Thema 6 Heden en verleden - havo3

Thema 6 Heden en verleden - havo3

Heden en verleden

Inleiding

Heden en verleden
Hoe belangrijk het is iets over het verleden te weten merk je pas wanneer je de achtergrond van een bepaalde situatie moet kennen.
Een eenvoudig voorbeeld is wanneer je gaat solliciteren. Voor je op gesprek gaat bij je eventuele nieuwe werkgever, moet je toch iets van het bedrijf weten. Daarom zul je je verdiepen in de geschiedenis en achtergronden van het bedrijf.

Ook je eigen omgeving wordt interessanter als je meer weet van het verleden ervan. Overal om je heen vind je bijvoorbeeld industrieel erfgoed. Daaronder verstaan we de voortbrengselen van de mens ten behoeve van de dagelijkse arbeid. Denk bijvoorbeeld aan fabrieksgebouwen, bruggen en sluizen, molens, boortorens, pakhuizen et cetera. Eigenlijk zijn het allemaal materiële overblijfselen van de industriële maatschappij.

In deze opdracht ga je op zoek naar industrieel erfgoed in je eigen omgeving, bereid je een virtuele rondleiding voor en lees je over de invloed die de taal uit koloniale gebieden (Suriname en Indonesië) nog steeds op de Nederlandse taal hebben.

In de opdrachten wordt waar mogelijk verwezen naar het onderwerp van dit thema, maar niet overal.
Je sluit het thema af met een presentatie van alle eindproducten over heden en verleden.

Wat kan ik straks?

Hier vind je de leerdoelen die horen bij het thema Heden en verleden.

Leerdoel

Opdracht

Ik kan omschrijven wat wordt bedoeld met industrieel erfgoed en een virtuele rondleiding.

Spreken: Rondleiding

Ik kan hoofd- en bijzin herkennen en ontleden.

Grammatica: Ontleden

Ik kan het gebruik van koppelteken, trema en apostrof herkennen en toepassen.

Spelling: Tekens

Ik kan omschrijven in welke mate koloniale talen, zoals Surinaams en Indonesisch, nog invloed hebben op de Nederlandse taal.

Woordenschat: Vreemde invloeden

Wat ga ik doen?

Voor je aan de slag gaat met de afsluiting maak je vier opdrachten.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.

Activiteit

Aantal lessen

Eindproduct

Inleiding

0,5

 

Spreken: Rondleiding

3

Virtuele rondleiding

Grammatica: Ontleden

2

Tekst met samengestelde zinnen

Spelling: Tekens

2

Overhoring

Woordenschat: Vreemde invloeden

2

Eindproduct naar keuze

Afsluiting

3

Presentatie

Totaal:

12 à 13

 

 

De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.

Opdrachten

Spreken: Rondleiding

Spreken - Rondleiding

Intro

Deze spreekopdracht is onderdeel van het thema 'Heden en verleden'.

Je begint met het kijken naar (een stukje van) een video van een rondleiding door de schatkamers van het Egyptisch Museum.
Waarom wordt het een chaos genoemd?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • uitleggen wat een virtuele rondleiding is;
  • omschrijven wat wordt bedoeld met industrieel erfgoed.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Lees wat een rondleiding is en bekijk een stukje van de video. Bespreek met mijn klasgenoot wat ik van deze virtuele rondleiding vind.

Stap 2

Lees wat wordt bedoeld met industrieel erfgoed en bekijk ook nu een stukje van video. Beantwoord de vragen.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Er zijn geen Kennisbanken beschikbaar bij deze opdracht.

Eindopdracht

Maak de eindopdracht: een virtuele rondleiding over een industrieel erfgoed in mijn eigen omgeving.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer drie lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: (Virtuele) rondleiding

Een rondleiding kan een informatieve route door een stad of bouwwerk zijn. Een rondleiding kan verzorgd worden door een gids, die informatie geeft over wat te zien is, maar steeds vaker is er sprake van een virtuele rondleiding: een rondleiding die gebruik maakt van digitale hulpmiddelen.

Bekijk (een stukje van) deze video. Je krijgt dan een virtuele rondleiding door een school.

Bespreek met een klasgenoot wat je goed en minder goed aan de virtuele rondleiding vindt.

