Thema: Beroepsziekten vmbo-kgt34

Thema: Beroepsziekten vmbo-kgt34

Thema: Beroepsziekten

Intro

Beroepsziekten
Een beroepsziekte is een ziekte of aandoening die het gevolg is van één of meer schadelijke factoren van het werk of de werkomstandigheden. Het gaat bijvoorbeeld om aandoeningen aan het beenderenstelsel, psychische aandoeningen, aandoeningen aan het gehoor en huidaandoeningen.

Bekijk de video.
In de video zie je iemand die een beroepsziekte heeft opgelopen. Ook kunnen werknemers bepaalde longziekten krijgen als ze in aanraking komen met stoffen waarvoor ze overgevoelig of allergisch voor zijn. Bijvoorbeeld latex of stuifmeelkorrels. Of stoffen die kankerverwekkend zijn, zoals asbest.

Mensen die voor hun werk in aanraking komen met bloed, lopen een klein risico besmet te raken met een virus.
Bijvoorbeeld het virus dat hepatitis B veroorzaakt. Hepatitis is een verzamelnaam voor verschillende soorten ontstekingen van de lever. Werknemers in de gezondheidszorg worden hiertegen ingeënt. Ook zijn er andere voorzorgsmaatregelen, zoals het dragen van latex handschoenen.

Mensen die met dieren werken hebben een kans om besmet te worden door ziekteverwekkers van dieren. Zo lopen mensen die werken aan de riolering of als rattenvanger het risico besmet te worden met bacteriën die de ziekte van Weill veroorzaken. Mensen die deze ziekte oplopen krijgen koorts, spierpijn en leverontstekingen.

In dit thema richt je je het ademhalingsstelsel, bloedvatenstelsel en verschillende aandoeningen. Doordat het beenderenstelsel vaak veel te verduren heeft tijdens het werk, besteed je aandacht aan een goede lichaamshouding.

Als afsluiting van dit thema maak je examenvragen die aansluiten bij de leerdoelen.

Wat kan ik straks?

Kennis
Aan het eind van dit thema kan ik:

K9: Ademhalingsstelsel

  • De onderdelen van het ademhalingsstelsel in een afbeelding aanwijzen en de functie(s) en werking van de onderdelen beschrijven.
  • Rib- en buikademhaling omschrijven, zodat duidelijk is wat het verschil tussen beide vormen van ademhaling is.
  • Uitleggen waarom een neusademhaling gezonder is dan een mondademhaling.
  • Omschrijven hoe gaswisseling in een longblaasje werkt.
  • De invloed van inspanning op de ademhaling (en de hartslag) omschrijven.

K8: Lichaamshouding

  • De onderdelen van de wervelkolom benoemen.
  • Omschrijven wat een goede lichaamshouding is bij staan, zitten en liggen.
  • Omschrijven hoe men goed moet tillen.

K9: Long, hart en vaatziekten

  • Het begrip chronische ziekte omschrijven.
  • Omschrijven wat astma is en welke symptomen astma heeft.
  • Omschrijven en wat COPD is, welke longaandoeningen hieronder vallen en hoe ik deze kan krijgen.
  • Omschrijven wat hyperventilatie is.
  • Omschrijven wat atherosclerose is en hoe ik dit kan behandelen.
  • Met behulp van voorbeelden uitleggen waarom een hoge bloeddruk schadelijk kan zijn.
  • Omschrijven hoe ik de bloeddruk kan meten.
  • Omschrijven wat een hartinfarct is.

K10: Overige ziekten: Kanker

  • Omschrijven hoe kankercellen kunnen ontstaan en wat een tumor is.
  • Het verschil uitleggen tussen goedaardige en kwaadaardige tumoren.
  • Omschrijven wat leukemie is
  • Twee behandelwijzen van kanker noemen.

