Landbouw en milieu

Landbouw en milieu

Intro

Landbouw en milieu

Bekijk het filmpje:


Uit het Westland komen veel tomaten.
De tomaten worden geëxporteerd naar landen om ons heen.
Jaren stond de Nederlandse tomaat bekend als smaakloos.
Door de vraag naar betere tomaten ontstonden sinds 1995 tientallen tomatenmerken, zoals Tasty Tom of Honeytomaat.

Hoe zorgt een tomatenkweker er nu voor dat de tomaten smaakvoller worden?

 

Vooraf

Eindproduct-Werkwijze

Eindproduct

Je rondt deze opdracht af met de toets ‘Landbouw en milieu’.
De toets bestaat uit tien meerkeuzevragen.

Beoordeling
Zorg dat je minimaal 80% van de punten voor de toets haalt.

Groepsgrootte
Je werkt alleen.

Tijd
Je hebt voor deze opdracht 1 à 2 lesuren nodig.

Leerdoelen

Na deze les ken je:

 

  • enkele vormen van bodembewerking.
  • de voor- en nadelen van chemische bestrijding.
  • de werking van biologische bestrijding.
  • vormen van klassieke biotechnologie.

Begrijp je:

  • de werking van moderne biotechnologie.

Aan de slag

Opdracht 1

Land- en tuinbouw
Bestudeer de eerste zes pagina's van het volgende onderdeel van de Kennisbank:

KB: Land- en tuinbouw

Ga op zoek naar antwoord op de volgende vragen.
Als je de antwoorden niet in de Kennisbank zelf vindt, zoek het antwoord dan op internet op.

  • Wat is het verschil tussen kiemen en groeien?
  • Wat is het verschil tussen eggen en ploegen?
  • Geef twee voorbeelden van plaagdieren die gewassen beschadigen.
  • Wat zijn mineralen?
    Geef twee voorbeelden van mineralen.
  • Insecticiden, bactericiden en fungiciden zijn voorbeelden van gewasbeschermingsmiddelen.
    Waar worden deze middelen tegen gebruikt?

Opdracht 2

Lelietelers
Bekijk het volgende filmpje en bekijk de twee grafieken.


Beantwoord de volgende vragen.

  1. Bekijk de bovenste grafiek.
    Tegen welke 'bedreiging' is in deze drie jaren steeds het meest gespoten?
    1. Tegen schimmels
    2. Tegen insecten
    3. Tegen onkruid
  2. Bekijk de onderste grafiek.
    Bij welk gewas is deze jaren het meest gewasbeschermingsmiddel gespoten?
    1. Paprika's
    2. Tomaten
    3. Leliebollen
  3. Hoeveel bestrijdingsmiddelen worden er gebruikt?
    1. 12 tot 16
    2. 17 tot 20
  4. Met hoeveel procent hebben de lelietelers de belasting met gewasbeschermingsmiddelen verlaagd?
    1. 50%
    2. 75%
  5. Wie vindt deze verlaging van het gebruik nog onvoldoende?
    1. Hilbrands laboratorium.
    2. Werkgroep Bollenboos.
  6. Zou de lelieteelt kunnen bestaan zonder gewasbeschermingsmiddelen?
    1. Ja
    2. Nee

Het kan ook anders
Bekijk nu de volgende twee filmpjes van de site van SchoolTV. 

VideoDe witte vlieg
VideoHoe helpt een wesp de tuinder?

Beantwoord de vragen.

  1. Welk organisme is het plaagdier?
  2. Welk organisme helpt de tuinder met het bestrijden van de plaag?
  3. In welk levensstadium vreten ze het plaagdier op?

Opdracht 3

Biotechnologie
Mensen houden zich al duizenden jaren bezig met de vraag hoe ze organismen naar hun wensen kunnen aanpassen. Ze doen dat bijvoorbeeld om grotere of smaakvollere vruchten te krijgen, dieren die meer melk of vlees leveren of planten die beter tegen plagen kunnen dan soortgenoten.
Dit heet klassieke biotechnologie.
Moderne biotechnologie maakt gebruik van de genetische eigenschappen van een organisme; een dier, plant, schimmel of bacterie.
Lees in de Kennisbank biologie de informatie klassiek veredelen en biotechnologie:

KB: Land- en tuinbouw

Hieronder zie je zes woorden. Welke woorden passen bij klassiek veredelen en welke bij moderne biotechnologie (genetische modificatie)?
1 DNA
2 kruisen
3 langzaam
4 bacterie
5 snel
6 selecteren

De genetische modificatie van de aardappel
De voorouders van de aardappel komen oorspronkelijk uit Bolivia. Duizenden jaren lang is er gekweekt met de voorouders tot de huidige aardappelrassen zijn ontstaan. Tegenwoordig worden stukjes DNA in aardappelplanten geplaatst om ze te beschermen tegen ziekten.
Dat heet genetische modificatie.
Genetische modificatie van de aardappelcel gebeurt met bacteriën. Er worden goede genen uit de voorouders van de huidige aardappelrassen geïsoleerd. Deze goede genen worden in een bacterie ingebracht. Vervolgens komen de goede genen in de aardappelcel. De aardappelcel groeit op tot een aardappelplant. Alle cellen van de aardappelplant hebben de goede genen. Door de goede genen krijgen bepaalde ziekten geen kans meer om de aardappel te besmetten.
De aardappelplanten zijn resistent. Er hoeft daardoor minder met bestrijdingsmiddelen te worden gespoten om de ziekten te bestrijden.

