PORTFOLIO
Plaats in je portfolio de uitwerking van:
- de startopdracht
- de portfolio-opdrachten
- de eindopdracht (bewijzen van uitvoering zoals: documenten, foto's en/of kort verslagje van werkproces en resultaat)

DOEL
Je kunt:
- uitleggen wat netwerken is
- uitleggen waarom netwerken belangrijk is
- jouw eigen netwerk inzichtelijk maken
- jouw eigen netwerk onderhouden en verbreden
- een goede indruk van jezelf achterlaten
- jouw (unieke) kwaliteiten, passie en ambitie presenteren

STARTOPDRACHT
Tijd
2 uur
Doel
Je kunt:
- nadenken over de mensen die je kent
- aangeven hoe je mensen leert kennen
- aangeven hoe je contacten onderhoudt
- met de resultaten van de netwerkthermometer de kwaliteit van je netwerk en je netwerkgedrag verbeteren

(1) Wie kan ons helpen
Vorm een groepje. Lees de onderstaande situatie.

Neem een groot vel papier. Schrijf op:
- wat er gedaan moet worden om aan het einde van de dag het bedrijf weer draaiende te hebben
- met wie er contact opgenomen moet worden
Tel het aantal personen, bedrijven en instanties waar jullie contact mee op gaan nemen.
Hoeveel van deze personen, bedrijven en instanties hebben jullie direct in je eigen netwerk zitten?
Wat heeft netwerken volgens jullie te maken met een dergelijke situatie?
(2) Netwerkthermometer
Vraag aan je docent een kopie van de Netwerkthermometer (Project Stimulering LOB VO Raad). De docent legt uit wat je moet doen.
Vul de Netwerkthermometer in (stellingen, antwoordformulier, gemiddelde score en diagram).
Bespreek je diagram met een klasgenoot. Download het bestand en vul in.
1. MIJN NETWERK
1. Wat is netwerken?
Tijd
20 minuten
Doel
Je kunt:
- uitleggen wat een netwerk is
- uitleggen wat belangrijk is bij netwerken
Weten
De juiste mensen kennen... daar kom je verder mee. Netwerken is dé manier om goed op de hoogte te blijven van wat er speelt, wat nieuwe ontwikkelingen zijn. Het is ook dé manier om aan een nieuwe baan te komen.
Netwerken is het leggen en onderhouden van contacten die nuttig kunnen zijn voor nu of in de toekomst.

Het op- en uitbouwen van je netwerk gaat vaak vanzelf. Het is belangrijk om je ervan bewust te zijn:
- wie er in jouw netwerk zitten
- wat deze mensen in huis hebben
- wat jouw eigen ambities zijn (hoe zij jou van dienst kunnen zijn)
Het is ook belangrijk dat je mensen:
- ontmoet
- opzoekt
- investeert in mensen die voor jou belangrijk kunnen worden of al zijn
Overal waar je komt, ontmoet je nieuwe mensen en daarmee nieuwe mogelijkheden. Je kunt je netwerk ook uitbreiden door een profiel aan te maken op netwerksites als Facebook en LinkedIn.
Netwerken is iets anders dan vrienden maken. Netwerken is investeren in anderen op basis van een doel dat je wilt behalen of een vraag die je beantwoord wilt hebben.
De mensen uit jouw netwerk hebben ook weer een netwerk en ga zo maar door. Voordat je het weet heb je heel Nederland binnen je bereik.
Opdracht
Bekijk klassikaal een filmpje over netwerken (4.20 min.).
Praat samen over de inhoud van het filmpje:
- Wat is netwerken volgens jou?
- Wat is belangrijk bij netwerken?
2. Mijn doel
Tijd
15 minuten
Doel
Je kunt vertellen wat jij met jouw netwerk wilt bereiken (op korte en lange termijn).
Weten
Netwerken in het wilde weg heeft weinig effect. Je moet weten wat je wilt bereiken en wat je te bieden hebt. Waar ben je goed in? Wat wil je ontwikkelen? Wat wil jij bijvoorbeeld
over vijf jaar bereikt hebben? Wat wil je voor anderen kunnen betekenen? Nu? Over vijf jaar? Kortom: wat staat er op jouw netwerkverlanglijstje?

