De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 10 vragen over het gebruik van synoniemen.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 10 vragen.
Dat zijn veelal andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 10 vragen over het gebruik van betekenisverschillen.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 10 vragen.
Dat zijn veelal andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 10 vragen over het gebruik van voorzetseluitdrukkingen.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 10 vragen.
Dat zijn veelal andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het is eindelijk pauze. De leerlingen lopen boos over het schoolplein. Ze zijn boos omdat de pauzes zo kort zijn.
Ze zijn ook boos over al die lastige vragen! En straks hebben ze wiskunde! Booooring!
En de leraar wordt altijd boos, omdat ze het niet begrijpen. Dan worden de leerlingen ook boos en beginnen te gooien met alles wat ze hebben.
En ze leefden nog lang en boos.
In het verhaaltje komt zes keer het woord 'boos' voor.
Ga op internet op zoek naar vijf synoniemen voor het woord boos.
Herschrijf de tekst door het woord boos steeds te vervangen door een synoniem.
Afronding
Samenvattend
Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.
Om te kijken of jullie de theorie van deze opdracht goed hebben begrepen gaan jullie elkaar (digitaal) overhoren.
De overhoring moet bestaan uit ongeveer 20 vragen.
In de overhoring moeten synoniemen, woordparen en voorzetseluitdrukkingen voorkomen.
Je mag de woorden uit de oefeningen uit stap 1 of stap 2 gebruiken, maar je moet ook minimaal 5 nieuwe woorden gebruiken.
De vragen die je samen met een klasgenoot maakt, hebben betrekking op het onderwerp van dit thema: Verleiding.
Je kunt de vragen op papier zetten, maar je kunt ook een digitaal (Google-)document maken, wat je in je eigen omgeving opslaat.
Klaar?
Laat minimaal twee klasgenoten je overhoring maken. Jij maakt de overhoring van twee klasgenoten.
Bespreek daarna de overhoringen met elkaar. Geef elkaar op een goede manier feedback.
Beoordeling
De docent zal jullie overhoring beoordelen.
Bij de beoordeling zal hij of zij letten op:
Heb je de theorie over synoniemen, betekenisverschillen en voorzetseluitdrukkingen verwerkt?
Is het een goede overhoring geworden?
Zitten er geen taalfouten in?
Terugkijken
Intro
Heb je de video over synoniemen in de sportverslaggeving bekeken?
Vond je het een passende introductievideo? Heb je het synoniem in de tekst ontdekt?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun jezelf een voorbeeld geven van een woord wat een verschillende betekenis kan hebben?
Hoe ging het?
Inhoud
In de onderbouw heb je al eens een opdracht over synoniemen gemaakt.
Wist je er nog wat van of was alle informatie nieuw voor je?
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht? Hebben je klasgenoten de overhoring goed gemaakt?
Kwamen er voldoende synoniemen en voorzetseluitdrukkingen in voor?
Het arrangement Woordenschat - Synoniemen h3 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Verleiding', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv3. Je begint deze opdracht met het bestuderen van het Kennisbankitem 'Synoniemen en betekenisverschillen' en het maken van de oefeningen. Daarna bestudeer je ook de pagina over 'Voorzetseluitdrukkingen' en maak je eveneens de oefeningen. Vervolgens ga je een tekst aanpassen door op zoek te gaan naar synoniemen voor het woord 'boos'. Uiteindelijk sluit je de opdracht af met een eindopdracht, waarbij je wordt overhoord door twee klasgenoten.
Leerniveau
HAVO 3;
Leerinhoud en doelen
Schrijven;
Nederlands;
Schrijfvaardigheid;
Woordgebruik en woordenschat (Nederlands);
Deze opdracht hoort bij het thema 'Verleiding', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv3. Je begint deze opdracht met het bestuderen van het Kennisbankitem 'Synoniemen en betekenisverschillen' en het maken van de oefeningen. Daarna bestudeer je ook de pagina over 'Voorzetseluitdrukkingen' en maak je eveneens de oefeningen. Vervolgens ga je een tekst aanpassen door op zoek te gaan naar synoniemen voor het woord 'boos'. Uiteindelijk sluit je de opdracht af met een eindopdracht, waarbij je wordt overhoord door twee klasgenoten.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Synoniemen
Betekenisverschillen
Voorzetseluitdrukkingen
Voorzetseluitdrukkingen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.