Thema Europa
Inleiding
Europese samenwerking
In 1945 was de Tweede Wereldoorlog eindelijk voorbij en iedereen was ervan overtuigd dat dit nooit meer mocht gebeuren. Daarom richtte een aantal landen een aanvankelijk, vooral economisch, samenwerkingsverband op.
Door het afschaffen van invoerbeperkingen kon er beter gehandeld worden en de welvaart steeg enorm. Met het Verdrag van Maastricht uit 1992 werd de Europese Gemeenschap omgedoopt tot de Europese Unie en ook op het gebied van buitenlandse politiek, justitie en veiligheid ging men samenwerken.
In dit thema maak je vier opdrachten. In iedere opdracht staat een andere vaardigheid centraal.
In de opdrachten wordt waar mogelijk verwezen naar het thema Europa, maar niet overal.
Door het maken van deze opdracht zul je ontdekken hoezeer je verbonden bent met andere landen uit Europa.
Na het maken van de opdrachten ga je aan de slag met de afsluiting van het thema.
Naar welk Europees land zou je wel willen emigreren? Verzamel informatie en maak een presentatie om jullie favoriete land te promoten.
Wat kan ik straks?
Hier vind je de leerdoelen die horen bij het thema Europa.
Leerdoel |
Opdracht |
Je kunt het schrijfdoel van een tekst herkennen (informeren, activeren, amuseren, overtuigen) alsook de strategie waarmee je een tekst leest. |
Lezen: Leesstrategieën |
Je kunt werkwoorden in een tekst in tegenwoordige tijd, verleden tijd en als voltooid en onvoltooid deelwoord gebruiken.
|
Grammatica: Tijden van het gezegde |
Je kunt in een tekst hoofdletters en leestekens op de juiste wijze toepassen. |
Spelling: Hoofdletters en leestekens |
Je kunt leenwoorden uit de Duitse en Engelse taal herkennen. |
Woordenschat: Leenwoorden uit andere talen |
Wat ga ik doen?
Voor je aan de slag gaat met de afsluiting maak je vier opdrachten.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.
Activiteit |
Aantal lesuren |
Eindproduct |
Inleiding |
0,5 |
|
Lezen: Leesstrategieën |
3 |
Tekst zoeken |
Grammatica: Tijden van het gezegde |
1 à 2 |
Toets |
Spelling: Hoofdletters en leestekens |
1 |
Tekst Europa |
Woordenschat: Leenwoorden |
2 |
Europese menukaart |
Afsluiting |
3 |
Presentatie of eindproduct naar keuze |
Totaal |
11 |
|
De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.
Opdrachten
Hier vind je de vier opdrachten die horen bij dit thema.
Maak je keuze.
Afsluiting thema
Kennisbanken
Hier vind je de Kennisbankitems die horen bij dit thema.
Lezen
Grammatica
Spelling
Woordenschat
Eindopdracht
Naar welk land?
Stel je zou binnen Europa willen emigreren, voor welk land zou je dan kiezen?
Je gaat samen met twee of drie klasgenoten informatie verzamelen over een Europees land waar jullie naar toe zouden willen emigreren.
Het doel van het promotiemateriaal is meer jonge mensen te interesseren voor emigratie naar dat land.
Je kunt voor informatie rondkijken op een van de volgende websites:
Hoe gaan jullie te werk?
- Kies samen een land waar jullie naar toe zouden willen emigreren.
- Bepaal of jullie een PowerPoint presentatie of een promotiefilmpje of een folder op papier gaan maken.
Voor ideeën kun je rondkijken in de gereedschapskist.
- Bepaal samen hoe je het eindproduct gaat maken. Brainstorm samen en bedenk tenminste vijf vragen over wat jullie over het land willen weten.
Denk aan gewoontes van het land, bewoners, onderwijs, taal, kosten van levensonderhoud, mogelijkheden voor werk, geschiedenis enzovoort.
- Bepaal wat je nodig hebt voor je eindproduct en wie ervoor gaat zorgen: teksten, foto’s, filmpjes, links en dergelijke.
- Spreek een duidelijke taakverdeling af en zet die op papier. Bepaal ook wat je samen doet.
Maak bij de taakverdeling ook een realistische planning.
Jullie hebben voor deze opdracht ongeveer 3 uur de tijd.