Opdracht
Vorm groepjes. Noteer op een papier wat jij wil bereiken met jouw netwerk. Je mag ook meerdere doelen opschrijven. Noteer de doelen die je al snel wil bereiken (bijvoorbeeld een vraag die je beantwoord wil hebben of het vinden van een bijbaan) en de doelen die je over een tijdje wil bereiken (bijvoorbeeld het vinden van een vaste baan).
Leg de papieren bij elkaar op tafel. Kies allemaal een papier dat niet van jezelf is. Vertel:
- Wat vind je van deze netwerkdoelen?
- Denk je dat jouw klasgenoot deze doelen kan bereiken als hij/zij een goed netwerk heeft?
- Wat moet jouw klasgenoot hier zelf voor doen, denk je?
Geef elkaar feedback. Je mag elkaar best onderbreken.
De docent loopt rond en bespreekt de belangrijkste bevindingen klassikaal.
3. Jou heb ik nodig
Tijd
5 minuten
Doel
Je kunt bedenken wie uit jouw netwerk een bijdrage kunnen leveren aan het bereiken van jouw doelen.
Weten
Niet iedereen uit jouw netwerk kan een even grote bijdrage leveren aan het bereiken van jouw doelen. Daarom is het goed als je je netwerk af en toe bijwerkt. Mensen die nu of in de nabije toekomst niets voor je kunnen betekenen en waarvoor jij niets kunt betekenen, mag je best loslaten. Zo kun je meer aandacht en tijd besteden aan de mensen die wel iets voor je kunnen doen.

Als het vinden van een vaste baan een doel van je is, zoek je bijvoorbeeld mensen die:
- weet hebben van bepaalde vacatures
- uitkijken naar mogelijkheden
- iemand kennen die zijn baan gaat opzeggen
- bepaalde bedrijven of organisaties kennen waar mogelijkheden zouden kunnen zijn
- hebben gehoord dat er in jouw omgeving nieuwe bedrijven worden gevestigd of dat er bedrijven gaan uitbreiden
Opdracht
Bedenk wie uit jouw netwerk een bijdrage kunnen leveren aan het bereiken van jouw doelen. Noteer voor jezelf de namen en contactgegevens. Noteer ook wat zij voor je zouden kunnen betekenen.
4. Voor jou
Tijd
10 minuten
Doel
Je kunt bedenken wie uit jouw netwerk een bijdrage kunnen leveren aan het bereiken van het doel van jouw klasgenoten.
Weten
Niet iedereen uit jouw netwerk kan een even grote bijdrage leveren aan het bereiken van jouw doel. Maar misschien zitten er wel mensen bij die een bijdrage kunnen leveren aan het doel van een klasnoot. Zo kun je elkaar helpen en werk je indirect dus ook aan je eigen netwerk. Wie geeft, krijgt namelijk vaak iets terug.

Opdracht
Bedenk wie uit jouw netwerk een bijdrage kan leveren aan het bereiken van het doel van een klasgenoot. Maar let op: zorg dat jouw eigen doelen hierdoor niet in gevaar komen.
Noteer op een papiertje:
- de naam van de klasgenoot
- de naam uit je netwerk
- de functie/rol van deze persoon
- de contactgegevens
- wat deze persoon voor je klasgenoot zou kunnen betekenen
Geef deze gegevens aan je klasgenoot. Je mag meerdere klasgenoten helpen.
Kijk na tien minuten wie er nog geen of weinig papiertjes heeft gekregen. Kijk opnieuw in je netwerk. Wie kan iets betekenen voor deze klasgenoot? Noteer de gegevens op een papiertje en geef het aan je klasgenoot.
Portfolio-opdracht 1
Tijd
1 uur (eventueel thuis afmaken)
Doel
Je kunt laten zien dat je:
- een netwerk hebt opgebouwd
- je netwerk onderhoudt en uitbouwt