 

Stap 2: Erfgoed

Onder industrieel erfgoed verstaan we de bouwsels van de mens ten behoeve van de dagelijkse arbeid

Je kunt hierbij denken aan:

Eigenlijk vallen onder erfgoed alle materiële overblijfselen van de industriële maatschappij.

Bekijk de volgende video.

 

Afronding

Eindopdracht

Virtuele rondleiding

Zoek samen met een klasgenoot informatie over industrieel erfgoed in jouw omgeving.
Kijk bijvoorbeeld op de website over industrieel erfgoed. Op deze site vind je ook documentatie over industrieel erfgoed in jouw regio.

Zoek mooie foto’s of afbeeldingen. Kijk of er boeiende, interessante verhalen zijn over het industrieel erfgoed om je rondleiding interessanter te maken.

Zoek op internet naar een voorbeeld van en tools voor het samenstellen van een een virtuele rondleiding.
Zorg dat je weet wat in dit verband wordt bedoeld met 'virtueel'.

Maak met het materiaal dat je gevonden hebt over het industrieel erfgoed in jouw omgeving een virtuele rondleiding.
Deze opdracht is een spreekopdracht; zorg voor een enthousiast, verstaanbaar verhaal bij de rondleiding.

Beoordeling

De docent zal jullie virtuele rondleiding beoordelen. Hij of zij daarbij letten op:

  • inhoud: heb je een rondleiding over een industrieel erfgoed in de buurt gemaakt?
  • inhoud: bevat de rondleiding de goede gegevens over het industrieel erfgoed: uit welke tijd komt het gebouw, wat was de functie en wat is de functie nu?
  • vorm: is de rondleiding virtueel en met zorg samengesteld?
  • vorm: is de rondleiding leuk, interessant, origineel?

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Schrijf op wat je goed vond en wat je minder goed vond.

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Inhoud
    Heb je zelf wel een eens rondleiding gehad? Vond je het leuk?
    Wist je al wat industrieel erfgoed was? 
  • Eindopdracht
    Was het gemakkelijk om industrieel erfgoed in jouw omgeving te vinden?
    Vond je het leuk om een (virtuele) rondleiding te maken?

Grammatica: Zinsontleding

Grammatica - Samengestelde zin

Intro

In deze opdracht staat het ontleden van samengestelde zinnen centraal.

Arnoud Kuijpers legt uit wat het verschil is tussen een enkelvoudige en een samengestelde zin.

Bekijk de video.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • een samengestelde zin herkennen;
  • aan een zinsdeel herkennen of het een hoofd- of bijzin betreft.
  • zowel een hoofd- als een bijzin ontleden;
  • de verschillende zinsdelen in een hoofd- en bijzin benoemen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Bestudeer het Kennisbankitem 'Samengestelde zin'. Bekijk de video en maak de oefening.

Stap 2

Bekijk een video over het ontleden van samengestelde zinnen en maak de oefening.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind ik de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht

Maak de eindopdracht: zoek een tekst met samengestelde zinnen.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Samengestelde zin

Bestudeer uit de Kennisbank Nederlands de eerste twee pagina's van het onderdeel over 'Samengestelde zin'.

 

Bekijk ook de video. Hier worden de verschillende soorten bijzinnen uitgelegd.

Maak de oefening.

Stap 2: Zinsdelen benoemen

Als je het lastig vindt om de hoofd- en bijzinnen te ontleden, kun je ook deze video nog even bekijken.

In de volgende oefening ga je kijken of de zinnen goed ontleed zijn.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Het gaat om de eerste twee pagina's.

Eindopdracht

Eindproduct

Het onderwerp van dit thema is 'Heden en verleden. Als eindopdracht zoek je een tekst over een historisch gebouw in jouw omgeving of zoek je een tekst over een historische gebeurtenis die bij jou in de buurt heeft plaatsgevonden.
Sla de tekst op in je eigen omgeving of print deze uit.

Lees de tekst eerst een keer helemaal door. Zoek vervolgens vijf samengestelde zinnen in de tekst.
Schrijf de zinnen op. Bepaal van iedere zin wat de hoofdzin en wat de bijzin is. Ontleed de hoofdzin en benoem de bijzin.

Schrijf de vijf zinnen nog een keer op en laat een klasgenoot van iedere zin bepalen wat de hoofdzin en wat de bijzin is. Laat hem of haar de hoofdzin ontleden en de bijzin benoemen.
Natuurlijk doe jij hetzelfde met de vijf zinnen die je klasgenoot voor jou heeft opgeschreven.
Kijk elkaars werk na. Als jullie twijfelen of alle antwoorden goed zijn, vraag dan hulp aan de docent.

Beoordeling

Jullie docent zal de vijf samengestelde zinnen beoordelen. Bij de beoordeling let de docent op het volgende:

  • Heb je vijf samengestelde zinnen gevonden in een tekst over een historisch gebouw of gebeurtenis?
  • Heb je op de juiste wijze bepaald wat de bijzin en wat de hoofdzin is?
  • Heb je de zowel in de hoofdzin als in de bijzin de zinsdelen juist benoemd?
  • Bevatten de zinnen geen taal- of spelfouten?

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Vond je de uitleg over samengestelde zinnen duidelijk?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je de zinsdelen van een hoofdzin en een bijzin benoemen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je voldoende tijd voor de oefeningen en de eindopdracht?
     
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Was het makkelijk om een geschikte tekst te vinden?
    Kon je snel 5 samengestelde zinnen ontdekken?

Spelling: Tekens

Spelling - Tekens

Intro

Op welke klinker zet je een trema? In welke woorden gebruik je een koppelteken?

In de korte video krijg je vast uitleg.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • herkennen in welke samenstellingen ik wel of niet een koppelteken gebruik;
  • het gebruik van een trema herkennen;
  • het gebruik van een apostrof herkennen;
  • zelf op correcte manier koppelteken, trema en apostrof gebruiken.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Bestudeer het Kennisbankitem 'Koppelteken' en maak de oefening.

Stap 2

Bestudeer het Kennisbankitem 'Trema-apostrof' en maak de twee oefeningen.

Stap 3

Veel oefenen helpt. Maak de oefening.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind ik de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht

Maak een overhoring waarin ik een koppelteken, trema en apostrof gebruik.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je zo'n twee lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Koppelteken

Bestudeer uit de Kennisbank de uitleg over het gebruik van het koppelteken.

 

Maak de oefening.

Stap 2: Trema - apostrof

Bestudeer de uitleg over het gebruik van een trema en een apostrof.

 

Maak de twee oefeningen.

Stap 3: Oefenen!

Door veel te oefenen, raak je steeds vertrouwder met het gebruik van trema en apostrof.
Maak nu ook de volgende oefening.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht

Eindproduct

Je gaat zelf een overhoring maken over het gebruik van het koppelteken, de trema en de apostrof.

  • Maak een nieuw Google document aan wat je (later) kunt delen met een of twee klasgenoten. Sla het document op in je eigen omgeving.
  • Stel zelf een overhoring samen over koppelteken, trema en apostrof.
    Een voorbeeld van een vraag zou kunnen zijn:
    "Wat is juist?
    mee-eten of meeëten = mee-eten"
  • Bedenk minimaal 15 vragen.
  • Sla de overhoring op en deel de overhoring met een of twee klasgenoten.
  • Natuurlijk maak jij de overhoring die je klasgenoten hebben gemaakt.

Klaar?

Beoordeel de resultaten van de overhoring samen met je klasgenoot. Jullie docent zal uiteindelijk beoordelen of de overhoring goed is gegaan.

Beoordeling

Het eindproduct wordt beoordeeld door de docent. Bij de beoordeling let de docent op het volgende:

  • Heb je ook moeilijke woorden gebruikt in de overhoring?
  • Heb je voldoende zelf bedachte woorden gebruikt en niet teveel uit de oefeningen overgenomen?
  • Bevat de overhoring weinig of geen spel- of taalfouten?
  • Heb je de overhoring door twee klasgenoten laten maken en heb je zelf de overhoring van twee klasgenoten gemaakt?

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    In welke woorden gebruik je in de meervoudsvorm twee e's met een trema?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je aangeven wanneer je een apostrof gebruikt?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Wist je al veel over het gebruik van het koppelteken en trema's?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Ging de overhoring goed?

Woordenschat: Vreemde invloeden

Woordenschat - Vreemde invloeden

Intro

Vanaf de zestiende eeuw is Nederland kolonisator geweest van een groot aantal gebieden in de wereld. Dat verleden laat ook sporen na in de Nederlandse taal.
In deze opdracht wordt de invloed van de talen uit onze vroegere koloniën Suriname en Indonesië op het Nederlands besproken.

Deze opdracht gaat over 'vreemde invloeden in het Nederlands'.

Omgekeerd kan het ook. Kijk maar eens naar deze video.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • aangeven welke invloed de Surinaamse taal nog heeft op de Nederlandse taal;
  • aangeven welke invloed de Indonesische taal nog heeft op de Nederlandse taal.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Lees welke invloed de Surinaamse taal nog op de Nederlandse taal heeft. Maak de oefening en kijk of ik de woorden herken.

Stap 2

Lees welke invloed de Indonesische taal nog heeft op de Nederlandse taal. Bekijk de video en maak de oefening.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Er zijn geen kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht

of

Maak een eindproduct naar keuze over invloed Surinaams en/of Indonesisch op onze taal.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Surinaams

Het Nederlands is de officiële taal van Suriname sinds de onafhankelijkheid in 1975 en heeft steeds meer aan populariteit gewonnen. 60% van de bevolking spreekt er Nederlands als moedertaal.

Een andere belangrijke taal is het Surinaams (eigenlijk Sranantongo) dat samen met het Nederlands het communicatiemiddel is tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Deze groepen (Indianen, Hindoestanen, Creolen, Javanen en Chinezen e.a.) spreken ook allemaal nog hun eigen taal.

Het Surinaams heeft in Nederland vooral invloed op de jongerentaal. In het gebruik van krachtige woorden, die vaak ook nog in een gewijzigde betekenis worden gebruikt, herken je de invloed. De eenvoudige structuur zorgt ervoor dat Surinaamse woorden goed klinken en makkelijk geleerd kunnen worden. Surinamers in Nederland hebben vaak moeite met het gebruik van het Surinaams binnen de Nederlandse jongerentaal. Het zijn vooral de grove woorden die in de Nederlandse jongerentaal worden overgenomen. Men is bang dat de buitenwacht een verkeerd beeld krijgt van Surinamers.

Maak nu de oefening.

 

Stap 2: Maleisisch

Het Nederlands is eeuwenlang de officiële taal van de machthebbers in Indonesië geweest toen dat door de Nederlanders was gekoloniseerd. Sinds 1963 is het echter geen officiële taal meer.

Volledige beheersing van het Nederlands komt nu alleen nog voor bij oudere mensen, die de taal nog op school geleerd hebben en het nog onderling of met toeristen spreken. Het Nederlands wordt ook nog gebruikt in geschiedenis, taalkunde, landbouw en rechtspraak.

Omgekeerd kent het Nederlands woorden uit het Indonesisch/Maleis. Veel woorden hebben met gerechten te maken: nasi, bami, saté, sambal, pi(e)sang e.a.
Andere voorbeelden van Maleisische invloed zijn bijvoorbeeld: piekeren (Maleis pikir, "denken"), pienter (Maleis pintar), amok, klamboe, karbouw.

Bekijk de video en maak de oefening.

Afronding

Samenvattend

Bij deze opdracht horen geen Kennisbankitems.

Eindopdracht

Eindproduct

Jullie gaan samen aan de slag met het eindproduct. Kies zelf een eindproduct waarmee jullie kunnen laten zien welke invloed ons koloniale verleden heeft op het Nederlands.

  • Welke woorden gebruiken we in het Nederlands die uit de koloniale tijd stammen?
  • Door wie worden deze woorden nog gebruikt?
  • Wat betekenen ze?

Ga op onderzoek uit en neem er een paar woorden uit die jullie nader bekijken.
Kijk bijvoorbeeld eens op onderstaande sites:


Nog geen idee wat voor eindproduct jullie willen maken?
Kijk dan eens in de gereedschapskist.

Beoordeling

Als jullie klaar zijn met het eindproduct naar keuze, laat je het beoordelen door de docent.
Bij het beoordelen wordt gelet op:

  • Gaat jullie eindproduct over woorden en begrippen uit de koloniale tijd?
  • Gaat het eindproduct over de invloed van het Surinaams en het Maleisisch op het Nederlands?
  • Is het eindproduct origineel en ziet het er verzorgd uit?
  • Bevat het geen of weinig taalfouten?

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Past de video goed bij deze opdracht? Herkende je de 'vreemde' woorden?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je voorbeelden noemen van woorden uit het Surinaams of Indonesisch die nog steeds in het Nederlands worden gebruikt?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Eindopdracht
    Vond je het leuk om zelf een keuze te maken voor het eindproduct?
    Ben je de koloniale invloed op taalgebied zichtbaar gemaakt?

Afsluiting thema

Kennisbanken

Hier vind je de Kennisbankitems die horen bij dit thema.

Grammatica

Samengestelde zin

Spelling

Spelling: Koppelteken

Spelling: Trema - apostrof

Eindopdracht

In de opdracht 'Spreken' hebben jullie een rondleiding gemaakt voor één historisch gebouw in jullie omgeving. In de opdracht 'Woordenschat' hebben jullie gezien dat het Surinaams en het Maleis invloed hebben gehad op het Nederlands. In de eindopdracht van dit thema combineer je de eindproducten van beide opdrachten tot een powerpointpresentatie.

In de presentatie laat je zien welke historische overblijfselen (gebouwen, gebeurtenissen, personen) er zijn in jouw stad/streek, van welke industrie, uit welke tijd, wat was hun functie en wat is die nu? Maar je onderzoekt ook Chinese, Indonesische of Surinaamse restaurants. Waarom zijn die daar gekomen?

Voorbereiding

Kijk samen met je groepsgenoten nog eens naar de eindproducten die jullie hebben gemaakt in de opdrachten Spreken en Woordenschat. Schrijf op over welke historische gebouwen, gebeurtenissen, personen jullie al informatie hebben verzameld. Hebben jullie in de buurt ook Chinese/Indonesische en Surinaamse restaurants gevonden? Zo ja welke?

Bepaal nu hoe jullie de presentatie willen gaan opbouwen. Een goede presentatie heeft meestal een vast opbouw:

  • Inleiding: vertel waar de presentatie over gaat.
  • Middenstuk: presenteer de gevonden informatie.
  • Slot: sluit de presentatie af met een 'conclusie'.

Ga na of jullie voldoende informatie hebben over de verschillende gebouwen, gebeurtenissen, restaurants die jullie willen gaan bespreken.
De presentatie moet ongeveer 10 minuten duren. Zoek eventueel nog naar extra informatie. Zorg ook voor afbeeldingen of fotomateriaal.

Uitvoering

Maak de presentatie. Probeer tijdens het maken van de presentatie antwoord te geven op de volgende twee vragen:

  • Hoe maak ik de presentatie interessant voor het publiek?
  • Hoe betrek ik het publiek bij de presentatie?

Maak samen een spiekbriefje, Bij een presentatie moet je uit je hoofd vertellen; dan heb je het beste contact met je publiek. Om overzicht te houden, kun je wel een briefje met aantekeningen gebruiken. Daarbij moet je geen hele zinnen opschrijven, maar alleen steekwoorden.

Maak tenslotte een taakverdeling en oefen de presentatie enkele keren. Bespreek wie welke deel van de presentatie voor zijn of haar rekening neemt. Zorg dat je elkaars verhaal kunt vertellen want als iemand ziek is tijdens de presentatie, moet de presentatie misschien toch gegeven worden.

Houd de presentatie en laat jullie docent en klasgenoten de presentatie beoordelen.

Bij het beoordelen van de presentatie worden deze rubrics gebruikt.

Inhoud max. 50 punten

  • goed
    In de presentatie zijn minimaal vier voorbeelden van historische gebouwen en/of Chinese/Surinaamse restaurants opgenomen. Je hebt opgezocht uit welke tijd ze komen, wat hun functie was en nu is. Je presentatie is origineel. De toon, het taalgebruik en de opbouw zijn goed afgestemd op het publiek.
  • voldoende
    In de presentatie zijn drie voorbeelden van historische gebouwen en/of Chinese/Surinaamse restaurants opgenomen. Je hebt opgezocht uit welke tijd ze komen, maar bent vergeten te vermelden wat hun functie was en nu is. Je presentatie is leuk. De toon, het taalgebruik en de opbouw zijn redelijk afgestemd op het publiek.
  • onvoldoende
    In de presentatie zijn minder dan drie voorbeelden van historische gebouwen en/of Chinese/Surinaamse restaurants opgenomen. Je hebt opgezocht uit welke tijd ze komen, maar bent vergeten te vermelden wat hun functie was en nu is. Je presentatie is niet duidelijk. De toon, het taalgebruik en de opbouw zijn slecht afgestemd op het publiek.


