Waar gingen jouw opa en oma vroeger heen op vakantie?
Leerdoel
Aan het eind van deze opdracht:
kun je de verschillen tussen een vakantie in 1960 en een vakantie van nu uitleggen.
kun je de oorzaken noemen waarom het vakantiegedrag veranderd is.
Eindproduct
Je houdt twee interviews.
Je interviewt iemand van 70 jaar of ouder.
En je houdt een interview met iemand die tussen de 30 en 40 jaar is.
Beide interviews gaan over vakantiegedrag.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Kennisbank over vakantie bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2
Alleen
Vragen beantwoorden met behulp van bron over vakantiegedrag.
Stap 3
Samen
Interviews voorbereiden.
Stap 4
Samen
Interviews houden en uitwerken.
Stap 5
Samen
Interviews vergelijken en door de docent laten nakijken.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 3 à 4 uur nodig.
Stap 1: Vakantie toen en nu
Bestudeer in de Kennisbank de pagina's met informatie over:
In de bron 'Vakantiegedrag in grafieken' zie je vijf grafieken. De grafieken vertellen iets over hoe en waarom het vakantiegedrag is veranderd.
Bij de grafieken ontbreken de titels.
Hieronder zie je die vijf titels. Welke titel hoort bij welke grafiek?
Grafiek ....: vakanties naar verre bestemmingen (%)
Grafiek ....: vakantieparticipate vanaf 1960 (%)
Grafiek ....: Aantal auto's in Nederland
Grafiek ....: Aantal vrije dagen van Nederlanders
Grafiek ....: Gemiddeld jaar-inkomen Nederlander
Stap 3: interview voorbereiden
Jullie gaan twee interviews afnemen.
Lees de gereedschapskist over het afnemen van een interview.
Het eerste interview houden jullie met iemand van 70 jaar of ouder.
Het tweede interview met iemand die tussen de 30 en 40 jaar is.
Voordat jullie de interviews gaan afnemen, bedenken jullie eerst welke vragen jullie gaan stellen.
Schrijf samen een aantal vragen die jullie zouden willen stellen.
Vinden jullie het lastig om vragen te verzinnen?
Kijk dan ook even naar de onderstaande vragen.
Hieronder zie je een aantal vragen die jullie zouden kunnen stellen.
Hoeveel vrije dagen had/heeft u?
Hoe vaak ging/gaat u op vakantie?
Waar ging/gaat u heen?
Hoe ging/gaat u op vakantie? Met welk vervoersmiddel?
In wat voor een accommodatie (hotel, huisje, tent) ging/gaat u op vakantie?
Hoeveel geld gaf/geeft u ongeveer uit aan een vakantie?
Wat is uw mooiste vakantieherinnering?
Maak nu jullie vragenlijst compleet.
Stap 4: Interview houden en uitwerken
Maak een afspraak met iemand van 70 jaar of ouder en maak een afspraak met iemand die tussen de 30 en 40 jaar is. Vertel duidelijk waarom je de personen wilt interviewen.
Neem opnameapparatuur en een camera mee naar het interview.
Houd het interview.
Werk de antwoorden op vragen uit.
Laat de uitwerking lezen aan degene die je geïnterviewd hebt.
Vraag om zijn of haar commentaar en verwerk dat.
Logboek
Neem de interviews op in het logboek.
Stap 5: Interviews vergelijken
Leg de twee interviews naast elkaar.
Welke verschillen worden zichtbaar?
Kijk naar:
het verschil in reisbestemming
het verschil in duur van de vakantie
de kosten van de vakantie
de accommodatie van de vakantie.
Neem de verschillen op in het logboek.
Klaar?
Laat de interviews beoordelen door jullie docent.
Vakantieparticipatie is toegenomen: mensen gaan meer op vakantie. Vroeger was vakantie een luxeproduct dat maar voor weinig mensen was weggelegd.
Van vakantie in het binnenland naar vakantie in het buitenland: was er vroeger vooral binnenlands toerisme, nu gaan veel Nederlanders naar het buitenland.
Toename van welvaart en vrije tijd: mensen verdienen meer en kunnen daardoor makkelijker een vakantie betalen. Daarnaast hebben Nederlanders meer vrije tijd. Het aantal uur dat Nederlanders per dag werken is afgenomen.
Ontwikkeling op het gebied van vervoer en verkeer: het reizen met de auto, trein en vliegtuig is veel makkelijker geworden. Door de toename van mobiliteit kunnen we makkelijker en sneller naar het buitenland reizen.
Het arrangement Vakantie vroeger en nu vmbo12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.