Vaardigheden:
Aan het eind van dit thema kan ik:

  • Een model van de longen maken en hiermee de werking van de longen uitleggen.
  • Uitleggen wat het werk van een ergonoom en fysiotherapeut inhoudt.
  • Met een zelfgekozen eindproduct uitleggen hoe ik het risico op hart- en vaatziekten kan verkleinen.
  • Mijn eigen mening delen met klasgenoten over roken.

Wat kan ik al?

Weet je het nog?
Het thema Beroepsziekten is het dertiende thema.
De theorie uit enkele modules die je in de eerste thema's bent tegengekomen, heb je ook nodig bij de afsluiting van dit thema.
Als je twijfelt of je het nog weet, klik de modules hieronder dan nog eens door.

Klik op de links om de modules te openen.

Bouw van een cel (planten en dieren)

Hart en bloedsomloop

Infectie bacteriën en virussen

Antigenen en antistoffen

Inenten

Bloedgroepen

Wat ga ik doen?

Het thema Beroepsziekten bestaat uit de volgende onderdelen.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.

Activiteit

Aantal lessen

Inleiding

 

Wat kan ik straks?

0,5

Wat kan ik al?

2

Wat ga ik doen?

0,5

Modules

 

Module: Ademhalingsstelsel

2

Module: Lichaamshouding

2

Module: Long-, hart- en vaatziekten

2

Module: Overige ziekten: Kanker

2

Afsluiting

 

Samenvattend

0,5

Examenvragen

0,5

Terugkijken

0,5

Totaal:

12 à 13

 

 

 

Modules

Ademhalingsstelsel

Ademhalingsstelsel

Intro

Let jij wel eens op hoe je ademt? Adem je snel of juist langzaam? Adem je door je neus of door je mond?
Uit onderzoek is gebleken dat mensen sneller ademen dan eigenlijk nodig is.
Hoe zit dat bij jou? Doe de ademhalingstest van Runiversity.

Vergelijk jouw resultaat met dat van een klasgenoot. Is jouw ademfrequentie in orde?

Wat ga ik leren?

Na deze module kan ik:

  • de onderdelen van het ademhalingsstelsel in een afbeelding aanwijzen en de functie(s) en werking van de onderdelen beschrijven.
  • rib- en buikademhaling omschrijven, zodat duidelijk is wat het verschil tussen beide vormen van ademhaling is.
  • uitleggen waarom een neusademhaling gezonder is dan een mondademhaling.
  • omschrijven hoe gaswisseling in een longblaasje werkt.
  • de invloed van inspanning op de ademhaling (en de hartslag) omschrijven.

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.

Stap 2

Beijk de video's over de luchtwegen, ademhalen en gaswisseling en kijk of je antwoord kunt geven op de vragen.

Stap 3

Bekijk de video over astma.

Stap 4

Vergelijk het ademhalen door paarden met het ademhalen van mensen.

Stap 5

Bekijk de video's over het gebruik van je stem, maa zelf een animatie en zoek uit wat een laryngectomie is.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst bij deze module.

Examenopgaven

Je maakt een aantal examenopgaven die passen bij dit onderwerp.

Terugkijken

Terugkijken op de module.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

De cellen in je lichaam hebben voor de verbranding van voedingsstoffen zuurstof nodig.
Bij de verbranding komt koolstofdioxide vrij en dat gaat je lichaam weer uit.
Het ademhalingsstelsel zorgt hiervoor.

Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel 'Ademhalingstelsel'.


Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.

Stap 2: Ademhaling

Werk in tweetallen.
Bekijk de video's en beantwoord daarna de vragen.
Lees voordat je gaat kijken eerst de vragen goed door.

Stap 3: Verkouden en astma

Wanneer je longen gezond zijn, heb je geen problemen met ademhalen.
Maar mensen met astma hebben wel moeite met ademhalen.
Ze krijgen veel minder lucht binnen dan iemand zonder astma.

Wil je weten hoe dat voelt? Adem dan eens door een rietje en houd je neus dicht. Probeer maar eens, wat merk je op?

In de video wordt astma verder uitgelegd. Kijk de video en beantwoord daarna de vraag. 

