Hoofdstuk 1 HV/GY

Hoofdstuk 1 HV/GY

Hoofdstuk 1 klas 1 HV en GY FIguren

1.1 vlakke figuren

Vlakke figuren zijn PLAT. Of anders gezegd 2 dimentionaal. (2D) Voorbeeld hiervan is vierkant.

De hoekpunten noteren we met HOOFDLETTERS!!!

De zijden noteren we met 2 hoofdletter aan elkaar. Dus zijde AB loopt van Hoekpunt A naar Hoekpunt B. Notatie AB.

 

Huiswerk

maken som 2, 3 7 en 8 van hfst 1 VWO boek van getal en ruimte 10e editie

diagonalen

uitleg diagonalen

 


DE REGEL OM HET AANTAL DIAGONALEN TE BEREKENEN:

(aantal hoekpunten) x (aantal hoekpunten -3) : 2 = aantal diagonalen


 

Huiswerk

som 10 en 11 (tip tel hokjes!!) som 12 , 13 , 14 en 15

1.2 Lijnen

Een lijn heeft geen begin- en/of eindpunt. Een lijn loopt altijd door.

Een lijnstuk heeft twee eindpunten.

 

 

Een lijn
Een lijn
Lijnstuk
Lijnstuk

Loodrecht

Bekijk het filmpje hieronder. Let goed op de tekens!

Uitleg loodrecht

Bekijk het filmpje. Dit is de uitleg voor de sommen 21, 24 en 25. Werk netjes. Gebruik een scherp potlood en een geo driehoek.

Let op ! LIJNEN geef je aan met kleine letters en punten met HOOFDLETTERS. Bij LOODRECHT zet je een hoekje tussen de lijnen.

Uitleg bij som 21, 24 en 25

Evenwijdig

Bekijk het filmpje hieronder. Let goed op de stand van de geodriehoek . En bij evenwijdig gebruiken wij pijltjes.

Evenwijdig kun je vergelijken met parallel.

Uitleg som 21, 24 en 25

Huiswerk

maken sommen: 21 24 25

1.3 Cirkels

Hoe gebruik je de passer

De een is handiger met de passer dan de andere.

Wanneer je moeite hebt met het tekenen van cirkels, kun je op een kladblaadje net zolang oefenen totdat je het goede gevoel krijgt.

Meestal duurt dit maximaal 10 minuten.

Vraag je docent om je te helpen en bekijk het filmpje.

Hoe gebruik je een passer.

Onderdelen van een cirkel

    

Hierboven staat een cirkel met middelpunt M en een straal. De straal loopt van het middelpunt naar de rand!

(M,3) betekent : een cirkel met middelpunt M en een straal 3.

(A, AB) betekent: een cirkel met middelpunt A en straal met een lengte van AB

 

De diameter is het dubbele van een straal.

De diameter loopt van rand naar rand door het middelpunt.

(LET OP GEEN DECIMETER!!!)

Huiswerk 27 , 28, 29, 30, 32

Som 32 kun je proberen met een passer. Kijk goed hoe je dat kunt aanpakken.

Tekenen van driehoeken met een passer

Bekijk het filmpje hieronder.

Tekenen van een driehoek met passer en liniaal

Huiswerk 36, 37,38

1,4 Ruimtefiguren

Leer de bovenstaande figuren uit je hoofd. Ken de verschillen!
vooral Prisma en Piramide!!

De Kubus

KUBUS
KUBUS

Bekijk de opbouw van een kubus (blz 27). De letters zijn NIET willekeurig!!

De A en E staan altijd boven elkaar. zo ook B en F , C en G, D en H.

We noemen deze kubus ABCD EFGH.

Je moet een kubus na kunnen tekenen.

Denk aan de letters en de 3 stippellijnen!

Uitslagen of bouwplaten

Je kunt een 3D figuur maken van een uitslag/bouwplaat. Door het 3D figuur uit te klappen ontstaat er een plat figuur.

Met plakranden is het een bouwplaat.

Zonder de plakranden heet het uitslag.

Voorbeelden:

uitslag van een kubus
uitslag van een kubus
3 manieren van een uitslag van een piramide
3 manieren van een uitslag van een piramide

HUISWERK

mk 42 tm 45 47 , 48 en 55

Extra onderdeel: niet verplicht

Zelf een mooie kubus knutselen

1,5 De balk

Ook een balk heeft 6 vlakken

12 ribben en 8 hoekpunten

 

Het verschil met de kubus is dat de vlakken bestaan uit rechthoeken. Bij een kubus zijn het vierkanten.

 

Ook hier geldt: de A en E staan boven elkaar B en F , de C en de G, de D en de H.

Je moet ook een balk na kunnen tekenen. Let op de 3 stippellijnen.

Snijdende, evenwijdige en kruisende lijnen

Let op de verschillen!
Let op de verschillen!

1,6 Prisma en piramide

Prisma

Een prisma heeft 2 platten vlakken die verbonden worden met de ribben.

Het grondvlak kan uit verschillende vormen bestaan. (een driehoek, 5-hoek, 6 hoek ect)

Wanneer een prisma uit een 4 hoek bestaat is het een BALK of een KUBUS

 

Let op: een prisma wordt vaak verward met een piramide!!!

Om het aantal hoekpunten te berekenen moet je de volgende regel gebruiken:

aantal hoekpunten van grondvlak x 2 = aantal hoekpunt totaal

Voor het aantal ribben:

aantal ribben in grondvlak x 3 = totaal aantal ribben

Aantal vlakken berekenen:

aantal ribben van het grondvlak +2 = totaal aantal vlakken

 

huiswerk

Piramide

Een piramide heeft een grondvlak en een top. De ribben komen samen in 1 punt.

Om het aantal hoekpunten te berekenen moet je de volgende regel gebruiken:

aantal hoekpunten van grondvlak +1 = aantal hoekpunt totaal

Voor het aantal ribben:

aantal ribben in grondvlak x 2 = totaal aantal ribben

Aantal vlakken berekenen:

aantal ribben van het grondvlak + 1 = totaal aantal vlakken

huiswerk

Lichaamsdiagonalen

Een lichaamsdiagonaal doorkruist het hele figuur,

Bijv in de kubus van A naar G of van E naar C.

Regel hiervoor om het aantal lichaamsdiagonalen te berekenen in een figuur:

(aantal hoekpunten in het grondvlak) x ( aantal hoekpunten -3) = aantal lichaamsdiagonalen

Extra oefen materiaal.

Extra opdrachten

 

  1. Passer en geodriehoek
  2. Ruimtelijk vormen