Het gebit en het spijsverteringskanaal van een mens ziet er anders uit dan het gebit en het spijsverteringskanaal van een konijn.
En het gebit en spijsverteringskanaal van een leeuw ziet er weer anders uit.
Waarom?
Dat komt omdat een mens, een konijn en een leeuw verschillende eters zijn.
Wat precies het verschil is, staat centraal in deze opdracht.
Vooraf
Eindproduct-Beoordeling
Eindproduct
Je rondt deze opdracht af met de toets 'Verschillende eters'.
Beoordeling
De toets bestaat uit 10 vragen.
Voor een voldoende, moet je minimaal 8 vragen goed beantwoorden.
Leerdoelen
Na deze opdracht:
weet je wat herbivoren, carnivoren en omnivoren zijn.
kun je voorbeelden noemen van herbivoren, carnivoren en omnivoren.
weet je wat de verschillen in gebit zijn tussen herbivoren, carnivoren en omnivoren.
weet je wat de verschillen in omvang van het verteringsstelsel zijn tussen herbivoren, carnivoren en omnivoren.
Werkwijze
Groepsgrootte
Deze opdracht doe je alleen.
Je overlegt wel regelmatig met een klasgenoot.
Benodigdheden
Indien aanwezig drie schedels:
schedel van een vleeseter,
schedel van een planteneter,
schedel van een alleseter.
Tijd
Je hebt 1 lesuur nodig.
Aan de slag
Opdracht 1
Eten en verteren
Bestudeer uit de kennisbank biologie het onderdeel 'Eten en verteren':
Zorg dat je goed weet wat een herbivoor, omnivoor en een carnivoor is.
Zorg dat je ook voorbeelden kent.
Beantwoord dan de volgende vragen.
Hoe noem je dieren die alleen planten eten?
planteneters of herbivoren
planteneters of carnivoren
planteneters of omnivoren
Hoe noem je dieren die alleen dieren eten?
diereneters of herbivoren
diereneters of carnivoren
diereneters of omnivoren
Hoe noem je dieren die zowel planten als dieren eten?
alleseters of herbivoren
alleseters of carnivoren
alleseters of omnivoren
Waar of niet waar?
Ook vogels kunnen herbivoren zijn.
Waar of niet waar?
Een miereneter is een voorbeeld van een carnivoor.
Waar of niet waar?
Een mens is een voorbeeld van een omnivoor.
Waar of niet waar?
Er bestaan vogels die omnivoor zijn.
Opdracht 2
De tandformule
De tandformule is een manier om de samenstelling van een gebit van een mens of dier aan te geven. In de tandformule staat aangeven hoeveel snijtanden, hoeveel hoektanden en hoeveel kiezen een dier heeft.
Je gaat met behulp van de tandformule de gebitten van een mens, van een een hond en van een cavia vergelijken.
Bespreek de antwoorden op de vragen met een klasgenoot.
Je hoort van je docent of jullie de opdrachten ook klassikaal bespreken.
Opdracht 3
Lengte spijsverteringskanaal
Bij dieren is de lengte van het spijsverteringskanaal heel verschillend. Vleeseters eten alleen vlees. Vlees is opgebouwd uit dierlijke cellen zonder celwand.
De eiwitverterende enzymen breken gelijk de celmembranen af.
De vertering is snel klaar; vleeseters hebben een kort darmkanaal nodig. Planteneters hebben vaak meedere magen en/of een lange darm.
Daarin leven bacteriën die de cellulose van de celwand afbreken.
Voor de vertering is veel meer tijd nodig.
Verteringskanaal
Aan het verteringskanaal van een dier kun je vaak zien wat voor voedsel het dier eet.
Ga op zoek naar informatie over het verteringskanaal van carnivoren, herbivoren en omnivoren.
Maak in een schema met afbeeldingen duidelijk wat de verschillen zijn tussen de verteringskanalen van de drie verschillende groepen dieren.
Vergelijk jouw antwoord met het antwoord van een klasgenoot.
Bespreek eventuele verschillen.
Opdracht 4
Vertering
Voordat je lichaam de voedingsstoffen uit je eten kan opnemen, moet het voedsel eerst bewerkt worden. Het wordt gekauwd, gekneed en gemengd met verteringssappen. Dit noem je de vertering.
Het voedsel wordt bewerkt door verteringssappen en door spieren van het verteringskanaal.
De niet verteerde resten van het voedsel komen via de dikke darm en de anus in de ontlasting terecht.
Bij een planteneter zitten er alleen plantenresten in de ontlasting.
Bij een vleeseter de resten van prooien, zoals haren en botjes.
Poep van een vleeseter kan erg stinken.
Sommige dieren maken natte vlaaien, andere droge keutels.
Door goed naar uitwerpselen te kijken, kun je heel wat te weten komen over wat de dieren hebben gegeten. Probeer het maar eens met de opdracht.
Je ziet een aantal afbeeldingen van uitwerpselen van dieren.
Maak de juiste combinatie.
Eindtoets
Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
De toets bestaat uit tien vragen. Aan het eind van de toets zie je welke vragen je goed hebt gedaan.
Van de vragen die je fout hebt gedaan, kun je het goede antwoord zien.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Verteren
Het afbreken van voedsel tot kleine door het lichaam opneembare deeltjes.
Verteringsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die samen zorgen voor de spijsvertering. Spijsverteringsorganen zijn o.a. de maag, alvleesklier, dunne darm en dikke darm.
Carnivoren
Vleeseters; eten alleen dierlijk voedsel (o.a. vlees, vis en insecten). Bijvoorbeeld: kat, wolf, mol, egel, haai, spin.
Omnivoren
Alleseters; eten zowel plantaardig als dierlijk voedsel. Bijvoorbeeld: varken, mens, kakkerlak.
Vorm poten
Poten van een vogel zijn aangepast (adaptatie) aan hun leefomgeving. Bijvoorbeeld: reiger met lange poten om door ondiep water te waden en eend met zwemvliezen om goed te kunnen zwemmen.
Vorm van lichaam
Vorm van het lichaam is aangepast (adaptatie) aan de functie. Bijvoorbeeld: een gestroomlijnd lichaam van dieren die in het water leven en/of jagen, zoals de dolfijn en pinguïn, om goed te kunnen zwemmen.
Vorm snavel
Bek van een vogel is aangepast (adaptatie) aan het voedsel dat de vogels eten. Bijvoorbeeld: haakvormige snavel bij roofvogels en kegelvormige snavel bij zaadetende vogels.
Vorm kiezen
Kiezen zijn aangepast (adaptatie) aan het voedsel dat de dieren eten: herbivoren hebben plooikiezen, carnivoren hebben knipkiezen en omnivoren hebben knobbelkiezen.
Lengte van spijsverteringsstelsel
Lengte van het spijsverteringsstelsel, ook wel darmkanaal , is aangepast (adaptatie) aan voedsel dat de dieren eten: herbivoren hebben een lang darmkanaal om planten te kunnen verteren en carnivoren hebben aan een korter darmkanaal voldoende.
Het arrangement Verschillende eters is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Verschillende eters
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.