 

Stap 4: Paarden en ademhalen

Paarden kunnen goed presteren doordat ze een goed ademhalingsstelsel hebben.
De luchtwegen van een paard lijken op de luchtwegen van een mens.
Paarden kunnen echter niet door hun mond ademhalen.

De inhoud van de longen van een volwassen paard is 50 liter.
Mensen hebben een longinhoud van maximaal 7 liter.
Een paard ademt per keer ongeveer 8 liter lucht in en uit.
Een paard heeft in rust zo'n 11 ademhalingen per minuut.
In volle galop kan de ademhaling oplopen tot wel 130 keer per minuut.

Stap 5: Je stem

In de volgende twee video's krijg je informatie over de werking van je stem. Kijk de video's en maak daarna één van de keuzeopdrachten.

Kies uit de volgende twee opdrachten:

Hoe werkt jouw stem? Hoe maak je klanken, woorden en zinnen?
Maak in tweetallen een animatie met GoAnimate.com waarin je dit uitlegt.
Deel de animatie met je klasgenoten.

Afronding

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Zuurstof
Molecuul bestaat uit twee zuurstofatomen; gas dat ontstaat bij fotosynthese in planten en nodig is voor verbranding.

Ademen
Opnemen van zuurstof en uitscheiden van koolstofdioxide (koolzuurgas), inademen en uitademen, met behulp van longen, kieuwen of tracheeën. Vorm van gaswisseling.

Inademen
Middenrif trek samen, borstkas wordt groter, longen zuigen lucht aan.

Uitademen
Middenrif ontspant, borstkas wordt kleiner, longen geleiden lucht naar buiten.

Longen
Organen die betrokken zijn bij het in- en uitademen en het opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide. Onderdeel van het ademhalingsstelsel. Uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide vindt plaats in de longen tussen longblaasjes en bloed.

Longvlies
Vlies dat samen met het borstvlies de longen met de ribbenkast verbindt, doordat de vliezen vacuüm aan elkaar zitten gezogen.

Borstvlies
Vlies dat samen met het longvlies de longen met de ribbenkast verbindt, doordat de vliezen vacuüm aan elkaar zitten gezogen.

Luchtpijp
Buis met kraakbeenringen die de mondholte verbindt met de bronchiën, waardoor lucht naar binnen en buiten stroomt.

Verbranding
Chemisch proces waarbij energie vrijkomt uit glucose en zuurstof.

Examenopgaven

Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

 

Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

Binnenkort vind je hier examenvragen van ExamenKracht om mee te oefenen.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Maak bij ieder leerdoel een vraag en geef ook antwoord op die vraag.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat?
  • Inhoud
    Veel video's in deze opdracht. Heb je ze allemaal in zijn geheel bekeken?
    Welke video('s) vond je goed en welke video('s) vond je minder goed?
    Vind je het fijn om te leren door video's te kijken?
  • Examenopgaven
    Heb je de examenopgaven gemaakt? Ging het goed?

Lichaamshouding

Lichaamshouding

Intro

Voel je lijf eens. Hoe zit je nu? Heb je een ontspannend houding of zit je juist krampachtig achter je computer?
Heb je wel eens klachten, omdat je verkeerd zit of ligt? Over je juiste houding gaat deze module.
Kijk voor je verder gaat met deze module eerst even de volgende video.

Wat ga ik leren?

Na deze module kan ik:

  • de onderdelen van de wervelkolom benoemen.
  • omschrijven wat een goede lichaamshouding is bij staan, zitten en liggen.
  • omschrijven hoe men goed moet tillen.

 

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.

Stap 2

Bekijk de video over tillen en beantwoord de drie vragen.

Stap 3

Wat doet een ergonoom? Bekijk de video's en beantwoord de vragen.

 

 

 

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst bij deze module.

Examenopgaven

Je maakt één examenopgave die past bij dit onderwerp.

Terugkijken

Terugkijken op de module.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 1 à 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel:

Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.

Stap 2: Tillen

Deze video gaat over het juist tillen van zakken diervoer.
Bekijk de video en beantwoord daarna de vragen.