Uitvoering
Ga aan het werk volgens de afgesproken taakverdeling en houd je aan de planning. Bespreek samen de eerste opzet. Laat de eerste opzet eventueel ook aan de docent zien. Pas de opzet aan als dat nodig is.
Kom ook daarna af en toe bij elkaar om de voortgang te bespreken. Pas de werkverdeling en de planning eventueel iets aan.
Maak samen het definitieve eindproduct.
Wat vinden jullie zelf?
Verdient jullie eindproduct een goede beoordeling?
Kijk nog eens bij de beoordelingscriteria.
Inhoud max. 50 punten
- goed
Het eindproduct bevat veel informatie over de bestemming. Er worden minstens drie zaken genoemd waaruit blijkt dat het aantrekkelijk is om in dat land te gaan wonen. Er is een kaart en er zijn foto's of een filmpje en linkjes naar bruikbare internetsites. Het eindproduct is origineel of valt op door de bijzondere inhoud.
- voldoende
Het eindproduct bevat voldoende informatie over de bestemming. Er worden twee zaken genoemd waaruit blijkt dat het aantrekkelijk is om in dat land te gaan wonen. Er is wel een kaart en er zijn enkele foto's. Linkjes naar bruikbare internetsites ontbreken. Het eindproduct is origineel.
- onvoldoende
Het eindproduct bevat onvoldoende informatie over de bestemming. Er worden twee zaken genoemd waaruit blijkt dat het aantrekkelijk is om in dat land te gaan wonen. Er is geen kaart en er wel zijn enkele foto's. Linkjes naar bruikbare internetsites ontbreken. Het eindproduct is weinig origineel.
Vorm max. 50 punten
- goed
Het eindproduct spreekt potentiële emigranten aan. De lay-out is goed en duidelijk. Het taalgebruik is correct en afgestemd op emigranten. Het eindproduct is netjes verzorgd.
- voldoende
Het eindproduct spreekt potentiële emigranten aan. De lay-out is netjes. Het taalgebruik is redelijk. De teksten bevatten enkele taalfouten. Het eindproduct is verzorgd.
- onvoldoende
Het eindproduct is weinig aantrekkelijk of zelfs saai. De lay-out is onvoldoende. Het eindproduct is slordig afgewerkt en/of bevat te veel taalfouten.
|
Beoordeling
In overleg met jullie docent presenteren jullie je eindproduct aan de klas. Daarna zal jullie docent jullie eindproduct beoordelen. Hij of zij hanteert daarbij bovengenoemde criteria. Verder wordt gelet op:
- Zijn jullie bij het maken van het eindproduct uitgegaan van een (strakke) planning?
- Waren de taken tussen de klasgenoten onderling goed verdeeld? Wist iedereen wat zijn of haar taak was?
- Werd er tussendoor steeds overlegd over de voortgang?
- Hebben jullie in het eindproduct duidelijk laten uitkomen waarom jullie voor dit specifieke land hebben gekozen?
- Waren zowel de opzet als het eindproduct duidelijk en helder leesbaar?
- Nodigde jullie presentatie en/of eindproduct andere leerlingen uit tot het stellen van vragen?
|
Met maken van een folder presenteer je kennis die je hebt opgedaan aan anderen.
|
|
|
Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.
|
|
|
Video kan voor veel dingen gebruikt worden bijvoorbeeld om iets uit te leggen, een project te evalueren of mensen te interviewen.
|
|
|
Met een fotoreportage kun je een verhaal vertellen met behulp van foto’s.
|
|
D-toets
Test je kennis. Maak de D-toets.
Terugkijken
Inleiding
- Kijk nog eens goed naar de Inleiding.
Waarom wilden de Europese landen samenwerking na de Tweede Wereldoorlog?
Kan ik wat ik moet kunnen?
- Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
Kun je de drie manieren omschrijven waarop je een tekst kunt lezen?
Hoe ging het?
- Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 12 uur met dit thema bezig zou zijn. Klopt dat met het aantal lessen dat je over dit thema hebt gehad? Welke opdracht heeft de meeste tijd gekost?
- Eindopdracht
Hadden jullie snel inspiratie voor het maken van de eindopdracht? Waren de taken goed verdeeld bij het maken van de eindopdracht?
Over welk land hebben jullie uiteindelijk een presentatie of ander eindproduct gemaakt?