Opdracht: Grammatica - Zinsdelen vwo3

Opdracht: Grammatica - Zinsdelen vwo3

Grammatica - Zinsdelen

Intro

Je bent in de opdracht Herhaling zinsdelen al aan de slag geweest met zinsdelen.
In die opdracht heb je geoefend: onderwerp, lijdend voorwerp, persoonsvorm, werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde en bijwoordelijke bepaling.

In deze opdracht leer je nog drie zinsdelen kennen: meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp en werkwoordelijke uitdrukking. 

Bekijk de video over het voorzetselvoorwerp.
Kun je zelf ook drie voorbeelden bedenken van voorzetselvoorwerpen?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • uitleggen hoe je in een zin een werkwoordelijke uitdrukking kunt herkennen;
  • uitleggen hoe je in een zin het meewerkend voorwerp kunt herkennen;
  • herkennen wanneer in een zin gebruik is gemaakt van een voorzetselvoorwerp.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Bestudeer het Kennisbankitem 'Werkwoordelijke uitdrukking' en maak de oefening.
Stap 2 Bestudeer het Kennisbankitem 'Meewerkend voorwerp' en maak de oefening.
Stap 3 Bestudeer het Kennisbankitem 'Voorzetselvoorwerp' en maak de oefening.
Stap 4 Bestudeer het Kennisbankitem 'Oorzakelijk voorwerp' en maak de oefening.
Stap 5 Bestudeer het Kennisbankitem 'Bepaling van gesteldheid' en maak de oefening.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht Schrijf een onzinverhaal, waarin je de besproken zinsdelen verwerkt. Laat het lezen aan een klasgenoot. Lukt het je klasgenoot om de zinsdelen te benoemen?
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Werkwoordelijke uitdrukking

Bestudeer uit de Kennisbank het volgende onderwerp.

Werkwoordelijke uitdrukking

 

Maak de oefening.

Stap 2: Meewerkend voorwerp

Bestudeer uit de Kennisbank het volgende onderwerp.

Meewerkend voorwerp

Maak de oefening.

Stap 3: Voorzetselvoorwerp

Bestudeer uit de Kennisbank het volgende onderwerp.

Voorzetselvoorwerp

Maak de oefening.

Stap 4: Oorzakelijk voorwerp

Bestudeer uit de Kennisbank het volgende onderwerp.

Oorzakelijk voorwerp

Stap 5: Bepaling van gesteldheid

Bestudeer uit de Kennisbank het volgende onderwerp.

Bepaling van gesteldheid

Maak de oefening.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Werkwoordelijke uitdrukking

Meewerkend voorwerp

Voorzetselvoorwerp

Oorzakelijk voorwerp

Bepaling van gesteldheid

Eindopdracht

Deze opdracht sluit je af met het schrijven van een onzinverhaal waarin je de geleerde zinsdelen verwerkt.

Hoe ga je te werk?

Zoek een kranten- of tijdschriftartikel of zoek een artikel op www.kennislink.nl.
Haal uit het artikel drie zinnen met een werkwoordelijke uitdrukking, drie zinnen met een meewerkend voorwerp en drie zinnen met een voorzetselvoorwerp.

Maak een onzinverhaal: zet de zinnen in willekeurige volgorde onder elkaar.
Je kunt een verhaal schrijven, maar je kunt ook een digitaal tekstdocument maken, waar je de zinnen in plakt.

Schijf op een apart blaadje (of in een apart tekstdocument) per zin op welk zinsdeel (werkwoordelijke uitdrukking, meewerkend voorwerp en voorzetselvoorwerp) in de zin zit.

Klaar?

Laat je verhaal lezen aan een klasgenoot.
Vraag je klasgenoot of hij of zij per zin wil aangeven of er een werkwoordelijke uitdrukking, een meewerkend voorwerp en of een voorzetsel voorwerp in de zin zit.
Natuurlijk probeer jij de zinsdelen in het verhaal van je klasgenoot te vinden.
Controleer elkaars antwoorden.

Beoordeling

Het eindproduct wordt beoordeeld door twee medeleerlingen en de docent.
Bij de beoordeling let de docent op het volgende:

  • Heb je alle zinsdelen die je in deze opdracht hebt geleerd, in het verhaal verwerkt?
  • Is het een leuk (onzin)verhaal geworden?
  • Heb je het verhaal met zorg samengesteld?
  • Bevat het niet teveel taalfouten?

Terugkijken

Intro

  • De introductievideo ging over een van de drie zinsdelen.
    Kon je zelf ook nog voorbeelden bedenken van een voorzetselvoorwerp?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Door welke vraag te stellen kun je het meewerkend voorwerp in een zin herkennen?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Vond je de zinsdelen in deze opdracht duidelijk uitgelegd? Hielp het om veel te oefenen met deze zinsdelen?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Is het je gelukt een onzinverhaal te maken? Heeft je klasgenoot de zinsdelen herkend?
    Heb je ook in het onzinverhaal of artikel van je klasgenoot de zinsdelen herkend?
  • Het arrangement Opdracht: Grammatica - Zinsdelen vwo3 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2020-05-03 15:07:15
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Mijn en dijn', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vwo3. In deze opdracht ga je bezig met zinsdelen. Je gaat kunnen uitleggen hoe je in een zin een werkwoordelijke uitdrukking kunt herkennen. Ook kun je uitleggen hoe je in een zin het meewerkend voorwerp kunt herkennen. De eindopdracht van deze opdracht is het schrijven van een onzinverhaal waarin je de geleerde zinsdelen verwerkt.
    Leerniveau
    VWO 3;
    Leerinhoud en doelen
    Schrijven; Spelling, interpunctie en grammatica; Nederlands; Schrijfvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, grammatica, meewerk voorwerp, mijn en dijn, nederlands, stercollectie, voorzetselvoorwerp, vwo3, werkwoordelijke uitdrukking, zinsdelen

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk v3

    https://maken.wikiwijs.nl/148593/Tijdelijk_v3

    VO-content - Kennisbanken. (z.d.).

    Nederlands Kennisbank hv3

    https://maken.wikiwijs.nl/149337/Nederlands_Kennisbank_hv3

    VO-content Nederlands. (2020).

    Grammatica - Zinsdelen h3

    https://maken.wikiwijs.nl/80819/Grammatica___Zinsdelen_h3