Opdracht: Regionale verschillen vmbo-kgt34

Opdracht: Regionale verschillen vmbo-kgt34

Regionale verschillen

Intro

De ene plek is de andere niet.
Zelfs niet in Nederland waar we toch niet al te ver van elkaar vandaan wonen, zijn er regionaal grote verschillen in afstand, bereikbaarheid en leefomgeving.

Afstand en bereikbaarheid zijn heel belangrijk als je snel (dokters-)hulp nodig hebt of zelf hulp moet verlenen. Het maakt dan wel degelijk uit of je in een stedelijk gebied met voorzieningen woont of in een landelijk gebied, waar de bereikbaarheid niet groot is.

Qua leefomgeving zijn er ook grote verschillen: je kunt wonen in een grote stad zoals Amsterdam, een middelgrote stad zoals Nijmegen, een kleinere stad zoals Meppel, of in een dorp op het platteland.

In deze opdracht ga je de verschillen per regio bekijken.

In deze video wordt het leven in een dorp vergeleken met het leven in een stad.
Kijk (een stukje van) de video.

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • de regionale verschillen in afstand en bereikbaarheid van stedelijke en landelijke gebieden onderzoeken en benoemen;
  • de verschillen in leefomgeving van drie verschillende steden onderzoeken en in tabel- en grafiekvorm zichtbaar maken.

Wat ga ik doen?

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1  en  Je leest over de afstand en bereikbaarheid van gebieden indien hulpverlening noodzakelijk is (door ambulance, traumaheli, AED). Je zoekt op interactieve kaarten naar antwoorden op vragen. Je bespreekt de resultaten met klasgenoten.
Stap 2 Je verzamelt op 2 sites gegevens over een aantal onderwerpen over Amsterdam, Nijmegen en Meppel. Je bewaart deze gegevens in tabelvorm en bespreekt de resultaten met klasgenoten.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Eindopdracht B De gegevens uit de tabel over de drie steden werk je samen uit in een grafiek.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 3 à 4 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Wees er snel bij!

Aanrijtijd ambulance

Voor de ambulancezorg geldt de streefnorm dat in 95 procent van de spoedmeldingen (A1-meldingen) binnen 15 minuten na aanname van de melding een ambulance ter plaatse moet zijn op de locatie van de melder.
Er zijn in Nederland natuurlijk plekken met een ambulancepost om de hoek.
Er zijn ook veel plekken die door water omgeven zijn (rivieren, meren, etc.) of waar de verkeersintensiteit zo hoog is dat de aanrijtijd niet kan worden gehaald.

Traumahelikopter

De belangrijkste reden om een traumahelikopter in te zetten is om een arts en een verpleegkundige zo snel mogelijk naar de plaats te vervoeren, waar spoedeisende, specialistische, medische hulp benodigd is. De traumahelikopter is dus geen vervanging van de ambulance, maar een aanvulling op de reguliere ambulancezorg. Naast een vitale bedreiging van de gezondheid zijn er andere belangrijkste criteria voor het inzetten van een traumahelikopter waaronder een (te) lange aanrijtijd van een ambulance.
Er zijn in Nederland vier traumahelikopters inzetbaar, elk met een Mobiel Medisch Team (MMT).

AED en burgerhulpverleners

In Nederland worden elk jaar tussen de 15.000 en de 16.000 mensen buiten het ziekenhuis getroffen door een hartstilstand. In al die gevallen neemt de kans op overleven toe als er direct wordt gereanimeerd (hartmassage en beademing). Dat wordt nog beter met een Automatische Externe Defibrillator. Een AED beoordeelt de situatie en geeft zo nodig stroomstoten om het hart weer op gang te helpen.
Maar, zo'n AED moet dan natuurlijk wel in de buurt zijn.

Gelukkig komen op steeds meer plekken in Nederland AED's te hangen. Inmiddels zijn er bijna 18.000 geregistreerd. Ook het aantal burgerhulpverleners is gestegen. Burgerhulpverleners krijgen via een speciaal systeem een seintje als iemand in hun buurt een hartstilstand krijgt. Zij brengen dan zo snel mogelijk een AED naar het slachtoffer, of beginnen zelf met reanimeren. Gemiddeld zijn ze 2,5 minuut eerder bij een slachtoffer dan de hulpdiensten

Bekijk de video.

 

Stap 2: Verschillen in leefomgeving

Als je steden met elkaar vergelijkt zijn er grote verschillen.
In deze opdracht ga je Amsterdam, Nijmegen en Meppel met elkaar vergelijken; drie steden van verschillende grootte.
Je maakt deze opdracht samen met een klasgenoot.

Waar staat je gemeente?