 

Stap 3: Ergonoom en fysiotherapeut

Bekijk de volgende video's en beantwoord daarna de vragen.

 

Afronding

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Spier
Een spier bestaat uit spierweefsel, dat door het samentrekken of ontspannen van de betreffende cellen, voor beweging zorgt.

Kalk
Kalk is een stevige stof die je in je botten vindt en voorkomt dat je botten te soepel zijn.

Lijmstof
Lijmstof is een soepele stof die je in je botten vindt en voorkomt dat je botten te broos zijn.

Kraakbeen
Kraakbeen is weefsel dat stevig is en toch ook buigzaam en heeft vaak een slijtage voorkomende functie.

Ergonomie
De wetenschap die zich bezig houdt met een gezonde lichaamshouding.

Fysiotherapie
Therapie die zich bezig houdt met klachten aan je spieren, banden, gewrichten en zenuwen.

Examenopgaven

Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

 

Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

Binnenkort vind je hier examenvragen van ExamenKracht om mee te oefenen.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je omschrijven wat een goede lichaamshouding is bij verschillende activiteiten?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je inderdaad ongeveer 1,5 uur met de opdracht bezig geweest?
    Heb je alle stappen gedaan?
  • Inhoud
    Kende je het beroep ergonoom al? Lijkt het je een leuk beroep? Waarom wel/niet?.
  • Examenopgaven
    Heb je de examenopgave gemaakt? Ging het goed?

Long, hart en vaatziekten

Long, hart en vaatziekten

Intro

Bijna iedereen kent wel iemand in zijn omgeving die astma heeft of last heeft van een te hoge bloeddruk. Astma en een hoge bloeddruk vallen beide onder de chronische long-, hart- en vaatziekten. Dat zijn ziektes die je meestal de rest van je leven hebt en met je longen, hart of bloedvaten te maken hebben.
Sommige aandoeningen aan je longen, hart of bloedvaten vragen om onmiddellijke actie. Kijk maar eens naar de Clipphanger van SchoolTV. Ga daarna aan de slag met de rest van deze module.

Wat ga ik leren?

Na deze module kan ik:

  • het begrip chronische ziekte omschrijven.
  • omschrijven wat astma is en welke symptomen astma heeft.
  • omschrijven en wat COPD is, welke longaandoeningen hieronder vallen en hoe ik deze kan krijgen.
  • omschrijven wat hyperventilatie is.
  • omschrijven wat atherosclerose is en hoe ik dit kan behandelen.
  • (met behulp van voorbeelden) uitleggen waarom een hoge bloeddruk schadelijk kan zijn.
  • omschrijven hoe ik de bloeddruk kan meten.
  • omschrijven wat een hartinfarct is.

 

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je bestudeert de Kennisbankitems en test je kennis.

Stap 2

Ga na of je de onderdelen van het hart kunt benoemen.

Stap 3

Bekijk de video over hart- en vaatziekten. Maak met de antwoorden op een aantal vragen een zelfgekozen eindproduct.

Stap 4

Bekijk de video's over roken en maak een poster over een aspect van roken.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst bij deze module.

Examenopgaven

Je maakt een aantal examenopgaven die passen bij dit onderwerp.

Terugkijken

Terugkijken op de module.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer uit de Kennisbank biologie de onderdelen:

Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.

Stap 2: Onderdelen van het hart

Ook bij honden en katten komen hartziekten voor.
Bij honden is de meest voorkomende hartaandoening een aandoening aan de hartkleppen.
Bij katten gaat het vaak om aandoeningen aan de hartspier.

Beantwoord de volgende vragen.

 

Stap 3: Hart- en vaatziekten

Bekijk het volgende video over hart- en vaatziekte. Lees voor het kijken eerst de vragen onder de video. De antwoorden vind je deels in de video.

 

 

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Stap 4: Roken

Bekijk de volgende video's over roken:

 

Je gaat na het zien van deze video's je eigen rookgedrag onder de loep nemen.
Je wisselt jouw mening uit over roken en meeroken met je klasgenoten.