Weten
Jouw netwerk bestaat in principe uit alle mensen die je kent en een positieve indruk van jou hebben. Denk aan vrienden, familie, oud klasgenoten, docenten, mensen van je sportvereniging, collega’s, enz. Je netwerk is groter dan je denkt.
Bovendien hebben mensen uit jouw netwerk zelf ook een netwerk. Ook daar kun je gebruik van maken. Zo bouw je je netwerk uit. Je bouwt ook aan je netwerk door het ontmoeten van mensen die je nog niet kent. Als je interesse toont en wat over jezelf vertelt, ontstaat al snel een nieuw contact.

Wie zijn netwerk onderhoudt, heeft een goed beeld van de mensen die veel voor hem kunnen betekenen en wie niet. Onderhoud je netwerk door extra aandacht te besteden aan de mensen die een bijdrage kunnen leveren aan het bereiken van jouw doel.
Klik hier voor extra informatie voor niveau 3 en 4 en lees halverwege de pagina de Tien tips voor het goed gebruiken van je netwerk.
Opdracht
Maak je eigen netwerkkaart. Je mag zelf weten hoe je dat doet. Je moet je wel houden aan de onderstaande eisen.
Je kunt:
- zien wat je wilt bereiken met je netwerk (jouw doelen)
- zien wie belangrijk is voor jouw doelen (bijvoorbeeld groter, kleur, bovenaan, enz.)
- zien hoe/waar je iemand kunt bereiken
- zien waar je iemand van kent (bijvoorbeeld familie, vriend, via BPV, via school, enz.)
- deze netwerkkaart onderhouden (er kunnen mensen afgehaald en toegevoegd worden)
Schrijf daarna een kort actieplan:
- Hoe ga jij je netwerk onderhouden en uitbreiden?
- Welke acties ga je binnenkort al uitvoeren? Noteer waarom (met welk doel), hoe en wanneer.
Laat je netwerkkaart en je actieplan zien aan de docent. Verbeter je werk als dat nodig is.
Plaats je netwerkkaart en actieplan in je portfolio (dit mag ook een screenshot of foto zijn).
Voer jouw actieplan uit.
2. ACTUEEL IN MIJN SECTOR
5. Quiz
Tijd
1 uur
Doel
Je kunt
- opzoeken welke mogelijkheden er zijn om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen binnen jouw sector (denk aan: vakbonden, beurzen, tijdschriften, cursussen, enz.)
- inzicht tonen in de mogelijkheden om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen binnen jouw sector
Weten
Je kunt je netwerk ook uitbreiden door goed op de hoogte te blijven van ontwikkelingen binnen de sector. Dit brengt je niet alleen nieuwe kennis, maar mogelijk ook nieuwe contacten.
Het voordeel van actuele kennis is dat de mensen in jouw netwerk nog positiever over jou gaan denken. Bijvoorbeeld omdat ze kunnen profiteren van jouw kennis. En dat is heel belangrijk bij netwerken. Zo bereik je sneller je doel.

Opdracht
- Vorm een even aantal kleine groepen.
- Zoek op internet naar mogelijkheden om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen binnen jullie sector (denk aan: vakbonden, beurzen, tijdschriften, cursussen, enz.). Verzamel de gegevens.
- Zoek ook naar de meest actuele ontwikkelingen van dit moment. Verzamel de gegevens.
- Bedenk 15 vragen over de gegevens die je hebt verzameld. Noteer de vragen op een blad en de antwoorden op een ander blad. Niet de blaadjes aan elkaar (met de antwoorden achteraan).
- Wissel met een andere groep van Quiz. Kijk niet naar de antwoorden. Noteer jullie antwoorden op een blad. Kijk jullie antwoorden zelf na.
- Bespreek de bevindingen met de hele klas. Wat wisten jullie al? Wat was nieuw voor jullie?
Portfolio-opdracht 2
Tijd
20 minuten
Doel
Je kunt laten zien dat je de ontwikkelingen binnen de sector bijhoudt.