Op deze site kun je allerlei zaken van meerdere gemeentes vergelijken.
Je kunt echter alleen twee gemeentes tegelijk vergelijken. Om de vergelijking van de drie steden te maken, moet je dus telkens een andere combinatie steden intikken (bijvoorbeeld Amsterdam-Meppel of Meppel-Nijmegen). Zo krijg je van alle drie gemeentes een vergelijking.
Maak een tabel waar je deze gegevens in bijhoudt. Verzamel gegevens op het gebied van:

  • Gezondheid:
    concentratie stikstof, eenzaamheid, gebruik huisartsenzorg.
  • Werk en inkomen:
    aantal banen, werkloosheid, huishoudens met laag inkomen.
  • Onderwijs:
    reisafstand tot voortgezet onderwijs, verzuim.
  • Openbare orde en veiligheid:
    criminaliteitsindex, verkeersongevallen, overlast.
  • Leefbaarheid:
    Deze burgerpeiling geeft scores te zien van:
    inzet leefbaarheid in de buurt, onveiligheid en overlast.

Allecijfers.nl

Op deze site kun je van de genoemde drie steden ook allerlei vergelijkingsmateriaal verzamelen.
Via het tabblad 'Overzichten' (je tikt dan telkens de plaatsnaam in van een van de drie steden) verzamel je gegevens over:

  • Gemeentes, regio's:
    aantal regio's en totaal aantal inwoners van de drie steden.
  • Middelbare scholen:
    aantal scholen, verhouding openbaar of christelijke scholen.
  • Verkiezingsuitslagen:
    politieke voorkeur bij landelijke en gemeenteraadsverkiezingen.


Hebben jullie alle cijfers in kaart gebracht? Hoe je een tabel maakt van alle gegevens kun je zien in de gereedschapskist.

Bestudeer de gegevens en bekijk in de klas de verschillen.
Noem per stad twee punten die er positief of negatief uitspringen.

Bewaar de tabel voor de eindopdracht.

 

Tabel maken

Een tabel of schema is een manier om gegevens in beeld te brengen, op zo’n manier dat het er overzichtelijk uit ziet.

 

Afronding

Eindopdracht: Grafiek maken

In Stap 2 van deze opdracht hebben jullie gegevens verzameld over Amsterdam, Nijmegen en Meppel. Jullie hebben over een aantal onderwerpen cijfermateriaal verzameld en dit in tabelvorm gezet. Daarna hebben jullie de uitkomsten besproken in de klas.

In deze eindopdracht maak je samen met een klasgenoot een grafiek.
De grafiek gaat over een van de onderwerpen die jullie onderzocht hebben: onderwijs, leefbaarheid, politieke voorkeur, veiligheid, enzovoort. Je mag zelf bepalen over welk onderwerp je een grafiek maakt.

Zorg dat in de grafiek duidelijk het verschil zichtbaar is tussen de drie steden.
Hoe je een grafiek maakt, kun je zien in de gereedschapskist.

  • Zorg dat de titel goed past bij het onderwerp van de grafiek
  • Zorg dat alle relevante uitkomsten van je onderzoek of opdracht zijn weergegeven in je grafiek.
  • Zorg ervoor dat de verdeling van de assen in verhouding is.
  • Zorg dat het verschil tussen de drie steden duidelijk zichtbaar is. Schrijf de naam van de stad erbij of geef elke curve een andere kleur.


Klaar?
Bekijk nauwkeurig of je de verschillen goed weergegeven hebt. Lever de grafiek in bij je docent.

Beoordeling

De docent beoordeelt de grafiek op de volgende punten:

  • indeling van de grafiek: zijn de assen in verhouding, zijn de gegevens correct? Is op de grafiek duidelijk af te lezen wat de verschillen zijn?
  • titel: heeft de grafiek een titel die past bij het in kaart gebrachte onderwerp?
  • vormgeving: is de grafiek met zorg gemaakt en goed leesbaar?
  • taalfouten: bevat de grafiek geen taalfouten?

Grafiek maken

In een grafiek kun je heel overzichtelijk informatie aflezen over één specifiek onderwerp. Je maakt naar aanleiding van een onderzoek of opdracht een grafiek waarin je de opgedane kennis of resultaten weergeeft.

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introvideo bekeken?
    Kun je duidelijke verschillen herkennen tussen wonen in een stad of dorp?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Heb je een duidelijke vergelijking gemaakt tussen de drie steden? Wat is je opgevallen over de leefbaarheid?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Heb je je de afstanden en bereikbaarheid van bepaalde regio's in Nederland goed bestudeerd?
    Kun je omschrijven waar de bereikbaarheid het grootst is in geval van nood?
  • Eindopdracht
    Over welk onderwerp hebben jullie een grafiek gemaakt? Waren de verschillen goed zichtbaar?
  • Het arrangement Opdracht: Regionale verschillen vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-06-16 10:10:28
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema Arm en rijk en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde op het niveau vmbo-kgt34. Deze opdracht beschrijft dat verschillende plaatsen verschillende bereikbaarheid hebben en wat daar de gevolgen van zijn. Het behandelt ook hoe verschillende leefomgevingen verschillen in leefbaarheid, veiligheid, gezondheid en onderwijs. Om de opdracht af te sluiten ga je de eerder verzamelde gegevens over Amsterdam, Nijmegen en Meppel uitwerken in een grafiek. Veel succes!
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Arm en rijk; Verschillen in welvaart en welzijn in de eigen regio en Nederland; Aardrijkskunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, arm en rijk, arrangeerbaar, bereikbaarheid, gezondheid, onderwijs, regionale verschillen, stercollectie, veiligheid, vmbo-kgt34

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen