Woordenschat - Dialecten h3

Woordenschat - Dialecten h3

Woordenschat - Dialecten

Intro

Nederland kent vele dialecten en over dialecten gaat deze opdracht.

Kijk naar een stukje van een optreden van Jochem Myjer over dialecten.

Houd pen en papier bij de hand: schrijf op welke dialecten in de video besproken worden.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je

  • omschrijven wat het verschil is tussen standaardtaal en dialect;
  • drie voorbeelden van dialecten noemen die in Nederland worden gesproken.
  • omschrijven wat wordt bedoeld met 'straattaal'.
  • overeenkomsten ontdekken tussen het Nederlands en het Vlaams en Zuid-Afrikaans.

 

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Bestudeer het Kennisbankitem 'Standaardtaal en dialecten'. Bekijk de video's en maak drie oefeningen met woorden uit het Amsterdams, Limburgs en Twents.

Stap 2

Bestudeer het Kennisbankitem over Straattaal en maak de oefening.

Stap 3

Lees de informatie over het Vlaams en Zuid-Afrikaans als buitenlandse varianten en maak de oefening.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht

of

Maak een eindproduct naar keuze, samen met een klasgenoot.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 3 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Dialecten

Bestudeer in de Kennisbank het item over standaardtaal en dialecten.

Standaardtaal en dialecten


Maak nu kennis met de volgende dialecten:

Amsterdams

Limburgs

Twents

 

Maak de oefeningen.

Stap 2: Straattaal

Bestudeer in de Kennisbank het item over straattaal.

Straattaal

 

Maak nu kennis met straattaal in onderstaande oefening.

Stap 3: Buitenlandse varianten

Vlaams

Het Vlaams wordt momenteel niet als officiële taal erkend, hoewel de benaming wijd verspreid is.
Volgens velen is het Vlaams erg verschillend van het in Nederland gesproken Nederlands en ook verschillend van het Standaardnederlands zoals officieel vastgesteld door de Nederlandse Taalunie.

Het “Vlaams” verschilt van het "Noord-Nederlands" op het gebied van uitspraak, woordenschat en zinnen.
Toch kunnen wij het, afhankelijk van het dialect redelijk goed verstaan en lezen.

Afrikaans

Afrikaans is geen Nederlands, maar het lijkt er wel op. Wij kunnen het goed lezen en redelijk verstaan.
In Zuid-Afrika is het Afrikaans een van de elf officiële talen en ongeveer 6 miljoen Zuid-Afrikanen spreken het.
In Namibië is het zelfs de meest gesproken taal.

Het Afrikaans is ontstaan uit het Nederlands zoals dat in de 17e eeuw werd gesproken door de Zuid-Hollandse en Zeeuwse kolonisten. Zij vestigden zich in de Kaapkolonie na de stichting van Kaapstad in 1652.
Het Afrikaans is vermengd met de taal van de oorspronkelijke bewoners, vooral de Khoikhoi.
Het is echter ook gemengd met de talen van de Franse en Duitse kolonisten en van Portugeestalige slaven.

Maak de volgende oefening.

 

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Standaardtaal en dialecten

Straattaal

Eindopdracht

Eindproduct

Deze opdracht sluit je af met een eindproduct naar keuze. Uiteraard moet het eindproduct wel passen bij de opdracht en dus gaan over dialecten en/of straattaal.

Kijk in de gereedschapskist voor ideeën en tips. Je kunt de opdracht samen met een klasgenoot doen. Jullie krijgen er in totaal 3 uur de tijd voor.

TIP! Interview: interview iemand die alleen dialect spreekt.

TIP! Kaart: Pak een landkaart van Nederland en geef op de landkaart zoveel mogelijk dialecten aan.

TIP! Illustreer je opdracht eventueel met afbeeldingen of korte filmpjes.

Beoordeling

De docent zal uiteindelijk jullie eindproduct naar keuze beoordelen. Daarbij wordt gelet op:

  • Hebben jullie een of meerdere dialecten verwerkt in de eindopdracht? Was het duidelijk om welk dialect het ging?
  • Hebben jullie iets gemaakt waarin straattaal werd gebruikt?
  • Hebben jullie het eindproduct met zorg gemaakt en is het origineel?
  • Bevat het niet te veel taalfouten?
  • Hebben jullie goed samengewerkt; waren de taken goed verdeeld?

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Heb je meerdere dialecten kunnen ontdekken?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je omschrijven wat straattaal is en kun je een paar voorbeelden noemen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je die tijd ook nodig voor de eindopdracht naar keuze en het maken van alle oefeningen?
  • Inhoud
    Wist je al veel over dialecten? Spreek je zelf een dialect of ken je iemand die een dialect spreekt?
  • Eindopdracht
    Vond je het leuk dat je zelf een eindproduct mocht kiezen? Had je wat aan de tips in de gereedschapskist?
    Ben je tevreden over het resultaat?
  • Het arrangement Woordenschat - Dialecten h3 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-06-14 16:22:51
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Anders', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv3. Je begint deze opdracht met het bestuderen van het Kennisbankitem 'Standaardtaal en dialecten'. Daarna bekijk je de video's en maak je de drie oefeningen met woorden uit het Amsterdams, Limburgs en Twents. Vervolgens bestudeer je het Kennisbankitem over straattaal en maak je de oefening. Hiernavolgend lees je informatie over het Vlaams en Zuid-Afrikaans als buitenlandse varianten en maak je een oefening hierover. Uiteindelijk sluit je af met het maken van de eindopdracht.
    Leerniveau
    HAVO 3;
    Leerinhoud en doelen
    Schrijven; Nederlands; Schrijfvaardigheid; Woordgebruik en woordenschat (Nederlands);
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    3 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    anders, arrangeerbaar, dialecten, hv3, nederlands, stercollectie, woordenschat

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk h3

    https://maken.wikiwijs.nl/148590/Tijdelijk_h3

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Kennisbanken. (z.d.).

    Nederlands Kennisbank hv3

    https://maken.wikiwijs.nl/149337/Nederlands_Kennisbank_hv3