Opdracht
Hoe ga jij vanaf nu de ontwikkelingen binnen de sector bijhouden? Maak een actieplan.
Inhoud actieplan:
- Wat ga ik doen?
- Hoe ga ik dit doen en/of waar?
- Wanneer ga ik dat doen? Maak onderscheid tussen op korte termijn en op lange termijn.
- Waarom?
- Op welke wijze kan dit mijn netwerk verbeteren?
Voer je actieplan uit. Start direct met de dingen die je op korte termijn wil gaan doen.
Laat je actieplan zien aan de docent. Verbeter je werk als dat nodig is.
Plaats je actieplan in je portfolio.
3. GOEDE INDRUK ACHTERLATEN
6. Mijn ambities en passie
Tijd
20 minuten
Doel
Je kunt aangeven wat jouw ambitie is en wat jouw passie is.
Weten
Zonder ambities heb je weinig aan een netwerk. Voor mensen in een netwerk ben je ook minder interessant als je geen ambities hebt. Hetzelfde geldt voor een passie. Het is dus belangrijk dat je nadenkt over jouw ambities en passie. Je moet hierover kunnen praten met mensen binnen je netwerk. Door het voeren van gesprekken over jouw ambitie en passie kun je ook nieuwe mensen voor je netwerk werven.

Opdracht
Tijdens de LOB-lessen hebben we het al regelmatig gehad over jouw ambities en passies. Neem een vel papier en noteer hierop al jouw ambities en passies. Kijk niet bij een ander en zet niet je naam op het blad.
Verzamel alle vellen en leg ze op de grond in de klas. Deze leerling kiest en blad en geeft het aan de bijbehorende persoon. Verkeerde persoon gekozen? Leg het blad dan terug.
Ga door tot alle ambities en passies aan de juiste persoon zijn gegeven.
7. Mijn kwaliteiten en competenties
Tijd
20 minuten
Doel
Je kunt aangeven wat jouw kwaliteiten zijn en welke competenties je beheerst.
Weten
Zonder kwaliteiten heb je weinig aan een netwerk. Voor mensen in een netwerk ben je ook minder interessant als je geen kwaliteiten hebt. Hetzelfde geldt voor competenties. Het is dus belangrijk dat je nadenkt over jouw kwaliteiten en competenties. Je moet hierover kunnen praten met mensen binnen je netwerk. Door het voeren van gesprekken over jouw kwaliteiten en competenties kun je ook nieuwe mensen voor je netwerk werven.

Opdracht
Vorm een kring. De docent begint en vertelt waar zijn/haar rechter buurman erg goed in is. Ook geeft hij/zij een praktijkvoorbeeld waarbij deze kwaliteit of competentie goed te zien was. Ga zo de hele kring rond.
Ga weer zitten. Schrijf voor jezelf op wat jouw kwaliteiten zijn en/of competenties. Noteer hier praktijkvoorbeelden bij. De docent loop rond en helpt waar nodig.
8. Goede eerste indruk
Tijd
10 minuten
Doel
Je kunt:
- aangeven wat iemand volgens jou wel moet denken als hij met jou heeft staan praten
- aangeven wat iemand volgens jou niet moet denken als hij met jou heeft staan praten
- uitleggen wat jij moet doen om dit voor elkaar te krijgen
Weten
Realiseer je bij elke kennismaking dat de eerste indruk ook het meeste indruk maakt op de ander. Bereid je dus altijd voor, want elk contact is waardevol. Kleed je goed, zie er verzorgd uit. Wees je bewust van wat je zegt. Laat je zien en weet wat je te bieden hebt.
Waar let jij op, als je iemand ontmoet? Net als iedereen heb jij je vooroordeel al klaar zodra
je iemand ziet. Denk aan: ‘aardig/niet aardig’, ‘mooi/niet mooi’, ‘interessant/saai’, ‘belangrijk voor mij/onbelangrijk voor mij’. Je oordeel is afhankelijk van de situatie. Als je iemand ontmoet tijdens het uitgaan, let je op andere dingen dan wanneer je iemand tijdens je werk ontmoet.
Houd in de gaten dat het oordelen op uiterlijk en in zo’n korte tijd niet reëel is.