In drietallen:

  1. Schrijf op en groot vel papier de volgende onderwerpen en vragen:
    • Waarschuwingsteksten op pakjes sigaretten
    • Verkoopverbod van rookwaren onder de 16
    • Verbod om te roken in openbare gebouwen
    • Verbod om te roken in cafés
    • Zou het een idee zijn om roken buiten te verbieden?
    • Zou het een idee zijn om roken in de auto te verbieden?
    • Zou het een idee zijn om patiënten die roken niet meer te behandelen?
    • Zou het een idee zijn om rookwaren duurder te maken?
  2. Laat iedereen in het groepje nadenken over de ontwerpen en vragen.
    Alle drie schrijven jullie je mening en ideeën op het vel papier.
  3. Als alle groepjes klaar zijn (of de docent het signaal geeft), staat ieder groepje op en draait door naar en ander vel papier.
  4. Lees in stilte de reacties op het vel papier en schrijf jullie reacties erbij waar jullie vinden dat er een aanvulling nodig is.
  5. Draai net zo vaak door totdat ieder groepje weer bij zijn eigen vel papier is gekomen.
  6. Bekijk met je groepje de nieuwe reacties.
    Orden deze nieuwe reacties als dat nodig is en bedenk een conclusie.
  7. Bespreek klassikaal alle reacties en conclusies en hang de posters op.

Poster maken

Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.

 

Afronding

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Bloeddruk
Bloeddruk is de druk die op bloed in de bloedvaten staat.

Bovendruk
Bovendruk is de druk die ontstaat als het hart het bloed in de slagaders pompt. Ook wel systolische bloeddruk genoemd.

Onderdruk
Onderdruk is de druk die ontstaat als het hart zich na een hartslag opnieuw vult met bloed.

Embolie
Naam voor een verstopping in het bloedvatenstelsel.

Hartinfarct
Bij een hartinfarct wordt de bloedtoevoer in de kransslagader helemaal afgesloten als gevolg van een embolie.

Herseninfarct
Bij een herseninfarct wordt een bloedvat in de hersenen gedurende lange tijd helemaal afgesloten als gevolg van een embolie.

Hersenbloeding
Je spreekt van een hersenbloeding als een bloedvat in de hersenen is gescheurd.

Plaque
Een vetachtige laag aan de binnenkant van een bloedvat, wat voor vernauwing zorgt. Als de plaque loslaat kan een embolie ontstaan.

Dotteren
Door middel van het inbrengen van een ballonnetje in een bloedvat wordt geprobeerd slagaderverkalking te voorkomen, door het laten afbrokkelen van de plaque.

Bypassoperatie
Er wordt een omleiding gemaakt om de verstopping heen, in het bloedvatenstelsel met een bloedvat uit een ander lichaamsdeel.

Astma
Chronische longziekte waarbij de longen continu ontstoken zijn.

COPD
Beschadigingen aan de longen waardoor ademhalen moeilijker wordt. Er wordt daardoor minder zuurstof opgenomen.

Atherosclerose
Vernauwing van de bloedvaten.

Examenopgaven

Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

 

Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

Binnenkort vind je hier examenvragen van ExamenKracht om mee te oefenen.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat?
  • Inhoud
    Rook jezelf of heb je gerookt? Heb je wel eens geprobeerd te stoppen?
    Waarom is het niet/wel gelukt?
  • Examenopgaven
    Heb je de examenopgaven gemaakt? Ging het goed?

Tumoren

Tumoren

Intro

Helaas krijgt bijna iedereen er wel mee te maken: kanker. Dat betekent niet dat je het zelf moet krijgen, maar de kans is groot dat iemand in je omgeving kanker heeft of heeft gehad. Maar wat is kanker eigenlijk? Dat zie je in de volgende Clipphanger van SchoolTV.

