Waterschaarste vmbo-kgt34

Waterschaarste vmbo-kgt34

Waterschaarste

Intro

In deze opdracht ervaar je dat er veel meer problemen met water zijn dan je op het eerste gezicht zou denken, ook in Nederland.
We kijken naar het directe en het indirecte gebruik van water en vergelijken het gebruik van de inwoners in verschillende landen aan de hand van een watervoetafdruk.

In deze video wordt uitgelegd wat de watervoetafdruk is.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • uitleggen waardoor waterschaarste kan ontstaan, met name in ontwikkelingslanden;
  • uitleggen hoe verdroging van de bodem kan ontstaan. Noem minimaal twee oorzaken;
  • uitleggen wat de oorzaak is van verzilting van de bodem;
  • herkennen wat een watervoetafdruk is;
  • een maatregel noemen die de watervoetafdruk kan verkleinen.

Wat kan ik al?

Ook in klas 1 of klas 2 heb je een opdracht gedaan over Problemen met water.
Weet je het nog? Bekijk het volgende item uit de Kennisbank.

Problemen met water

Beantwoord de volgende vragen.
Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je kijkt de video over wereldwijd waterverbruik. Je leert dat waterschaarste zich voornamelijk voordoet in ontwikkelingslanden. Je beantwoordt er vragen over.
Stap 2 Je leert hoe door verdroging en verzilting ook in Nederland waterschaarste kan ontstaan. Je bekijkt video's en maakt oefeningen.
Stap 3 en Je leert over de watervoetafdruk. Je berekent je eigen watervoetafdruk en gaat in discussie met klasgenoten hierover.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over waterschaarste.
Eindopdracht A Kies je voor eindopdracht A; dan maak je de toets 'Waterschaarste'.
Eindopdracht B Kies je voor eindopdracht B; dan bereken je je eigen voetafdruk en discussieert met je klas over dit onderwerp.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd:
Voor deze opdracht heb je ongeveer 3 lesuren nodig.  

Aan de slag

Stap 1: Waterschaarste

We spreken over waterschaarste als de vraag naar schoon water groter is dan het aanbod. Wereldwijd heeft een op de drie mensen te maken met waterschaarste.

Bekijk de video over waterverbruik.
Hoeveel water verbruiken we in Nederland per dag?

Waterschaarste komt niet alleen in ontwikkelingslanden voor, maar kan zich overal voordoen, ook in Nederland. Daarover lees je meer in Stap 2.
Maar de grootste problemen ontstaan toch in de snelgroeiende stedelijke gebieden waar beslag wordt gelegd op de watervoorraden in de buurt: in grote delen van Afrika, in het Midden-Oosten, India, Mexico, het westen van de Verenigde Staten, het noordoosten van Brazilië en Centraal-Azië (zoals Afghanistan en Oezbekistan).

Stap 2: Verdroging en verzilting

Verdroging

Nederland heeft twee grote problemen die met water te maken hebben: verdroging en verzilting.
De afgelopen vijftig jaar is het grondwaterpeil op veel plaatsen in Nederland tientallen centimeters tot wel een meter gedaald. Het gevolg daarvan is verdroging van de bodem. Er zijn drie oorzaken voor het dalen van het grondwaterpeil:

  1. We gebruiken grondwater voor de drinkwatervoorziening, voor de industrie (voornamelijk koelwater voor machines) en het besproeien van gewassen.
  2. De landbouw zorgt voor het afwateren van de grond. Voor de akkerbouw is het namelijk vaak handig om een stevige droge grond te hebben omdat landbouwmachines dan beter kunnen ploegen.
  3. Door een toename van asfalt en beton in de stad kan regenwater de grond minder makkelijk bereiken. Het regenwater wordt wel opgevangen, maar meestal gelijk afgevoerd naar rivieren en kanalen. Het krijgt niet de gelegenheid in de bodem te zakken en daar het grondwater op peil te houden.

Het natuurpark de Groote Peel (zie afbeelding), in Noord-Brabant en Limburg, is een van de meest vogelrijke plaatsen van West-Europa. Dit hoogveengebied wordt omgeven door landbouwgronden die tot 1993 aan afwatering deden om de grondwaterstand te verlagen. Daarnaast werd er tijdens droge zomers ook nog grondwater opgepompt voor besproeiing van akkers.
Zo ontstond er een verschil in grondwaterstand van anderhalve meter tussen de Groote Peel en zijn omgeving. Het gevolg is dat de Groote Peel aan het verdrogen was.