Uitstraling heeft dezelfde uitwerking als uiterlijke schoonheid. Uitstraling werkt statusverhogend, waardoor je gesprekspartner jou wel ziet en naar je luistert.
Hieronder volgen tips bij het maken van een goede indruk.
1. Zakelijk flirten
Bij flirten laat je het beste van jezelf zien. Je hoopt dat die ander daar op valt. Bij persoonlijk flirten gaat het om jou als persoon maar bij netwerken gaat het om wat jij als professional te bieden hebt. Je wilt opvallen als professional. Bij zakelijk flirten gaat het om:
- het creëren van een goede sfeer
- een enthousiaste en overtuigende presentatie van jezelf
- de inhoud van je boodschap
2. Complimenten geven
Maak een (wel gemeend) compliment waarmee je iemand niet verlegen maakt. Veel mensen ontvangen graag een complimentje, maar vinden het moeilijk te laten zien dat ze er blij mee zijn. Help de ontvanger daarom door een vraag te stellen na het compliment. Bijvoorbeeld: ‘Goh, wat draag je mooie schoenen’, gevolgd door: ‘Waar heb je die gekocht?’
Krijg je zelf een compliment? Zeg dan in elk geval: "Dank je wel."
Complimenten kunnen ervoor zorgen dat een contact soepeler verloopt of dat mensen je beter onthouden.
3. Lichaamstaal - handen
Gebaren ondersteunen een verhaal en maken het levendiger. Wie zijn handen gebruikt, gaat ook makkelijker praten. Tips:
- Gebruik grote gebaren met mate, deze komen wat lomp over en stralen uit dat je de leiding wilt nemen.
- Vouw je handen niet over elkaar en leg ze ook niet over elkaar voor je buik. Leg ook je armen niet over elkaar. Anders lijkt het of je jezelf ergens tegen wilt verdedigen.
- Praat niet met je handen in je zak. Het lijkt dan net of de ander jou niet interesseert. Maar je wil juist dat de ander zich opgemerkt voelt.
- Met je handen in je zij lijkt het of je een vijand uitdaagt. Ook niet doen dus.
- Heb je moeite om je handen te gebruiken terwijl je praat? Probeer dan bijvoorbeeld een glas water vast te houden.
- Heb ook aandacht voor de lichaamstaal van de ander. Het geeft je veel informatie.

