Antwoorden Aan de slag

Stap 2 
Voorbeeld 1

  1. rr, Rr (of rR) en RR
  2. rr = ovaal, Rr = rond en RR = rond
  3. homozygoot; de ovale tomaat heeft twee dezelfde genen rr

Voorbeeld 2

  1. kk, Kk (of kK) en KK
  2. kk = langharig, Kk = kortharig en KK = kortharig
  3. homozygoot of heterozygoot; de cavia heeft of twee dezelfde genen KK of twee verschillende genen (Kk).

Stap 3
Voorbeeld 1

  1. Rond; het gen voor de ronde vorm is dominant

  2. 25%; rr geeft een ovale tomaat

Voorbeeld 2

  1. mannetje KK, vrouwtje kk

  2. 0%; alle nakomelingen zijn kortharig, maar wel heterozygoot voor die eigenschap.