Er zijn meer dan 100 verschillende soorten kanker. Daarvan is huidkanker is de meest voorkomende vorm van kanker in Nederland. Daarna komt borstkanker, longkanker, prostaatkanker en darmkanker.
Sommige kankersoorten komen vaker voor bij vrouwen (borstkanker), andere juist vaker bij mannen (longkanker).
Maar liefst 1 op de 3 mensen krijgt ooit kanker. 65% van de mensen die kanker krijgt, leeft nog vijf jaar na de diagnose.

 

 

Wat ga ik leren?

Na deze module kan ik:

  • omschrijven hoe kankercellen kunnen ontstaan en wat een tumor is.
  • het verschil uitleggen tussen goedaardige en kwaadaardige tumoren.
  • omschrijven wat leukemie is.
  • twee behandelwijzen van kanker noemen.

 

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.

Stap 2

Doe de oefening 'Kankerremmende bomen en planten'.

Stap 3

Gebruik internet om informatie over goedaardige en kwaadaardige tumoren op te zoeken.

Stap 4

Gebruik internet ook om informatie over behandel manieren van kanker te bestuderen.

Stap 5

Bekijk de video's en voor een derde keer op internet op zoek naar informatie. Nu over melanomen.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst bij deze module.

Examenopgaven

Geen examenopgaven bij deze module.

Terugkijken

Terugkijken op de module.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel:

Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.

Stap 2: Kankerremmende planten

Taxus brevifolia

Kankerremmende bomen en planten

Planten en bomen spelen al lang een belangrijke rol in de behandeling van kanker.
Verschillende planten bevatten stoffen die de ontwikkeling van kanker in meer of mindere mate tegengaan.

De volgende oefening gaat over een kankerremmende boom.

Stap 3: Goedaardig of kwaadaardig?

Goedaardige of kwaadaardige tumoren

Zoek op internet informatie op over goedaardige en kwaadaardige tumoren.
Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de volgende bronnen:

Stap 4: Behandelen

Kanker kun je op verschillende manieren behandelen.
Zoek op internet informatie op over de verschillende behandelmethoden.
Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de volgende bronnen:

Stap 5: Melanomen

Melanoom

Een veel voorkomende kanker is een melanoom.
Bekijk de volgende video's over dit onderwerp:


Beantwoord samen met een klasgenoot de volgende vragen.
Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de volgende bronnen:

Afronding

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Mutatie
Bij een celdeling gaat er soms iets fout. Hierdoor ontstaan verschillen in het DNA. Een fout bij de celdeling heet een mutatie. Oorzaken van mutaties noem je mutageen.

Tumor

Enkele (een bobbeltje) gemuteerde cellen.

Kanker
Als er sprake is van een snelgroeiende tumor (op een gevaarlijke plaats) dan spreek je van kanker.

Leukemie
Bij leukemie ofwel bloedkanker zijn de bloedvormende cellen in het rode beenmerg veranderd in kankercellen.

Bestraling en chemotherapie
Kankercellen kunnen worden gedood of in hun groei geremd door bestraling (radioactieve stoffen) en chemotherapie (zware medicijnen).

Goedaardige tumoren
Een tumor die niet doorgroeit in het omliggende weefsel of uitzaait naar andere delen van het lichaam. Goedaardige tumoren zijn zelden dodelijk.

Kwaadaardige tumoren
Een tumor die door het omliggende weefsel groeit. Het omliggende weefsel wordt kapot gemaakt of verdrukt. Kwaadaardige tumoren kunnen uitzaaien naar andere delen van het lichaam en daar nieuwe tumoren laten groeien.

Examenopgaven

Er zijn bij deze module geen eindexamenvragen.
Je kunt deze module afronden met een eindproduct naar keuze.
Kies zelf een onderwerp en de vorm van je eindproduct.
Met het eindproduct laat je zien dat je de leerdoelen van deze module beheerst.
Overleg met je docent wat je gaat doen.

 

 

 

 

 

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat?
  • Inhoud
    Je hebt in deze opdracht veel informatie op internet moeten zoeken.
    Is het zoeken van informatie goed gegaan? Was het makkelijk om betrouwbare informatie te vinden. Hoe heb je gecontroleerd of de informatie betrouwbaar is?
  • Examenopgaven
    Geen examenopgaven bij deze opdracht. Heb je met je eindproduct laten zien dat je de leerdoelen beheerst?