4. Lichaamstaal - voeten
Als allebei jouw voeten gericht zijn naar de degene met wie je praat, lijk je het naar
je zin te hebben. Je geeft iemand aandacht als je met beide voeten naar hem toe wijst. Doe je dit niet? Dan lijkt het of je liever weg wil.
5. Spiegelen
Spiegelen deed je al als baby. Nadoen is een manier om een band te krijgen met een ander. Als je afwijkt, kan het lijken of er iets niet goed zit.
Bij netwerken is het goed om het gedrag van de ander te volgen (zolang dat gedrag positief is). Maar het spiegelen mag niet opvallen. Het is juist niet de bedoeling dat je geforceerd overkomt of irritatie opwekt. Zorg dat er wat tijd zit tussen het gedrag dat je ziet en jouw volgend gedrag.
6. Jezelf presenteren
Luister aandachtig. Laat merken dat je de ander begrijpt en serieus neemt. Stel vragen en noem af en toe de naam van de ander. Denk positief en gebruik humor.
Weten wat je kunt en wilt is belangrijk. In veel branches is pitchen belangrijk. Een pitch is een (verkoop) praatje over jezelf, waarmee jij de interesse wekt van anderen. Tips:
- Bedenk een opening waardoor je de aandacht van de ander vangt. Bedenk bijvoorbeeld
- een prikkelende stelling.
- Houd je pitch kort: maximaal dertig seconden of honderd woorden. Zo snel bepaalt je gesprekspartner of hij geïnteresseerd is in meer.
- Sluit dus aan bij de ander. Een pitch is maatwerk. Vragen die helpen zijn: ‘Herken je…?’, ‘Heb je ook…?’, ‘Klopt het dat…?’ Bij een bevestigende reactie kun je vertellen wat jij daarvoor te bieden hebt.
- Houd contact: blijf goed kijken of je gesprekspartner nog geïnteresseerd is.
- Gebruik eenvoudige taal.
- Houd het persoonlijk: praat over jezelf. Toon je enthousiasme.
- Sluit je verhaal af met een uitnodiging voor een vervolg.
Nooit doen:
- Verwacht niet dat je geholpen gaat worden.
- Wordt niet 'onecht' en doe niet net alsof je interesse in de ander.
- Roddel nooit! Kwaadspreken over anderen keert zich uiteindelijk altijd tegen je.

Opdracht
Download het bestand en vul in.
Portfolio-opdracht 3
Tijd
1,5 uur
Doel
Je kunt laten zien hoe je bij een bedrijf op de beste cv-stapel belandt.

Weten
Als je reageert op een vacature, stuur je altijd een cv mee. Je cv moet altijd actueel zijn en er verzorgd uitzien.
Je bent nooit de enige die solliciteert. Het bedrijf dat de reacties ontvangt, maakt altijd een eerste selectie. Zij bekijken globaal alle cv's en maken daarvan drie stapels:
- prima kandidaat
- misschien interessant
- niet interessant
Het is belangrijk dat jij op stapel 1 terecht komt en zeker niet op stapel 3. Dan maak je de meeste kans.

Opdracht
De docent heeft minimaal een bedrijf bereid gevonden om jullie cv's te selecteren. Het gaat niet om een echte sollicitatie, maar wel om een serieuze eerste selectie van cv's.
Maak je cv in orde. Mail je cv naar de docent of in overleg met de docent direct naar het bedrijf.
Het bedrijf geeft de uitslag aan de docent. Indien mogelijk geeft het bedrijf zelf in de klas de uitslag van deze cv-selectie. Het bedrijf geeft aan wie op welke stapel is beland en vooral: waarom dat zo is.
Verbeter je cv als dat nodig is. Plaats je cv in je portfolio.
4. PERSONAL BRANDING
9. Ik in woorden
Tijd
15 minuten
Doel
Je kunt jouw persoonlijkheid, kennis en ervaring in woorden uitdrukken.
Weten
Personal branding is een Engelse term. Personal staat voor persoonlijk. Branding staat voor merk. Jouw persoonlijke merk dus! Personal Branding betekent dat jij jezelf als merk presenteert aan iemand. Jouw merk wordt bepaald door jouw:
- persoonlijkheid (waaronder ook jouw ambitie en passie)
- kennis (waaronder ook jouw kwaliteiten)
- ervaring (waaronder ook jouw kwaliteiten en competenties)
Met jouw Personal Branding probeer je je te onderscheiden van anderen.
Klik hier voor extra informatie voor niveau 3 en 4 en lees de informatie over Personal Branding.

Opdracht
Wat maakt jou anders dan anderen? Wat maakt jou interessant?
Neem een blanco vel papier. Probeer in 5 woorden jouw persoonlijkheid duidelijk te maken.
Probeer de kennis die je hebt in 5 woorden duidelijk te maken.
Probeer de ervaring die je hebt in 5 woorden duidelijk te maken.
Vraag hulp aan klasgenoten als dat nodig is. Herkennen ze jou in deze woorden?
10. Ik in beeld
Tijd
30 minuten
Doel
Je kunt jouw persoonlijkheid, kennis en ervaring in beelden laten zien.
Weten
Een goed merk herken je aan goed gekozen woorden en beelden die je onthoudt.

