wordt. Het is steeds vroeger in het jaar warm genoeg voor planten om te groeien en te bloeien. Deskundigen verwachten dat het groeiseizoen de komende tientallen jaren nog langer wordt.

Ten slotte verdwijnen er nu al soorten planten zowel uit Nederland als uit Spanje. In beide gevallen wordt het ze te warm; de vegetatie verschuift noordwaarts, naar streken waar het koeler is. Daar komen weer andere soorten voor in de plaats.

Ook dat zal volgens deskundigen de komende tijd doorgaan. Dat betekent wel dat in beide landen de voedselpiramide verandert. Dat is een systeem waarin dieren en planten van elkaar afhankelijk zijn. Onderin de piramide zitten planten en plantenresten. Ze worden gegeten door dieren die op hun beurt door andere dieren worden gegeten. Als er plantensoorten verdwijnen en plaats maken voor andere, verandert daardoor de onderste laag van de piramide en dat heeft weer invloed op de lagen daarboven.
Nederland zal in de komende tijd een weelderige vegetatie met bossen en weiden hebben dankzij het natte klimaat. In Spanje zal de vegetatie steeds meer lijden onder droogte en uitdroging van de bodem. Een bijkomend verschijnsel is het vaker voorkomen van bosbranden. Het seizoen waarin bosbranden meer kans hebben, wordt langer.

Vragen

  1. Sommige mensen hebben last van hooikoorts, veroorzaakt door stuifmeelkorrels van sommige bloeiende plantensoorten. Waarom zullen ze steeds eerder in het jaar hooikoorts krijgen?
  2. Kijk naar de afbeelding van de voedselpiramide. In welke laag of lagen worden planten of resten ervan gegeten?
  3. Waarom wordt het gevaar van bosbranden in Nederland niet zo groot als in Spanje?

Landbouw
In Nederland blijft intensieve landbouw (landbouw met hoge opbrengst per hectare) mogelijk, ook als het warmer wordt. We houden een nat klimaat en de temperatuurstijging is voor de landbouw niet per se een nadeel. Het blijft dus mogelijk om voldoende voedingsgewassen te telen (gewassen voor de binnenlandse voedselvoorziening), maar ook grote hoeveelheden handelsgewassen (oogst bestemd voor uitvoer naar het buitenland). Misschien dat tomaten, paprika’s, perziken en andere gewassen straks in de buitenlucht kunnen worden verbouwd, zoals in Spanje. Nu worden ze nog in kassen geteeld.

Daar staat tegenover dat gewassen meer bedreigd gaan worden door insecten en andere dieren. Voor de landbouw schadelijke dieren overleven de zachte winters, die in Nederland vaker zullen voorkomen.

Over de toekomst van de landbouw in Spanje zijn deskundigen minder optimistisch. Nu al is een groot deel van de Spaanse bodem alleen geschikt voor extensieve landbouw (met lage opbrengst per hectare) of extensieve veeteelt. Denk daarbij aan de grootschalige aanplant van olijfbomen of het laten grazen van schapen en runderen op grasland. Alleen waar voldoende water voorhanden is, kan aan intensieve landbouw worden gedaan.

Naarmate de aarde verder opwarmt zal de landbouw in Spanje steeds meer te kampen krijgen met een watertekort omdat de regenval afneemt en de droge periode langer wordt. De bodem zal op meer plaatsen en vaker uitdrogen en het wordt moeilijker om aan water te komen om er akkers mee te bevloeien. Waar de bodem uitdroogt, groeit er niets meer totdat er weer regen valt of de grond er wordt geïrrigeerd. In delen van Murcia, Andalusië, Aragón, Castilië en Valencia dreigt de bodem zelfs te verwoestijnen, waardoor deze voorgoed ongeschikt wordt voor landbouw. De productie van voedsel- en handelsgewassen in Spanje dreigt terug te lopen.

Vraag

  1. Waarom kan Spanje voor Nederland in de komende tientallen jaren een steeds belangrijker afzetmarkt worden voor handelsgewassen die in Nederland worden geteeld?

Stap 4

Door klimaatverandering nieuwe ziekten en plagen in Nederland
Door de klimaatverandering verdwijnen er planten- en diersoorten uit Nederland omdat het te warm voor ze wordt. Daar komen andere soorten uit zuidelijker streken voor in de plaats. Die vinden het in Nederland niet langer te koud. Daar zijn ook soorten bij die overlast veroorzaken voor mensen of gevaarlijk zijn voor mensen of voor vee. We noemen drie voorbeelden.

Tekst 1 - De eikenprocessierups

Deze rups heeft brandharen die hevige jeuk veroorzaken als je ze aanraakt. Soms zijn ze in enorme aantallen te vinden in eikenbomen.

Dan vormen ze een plaag voor mensen die in de buurt wonen of langs de bomen lopen, want de brandharen laten makkelijk los. Eerst kwam de rups alleen voor in Midden- en Zuid-Europa.

In 1996 was hij voor het eerst in groten getale te vinden in het zuiden van Nederland. In 2004 kon je hem ook ten noorden van de Rijn aantreffen. Nu komt hij overal in Nederland voor.

 

Tekst 2 - Knut en blauwtongvirus

De knut is een kleine muggensoort. Sommige knutten dragen het blauwtongvirus bij zich en dragen dat over op andere dieren. Het virus is niet gevaarlijk voor mensen, maar herkauwers kunnen er ziek van worden. Schapen en runderen kunnen er zelfs aan doodgaan. Oorspronkelijk kwamen knutten alleen voor in landen rond de Middellandse Zee en in Afrika en was het noordelijk van Spanje al te koud voor ze. Maar tijdens de hete zomer van 2006 doken ze voor het eerst op in Nederland. Bij Kerkrade werden enkele boerderijdieren ziek door het virus. Ook in de jaren erna raakte in Nederland vee besmet met het virus.