Beantwoord de volgende vragen.

  1. Het selecteren en kruisen van aardappels is een voorbeeld van:
    1. Klassieke biotechnologie.
    2. Moderne biotechnologie.
  2. Waar of niet waar?
    Genetische modificatie zorgt ervoor dat er meer bestrijdingsmiddelen worden gebruikt.
    1. Waar
    2. Niet waar
  3. Waar of niet waar?
    Een aardappelplant wordt beschermd tegen alle ziekten door hem te behandelen met een bacterie.
    1. Waar
    2. Niet waar
  4. Waar of niet waar?
    Aardappelplanten die gemodificeerd zijn, lijken wat betreft hun DNA meer op elkaar dan niet gemodificeerde aardappelplanten.
    1. Waar
    2. Niet waar
  5. Waar of niet waar?
    Als één bacterie het juiste gen heeft, hebben al zijn nakomelingen dat ook.
    1. Waar
    2. Niet waar
  6. Waar of niet waar?
    Planten die niet ziek worden van bepaalde ziekteverwekkers noem je resistent.
    1. Waar
    2. Niet waar

Vergelijk je antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.
Hebben jullie op vragen hetzelfde antwoord? Bespreek eventuele verschillen.

Opdracht 4

Eindtoets
Je sluit deze opdracht af met het maken van een toetsje.
Probeer minimaal 80% van de punten te halen.

Klik op de knop om te beginnen:

Succes!

 

Toets:Landbouw en milieu

Extra: LvoorL

Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Hieronder staan een paar video's die goed past bij dit thema.
Bekijk de video's. Kun je de video's goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video's met een klasgenoot.

VideoAccumulatie
VideoNatuurlijke vijanden

Let op:
Als je een video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg.

Begrippenlijst

Landbouw en milieu

Kiemen
Ook wel kiemen genoemd; proces van groei van een zaad waarin uit een embryo (= kiem) een kiemplantje groeit.
Licht
Licht is een kiemingsfactor en kan bij een tekort de groei van een plant dus ook beperken.
Water
Molecuul bestaat uit twee waterstof atomen en één zuurstof atoom; belangrijke bouwstof voor organismen die ontstaat bij verbranding van glucose en nodig is voor de fotosynthese van planten.
Plaagdieren
Een plaagdier is een bepaald soort organisme dat veel voorkomt en zich snel voortplant, waardoor het een bedreiging voor het voortbestaan van andere soorten vormt.
Zuurstof
Molecuul bestaat uit twee zuurstof atomen; gas dat ontstaat bij fotosynthese in planten en nodig is voor verbranding.

 
Mineralen
Stoffen die in kleine hoeveelheden voorkomen in eten en drinken en die werken als beschermende stof: ze zorgen ervoor dat je gezond blijft. Ze leveren geen energie. Bijvoorbeeld: ijzer en zout.
Kiemingsfactoren
Een zaadje kan gaan kiemen en is daarbij afhankelijk van licht, temperatuur en water.
 
Eénjarigen
Planten die hun levenscyclus in één jaar volbrengen, dus van kieming tot zaad in één jaar, waarna de planten afsterven. Bijvoorbeeld: zonnebloem.
Tweejarigen
Planten die hun levenscyclus in twee jaar volbrengen, dus van kieming tot zaad in twee jaar, waarna de planten afsterven. Bijvoorbeeld: stokroos, wortel.
Overblijvers
Ook wel overblijvende planten of vaste planten genoemd; kunnen tijdens hun levenscyclus meerdere malen bloeien. Bijvoorbeeld: margriet, maar ook bomen en struiken.
Bladval
Afvallen van bladeren in het ongunstige seizoen (herfst/winter of droge periode) bij o.a. de meeste loofbomen en de lariks. Aanpassing (adaptatie) om een boom of struik te beschermen tegen uitdroging, door verdamping tegen te gaan.
Eggen
Eggen maakt de bodemlaag luchtig en er ontstaan zaaigeulen.

 
Ploegen
Bij ploegen wordt de grond omgewoeld waardoor de grond zuurstofrijker wordt.
Mest
Mest bestaat voornamelijk uit verteerde dierlijke uitwerpselen en wordt gebruikt om de grond vruchtbaarder te maken.
Gewasbeschermingsmiddelen
Middelen waarmee een landbouwer probeert zijn planten te beschermen tegen plaagdieren, zoals insecten en aaltjes.
Insecticiden
Gewasbeschermingsmiddelen tegen insecten.
 
Bactericiden
Gewasbeschermingsmiddelen tegen bacteriën.
Fungiciden
Gewasbeschermingsmiddelen tegen schimmel.
Klassieke veredeling
Planten met een gewenst DNA worden met elkaar gekruist, om zo de gewenste nakomelingen te krijgen.
Biotechnologie
Technologie die betrekking heeft op de biologische wetenschap.
 
Gifstof
Stof die schadelijk of dodelijk is waarmee sommige planten en dieren zich beschermen tegen vraat of predatie (vorm van adaptatie). Bijvoorbeeld: adder.
Klimaat
Gemiddelde weerstoestand over een periode van minimaal dertig jaar.
 
  • Het arrangement Landbouw en milieu is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2016-07-12 11:49:20
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Dynamisch evenwicht; Biologie; Ecosysteem;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    rearrangeerbare

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Biologie. (2019).

    Landbouw en milieu hv12

    https://maken.wikiwijs.nl/62540/Landbouw_en_milieu_hv12

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Landbouw en milieu

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.