Opdracht
Wat maakt jou anders dan anderen? Wat maakt jou interessant?
Neem een blanco vel papier. Probeer in beelden jouw persoonlijkheid te laten zien.
Probeer de kennis die je hebt in beelden te laten zien.
Probeer de ervaring die je hebt in beelden te laten zien.
Vraag hulp aan klasgenoten als dat nodig is. Herkennen ze jou in deze beelden?
11. Mijn visitekaartje
Tijd
zoveel als nodig (evt. thuis afmaken)
Doel
Je kunt jouw eigen merk vastleggen in een visitekaartje.
Weten
Een visitekaartje is bedoeld om af te geven aan een ander. De bedoeling is dat de ander het bewaart en op het juiste moment aan jou denkt.
Het is belangrijk dat jouw visitekaartje er verzorgd uitziet en dat jouw Personal Branding goed herkenbaar is.

Opdracht
Maak een goed verzorgd visitekaartje waarop jouw Personal Brand goed herkenbaar is.
Portfolio-opdracht 4
Tijd
1 uur
Doel
Je laat zien dat je jezelf kunt presenteren.

Weten
Er wordt niet altijd een vacature uitgeschreven waarop iedereen kan solliciteren. Veel banen worden onderling vergeven, omdat de juiste persoon voor die baan een bekende is. Veel werkgevers vinden dat prettig: ze weten wat diegene te bieden heeft. Het is bekend dat veel banen worden vergeven aan vrienden of bekenden. Trouwens: ooit een advertentie voor een voetballer in de krant zien staan? Netwerken is dus erg belangrijk als je een baan zoekt. Zorg dat je jezelf goed presenteert.
Opdracht
- Neem de informatie onder Weten in hoofdstuk 3 en 4 nog eens door. Arceer voor jezelf de woorden die volgens jou belangrijk zijn als jij jezelf gaat presenteren.
- Je geeft straks jouw visitekaartje af aan de docent. Daarbij stel je jezelf kort voor in max. 30 seconden. Je kunt dit doen in de vorm van een pitch. Zorg dat jouw Personal Branding goed zichtbaar is. Drie klasgenoten beoordelen jouw presentatie en visitekaartje. Bereid je voor op het afgeven van jouw visitekaartje. Lees het beoordelingsformulier op de volgende pagina goed door.
- Geef jouw visitekaartje af en presenteer jezelf in max. 30 seconden.
- Beoordeel van drie klasgenoten het visitekaartje en de presentatie. Download hiervoor het onderstaande beoordelingsformulier. De docent geeft aan wie wie beoordeelt.
Scoor je onvoldoende? Verbeter dan je kaartje en je presentatie. Maak hiervoor individueel een afspraak met de docent. De docent vult opnieuw voor jou een beoordelingsformulier in.
- Plaats je goedgekeurde visitekaartje en de beoordelingsformulieren (foto of scan) in je portfolio.
5. SOLLICITEREN
12. Wat zou ik doen?
Tijd
25 minuten
Doel
Je kunt:
- een mening formuleren
- een antwoord beargumenteren
- je inleven in een sollicitatiesituatie
Weten
Ook tijdens een sollicitatiegesprek ben je aan het netwerken. Je probeert de beste indruk van jezelf achter te laten. Stel je wordt het niet, dan bestaat altijd nog de kans dat ze jou onthouden voor de toekomst. Of dat iemand goede reclame voor je maakt binnen zijn netwerk.

Opdracht
Download het bestand. Bespreek in tweetallen de stellingen: Waar of niet waar? Beargumenteer je antwoord.
13. Mindmap Sollicitatie
Tijd
20 minuten
Doel
Je kunt:
- inzicht tonen in een sollicitatieproces
- informatie verzamelen en samenvatten
Weten
Een sollicitatiegesprek bestaat niet uit het gesprek alleen. Een sollicitatiegesprek bestaat uit 6 verschillende fases: voorbereiding, meenemen, aankomst, kennismaken, sollicitatiegesprek en afscheid nemen.

