8. Goede eerste indruk

Tijd

10 minuten

 

Doel

Je kunt:

 

Weten

Realiseer je bij elke kennismaking dat de eerste indruk ook het meeste indruk maakt op de ander. Bereid je dus altijd voor, want elk contact is waardevol. Kleed je goed, zie er verzorgd uit. Wees je bewust van wat je zegt. Laat je zien en weet wat je te bieden hebt.

Waar let jij op, als je iemand ontmoet? Net als iedereen heb jij je vooroordeel al klaar zodra

je iemand ziet. Denk aan: ‘aardig/niet aardig’, ‘mooi/niet mooi’, ‘interessant/saai’, ‘belangrijk voor mij/onbelangrijk voor mij’. Je oordeel is afhankelijk van de situatie. Als je iemand ontmoet tijdens het uitgaan, let je op andere dingen dan wanneer je iemand tijdens je werk ontmoet.

Houd in de gaten dat het oordelen op uiterlijk en in zo’n korte tijd niet reëel is.

 

 

Uitstraling heeft dezelfde uitwerking als uiterlijke schoonheid. Uitstraling werkt statusverhogend, waardoor je gesprekspartner jou wel ziet en naar je luistert.

Hieronder volgen tips bij het maken van een goede indruk.

 

1. Zakelijk flirten

Bij flirten laat je het beste van jezelf zien. Je hoopt dat die ander daar op valt. Bij persoonlijk flirten gaat het om jou als persoon maar bij netwerken gaat het om wat jij als professional te bieden hebt. Je wilt opvallen als professional. Bij zakelijk flirten gaat het om:

 

2. Complimenten geven

Maak een (wel gemeend) compliment waarmee je iemand niet verlegen maakt. Veel mensen ontvangen graag een complimentje, maar vinden het moeilijk te laten zien dat ze er blij mee zijn. Help de ontvanger daarom door een vraag te stellen na het compliment. Bijvoorbeeld: ‘Goh, wat draag je mooie schoenen’, gevolgd door: ‘Waar heb je die gekocht?’

Krijg je zelf een compliment? Zeg dan in elk geval: "Dank je wel."

Complimenten kunnen ervoor zorgen dat een contact soepeler verloopt of dat mensen je beter onthouden.

 

3. Lichaamstaal - handen

Gebaren ondersteunen een verhaal en maken het levendiger. Wie zijn handen gebruikt, gaat ook makkelijker praten. Tips:

 

4. Lichaamstaal - voeten

Als allebei jouw voeten gericht zijn naar de degene met wie je praat, lijk je het naar

je zin te hebben. Je geeft iemand aandacht als je met beide voeten naar hem toe wijst. Doe je dit niet? Dan lijkt het of je liever weg wil.

 

5. Spiegelen

Spiegelen deed je al als baby. Nadoen is een manier om een band te krijgen met een ander. Als je afwijkt, kan het lijken of er iets niet goed zit.

Bij netwerken is het goed om het gedrag van de ander te volgen (zolang dat gedrag positief is). Maar het spiegelen mag niet opvallen. Het is juist niet de bedoeling dat je geforceerd overkomt of irritatie opwekt. Zorg dat er wat tijd zit tussen het gedrag dat je ziet en jouw volgend gedrag.

 

6. Jezelf presenteren

Luister aandachtig. Laat merken dat je de ander begrijpt en serieus neemt. Stel vragen en noem af en toe de naam van de ander. Denk positief en gebruik humor.

Weten wat je kunt en wilt is belangrijk. In veel branches is pitchen belangrijk. Een pitch is een (verkoop) praatje over jezelf, waarmee jij de interesse wekt van anderen. Tips:

 

Nooit doen:

 

 
Opdracht

Download het bestand en vul in.

Opdracht 8 - Goede eerste indruk