Afsluiting

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbankitems bij dit thema.

Examenvragen

Je hebt in de modules veel theorie bestudeerd en veel vragen beantwoord en opdrachten gemaakt.
Als het goed is, ben je nu klaar voor het beantwoorden van een aantal examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van dit thema nog eens door.
    Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
    Past de video goed bij het thema? Waarom wel of waarom niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je in het totaal 12 à 13 uur met dit thema bezig zou zijn.
    Ben je meer of minder tijd met het thema bezig geweest?
    Met welke module ben je het langst bezig geweest? En met welke het kortst?
  • Herhaling
    Heb je voor je aan de modules begon de herhalingsmodules doorgeklikt?
    Wist je het meeste nog?
  • Inhoud
    Het thema bestaat uit vier modules. Welke module vond je het leukst om te doen?
    En welke vond je het minst leuk? Schrijf op waarom je deze opdracht niet zo leuk vond.
  • Examenvragen
    Je hebt de examenvragen Beroepsziekten gemaakt.
    Ging het goed? Had je de theorie uit de modules nodig om de vragen te kunnen maken?

Wil je meer oefenen? Kijk op Examenkracht.nl

  • Het arrangement Thema: Beroepsziekten vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-10-22 09:24:34
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Beroepsziekten' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 4. Dit thema heet beroepsziekten en behandelt 4 onderwerpen. Het eerste onderwerp is ademhalingsstelsel. Je leert de onderdelen van het ademhalingsstelsel in een afbeelding aanwijzen en de functie(s) en werking van de onderdelen beschrijven, rib- en buikademhaling omschrijven, zodat duidelijk is wat het verschil tussen beide vormen van ademhaling is, uitleggen waarom een neusademhaling gezonder is dan een mondademhaling, omschrijven hoe gaswisseling in een longblaasje werkt en de invloed van inspanning op de ademhaling (en de hartslag) omschrijven. Het tweede onderwerp is lichaamshouding. Je leert de onderdelen van de wervelkolom benoemen, omschrijven wat een goede lichaamshouding is bij staan, zitten en liggen, omschrijven hoe je goed moet tillen. Het derde onderwerp is long, hart en vaatziekten. Je leert het begrip chronische ziekte omschrijven, omschrijven wat astma is en welke symptomen astma heeft, omschrijven en wat COPD is, welke longaandoeningen hieronder vallen en hoe je deze kunt krijgen, omschrijven wat hyperventilatie is, omschrijven wat atherosclerose is en hoe je dit kunt behandelen, met behulp van voorbeelden uitleggen waarom een hoge bloeddruk schadelijk kan zijn, omschrijven hoe je de bloeddruk kunt meten, omschrijven wat een hartinfarct is. Het vierde onderwerp is overige ziekten: Kanker. Je leert omschrijven hoe kankercellen kunnen ontstaan en wat een tumor is, het verschil uitleggen tussen goedaardige en kwaadaardige tumoren, omschrijven wat leukemie is en twee behandelwijzen van kanker noemen.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie; Instandhouding en ontwikkeling;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    11 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    ademhalingsstelsel, arrangeerbaar, biologie, hartziekte, kanker, lichaamshouding, longziekte, stercollectie, vaatziekte, vmbo kgt 4

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Biologie. (2015).

    Ademhalingsstelsel vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/63347/Ademhalingsstelsel__vmbo_kgt34

    VO-content Biologie. (2015).

    Lichaamshouding vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/63338/Lichaamshouding__vmbo_kgt34

    VO-content Biologie. (2015).

    Long, hart en vaatziekten vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/63349/Long__hart_en_vaatziekten__vmbo_kgt34

    VO-content Biologie. (2015).

    Tumoren vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/63353/Tumoren_vmbo_kgt34

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Beroepsziekten

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.