Opdracht
Maak een mindmap met in het midden het woord: sollicitatiegesprek. Maak zes takken en schrijf daar de zes fases bij. Maak aan elke fase nieuwe takken. Noteer daarbij de aandachtspunten voor jou als sollicitant: Wat moet je doen, waar moet je aan denken?
Maak in je mindmap gebruik van kleur en tekst. Laat de meest belangrijke aandachtspunten er duidelijk uitkomen (bijv. dikker, schuin, enz.).
14. STAR-methode
Tijd
1 uur
Doel
Je kunt:
- competentiegerichte sollicitatievragen beantwoorden
- je antwoorden beargumenteren
- de STAR-methode toepassen
Weten
In een sollicitatiegesprek moet je aantonen dat je bepaalde eigenschappen, competenties en vaardigheden bezit. Je bereidt je goed voor op een sollicitatiegesprek als je vooraf bedenkt welke soort vragen een selectiecommissie zou kunnen gaan stellen. Een sollicitatiecommissie wil graag concrete antwoorden. Als je de STAR-methode toepast, formuleer je vanzelf concrete antwoorden. Dit kun je vooraf oefenen.
STAR staat voor:

Klik hier en lees meer over de STAR-methode.
Opdracht
Download het onderstaande bestand. In het bestand staat een tabel met eigenschappen/competenties. Hier staan steeds 5 vragen bij die een sollicitatiecommissie aan je zou kunnen stellen.
Kies 2 eigenschappen/competenties uit. Gebruik de STAR-methode. Formuleer jouw antwoorden.
Portfolio-opdracht 5
Tijd
1 uur
Doel
Je laat zien dat je:
- vragen tijdens een sollicitatiegesprek kunt beantwoorden
- vragen kunt stellen tijdens een sollicitatiegesprek

Opdracht
Zoek een vacature waar je wel op zou willen solliciteren. Lees de vacature goed door.
Stel je voor: je wordt uitgenodigd voor een gesprek. Welke antwoorden geef je op de volgende vragen van deze sollicitatiecommissie?
- Ben je wel eens geconfronteerd met opgelegde taken die je moest uitvoeren en die je eigen plannen in de war stuurden? Beschrijf hoe je daarmee bent omgegaan.
- In welke dingen ben je naast je werk actief? Hoeveel tijd besteed je daar per week aan?
- Wat is de laatste feedback die je van je leidinggevende hebt gekregen? En van je collega's? Hoe heb je gereageerd?
- Heb je wel eens een ander standpunt ingenomen dan je leidinggevende omdat jij betere argumenten had? Wat heb je toen gedaan?
- Hoe denk je dat de buitenwereld aankijkt tegen deze organisatie? Zie je punten waarop het imago veranderd moet worden?
Welke vragen zou je zelf aan deze sollicitatiecommissie willen stellen?
Werk deze opdracht uit in een Wordbestand en lever dit in bij de docent. Verbeter je antwoorden als dat nodig is. Plaats jouw uitwerking in je portfolio.
EINDOPDRACHT
Tijd
Afhankelijk van de opdracht
Doel
Je laat zien dat je:
- kunt netwerken
- een netwerk hebt
- het belang van netwerken begrijpt
- jouw (unieke) kwaliteiten, passie en ambitie kunt presenteren
- nadenkt over de toekomst: Hoe ga jij je netwerk verder uit bouwen?
- een goede indruk van jezelf kunt achterlaten

Opdracht
De docent vertelt wat jullie gaan doen. Voorbeelden:

Laat aan je docent zien dat je de doelen bij deze eindopdracht hebt bereikt.
Heb je deze doelen bereikt en is je portfolio op orde? Dan heb je dit LOB-thema behaald.
Werkboek en bijlage (pdf)