De overheid heeft een grootschalig project uitgevoerd om verdere verdroging van de Groote Peel tegen te gaan. Onder andere door het plaatsen van een scherm kan grondwater niet verder weglekken uit het veengebied en wordt zo de grondwaterstand verhoogd en gestabiliseerd. In 2018 is dit project afgerond.

Bekijk onderstaande animatie over de Peelvenen.

Verzilting

In het westen van Nederland bestaat een ander probleem met het water. Daar is sprake van verzilting: het steeds zouter worden van de bodem. Voor een deel is dat een natuurlijk proces, waar de mens geen invloed op heeft. Zout water kan de bodem indringen bij overstromingen vanuit zee of als zeewater ondergronds de bodem indringt.

Waar we wel invloed op hebben, is het onttrekken van zoet water aan een zogenaamde zoetwaterzak die we vaak in de duinen aantreffen. Een zoetwaterzak is een reservoir met zoet water dat drijft op brak en zout water.
Als we zoet water onttrekken aan een zoetwaterzak voor drinkwaterwinning, blijft er minder zoet water over en stijgen het brak en zout water naar boven, naar het grondwater.
In deze afbeelding kun je dat goed zien.


Bekijk de video en beantwoord daarna de vragen.

Stap 3: Watervoetafdruk

Iedereen gebruikt een stukje van de aarde. Als alle bruikbare ruimte op aarde verdeeld wordt over alle mensen en de natuur voldoende ruimte krijgt om zichzelf te herstellen, zou elke bewoner gemiddeld recht hebben op 1,8 hectare. Dat stukje aarde vergelijken we met de consumptie van de gemiddelde wereldburger. Hoeveel aardoppervlak is nodig om aan het consumptieniveau van de aardbewoner te kunnen voldoen en zijn afval te verwerken? Dat noemen we een mondiale voetafdruk of een ecologische voetafdruk.

Voorbeeld:
Een gemiddelde Ethiopiër heeft een ecologische voetafdruk van 0,67 hectare.
Als iedereen op dezelfde manier zou leven als de Ethiopiërs, zouden we geen problemen hebben.
Een gemiddelde Nederlander heeft een voetafdruk van 6,3 hectare.
Als iedereen er dezelfde leefstijl op na zou houden als de Nederlanders, hebben we 3,5 aardbollen nodig.

Met een ecologische voetafdruk kijk je naar alle consumptiegoederen.
Je kunt ook het water apart nemen. Het gaat om het water dat je direct gebruikt, noem het maar huishoudelijk water, en om het water dat nodig is bij de productie van de consumptiegoederen. Reken dat uit per persoon en je hebt een watervoetafdruk.

Mensen verbruiken veel water. In Nederland ligt de waterconsumptie op ongeveer 2,3 miljoen liter water per jaar per persoon. Hiervan is 2 tot 5% voor direct huishoudelijk gebruik. De rest, 95 tot 98%, is indirect gebruik: water dat nodig is voor de productie van voedsel, kleding en industriële producten.
Onze watervoetafdruk zit vooral in landbouwproducten zoals katoen, koffie en graan.

In de video over waterschaarste in Stap 1 heb je al een indruk gekregen van hoeveel water nodig is voor het maken van producten.
De afbeelding hieronder laat van nog meer producten zien hoeveel water nodig is om dat product te maken.

Waterverbruik


Nederlanders zijn grootverbruikers van water, maar een Amerikaan gebruikt twee keer zoveel water (direct + indirect) als een Nederlander. Het zuinigst zijn de inwoners van Congo (een derde van wat de Nederlanders gebruiken).
In Bolivia wonen veel mensen die graag rundvlees eten. Dat is meteen in de watervoetafdruk terug te vinden (bijna drie keer zo hoog als de watervoetafdruk van een Nederlander).

 

Dat Nederlanders vooral buitenlands water gebruiken, zie je duidelijk in deze grafiek.
Alleen voor Koeweit en Malta is de verhouding extern-intern nog schever.

Waterverbruik van een aantal landen

 

Beantwoord de vragen.

Afronding

Begrippen

Problemen met water

Waterschaarste
Het gebrek aan voldoende schoon water.

Verdroging
Als het grondwaterpeil op veel plekken door allerlei oorzaken sterk is gedaald heeft dat verdroging van de bodem als gevolg.

Verzilting
Verzilting (bodemverzouting) is het geleidelijk toenemen van het zoutgehalte van bodem of water.
Zoetwaterzak
Dit is de ondergrondse zoet water voorraad, die het zoute zeewater dat ook in de ondergrond doordringt, op grotere diepte houdt.
Watervoetafdruk
De watervoetafdruk van een individu, gemeenschap of bedrijf is het totale volume aan zoet water dat wordt gebruikt om de goederen en diensten te maken die door het individu of de gemeenschap worden geconsumeerd of door het bedrijf worden geproduceerd.

Eindopdracht A: Toets

Kies je voor eindopdracht A, dan maak je de toets 'Waterschaarste'.
Als je alle vragen hebt beantwoord, zie je je score.

Eindopdracht B: Watervoetafruk

Je doucht (bijna) elke dag, drinkt koffie of thee, je poetst een paar keer per dag je tanden, je kleren worden gewassen, je spoelt het toilet door, pakt de vaatwasser in, enfin, je kent het wel. We gebruiken allemaal een heleboel water per dag.
In 2013 gebruikte de gemiddelde Nederlander 119 liter water per dag. Toch is dat maar een fractie van ons totale waterverbruik. Ons indirecte verbruik ligt een stuk hoger.
Kijk maar eens naar het volgende videofragment:

 

  • Hoeveel water gebruik jij, als je ook jouw indirecte waterverbruik meerekent?
    Doe eens een schatting.

Bekijk ook een gesprek de bedenker van de watervoetafdruk.

Je eigen watervoetafdruk

Om een inschatting te kunnen maken van wat je verbruikt aan water, ga je eerst je eigen watervoetafdruk meten. Je moet er wel eerst allerlei gegevens voor achterhalen: wat eet je per week, hoeveel water gebruik je en hoe is je 'kraangedrag', gebruik je water buitenshuis en tenslotte, hoeveel van het bruto gezinsinkomen wordt aan jou besteed?
Ga naar de site Aqua Path en lees (in het Engels) hoe je je eigen watervoetafdruk kunt berekenen.

Heb je na het beantwoorden van de vragen gezien wat jouw persoonlijk waterverbruik is?
Bereid je dan voor op een discussie in de klas. Jullie gaan in de klas een gesprek voeren over de volgende vragen:

Vragen/discussiepunten

  • Ligt jouw direct en indirect waterverbruik hoger of lager dan het wereldgemiddelde?
  • Wat zegt dat over de verdeling van geld en goederen wereldwijd?
  • Is het nodig de watervoetafdruk van de wereldbewoners dichter bij elkaar te brengen?
  • Is het mogelijk de negatieve effecten van ons waterverbruik op andere landen tegen te gaan? Zo ja, wat kun je daar dan zelf aan doen?

Je hoeft elkaar niet te overtuigen, maar probeer gezamenlijk na te denken over oplossingen.

Beoordeling

Jullie docent zal jullie discussie evalueren. Hij zal daarbij letten op de volgende punten:

  • Hebben jullie begrepen wat een watervoetafdruk inhoudt en hoe deze berekend wordt?
  • Hebben jullie zelf maatregelen bedacht om het waterverbruik wereldwijd terug te dringen?
  • Heeft jullie discussie geleid tot verbeterpunten?

Terugkijken

Intro

  • Past de video goed bij deze opdracht? Kreeg je al een indruk over de watervoetafdruk?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je van de genoemde begrippen een omschrijving geven?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig geweest.
    Met welke stap ben je het langst bezig geweest?
  • Inhoud
    Heb je veel nieuwe kennis opgedaan in deze opdracht?
  • Eindopdracht
    Is het gelukt om je eigen watervoetafdruk uit te rekenen?
    Ben je geschrokken van de grootte van je watervoetafdruk?
    En nu? Ga je een poging doen om je watervoetafdruk te verkleinen?
  • Het arrangement Waterschaarste vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-10-11 12:23:39
    Licentie
    CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema ''Water in Nederland'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor vmbo-kgt leerjaar 3 & 4. Deze opdracht bespreekt plekken op de wereld waar er een tekort aan water is, waarbij de begrippen verdroging en verzilting aan bod komen. Het Nederlandse duingebied wordt besproken, aangezien dit een belangrijke waterbron is voor Nederland en verzilting daar plaatsvindt. Hierna wordt uitgelegd wat een watervoetafdruk is en wat de problemen zijn van het hebben van een grote watervoetafdruk. Je bekijkt hier verschillende video's over en maakt een opdracht over de toegang tot drinkwater.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Waterproblematiek; Water; Aardrijkskunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, arrangeerbaar, drinkwater, duingebied, stercollectie, verzilting, vmbo-kgt34, water in nederland, watervoetafdruk

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Kennisbanken. (2020).

    Kennisbank Aardrijkskunde - kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/156254/Kennisbank_Aardrijkskunde___kgt34