Vorm max. 50 punten

  • goed
    De powerpoint presentatie is aantrekkelijk om naar te kijken. Het beeldmateriaal dat is gebruikt past goed bij de presentatie en is afgestemd op de doelgroep.
  • voldoende
    De presentatie is leuk om naar te kijken. Het beeldmateriaal dat is gebruikt past bij de presentatie en is redelijk afgestemd op de doelgroep.
  • onvoldoende
    De powerpoint presentatie is niet erg leuk om naar te kijken. Het beeldmateriaal dat is gebruikt past matig bij de presentatie en is slecht afgestemd op de doelgroep.

Beoordeling

Nadat jullie de presentatie gehouden hebben zal de docent deze beoordelen. Hij of zij gaat daarbij uit van bovenstaande rubrics.
Verder zal de docent letten op:

  • Hebben jullie goed samengewerkt bij de voorbereiding en tijdens de presentatie?
  • Waren de taken goed verdeeld?
  • Hebben jullie je aan de (tijds)planning gehouden?
  • Was de presentatie goed georganiseerd?
  • Was er gelegenheid tot vragen stellen? Konden jullie die vragen ook beantwoorden?

Presentatie maken

Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.

 

D-toets

Test je kennis. Maak de D-toets.

Terugkijken

Inleiding

  • Lees de Inleiding nog eens door.
    Kun je beschrijven wat wordt bedoeld met industrieel erfgoed? En bevindt er zich ook industrieel erfgoed in je eigen omgeving?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je hoofd- en bijzinnen goed van elkaar onderscheiden? Kun je de zinsdelen ook ontleden?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je tussen de 12 en 13 uur met dit thema bezig zou zijn.
    Klopt dat met het aantal lessen dat je over dit thema hebt gehad?
    Welke opdracht heeft relatief veel tijd gekost? 
  • Inhoud
    Welke opdracht vond je het beste bij de titel 'Heden en verleden' passen? 
    Kun je ook uitleggen waarom?
  • Eindopdracht
    Is het gelukt om in samenwerking met klasgenoten een presentatie te organiseren? 
    Is deze door jullie docent positief beoordeeld en waren jullie zelf ook tevreden over het resultaat?
  • Het arrangement Thema 6 Heden en verleden - havo3 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-29 10:59:39
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Heden en verleden HV' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv3. Voordat je aan de slag gaat met de afsluiting maak je vier opdrachten. De eerste opdracht betreft 'Spreken: Rondleiding'. Daarna zal je aan de slag gaan met 'Grammatica: Ontleden'. Vervolgens zal je werken aan 'Spelling: Tekens'. Waarna je uiteindelijk de opdrachten zal afsluiten met 'Woordenschat: Vreemde invloeden'.
    Leerniveau
    HAVO 3;
    Leerinhoud en doelen
    Spelling, interpunctie en grammatica; Nederlands; Schrijfvaardigheid; Mondelinge taalvaardigheid; Begrippenlijst en taalverzorging; Spreken;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    12 uur 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, grammatica: ontleden, heden en verleden h3, hv3, nederlands, spelling: tekens, spreken: rondleiding, stercollectie, woordenschat: vreemde invloeden

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Toetsen. (2021).

    Nederlands hv3 - D-toetsen

    https://maken.wikiwijs.nl/156121/Nederlands_hv3___D_toetsen

    VO-content Nederlands. (2020).

    Grammatica - Samengestelde zin h3

    https://maken.wikiwijs.nl/80829/Grammatica___Samengestelde_zin__h3

    VO-content Nederlands. (2020).

    Spelling - Tekens h3

    https://maken.wikiwijs.nl/80830/Spelling___Tekens_h3

    VO-content Nederlands. (2020).

    Spreken - Rondleiding h3

    https://maken.wikiwijs.nl/80828/Spreken___Rondleiding_h3

    VO-content Nederlands. (2020).

    Woordenschat - Vreemde invloeden h3

    https://maken.wikiwijs.nl/80831/Woordenschat___Vreemde_invloeden_h3

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Heden en verleden

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.