Inburgeren vmbo-kgt34

Inburgeren vmbo-kgt34

Inburgeren

Intro

In Nederland komen mensen uit andere landen wonen, met verschillende nationaliteiten, het zijn immigranten. Immigranten spreken van oorsprong vaak een andere taal en hebben andere waarden, normen en gebruiken dan Nederlanders.

Voordat nieuwkomers definitief in Nederland mogen blijven, moeten zij kunnen bewijzen dat ze zijn ingeburgerd in de Nederlandse taal en cultuur.


Kijk deze video.
Hoe communiceer je met elkaar, als je elkaars taal niet spreekt?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • omschrijven voor wie een inburgeringsexamen bedoeld is;
  • uitleggen hoe de inburgering verloopt;
  • drie ideeën herkennen die met integratie te maken hebben;
  • uitleggen bij welke vorm van integratie inburgering het beste past;
  • herkennen wat wordt bedoeld met culturele identiteit.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest informatie over het inburgeringsexamen. Je beantwoordt er een vraag over.
Stap 2 of Niet iedereen is verplicht inburgeringsexamen te doen. Zoek aan de hand van een site uit, welke personen in de oefening wel/niet inburgeringsplicht hebben. Maak de oefeningen.
Stap 3 of Bekijk de video over integratie en de examenvragen. Zoek het juiste integratie-idee er bij en leg uit waarom.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over inburgering.
Eindopdracht Beantwoord de vragen over culturele identiteit.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Inburgeringsexamen

Komt iemand voor langere tijd naar Nederland, dan moet die persoon al voor zijn komst basiskennis hebben van de Nederlandse taal en de samenleving.

Het basisexamen inburgering in het buitenland toetst deze kennis. Je kunt dit examen bij de Nederlandse ambassade of het consulaat maken. Als je dan slaagt, kom je in aanmerking voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). Dit is een speciaal visum dat nodig is om Nederland binnen te komen.

Als je eenmaal in Nederland woont, moet je verplicht inburgeren. Dat betekent dat je een inburgeringsexamen moet doen. Als je dat hebt gedaan, kun je beter meedoen aan de Nederlandse samenleving.

Kijk rond op deze site voor meer informatie en beantwoord daarna de vragen.

 

Stap 2: Inburgeringsplicht?

Als iemand voor langere tijd (langer dan drie maanden) in Nederland wil verblijven, moet een inburgeringstraject worden gevolgd.

Niet iedereen is verplicht om dan een inburgeringsexamen te doen; er zijn uitzonderingen.
Het is aan jullie om uit te zoeken wie verplicht moet inburgeren en wie niet.

Maak de volgende oefeningen.

 

Stap 3: Ideeën over integratie

Bekijk voordat je aan deze opdracht begint deze video over integratie.

Het is belangrijk dat je weet wat de termen assimilatie, wederzijdse aanpassing en behoud van de identiteit inhouden om de vragen te beantwoorden.


Hieronder staan vier vragen en antwoorden uit het inburgeringsexamen (2005) uit de categorieën ‘Kent u de mensen?’ en ‘Kent u de regels?’.

Bij welke gedachte over integratie vind je dat de vragen en antwoorden het beste passen?
Kies uit de volgende gedachten:

  1. Assimilatie
  2. Wederzijdse aanpassing
  3. Behoud van eigen identiteit

Schrijf bij elke vraag op waarom je voor die specifieke gedachte gekozen hebt.

Vragen en antwoorden inburgeringsexamen (2005)

  1. Vraag: Welke voortuin is bij Nederlanders geaccepteerd?
    Antwoord: Nederlanders hebben zo hun voorkeur als het gaat om de voortuin van de buren of andere straatgenoten. De meeste Nederlanders vinden het niet leuk om naar troep van anderen te moeten kijken. Daarom moeten we onze voortuin of oprit schoon proberen te houden. Troep in het straatbeeld hebben we liever niet.
  1. Vraag: Uw dochter is een slimme meid. Ze wil na haar middelbare school graag leren. Welke reactie is het best?
    Antwoord: Goed idee, vooral doen en verdergaan met leren.
  1. Vraag: Bij de buren van drie huizen verderop staat ineens een houten ooievaar in de tuin. Zij hebben daar dus een kindje gekregen. Het zijn aardige mensen die u altijd groet. Wat kunt u het beste als eerst doen?
    Antwoord: U doet meteen een felicitatiekaartje in de brievenbus.
  1. Vraag: Uw kind vindt het leuk op school. Het gaat ook goed met leren. U hebt het hele jaar nog geen gesprek gehad met de leerkracht van uw kind. Wat doet u?
    Antwoord: U vraagt om een gesprek. Ouders zijn verantwoordelijk voor het handelen en de opvoeding van hun kinderen. Scholen verwachten dan ook betrokkenheid van ouders op het gebied van de vorderingen en eventuele problemen van hun kind.

 

Afronding

Begrippen

Inburgering
Om zich voor langere tijd in Nederland te kunnen vestigen, moeten immigranten inburgeren om deel te kunnen nemen aan de Nederlandse samenleving. Zij volgen een inburgeringstraject van de overheid en moeten inburgeringsexamen doen.
Integratie
Opname in een geheel, vooral van bepaalde personen of bevolkingsgroepen in de maatschappij.
Assimilatie
Migranten moeten zich aanpassen aan de Nederlandse cultuur en samenleving.
Culturele identiteit
Het gevoel hebben bij een groep met een  bepaalde cultuur te horen.

Eindopdracht: Sleepopdracht

Deze opdracht gaat over culturele identiteit.

In de video uit stap 3 komen drie ideeën over integratie aan bod: assimilatie, wederzijdse aanpassing en behoud van eigen identiteit.

  • Wat gebeurt er volgens jou met de culturele identiteit van nieuwkomers als je uitgaat van 'assimilatie'?
  • Wat zijn de gevolgen voor culturele identiteit volgens het idee ‘wederzijdse aanpassing’?
  • Is er bij ‘behoud van eigen cultuur’ sprake van verandering in culturele identiteit?


Deze vragen beantwoord je aan de hand van vijf onderwerpen, die allemaal belangrijk kunnen zijn voor iemands culturele identiteit: taal, religie, kleding, eten en drinken, feesten.

Terugkijken

Intro

  • Heb je de video bij de intro bekeken?
    Hoe belangrijk en prettig is het, als je elkaars taal spreekt?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen hoe een inburgering in zijn werk gaat?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Deze opdracht ging over inburgering en integratie.
    Kun je uitleggen hoe belangrijk wederzijdse aanpassing en behoud van cultuur is voor een immigrant?
  • Eindopdracht
    Heb je de integratie-ideeën gecombineerd met de voorbeelden?
    Is voor je/jullie duidelijk geworden welke invloed dit heeft op de culturele identiteit van personen en groepen?
  • Het arrangement Inburgeren vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-08-17 09:47:47
    Licentie
    CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema ''Grenzen en identiteit in Nederland'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor vmbo-kgt leerjaar 3 & 4. Deze opdracht legt uit wat een inburgeringsexamen inhoudt en wanneer iemand inburgeringsplichtig is. Je maakt verschillende opdrachten over over inburgering en welke eisen hieraan vast zitten.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Aardrijkskunde; Grenzen en identiteit; Cultuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, arrangeerbaar, emigratie, inburgeren, inburgeringsplicht, stercolletie, vmbo-kgt34