Eindopdracht

Om te kijken of jullie de theorie van deze opdracht goed hebben begrepen gaan jullie elkaar (digitaal) overhoren.

De overhoring moet bestaan uit ongeveer 20 vragen.
In de overhoring moeten synoniemen, woordparen en voorzetseluitdrukkingen voorkomen.
Je mag de woorden uit de oefeningen uit stap 1 of stap 2 gebruiken, maar je moet ook minimaal 5 nieuwe woorden gebruiken.
De vragen die je samen met een klasgenoot maakt, hebben betrekking op het onderwerp van dit thema: Verleiding.
Je kunt de vragen op papier zetten, maar je kunt ook een digitaal (Google-)document maken, wat je in je eigen omgeving opslaat.

Klaar?

Laat minimaal twee klasgenoten je overhoring maken. Jij maakt de overhoring van twee klasgenoten.
Bespreek daarna de overhoringen met elkaar. Geef elkaar op een goede manier feedback.

Beoordeling

De docent zal jullie overhoring beoordelen.
Bij de beoordeling zal hij of zij letten op: