Eigenschappen erven

Eigenschappen erven

Intro

Eigenschappen erven

Lijk jij sprekend op je vader of juist sprekend op je moeder?
Of heb je een beetje van je vader en ook wat van je moeder geërfd?
Erfelijke eigenschappen erf je van je vader en van je moeder, maar wat als je van je vader en moeder verschillende eigenschappen erft? Stel dat je van je vader blauwe ogen erft en van je moeder erf je bruine ogen, welke oogkleur krijg jij dan?
In deze opdracht staan dit soort vragen centraal en aan het eind van de opdracht kun je het vast uitleggen.

Vooraf

Eindproduct-Beoordeling

Eindproduct
In de laatste stap van deze opdracht vul je twee kruisingsschema's in.
Deze kruisingsschema's zijn het eindproduct van deze opdracht.

Beoordeling
De kruisingsschema's moeten goed ingevuld zijn.

Leerdoelen

Na deze opdracht

  • Weet je wat de volgende begrippen betekenen: dominant, recessief, homozygoot, heterozygoot, genotype, fenotype.
  • Begrijp je hoe je in allerlei kruisingssituaties de kansen op nakomelingen kunt berekenen.
  • Kun je een kruisingsschema opstellen.

Werkwijze

Groepsgrootte
Deze opdracht doe je alleen. Je overlegt wel steeds met een klasgenoot.

Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
2 lesuren.

Aan de slag

Opdracht 1

Kruising
Bestudeer de vijf pagina's van het volgende onderdeel:

KBMonohybride en dihybride kruising

Zorg dat je antwoord kunt geven op de volgende vragen.

  1. Wanneer spreek je van een dominant gen?
    En wanneer van een recessief gen?
  2. Wat betekent het als homozygoot bent voor een eigenschap?
    En wanneer ben je heterozygoot voor een eigenschap?
  3. Wat wordt bedoeld met een monohybride kruising?
    En wat met een dihybride kruising?

Opdracht 2

Dominant, recessief, genotype, fenotype, homozygoot en heterozygoot
Voorbeeld 1
In de glastuinbouw worden verschillende typen tomaten geteeld.
Of een tomaat rond of ovaal is wordt erfelijk bepaald.
Het gen voor de ronde vorm R is dominant, het gen voor de ovale vorm r is recessief.

  1. Er kunnen drie genotypes voorkomen. Welke drie?
  2. Geef bij ieder genotype ook het fenotype (rond of ovaal).
  3. Je ziet een ovale tomaat. Is de tomaat homozygoot voor deze eigenschap of juist heterozygoot of kun je dat niet zeggen?

Voorbeeld 2
Cavia’s kunnen kortharig (K) of langharig zijn (k).
Het kenmerk voor lang- of kortharig is erfelijk bepaald.
Het gen voor korte haren (K) is dominant.

  1. Er kunnen drie genotypes voorkomen. Welke drie?
  2. Geef bij ieder genotype ook het fenotype (kortharig of langharig).
  3. Je ziet een kortharige cavia.
    Is de cavia homozygoot voor deze eigenschap of juist heterozygoot of kun je dat niet zeggen?

Opdracht 3

Kruissingsschema-1
Voorbeeld 1

In de glastuinbouw worden verschillende typen tomaten geteeld.
Of een tomaat rond of ovaal is wordt erfelijk bepaald.
Het gen voor de ronde vorm R is dominant, het gen voor de ovale vorm r is recessief.
Als een tomaat heterozygoot is, heeft hij twee veschillende genen: R en r.
Als je twee tomaten kruist die beide heterozyoot zijn voor deze eigenschap, krijg je het kruissingschema hiernaast.

  1. Is een tomaat met genotype Rr rond of ovaal?
  2. Neem het kruisingsschema over en vul het schema verder in.
  3. Hoe groot is de kans dat het resultaat van de kruising een ovale tomaat is?








Voorbeeld 2
Cavia’s kunnen kortharig (K) of langharig zijn (k).
Het kenmerk voor lang- of kortharig is erfelijk bepaald.
Het gen voor korte haren (K) is dominant.
Een mannetjes cavia is kortharig en homozygoot voor deze eigenschap.
Een vrouwtjes cavia is langharig.
Als je het mannetje met het vrouwtje kruist kun je een kruissingsschema opstellen.

  1. Wat is het genotype van de mannetjes cavia? En wat het genotype van het vrouwtje?
  2. Neem het kruissingschema hiernaast over en vul het verder in.
  3. Wat is de kans dat een jong langharig is?

Opdracht 4

Kruissingsschema's
Oefening 1

Je hebt varkens met een rechte staart en varkens met een krulstaart.
Het gen voor de rechte staart R is dominant, het gen voor de krulstaart r is recessief.

  1. Maak een kruisingsschema waarbij je twee heterozygote varkens (met een rechte staart) jongen laat krijgen.
  2. Hoe is de kans op een big met een rechte staart?

Oefening 2
Je hebt varkens met een blauwe ogen en varkens met een bruine ogen.
Het gen voor de blauwe ogen B is dominant, het gen voor bruine ogen b is recessief.

  1. Maak een kruisingsschema waarbij je een heterozygoot varken met blauwe ogen kruist met een varken met bruine ogen.
  2. Hoe is de kans op een big met een bruine ogen?

Klaar?
Laat de kruisingsschema's beoordelen door je docent.

 

Extra: lvoorl

Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Hieronder staam een video die goed past bij dit thema.
Bekijk de video. Kun je de video goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video met een klasgenoot.

VideoKruisingen van monohybride

Let op:
Als je de video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg.

Begrippenlijst

Eigenschappen erven

DNA
Moleculen die de bouwstenen zijn van chromosomen. In het DNA zijn de erfelijke eigenschappen van een organisme vastgelegd.
Gen
Deel van een chromosoom, dus een stukje van het DNA met een code: informatie over één erfelijke eigenschap.
Dominant
Een dominante eigenschap komt in de waarneembare kenmerken van een organisme (= fenotype) volledig tot uiting. Het allel is dominant over een recessief allel.

 
Recessief
Een recessieve eigenschap komt in de waarneembare kenmerken van een organisme (= fenotype) alleen tot uiting als beide allelen op het chromosomenpaar recessief zijn. Wanneer een dominant allel aanwezig is, overheerst de dominante eigenschap en zal de recessieve eigenschap niet tot uiting komen.
Homozygoot
Je bent homozygoot voor een bepaalde eigenschap als je er twee dezelfde gene voor hebt.
Heterozygoot
Je bent heterozygoot voor een bepaalde eigenschap als je er twee verschillende genen voor hebt.
Monohybride kruising
Een kruising tussen twee organismen waarbij wordt gelet op één eigenschap.
Dihybride kruising
Een kruising tussen twee organismen waarbij wordt gelet op twee eigenschappen.
X-chromosoom
Vrouwelijk geslachtschromosoom; een vrouw heeft in een lichaamscel twee X-chromosomen.
Y-chromosoom
Mannelijk geslachtschromosoom; een man heeft in een lichaamscel een X- en een Y-chromosoom.
Kruisingsschema
In een kruisingsschema kun je oa een overzicht geven van de chromosoomcombinaties die ontstaan als bepaalde geslachtschromosomen worden gekruist.

Antwoorden Aan de slag

Stap 2 
Voorbeeld 1

  1. rr, Rr (of rR) en RR
  2. rr = ovaal, Rr = rond en RR = rond
  3. homozygoot; de ovale tomaat heeft twee dezelfde genen rr

Voorbeeld 2

  1. kk, Kk (of kK) en KK
  2. kk = langharig, Kk = kortharig en KK = kortharig
  3. homozygoot of heterozygoot; de cavia heeft of twee dezelfde genen KK of twee verschillende genen (Kk).

Stap 3
Voorbeeld 1

  1. Rond; het gen voor de ronde vorm is dominant

  2. 25%; rr geeft een ovale tomaat

Voorbeeld 2

  1. mannetje KK, vrouwtje kk

  2. 0%; alle nakomelingen zijn kortharig, maar wel heterozygoot voor die eigenschap.
  • Het arrangement Eigenschappen erven is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2016-07-12 11:35:41
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Reproductie en evolutie; Biologie; Reproductie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    rearrangeerbare

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Biologie. (2019).

    Eigenschappen erven hv12

    https://maken.wikiwijs.nl/62535/Eigenschappen_erven__hv12

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.