 

Tekst 3 - Schapenteek en borreliabacterie

De schapenteek leeft op warme vochtige plekken in bosrijke en dichtbegroeide gebieden. Omdat het in Nederland gemiddeld warmer is geworden, zijn er in ons land steeds meer plekken te vinden waar schapenteken kunnen leven. Sommige schapenteken zijn besmet met de borreliabacterie, de verwekker van de ziekte van Lyme. De teken brengen de bacterie over op mensen door ze te bijten en bloed op te zuigen. Mensen die het virus hebben opgelopen, kunnen er vanaf komen door antibiotica (middelen die ziektekiemen doden) in te nemen. Doen ze dat niet, dan krijgen ze op den duur last van hun hart, gewrichten of huid.

Ook gewassen lopen gevaar door de komst van nieuwe soorten.

Tekst 4 - Gewasziekten richting polen door klimaatopwarming
Door de klimaatverandering verspreiden gewasziekten zich richting de Noord- en Zuidpool met een snelheid van bijna drie kilometer per jaar. Dat hebben onderzoekers van de Universiteiten van Exeter en Oxford zondagavond bekendgemaakt in het digitale tijdschrift Nature Climate Change. Ze vermoeden bovendien dat als de temperatuur wereldwijd nog verder stijgt, er steeds meer ziekten bijkomen, waardoor meer voedsel verloren dreigt te gaan. Tot nu toe gaat ongeveer 10 tot 16 procent van de landbouwproducten verloren aan plagen en ziekteverwekkers, waaronder schimmels, virussen en insecten. Elke dag komen er nieuwe soorten bij. Hierdoor wordt wereldwijd de voedselzekerheid bedreigd.Men dacht altijd dat de verspreiding van deze soorten vooral kwam door internationaal vrachtvervoer, maar nu blijkt de klimaatverandering daar ook aan bij te dragen.De Britse onderzoekers stelden vast dat de ziekten niet alleen richting de Noord- en Zuidpool trekken, maar dat ze nu ook in gebieden voorkomen waar geen mensen wonen.

Bron: www.nu.nl, 1 september 2011


Ook Nederland kampt met nieuwe ziekten en plagen die gewassen bedreigen. Zo hebben tomatenkwekers vanaf 2007 te maken met het tomatengeelkrulbladvirus dat door tabakswittevliegen wordt overgebracht. Deze vliegen kwamen oorspronkelijk niet in Nederland voor, wel in landen rond de Middellandse Zee. Vanaf midden jaren ’80 van de 19e eeuw worden dennenbomen in Nederland aangevreten door roodzwarte dennencicaden. Daardoor raken deze bomen bruin verkleurd. In sommige jaren zijn deze cicaden zó talrijk dat hele dennenbossen in Brabant en op de Veluwe bruin verkleuren door deze insecten. De roodzwarte cicade kwam oorspronkelijk alleen voor in landen rond de Middellandse Zee.

Vragen

  1. Welke groepen veroorzakers van plagen en ziekten zijn er?
  2. Waarom zal zorgvuldige bestrijding van ongedierte en ziektekiemen in vlieg- en wegvoertuigen en op schepen die Nederland binnenkomen niet alle plagen en ziekten uit het buitenland kunnen tegenhouden?

Stap 5

De leerling als docent
Je hebt gezien dat de opwarming van de aarde voor Nederland en Spanje allerlei gevolgen heeft. Hoe goed de kennis van die gevolgen in je hoofd zit, ga je testen door mee te doen aan het spel ‘De leerling als docent’. Dat gaat zo:

De docent deelt de klas in groepen van vier leerlingen en geeft iedere groep een vel papier en potlood of pen. Ook geeft hij de leerlingen van elke groep het nummer 1, 2, 3 of 4. Het spel wordt in twee rondes gespeeld.

Ronde 1
Als je nummer 1 hebt, leg je aan je groepsgenoot met nummer 3 uit wat je in Stap 1 en 2 hebt geleerd over de mogelijke gevolgen van opwarming. Heb je nummer 2, dan doe je dat aan je groepsgenoot met nummer 4.
Heb je nummer 3 of 4, dan mag je tijdens de uitleg die je krijgt vragen stellen aan de groepsgenoot met nummer 1 of 2. Als er na deze ronde toch nog iets onduidelijk blijkt te zijn, maak je er een aantekening van op het vel papier.
 

Ronde 2
Als je nummer 4 hebt, leg je aan je groepsgenoot met nummer 1 uit wat je in Stap 3 en 4 hebt geleerd over de mogelijke gevolgen van opwarming. Heb je nummer 3, dan doe je dat aan je groepsgenoot met nummer 2.
Heb je nummer 1 of 2, dan mag je tijdens de uitleg die je krijgt vragen stellen aan de groepsgenoot met nummer 3 of 4. Als er na deze ronde toch nog iets onduidelijk blijkt te zijn, maak je er een aantekening van op het vel papier.

Eigen les maken

Je kunt natuurlijk ook je eigen les maken! Hierbij krijg je de ruimte om je eigen ideeën en inbreng uit te werken en uit te voeren.  

 

 

Klaar?
Jullie krijgen van de docent gelegenheid om vragen te stellen over wat er nog onduidelijk is.

  • Het arrangement Gevolgen klimaatverandering vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2018-08-17 14:45:46
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Broeikaseffect; Versterkt broeikaseffect; Systeem aarde; Aardrijkskunde; Voeding; Klimaat; Duurzaamheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, leerlijn, rearrangeerbare, rerrangeerbare

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen