Er is een baby op komst. Mensen zijn altijd benieuwd wat het wordt.
Is het voorspelbaar?
Stel je buren hebben drie dochters.
Ze willen nog een kind.
Is de kans op een jongen nu groter?
Of verwacht je dat het nu weer een meisje krijgen?
Vooraf
Eindproduct-Beoordeling
Eindproduct
Als afronding van deze opdracht bedenk je vijf vragen die passen bij deze opdracht.
De vragen laat je beantwoorden door een klasgenoot.
Jij beantwoordt de vragen die hij/zij heeft bedacht.
Beoordeling
Je hebt de opdracht goed uitgevoerd als de vragen die je hebt bedacht passen bij de opdracht.
Leerdoelen
Na deze opdracht:
weet je dat er in geslachtscellen, die ontstaan na de meiose, 23 chromosomen in de kern zitten.
weet je dat een man een zaadcel met een X-chromosoom of een Y-chromosoom heeft.
weet je dat een vrouw een eicel met een X-chromosoom heeft.
kun je in een kruisingsschema laten zien wat er gebeurt als de geslachtschromosomen bij elkaar komen.
begrijp je waarom er net zoveel jongens als meisjes worden geboren.
Werkwijze
Groepsgrootte
De eerste stappen doe je alleen.
Bij het eindproduct werk je samen met een klasgenoot.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
2 lesuren.
Aan de slag
Opdracht 1
Weet je het nog?
Voordat je aan deze opdracht begint, kijk je even of je nog iets weet over de vorming van voortplantingscellen.
Beantwoord de volgende vragen.
Zaadcellen zijn ... dan eicellen.
kleiner
dezelfde grootte
groter
Bij een meisje/vrouw ontstaan er in haar leven ... eicellen.
miljoenen
400.000
200
Als een meisje geboren wordt zijn de eicellen ... klaar.
bijna
al
nog niet
De eicellen ontstaan in de ...
eierstok
eileider
baarmoeder
Bij een jongen/man ontstaan ... zaadcellen gedurende zijn leven.
miljoenen
400.000
200
Bij een jongen ontstaan de eerste zaadcellen ...
voor de geboorte.
in de puberteit.
na de puberteit.
De zaadcellen ontstaan in ...
de teelbal.
de zaadbal.
de zaadblaasjes.
Opdracht 2
Chromosomen en celdeling
Bestudeer de vier pagina's van het volgende onderdeel:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bevruchting
De eicellen zijn bij een meisje al bijna klaar als ze geboren wordt.
Ze moeten alleen nog verder rijpen en hun laatste delingen (de meiose) uitvoeren.
Gewoonlijk rijpt er één maal per maand één eicel in een eierstok.
Na rijping komt de eicel in de eierstok terecht.
Na de meiose heeft de eicel bij de mens 23 chromosomen in de kern zitten.
Als de eicel bevrucht wordt door een zaadcel komen daar 23 chromosomen uit de kern van de zaadcel bij, want ook de zaadcel is ontstaan uit meiose. Samen zijn het er dan weer 46.
De bevruchte eicel begint in de eileider te delen en komt dan als een klompje cellen in de baarmoeder terecht. Daar delen de cellen nog vele keren en ontstaat een baby.
Dit zijn allemaal gewone celdelingen (mitose). Dus alle cellen van de baby bevatten precies dezelfde erfelijke eigenschappen als die van de bevruchte eicel.
Noodzaak van meiose en bevruchting
De meiose is nodig om het aantal chromosomen per cel te halveren.
Het gaat er om dat in elke voortplantingscel van elk type chromosoom
er één terecht komt, dus in totaal één set van allemaal verschillende chromosomen.
Bij de bevruchting komt dan de helft (= één set) van de erfelijke eigenschappen van de vader via de zaadcel samen met de helft (= ook één set) van de erfelijke eigenschappen van de moeder in de eicel.
In totaal ontstaat zo een erfelijke mix van eigenschappen van twee sets, dus weer net even veel als in de lichaamscellen van de ouders.
Bestudeer pagina 5 van het volgende onderdeel en beantwoord vervolgens de vraag.
Vaak wordt gezegd dat de man bepaalt wat het geslacht van het kind wordt.
Ben je het daar mee eens? Leg je antwoord uit.
Opdracht 4
In de praktijk
Zeker weten of een kind een jongen of meisje wordt, kan dus niet.
Je kunt de kans uitrekenen en daar blijft het bij.
Veel ouders weten tegenwoordig al voordat hun kind wordt geboren of het een jongen of meisje wordt.
Hoe? Het kan door een karyogram te maken van cellen van de placenta en te kijken naar het laatste chromosomenpaar.
Het kan ook eenvoudiger.
Bekijk het filmpje maar.
Opdracht 5
Eindproduct
Ter afsluiting van deze opdracht bedenk je zelf vijf vragen die passen bij deze opdracht.
Probeer alle leerdoelen in je vragen te verwerken.
Zorg dat je zelf ook de antwoorden weet op de vragen.
Als je vijf vragen hebt bedacht, laat de vragen beantwoorden door een klasgenoot.
Natuurlijk beantwoord jij de vragen die hij heeft bedacht.
Kijk elkaars werk na en geef elkaar feedback op de antwoorden.
Klaar?
Laat de vragen beoordelen door je docent.
Begrippenlijst
Jongetje of meisje
Karyogram
Een chromosomenportret; overzicht van een verzameling chromosomenparen van een individu.
Mitose
Gewone celdeling: één moedercel deelt zich in tweeën. Hierbij ontstaan twee dochtercellen, die genetisch hetzelfde zijn als de moedercel, met hetzelfde aantal chromosomen. Dit type deling zorgt o.a. voor groei van een organisme en voor herstel van weefsel. Ook bij ongeslachtelijke voortplanting door deling is sprake van mitose en gewone celdeling. Mitose is het proces van (gewone) kerndeling die aan de celdeling vooraf gaat.
Meiose
Kerndeling waarbij geslachtscellen ontstaan, met de helft van het oorspronkelijke aantal chromosomen. Ook reductiedeling genoemd. Het vindt plaats in de geslachtsorganen. Tijdens de meiose zijn de chromosomen zichtbaar.
Reductiedeling
Kerndeling waarbij geslachtscellen ontstaan, met de helft van het oorspronkelijke aantal chromosomen. Ook meiose genoemd. Het vindt plaats in de geslachtsorganen. Tijdens de meiose zijn de chromosomen zichtbaar.
X-chromosoom
Vrouwelijk geslachtschromosoom; een vrouw heeft in een lichaamscel twee X-chromosomen.
Y-chromosoom
Mannelijk geslachtschromosoom; een man heeft in een lichaamscel een X- en een Y-chromosoom.
Lichaamscellen
'Gewone' cellen met in de celkern een dubbele set chromosomen (chromosoomparen).
Geslachtscellen
Voortplantingscellen met in de celkern een enkele set chromosomen (de helft van het aantal chromosomen in een lichaamscel).
Het arrangement Jongetje of meisje? is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Chromosomen en celdeling
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.